Systeem uitschakelen
Draai de knop naar 0 om het systeem
uit te schakelen. Het symbool 5 en
een bericht verschijnen op het Driver
Information Center.
Het uitschakelen van het contact wist
de opgeslagen snelheidsinstelling.
Aandacht van de bestuurder
● Gebruik de semi-adaptieve
cruise control met beleid in boch‐
ten of op heuvelachtige wegen,
het systeem kan contact met de
voorligger verliezen en heeft tijd
nodig om deze opnieuw te detec‐
teren.
● Gebruik het systeem niet op
gladde wegen omdat het snelle
veranderingen in de tractie (door‐
slaan) van de banden kan
veroorzaken, waardoor u de
macht over het stuur kunt verlie‐
zen.
● Gebruik het systeem niet
wanneer u met het reservewiel
rijdt.
Systeembeperkingen
9 Waarschuwing
De automatische remkracht van
het systeem volstaat niet voor
krachtig remmen en de remwer‐
king is mogelijk onvoldoende om
een botsing te vermijden.
● Het regelbereik is beperkt tot een
maximale afwijking van 30 km/u
tussen de ingestelde snelheid en
de snelheid van de voorligger.
● Na aan plotselinge rijstrookwis‐
sel, heeft het systeem enige tijd
nodig om de volgende voorligger
te detecteren. Als er dus een
Rijden en bediening
nieuwe voorligger wordt gecon‐
stateerd, kan het systeem de
snelheid verhogen in plaats van
te remmen.
● De semi-adaptieve cruise control
negeert tegenliggers.
● De semi-adaptieve cruise control
houdt voor het remmen en
wegrijden geen rekening met
voetgangers en dieren.
● De semi-adaptieve cruise control
houdt alleen bij een lage snelheid
rekening met gestopte voertui‐
gen.
● Gebruik de semi-adaptieve
cruise control niet bij het trekken
van een aanhanger.
● Gebruik de semi-adaptieve
cruise control niet op wegen met
een hellingspercentage van
meer dan 10%.
269