Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Opel Vivaro 2014 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Vivaro 2014:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPEL Vivaro
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Opel Vivaro 2014

  • Pagina 1 OPEL Vivaro Gebruikershandleiding...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ......... 2 Kort en bondig ....... 6 Sleutels, portieren en ruiten ..21 Stoelen, veiligheidssystemen ..43 Opbergen ........68 Instrumenten en bedieningsorganen ...... 75 Verlichting ........95 Klimaatregeling ......101 Rijden en bediening ....113 Verzorging van de auto ....137 Service en onderhoud ....
  • Pagina 4: Inleiding

    Inleiding Inleiding...
  • Pagina 5 Opel Service Partner aan. u de informatie die u zoekt kunt vin‐ Deze informatie is beschikbaar in de den. Elke Opel Service Partner biedt u eer‐ kopjes "Service en onderhoud" en steklas service tegen redelijke prij‐ ■ Met behulp van het trefwoordenre‐...
  • Pagina 6 Het niet naleven "zie pagina". van deze richtlijnen kan levensge‐ We wensen u vele uren autorijplezier. vaar inhouden. Adam Opel AG 9 Waarschuwing Teksten met de vermelding 9 Waarschuwing wijzen op een mogelijk gevaar voor ongelukken of verwondingen. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot ver‐...
  • Pagina 7 Inleiding...
  • Pagina 8: Kort En Bondig

    Kort en bondig Kort en bondig Auto ontgrendelen Handzender 3 21, Centrale ver‐ grendeling 3 25, Bagageruimte Ontgrendelen met handzender 3 33, Ontgrendelen met fysieke sleutel 3 25. Basisinformatie Toets c indrukken om de bestuur‐ dersdeur te ontgrendelen. Nogmaals indrukken om auto volledig te ont‐ grendelen.
  • Pagina 9 Kort en bondig Stoelverstelling Ontgrendelen met elektronische Rugleuning voorstoelen sleutel Zitpositie Aan hendel trekken, hellingshoek in‐ stellen en hendel loslaten. Rugleu‐ Druk met de elektronische sleutel bin‐ ning laten vastklikken. Bij het verstel‐ Aan handgreep trekken, stoel ver‐ nen bereik van de detectiezone (on‐ len de rugleuning niet belasten.
  • Pagina 10: Hoofdsteunverstelling

    Kort en bondig Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordel Zithoogte Pompbeweging van de hendel: Ontgrendelingsknop indrukken, Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐ hoogte instellen, vastklikken. delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ omhoog = stoel omhoog del mag niet gedraaid zitten en moet omlaag = stoel omlaag Hoofdsteunen 3 43. strak tegen het lichaam aanliggen.
  • Pagina 11: Spiegelverstelling

    Kort en bondig Spiegelverstelling Buitenspiegels Elektrisch verstelbare buitenspiegels Handmatig verstellen Binnenspiegel Desbetreffende buitenspiegel selec‐ teren en verstellen. Spiegel in gewenste richting draaien. Bolle buitenspiegels 3 38, Elektri‐ Om verblinding te verminderen, de De onderste spiegels zijn niet te ver‐ sche verstelling 3 39, Inklapbare hendel aan de onderkant van de spie‐...
  • Pagina 12 Kort en bondig Stuurwiel instellen Hendel omlaag bewegen, stuurwiel instellen, hendel omhoog bewegen en goed vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len. Airbags 3 54, contactslotstanden 3 114.
  • Pagina 13 Kort en bondig Overzicht instrumentenpaneel...
  • Pagina 14 Kort en bondig Zijdelingse luchtroosters ..110 Kaartlezer voor 18 Verwarming en ventilatie ..101 elektronisch Asbak ........79 Elektronische sleutelsysteem ...... 23 klimaatregeling (ECC) ..103 Bekerhouder ......69 Stuurkolomknoppen ....76 19 Asbak ........79 Lichtschakelaar ....95 Middelste luchtroosters ..
  • Pagina 15 Kort en bondig Rijverlichting 31 Ontgrendelingshandgreep motorkap ......138 32 Zekeringenkast ....151 33 Park pilot met ultrasoonsensoren ..... 130 Elektronisch stabiliteits‐ programma (ESP) ....125 Traction Control-systeem ..124 Instellen koplampreikwijdte . . 96 Verlichtingsbediening in‐ Auto's met automatische verlichting: strumentenpaneel ....
  • Pagina 16: Mistlampen En Mistachterlicht

    Kort en bondig Mistlampen en mistachterlicht Lichtsignaal, grootlicht en Richtingaanwijzers dimlicht Draai binnenste schakelaar hendel = rechter richtingaanwij‐ omhoog zersignaal Lichtsignaal = Hendel naar u toe > = Mistlampen hendel = linker richtingaanwij‐ trekken r = Mistachterlicht omlaag zersignaal Grootlicht = Hendel van u af du‐...
  • Pagina 17: Alarmknipperlichten

