Druk op MENU om de menupagina te
openen.
Gebruik de pijltjestoetsen voor bedie‐
ning van het display:
Selecteer Configuratie Persoonlijke
instellingen I OK.
Eenheidsinstellingen
Kies Configuratie display I OK.
Kies Selectie eenheden I OK.
Kies de gewenste instellingen I OK.
Taalinstellingen
Kies Configuratie display I OK.
Kies Taalkeuze I OK.
Kies de gewenste taal I OK.
Voertuiginstellingen
Kies Autoparameters definiëren I
OK.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Verlichting
Follow-Me-Home-verlichting:
Activeert of deactiveert de functie
en past de duur aan.
Instrumenten en bedieningsorganen
Welkomstverlichting: Activeert of
deactiveert de functie en past de
duur aan.
Meesturende koplampen: Acti‐
veert of deactiveert de functie.
● Comfort
Sfeerverlichting: Past de helder‐
heid van de sfeerverlichting aan.
Achterruitwisser bij
achteruitversnelling: Activeert of
deactiveert automatische inscha‐
keling achterruitwisser bij inscha‐
kelen achteruitversnelling.
● Auto
Alleen bagageruimte
ontgrendelen: Activering/deacti‐
vering.
Alleen bestuurdersportier
ontgrendelen: Bestuurderspor‐
tier / alle portieren.
● Beveiliging
Vermoeidheidsdetectie: Acti‐
veert of deactiveert de vermoei‐
dheidsdetectie.
● Bestuurdersondersteuning
Snelheidsadvisering: Activeert of
deactiveert de functie.
Multimedia
Druk op : om het menu Instellingen
te openen.
Eenheidsinstellingen
Selecteer Systeemconfiguratie.
Verander de eenheden voor Afstand
en verbruik en Temperatuur.
Taalinstellingen
Selecteer Taal.
Wijzig de taal door de optie van uw
keuze aan te raken.
Snelkoppelingen
_ indrukken.
117