Multimedia Navi
Druk op : om het menu Instellingen
te openen.
Eenheidsinstellingen
Selecteer Systeemparam. in het
menu Opties.
Verander de eenheden voor Afstand
en verbruik en Temperatuur.
Bevestig met A/OK.
Taalinstellingen
Selecteer Talen.
Wijzig de taal door de optie van uw
keuze aan te raken.
Bevestig met A/OK.
Instrumenten en bedieningsorganen
Besturingsfuncties
_ indrukken.
Selecteer Besturingsfuncties.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Automatic headlamp dipping:
Activeert of deactiveert de groot‐
lichtassistentie.
● Lane departure warning system:
Activeert of deactiveert de Lane
Departure Warning.
● Stop and start: Activeert of deac‐
tiveert het Stop/Start-systeem
● Cruise control active: Activeert of
deactiveert de semi-adaptieve
cruise control.
● Parkeerhulp: Activeert of deacti‐
veert de parkeerhulpsensoren.
● Dodehoekbewaking: Activeert of
deactiveert de dodehoekdetec‐
tie.
● Traction control: Activeert of
deactiveert het Traction Control-
systeem.
● Bandenspan.contr.: Initialiseert
het detectiesysteem voor
bandenspanningsverlies.
● Diagnose: Toont waarschu‐
wingsberichten voor het diagno‐
sesysteem.
Vooraf ingestelde snelheden opslaan
in geheugen
Met deze functies kunt u maar liefst
zes snelheidsinstellingen voor de
cruisecontrol en de snelheidsbegren‐
zer instellen. Er zijn standaard al
enkele snelheden in het geheugen
opgeslagen.
● _ indrukken.
● Selecteer Snelheden
aanpassen.
● Selecteer Cruisecontrol of
Snelheidsbegrenzer.
119