    Kort en bondig Claxon Wis-/wasinstallatie Alarmknipperlichten Voorruitwissers Bediening met toets ¨. j indrukken. Alarmknipperlichten 3 97. = uit K = intervalwissen of automatisch wissen met regensensor = langzaam = snel Voorruitwissers 3 76, wisserbladen vervangen 3 145.
  • Pagina 18 Kort en bondig Klimaatregeling Voorruit- en koplampsproeiers Achterruitwisser en achterruitsproeier Verwarmbare achterruit, verwarmbare buitenspiegels Hendel naar u toe trekken. Aan hendel draaien: Voorruitsproeiers en koplampsproei‐ ers 3 76, sproeiervloeistof 3 142. 7 = uit Ü-knop indrukken om verwarming in e = wisser te schakelen.
  • Pagina 19 Kort en bondig Versnellingsbak Ruiten ontwasemen en Handgeschakelde versnellingsbak 3 122. ontdooien Handgeschakelde versnellingsbak ■ Luchtverdeling op V. ■ Draaiknop voor temperatuur in Achteruit: vanuit stilstand hoogste stand zetten. 3 seconden na het bedienen van het ■ Ventilatorsnelheid op hoogste koppelingspedaal de ring op de scha‐...
  • Pagina 20: Voordat U Wegrijdt

    Kort en bondig Voordat u wegrijdt Motor starten met sleutel Motor starten 3 116. Voor het wegrijden controleren ■ Bandenspanning en -staat 3 156, 3 187. ■ Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 139. ■ Ruiten, spiegels, buitenverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en gebruiksklaar.
  • Pagina 21 Kort en bondig Parkeren Motor starten met Aan/Uit-knop Stop-startsysteem ■ Handrem altijd zonder indrukken van de ontgrendelingsknop stevig aantrekken. Op een aflopende of oplopende helling zo stevig moge‐ lijk aantrekken. Trap tegelijkertijd de rem in om de bedieningskracht te verminderen. ■...
  • Pagina 22 Kort en bondig Activeer het alarmsysteem 3 36. ■ De auto niet op een licht ontvlam‐ bare ondergrond parkeren. De on‐ dergrond kan door de hoge tempe‐ ratuur van het uitlaatgassysteem mogelijk vlam vatten. ■ Sluit de ruiten. ■ Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in werking treden 3 138.
  • Pagina 23: Sleutels, Portieren En Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren en Sleutels, sloten Handzender ruiten Sleutels Reservesleutels Het sleutelnummer staat op de sleutel Sleutels, sloten ......21 of op een afneembaar label. Portieren ........32 Bij het bestellen van reservesleutels Antidiefstalbeveiliging ....34 moet het sleutelnummer worden ver‐ Buitenspiegels ......
  • Pagina 24: Batterij Van De Handzender Vervangen

    Sleutels, portieren en ruiten Afstandsbediening met zorg behan‐ handzender, waardoor de stroom‐ Handzender met 2 toetsen en delen, vochtvrij houden, beschermen voorziening voor korte tijd wordt on‐ 3 toetsen tegen hoge temperaturen en onnodig derbroken gebruik vermijden. ■ Storing door radiogolven afkomstig Afhankelijk van het model werkt de van externe zenders met een hoog auto met een handzender met...
  • Pagina 25: Elektronisch Sleutelsysteem

    Sleutels, portieren en ruiten Elektronische sleutel synchroniseren Druk vier keer op een toets op de elektronische sleutel binnen bereik van de detectiezone (ongeveer één meter) van de voordeuren of de bagageruimte. De elektronische sleu‐ tel wordt gesynchroniseerd wanneer het contact wordt aangezet. Elektronisch sleutelsysteem Batterij (type CR 2016) vervangen,...
  • Pagina 26 Sleutels, portieren en ruiten Voor een handenvrije bediening van Let op Storing de volgende functies: Leg de elektronische sleutel onder‐ Als de centrale vergrendeling niet kan weg niet in de bagageruimte, aan‐ worden bediend of als de motor niet ■ Centrale vergrendeling 3 25 gezien deze buiten de detectiezone kan worden gestart, kan dit de vol‐...
  • Pagina 27: Portiersloten

    Sleutels, portieren en ruiten Portiersloten Fysieke noodsleutel De diefstalvergrendeling blijft zelfs na het ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening ingeschakeld. De Diefstalvergrendeling deur van alleen van binnen of met de fysieke sleutel worden geopend. Schakel deze uit door de schakelaar in de ontgrendelde stand te zetten.
  • Pagina 28: Werking Van Afstandsbediening

