246
Rijden en bediening
Wanneer een versnelling is ingescha‐
keld en de rem wordt losgelaten, rijdt
de auto langzaam weg.
Afremmen op de motor
Om bij het afdalen van een helling op
de motor af te remmen, een lagere
versnelling selecteren.
Parkeren
Keuzehendel type A
Schakel de parkeerrem in en selec‐
teer P.
Keuzehendel type B
Trek de handrem aan en selecteer N
of laat de keuzehendel in de inge‐
schakelde stand staan.
Handgeschakelde modus
De geselecteerde modus of versnel‐
ling verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center.
Wordt bij een te lage snelheid een
hogere versnelling geselecteerd of
een lagere versnelling bij een te hoge
snelheid, dan schakelt de auto niet.
Hierdoor kan er een melding verschij‐
nen op het Driver Information Center.
In de handmatige modus wordt er bij
hoge toerentallen niet automatisch
naar een hogere versnelling opge‐
schakeld.
Keuzehendel type A
Toets M indrukken.
De handgeschakelde modus M kan
vanuit stand D in elke rijsituatie en bij
elke snelheid worden geactiveerd.
Trek aan de stuurwielpeddels om
handmatig te schakelen.
Keuzehendel type B
Zet de keuzehendel in de stand M als
de auto stilstaat.
Trek aan de stuurwielpeddels om
handmatig te schakelen.