schoon te houden. Voor de achter‐
uitkijkcamera is er een sproeikop
die gaat werken wanneer de
achterruitsproeier werkt.
Spoel bij handmatig reinigen van
de lenzen van de camera's de
lenzen met water en veeg deze
met een zachte doek af.
Reinig de lenzen niet met een
stoomcleaner of hogedrukreini‐
ger.
De achteruitkijkcamera werkt moge‐
lijkerwijs niet goed:
● de omgeving donker is
● de zon of de straal van koplam‐
pen rechtstreeks op de lenzen
van de camera valt
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● cameralenzen zijn bedekt met
sneeuw, ijs, sneeuwbrij, modder,
vuil. Reinig de lens, spoel deze
met water en veeg deze met een
zachte doek af
● de auto een aanrijding aan de
achterzijde heeft gehad
● extreme temperatuurwisselingen
Verkeersbordherkenning
9 Waarschuwing
Het werkelijke verkeersbord heeft
altijd prioriteit boven het verkeers‐
bord dat op het Driver Information
Center verschijnt.
Maximumsnelheid
Met behulp van een camera boven
aan de voorruit detecteert en leest dit
systeem de maximumsnelheid en de
borden einde maximumsnelheid. Het
systeem houdt ook rekening met
maximumsnelheden in de navigatie‐
kaartgegevens.
Als het systeem is geactiveerd, maar
geen bord met een maximumsnelheid
waarneemt, verschijnt het volgende
teken:
Rijden en bediening
Dit systeem is te activeren of te deac‐
tiveren in de Persoonlijke instellingen
3 116.
Snelheidsbegrenzer 3 261.
Cruisecontrol 3 257.
Semi-adaptieve cruise control 3 264
Andere verkeersborden
Het systeem herkent verkeersborden
en toont deze op het Driver Informa‐
tion Center.
Dit systeem is te activeren of te deac‐
tiveren in de Persoonlijke instellingen
3 116.
285