    Sleutels, portieren en ruiten Portieren en bagageruimte sluiten. Bij deuren en de bagageruimte te ont‐ - of - een niet goed gesloten deur werkt de grendelen. ■ Druk één keer op de toets c om alle centrale vergrendeling niet. - of - deuren en de bagageruimte te ont‐...
  • Pagina 29 Sleutels, portieren en ruiten Vergrendelen met handzender met Bagageruimte vergrendelen en Bagageruimte vergrendelen en drie toetsen ontgrendelen met handzender met ontgrendelen met handzender met 2 toetsen 3 toetsen Toets e indrukken: Alle deuren en de Druk afhankelijk van de configuratie Druk op de toets G om de bagage‐...
  • Pagina 30 Sleutels, portieren en ruiten Let op Ontgrendelen met elektronische Ontgrendelen met toetsen op de Er zit geen knop voor handenvrije sleutel - handenvrije bediening elektronische sleutel bediening in de buitenkruk van de zijschuifdeur. Er mag geen elektronische sleutel in de auto blijven liggen en niet nog een extra elektronische sleutel in de de‐...
  • Pagina 31 Sleutels, portieren en ruiten Handenvrije bediening wordt automa‐ Bagageruimte vergrendelen en Bagageruimte vergrendelen en tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐ ontgrendelen met elektronische ontgrendelen met toetsen op de sen op de elektronische sleutel zijn sleutel - handenvrije bediening elektronische sleutel gebruikt. Start de motor om de han‐ Druk op de toets op de buitenkruk om denvrije bediening weer te activeren.
  • Pagina 32: Centrale Vergrendelingstoets

    Sleutels, portieren en ruiten Bediening met fysieke sleutel den. Bij het sluiten van de achterdeu‐ ren/achterklep worden ze automa‐ tisch vergrendeld. Automatisch vergrendelen 3 31. Handenvrije bediening wordt automa‐ tisch gedeactiveerd wanneer de cen‐ trale vergrendelingstoets e wordt in‐ gedrukt. Start de motor om de han‐ denvrije bediening weer te activeren.
  • Pagina 33: Automatisch Vergrendelen

    Sleutels, portieren en ruiten Automatisch vergrendelen Kindersloten worden geopend. Kinderslot in de ontgrendelde stand draaien om het te deactiveren. Automatisch vergrendelen na wegrijden U kunt deze beveiligingsfunctie zoda‐ nig configureren dat de deuren en de bagageruimte automatisch worden vergrendeld zodra de auto begint te rijden.
  • Pagina 34 Sleutels, portieren en ruiten Portieren 9 Waarschuwing Schuifdeur Wees voorzichtig wanneer u de zijschuifdeur bedient. Kans op let‐ sel. Zorg ervoor dat er niets beklemd raakt tijdens de bediening en dat er niemand in de bewegingszone staat. Bij parkeren op een helling kunnen geopende schuifdeuren door hun eigen gewicht ongewild bewegen.
  • Pagina 35 Sleutels, portieren en ruiten Bij het sluiten van de deuren bevestigt Schakel de vergrendeling uit door de u elke deurvanger op de pal op het handgreep linksom te draaien, om de deurframe. deur te kunnen openen. Altijd eerst de rechter deur sluiten en Bagageruimte daarna de linker deur.
  • Pagina 36: Algemene Tips Voor De Achterklepbediening

    Sleutels, portieren en ruiten Antidiefstalbeveiliging Let op Voorzichtig Bij zeer strenge vorst bieden de hy‐ draulische veren mogelijk minder Vergrendelingssysteem Voor voldoende ruimte (min. ondersteuning bij het openen van de 2,15 m) boven en achter de auto achterklep. 9 Waarschuwing zorgen, wanneer de achterklep Centrale vergrendeling 3 25.
  • Pagina 37 Sleutels, portieren en ruiten Bediening met handzender met Uitschakelen Ontgrendel de deuren door de toets 2 toetsen en 3 toetsen c op de handzender in te drukken of De werking wordt bevestigd door de door de fysieke sleutel in het slot van alarmknipperlichten.
  • Pagina 38: Inschakelen

    Sleutels, portieren en ruiten Druk de toets op de elektronische ■ Hellingshoek van de auto, bijv. bij Handzender met 2 toetsen en sleutel e tweemaal in. het wegslepen 3 toetsen ■ Ontsteking Uitschakelen ■ Onderbreking van voeding alarmsi‐ Ontgrendel de deuren door op de rene knop op een van de buitenkrukken te drukken of druk op de toets op de...
  • Pagina 39: Uitschakelen

