Druk de veiligheidspal omhoog en
open de motorkap.
Windhaak vastzetten.
Sluiten
Steun vóór het sluiten van de motor‐
kap stevig in de houder duwen.
Laat de motorkap zakken en laat het
vanaf een lage hoogte (20-25 cm) in
het slot vallen. Controleer of de
motorkap vergrendeld is.
Voorzichtig
Druk de motorkap niet in het slot
om deuken te voorkomen.
Motorolie
Controleer het oliepeil ook regelmatig
manueel om schade aan de motor te
voorkomen. Gebruik olie met de juiste
specificatie.
Aanbevolen vloeistoffen en smeer‐
middelen 3 362.
Het maximale motorolieverbruik is
0,6 l per 1000 km.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op
bedrijfstemperatuur zijn en minstens
5 minuten uitgeschakeld zijn
geweest.
Verzorging van de auto
Afhankelijk van de motor worden er
verschillende oliepeilstokken
gebruikt.
313