140
Infotainmentsysteem
Het navigatiemenu doet dienst als
centraal toegangspunt voor het
volgende:
● Adressen zoeken en invoeren
● Ritten met viapunten invoeren
● Criteria voor routebegeleiding
invoeren
● Routebegeleiding annuleren en
hervatten
Navigatie 3 154.
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn
gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 167.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
druk dan op a om het hoofdmenu
voor de telefoonfunctie weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 167.
Netwerk en verbonden services
Druk op d en selecteer vervolgens
OPTIES om naar de instellingen voor
Bluetooth, het netwerk en verbonden
services te gaan.
Raak om de auto met een Wi-Fi-
netwerk te verbinden y aan. Er
verschijnt een lijst met alle beschik‐
bare Wi-Fi-netwerken.
U kunt de Wi-Fi-verbinding ook delen
voor andere apparaten.
Ga om de status van de services en
de verbinding te actualiseren naar het
menu voor verbonden services z en
raak R aan.
Controleer om de verbonden services
te gebruiken of het delen van gege‐
vens en de positie van de auto zijn
ingeschakeld in het privacymenu op
de Systeemparam..
Apps
Maak verbinding met uw smartphone
op het display voor het Infotainment‐
systeem om specifieke apps van uw
smartphone weer te geven.