    Sleutels, portieren en ruiten Toets op de elektronische sleutel e Inschakelen zonder bewaking indrukken om het diefstalalarmsys‐ van passagiersruimte teem te activeren. Schakel de bewaking van de passa‐ Elektronisch sleutelsysteem 3 23. giersruimte uit, bijv. wanneer er die‐ ren in de auto verblijven of als de ti‐ Uitschakelen mer of de afstandsbediening is inge‐...
  • Pagina 40: Startbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Buitenspiegels Om een alarmsirene uit te zetten (in‐ Let op dien geactiveerd) en hiertoe het dief‐ De startbeveiliging vergrendelt de stalalarmsysteem uit te schakelen, de portieren niet. Vergrendel daarom Bolle vorm accu opnieuw aansluiten en de auto steeds na het verlaten van de auto De bolle buitenspiegel bevat een as‐...
  • Pagina 41: Elektrische Verstelling

    Sleutels, portieren en ruiten Inklapbare spiegels Verwarmde spiegels De onderste spiegels zijn niet te ver‐ stellen. Elektrische verstelling Voor de veiligheid van voetgangers Om in te schakelen toets Ü indruk‐ klappen de buitenspiegels bij aansto‐ ken. De activering wordt aangeduid ten vanaf een bepaalde kracht weg uit door de LED in de toets.
  • Pagina 42: Automatische Dimfunctie

    Sleutels, portieren en ruiten Binnenspiegel Ruiten Automatische dimfunctie Handmatige dimfunctie Voorruit Warmtereflecterende voorruit De warmtereflecterende voorruit heeft een coating die zonnestralen weerkaatst. Ook kunnen gegevens‐ signalen, bijv. van tolstations, worden weerkaatst. Verblinding 's nachts door achterop‐ komend verkeer wordt automatisch verminderd.
  • Pagina 43: Elektrisch Bediende Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten van elektronische gegevens en beta‐ Bij een stroeve werking door ijsvor‐ ling van gelden moeten op deze plek‐ ming e.d. meermaals aan de schake‐ ken worden bevestigd. Anders is het laar trekken totdat de ruit in stappen mogelijk dat gegevens over ongeval‐...
  • Pagina 44: Achterste Zijruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Achterste zijruiten Achterruitverwarming Zonnekleppen zijn aan de achterkant voorzien van een make-up spiegel en een tickethouder. Schuiframen zijkant Afhankelijk van de auto kan de zon‐ neklep van de passagier voorin een grote spiegel hebben voor een min‐ der grote blinde hoek voor de be‐...
  • Pagina 45: Stoelen, Veiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Stoelen, Hoofdsteunen ten (bij zeer kleine personen de hoofdsteun juist in de laagste stand veiligheidssystemen zetten). Stand Instellen 9 Waarschuwing Hoofdsteunen ......43 Voorstoelen ........44 Alleen met correct ingestelde hoofdsteunen rijden. Achterbank ........47 Veiligheidsgordels ....... 50 Airbagsysteem ......
  • Pagina 46: Voorstoelen

    Stoelen, veiligheidssystemen Voorstoelen Kantel eerst de rugleuning naar voren ■ Met schouders zo ver mogelijk te‐ en trek dan de hoofdsteun helemaal gen de rugleuning zitten. De hoek omhoog. Druk op de ontgrendelings‐ van de rugleuning zo instellen dat u Stoelpositie knop en trek de hoofdsteun omhoog het stuurwiel met licht gebogen ar‐...
  • Pagina 47 Stoelen, veiligheidssystemen Stoelverstelling Zitpositie Rugleuning voorstoelen 9 Gevaar Altijd op minstens 25 cm afstand van het stuurwiel zitten zodat de airbag veilig in werking kan treden. 9 Waarschuwing Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐ stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen. Aan handgreep trekken, stoel ver‐...
  • Pagina 48 Stoelen, veiligheidssystemen Armsteun Zithoogte Lendensteun Pompbeweging van de hendel: Lendensteun met draaiknop naar Armsteun naar wens afstellen. wens afstellen. omhoog = stoel omhoog omlaag = stoel omlaag Aan draaiknop draaien voor meer of minder lendensteun.
  • Pagina 49: Verwarming

    Stoelen, veiligheidssystemen Achterbank Verwarming Zitplaatsen achterin 9 Waarschuwing Als de achterbank of rugleuningen wordt/worden versteld of inge‐ klapt, handen en voeten uit het be‐ wegingsgebied houden. Nooit onder het rijden de stoelen verstellen, omdat dit oncontroleer‐ Zorg er bij het opklappen of verwijde‐ bare bewegingen kan veroorza‐...
  • Pagina 50: Opklapbare Achterbank

    Stoelen, veiligheidssystemen Achterinstap Opklapbare achterbank Verwijder zo nodig de hoofdsteunen 3 43. Bij sommige modellen kan de laad‐ ruimte vergroot worden door de ach‐ terbank op te klappen. 9 Waarschuwing Bij het opklappen van de bank voorzichtig zijn – oppassen voor bewegende delen.
  • Pagina 51 Stoelen, veiligheidssystemen zorg dat de steunpoten achter goed komen te staan en vastklikken. Zet de rugleuning omhoog en plaats zo no‐ dig de hoofdsteunen weer. Verwijderbare achterbank Bij sommige modellen kan de laad‐ ruimte vergroot worden door de ach‐ terbank te verwijderen. Stoel als geheel optillen en naar vo‐...
  • Pagina 52: Veiligheidsgordels

    Stoelen, veiligheidssystemen Veiligheidsgordels 9 Waarschuwing 9 Waarschuwing Uitneembare stoelen zijn zwaar! Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐ Niet zonder hulp proberen te de‐ doen. monteren. Inzittenden die geen gebruik ma‐ Bij het monteren ervoor zorgen dat ken van de veiligheidsgordel bren‐ de stoelen goed op de veranke‐...
  • Pagina 53: Gordelkrachtbegrenzers

    Stoelen, veiligheidssystemen Driepuntsgordel Let op Geactiveerde gordelspanners zijn te Zorg dat de veiligheidsgordels niet herkennen aan de continu brandende door schoenen of voorwerpen met controlelamp v 3 85. Vastmaken scherpe randen beschadigd raken Geactiveerde gordelspanners door klem komen te zitten. Oprolautoma‐ een werkplaats laten vervangen.
  • Pagina 54: Hoogteverstelling

    Stoelen, veiligheidssystemen Hoogteverstelling 9 Waarschuwing Pas de positie niet aan tijdens het rijden. Demonteren Loszittende kleding belemmert het strak trekken van de gordel. Geen Verstelling in de gewenste stand om‐ voorwerpen zoals handtassen of mo‐ hoog- of omlaagschuiven: biele telefoons tussen de gordel en ■...
  • Pagina 55: Veiligheidsgordels Van Achterbank

    Stoelen, veiligheidssystemen Veiligheidsgordels van knop op de linkergesp en verwijder de Gebruik van de onderste slotplaat. De veiligheidsgor‐ achterbank veiligheidsgordel tijdens de del wordt automatisch opgerold. zwangerschap Tweepuntsveiligheidsgordel 9 Waarschuwing De veiligheidsgordel werkt bij een ongeval niet als de onderste slot‐ plaat niet goed aangebracht is.
  • Pagina 56: Kinderveiligheidssystemen Op De Passagiersstoel Met Airbagsystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Airbagsysteem Elke airbag treedt slechts eenmaal in werking. Geactiveerde airbags onmiddellijk laten vervangen door Het airbagsysteem bestaat uit meer‐ een werkplaats. Ook moeten even‐ dere afzonderlijke systemen afhanke‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐ lijk van de omvang van de uitrusting. tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐...
  • Pagina 57 Stoelen, veiligheidssystemen peine d'infliger des BLESSURES DA: Brug ALDRIG en bagudvendt au‐ IT: Non usare mai un sistema di sicu‐ GRAVES, voire MORTELLES à l'EN‐ tostol på et forsæde med AKTIV AIR‐ rezza per bambini rivolto all'indietro FANT. BAG, BARNET kan komme i LIVS‐ su un sedile protetto da AIRBAG AT‐...
  • Pagina 58 Stoelen, veiligheidssystemen UK: НІКОЛИ не використовуйте SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni CS: NIKDY nepoužívejte dětský систему безпеки для дітей, що sistem za decu u kome su deca okre‐ zádržný systém instalovaný proti встановлюється обличчям назад, nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM směru jízdy na sedadle, které...
  • Pagina 59: Frontaal Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen Frontaal airbagsysteem ET: ÄRGE kasutage tahapoole suu‐ Lichaamsdelen of voorwerpen uit natud lapseturvaistet istmel, mille ees het werkingsgebied van de airbag Het frontairbagsysteem bestaan uit on AKTIIVSE TURVAPADJAGA kait‐ houden. een airbag in het stuurwiel en een air‐ stud iste, sest see võib põhjustada bag in het instrumentenpaneel aan de Veiligheidsgordel correct omleg‐...
  • Pagina 60: Airbag Deactiveren

    Stoelen, veiligheidssystemen Het zijairbagsysteem treedt in wer‐ Let op De opgeblazen airbags vangen de king bij een voldoende krachtige aan‐ Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐ schok op waardoor het gevaar voor rijding. Het contact moet ingescha‐ zen gebruiken die voor de auto zijn letsel aan het hoofd bij een zijdelingse keld zijn.
  • Pagina 61 Stoelen, veiligheidssystemen Druk de schakelaar in en draai deze om de positie te kiezen: *UIT = passagiersairbagsys‐ teem is gedeactiveerd en gaat niet af bij een aanrij‐ ding. Controlelamp *UIT brandt ononderbro‐ ken in de dakconsole 3 82, 3 85 en er ver‐ schijnt een bijbehorend bericht op het Driver In‐...
  • Pagina 62 *UIT niet brandt, gaat tabel 3 62. het passagiersairbagsysteem bij een Wij bevelen het Opel kinderveilig‐ aanrijding af. Airbag deactiveren 3 58. heidssysteem aan dat specifiek voor Als beide controlelampen VAAN en Airbaglabel 3 54.
  • Pagina 63 Stoelen, veiligheidssystemen Het kinderveiligheidssysteem moet op de correcte positie in de auto wor‐ den gemonteerd, zie de onder‐ staande tabellen. Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen. Wanneer het kinderveiligheidssys‐ teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐ zetten met een veiligheidsgordel of verwijderen.
  • Pagina 64: Inbouwposities Kinderveiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Inbouwposities kinderveiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem Voorstoelen - bestelauto Enkele passagiersstoel Dubbele passagiersstoel gedeactiveerd of zonder airbag gedeactiveerd Gewichts- of leeftijdsgroep geactiveerde airbag of zonder airbag geactiveerde airbag midden buitenste zitplaats Groep 0: tot 10 kg of ca.
  • Pagina 65 Stoelen, veiligheidssystemen Voorstoelen - combi, bus, bestelauto met passagierscabine Enkele passagiersstoel Dubbele passagiersstoel gedeactiveerd of zonder airbag gedeactiveerd Gewichts- of leeftijdsgroep geactiveerde airbag of zonder airbag geactiveerde airbag midden buitenste zitplaats Groep 0: tot 10 kg of ca. 10 maanden Groep 0+: tot 13 kg of ca.
  • Pagina 66 Stoelen, veiligheidssystemen Zitplaatsen achterin - combi, bus, bestelauto met passagierscabine Gewichts- of leeftijdsgroep Zitplaatsen op 2e rij Bank op 3e zitrij Groep 0: tot 10 kg of ca. 10 maanden Groep 0+: tot 13 kg of ca. 2 jaar Groep I: 9 tot 18 kg of ca.
  • Pagina 67 Stoelen, veiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem Gewichtsklasse Maat Bevestiging Voorstoelen Zitplaatsen op 2e rij Bank op 3e zitrij klasse Midden Buitenste zitplaats auto's met enkele auto's met dubbele passagiersstoel passagiersstoel Groep 0: tot 10 kg ISO/R1 of ca.
  • Pagina 68: Isofix-Maatklasse En Zitgelegenheid

    Stoelen, veiligheidssystemen = Schuif zo nodig de verstelbare voorstoel naar voren om een kinderveiligheidssysteem op deze zitplaatsen te instal‐ leren. Wellicht is er bij auto's met vaste voorstoelen onvoldoende ruimte voor het installeren van een kinderveilig‐ heidssysteem. = Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Verwijder de hoofdsteun 3 43 voordat u het kinderveiligheidssysteem installeert.
  • Pagina 69 Stoelen, veiligheidssystemen ISOFIX- Toegestane montageplaatsen voor ogen. Daarbij moet de bijbehorende ISOFIX -kinderveiligheidssystemen gordel tussen de glijstangen van de kinderveiligheidssystemen worden in de tabellen gemarkeerd hoofdsteun lopen. met <, IL en IUF. ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in Top-Tether- de tabel aangeduid met IUF.
  • Pagina 70: Opbergen

    Opbergen Opbergen Opbergruimten Handschoenenkastje Opbergvakken Opbergruimten ......68 9 Waarschuwing Bagageruimte ......70 Berg geen zware of scherpe ob‐ Dakdragersysteem ....... 73 jecten in de opbergruimten op. An‐ Beladingsinformatie ..... 73 ders kan de klep van de opberg‐ ruimte open gaan en kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslingerende voor‐...
  • Pagina 71: Bekerhouders

    Opbergen Bekerhouders Opbergruimte voor Zet de zwenkbare papierlade weer in de oorspronkelijke stand voordat u de Kledinghaken bevinden zich op het rugleuning omhoog zet. cabineschutbord en op de handgre‐ pen in de hemelbekleding. Opbergvak onder De voorportiervakken bevatten fles‐ passagiersstoel senhouders.
  • Pagina 72: Opbergruimte Plafond

    Opbergen Bagageruimte Opbergruimte plafond Bagageruimte-afdekking Hoedenplank achter De hoedenplank achter kan uit twee gedeelten bestaan - een linker ge‐ deelte en een rechter gedeelte. Het rechter gedeelte kan op het linker ge‐ deelte worden gekapt, voor meer fle‐ xibiliteit in de bagageruimte. Het toelaatbare laadvermogen is Voor het opslaan van lange voorwer‐...
  • Pagina 73 Opbergen Plaatsen ■ verankeringspunt in de gewenste positie schuiven, recht boven een Breng de hoedenplank weer aan door passend vergrendelingsgat, deze aan beide zijden in de houders te drukken. ■ middelste pen van het veranke‐ ringspunt losmaken en ervoor zor‐ Rails en haken gen dat de pen in positie zit en dat het verankeringspunt goed ver‐...
  • Pagina 74 Opbergen Sjorogen Het is niet toegestaan om personen achter het veiligheidsnet te vervoe‐ ren. Plaatsen Bevestig de banden aan de sjorogen of ringen achter de bank en span de In de laadruimte zitten sjorogen om banden. de lading met bevestigingsbanden of Demonteren een bagagenet op de vloer niet te la‐...
  • Pagina 75: Verbanddoos

    Opbergen Dakdragersysteem Beladingsinformatie Verbanddoos De verbanddoos kan worden opge‐ Dakdrager ■ Zware voorwerpen zo ver mogelijk borgen in de ruimte onder de stoelen. vooraan en gelijkmatig verdeeld in Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ Opbergvak onder passagiersstoel de laadruimte plaatsen. Bij stapel‐ ding van dakschade wordt geadvi‐...
  • Pagina 76 Opbergen ■ Niet met een geopende achterklep Extra uitrusting en accessoires ver‐ rijden. Bovendien is de kenteken‐ hogen het leeggewicht. plaat alleen goed zichtbaar en ver‐ ■ Rijden met daklading verhoogt de licht met gesloten deuren. zijwindgevoeligheid van de auto en verslechtert het rijgedrag door het 9 Waarschuwing hogere zwaartepunt.
  • Pagina 77: Instrumenten En Bedieningsorganen

    Instrumenten en bedieningsorganen Instrumenten en Bedieningsorganen Stuurbedieningsknoppen bedieningsorganen Stuurwielverstelling Bedieningsorganen ...... 75 Waarschuwingslampen, meters en controlelampen ....... 80 Informatiedisplays ......90 Boordinformatie ......91 Tripcomputer ........ 92 Tachograaf ........94 De cruisecontrol en de snelheidsbe‐ grenzer werken via de toetsen op het stuurwiel.
  • Pagina 78: Wis-/Wasinstallatie Voorruit

    Instrumenten en bedieningsorganen Claxon Wis-/wasinstallatie voorruit Instelbaar wisinterval Voorruitwissers Wisserhendel in stand P. j indrukken. Draai aan het stelwiel om het gewen‐ De claxon klinkt ongeachte de stand = uit ste wisinterval in te stellen: van de contactschakelaar. K = intervalwissen of automatisch kort = stelwiel omhoog‐...
  • Pagina 79: Voorruitsproeiers

    Instrumenten en bedieningsorganen Wis-/wasinstallatie De regensensor registreert de hoe‐ Voorruitsproeiers veelheid neerslag op de voorruit en achterruit stuurt automatisch de wissnelheid van de voorruitwisser aan. Na het uitschakelen van het contact moet automatisch wissen steeds op‐ nieuw worden geselecteerd. Instelbare gevoeligheid regensensor Aan stelwiel draaien om de gevoelig‐...
  • Pagina 80: Bestuurdersinformatiecentrum

    Instrumenten en bedieningsorganen Buitentemperatuur Klok Bestuurdersinformatiecentrum: Afhankelijk van het specifieke model kan de actuele tijd verschijnen op het centrale informatiedisplay en/of het Driver Information Center. Infodisplay: De klokinstelfunctie weergeven door Een dalende temperatuur wordt on‐ de knop aan het uiteinde van de wis‐ middellijk aangeduid, een stijgende serhendel meerdere malen in te druk‐...
  • Pagina 81: Elektrische Aansluitingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Aansteker ■ Knop meerdere malen indrukken bedragen dan 120 watt. Geen acces‐ om minuten te wijzigen soires aansluiten die stroom leveren, zoals bijv. laadtoestellen of accu's. ■ Wacht ongeveer 5 seconden om de minuten in te stellen. Aangesloten elektrische accessoires moeten wat betreft de elektromagne‐...
  • Pagina 82: Waarschuwingslampen, Meters En Controlelampen

    Instrumenten en bedieningsorganen Waarschuwingslam‐ Verplaatsbare asbak Let op In bepaalde omstandigheden (bijv. pen, meters en op steile aflopende hellingen) kan de controlelampen rijsnelheid de ingestelde grens over‐ schrijden. Snelheidsmeter Kilometerteller Asbak voor gebruik op verschillende plaatsen in de auto. Voor gebruik, deksel openen.
  • Pagina 83 Instrumenten en bedieningsorganen Bij weergegeven dagteller terugzet‐ Tank nooit leegrijden. Voorzichtig ten door de knop aan het uiteinde van Dieselbrandstofsysteem ontluchten de wisserhendel gedurende enkele 3 144. Als de naald in het gele gebied seconden met ingeschakeld contact komt, betekent dit dat het maxi‐ Let op ingedrukt te houden.
  • Pagina 84: Service-Display Terugzetten

    Instrumenten en bedieningsorganen Brandstofverbruikmeter teem. Raadpleeg de handleiding van branden en verschijnt er een bijbeho‐ het Infotainmentsysteem voor nadere rende bericht op het Driver Informa‐ informatie. tion Center. De auto vergt een onderhoudsbeurt. Service-display De hulp van een werkplaats inroepen. Na het inschakelen van het contact, Service-display terugzetten kan de resterende afstand tot aan de...
  • Pagina 85 Instrumenten en bedieningsorganen Bij het inschakelen van de ontsteking lichten de meeste controlelampen korte tijd op bij wijze van functietest. Betekenis kleuren controlelampen: Rood = gevaar, belangrijke her‐ bereik innering Geel = waarschuwing, aanwij‐ zing, storing Groen = inschakelbevestiging Blauw = inschakelbevestiging bereik = inschakelbevestiging...
  • Pagina 86 Instrumenten en bedieningsorganen Controlelampen in de instrumentengroep...
  • Pagina 87: Airbag En Gordelspanners

    Instrumenten en bedieningsorganen Airbag en gordelspanners Controlelampen in de Richtingaanwijzers 3 97. dakconsole v brandt geel. Gordelverklikker Bij het inschakelen van het contact X brandt rood. brandt de controlelamp korte tijd. Brandt de lamp niet of dooft deze tij‐ Als de veiligheidsgordel niet is omge‐ dens het rijden, dan is er sprake van daan, zal controlelamp X knipperen een storing in de gordelspanners of...
  • Pagina 88: Service-Indicatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Laadsysteem *UIT brandt geel. Brandt bij een draaiende motor Storing in het uitlaatgasreinigingssys‐ De passagiersairbag voor is gedeac‐ p brandt rood. teem. De toegestane emissiewaar‐ tiveerd 3 58. Brandt korte tijd als het contact wordt den worden mogelijk overschreden. Als beide controlelampen VAAN en ingeschakeld.
  • Pagina 89: Schakel Motor Uit

    Instrumenten en bedieningsorganen Schakel motor uit Bij een remstoringsmelding op het op het Driver Information Center. On‐ Driver Information Center is er een middellijk de hulp van een werkplaats C brandt rood. storing in het remsysteem. Onmiddel‐ inroepen. Brandt korte tijd als het contact wordt lijk de hulp van een werkplaats inroe‐...
  • Pagina 90: Voorverwarming

    Instrumenten en bedieningsorganen Motoroliedruk Brandt tijdens het rijden De controlelamp moet blauw zijn voordat u verder rijdt. Het systeem is niet beschikbaar. Een I brandt rood. bijbehorend bericht verschijnt ook op Brandt korte tijd als het contact wordt Voorverwarming het Driver Information Center. ingeschakeld.
  • Pagina 91: Grootlicht

    Instrumenten en bedieningsorganen Mistlamp Katalysator 3 121. 9 Waarschuwing Dieselbrandstofsysteem ontluchten > brandt groen. 3 144. Bij uitgeschakelde motor gaat Brandt bij ingeschakelde voorste remmen en sturen aanmerkelijk mistlampen 3 97. Autostop zwaarder. De sleutel niet uitnemen voordat Mistachterlicht D brandt wanneer de motor op Auto‐ de auto helemaal stilstaat, omdat stop staat.
  • Pagina 92: Portier Open

    Instrumenten en bedieningsorganen Informatiedisplays Portier open Infodisplay U brandt rood. Driver Information Center Brandt wanneer een deur niet geheel gesloten is. Het middelste display op het Infotain‐ mentsysteem toont de tijd en informa‐ tie van het Infotainmentsysteem. Afhankelijk van de voertuigconfigura‐ Raadpleeg voor meer informatie de tie, verschijnen de volgende zaken in handleiding van het infotainmentsys‐...
  • Pagina 93: Boordinformatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Boordinformatie Geluidssignalen melding automatisch en blijft F in beeld. De storing wordt daarna opge‐ Een bijbehorend bericht kan ook ver‐ slagen in het on board-systeem. Er verschijnen berichten op het Driver schijnen op het Driver Information Information Center en wellicht brandt Center wanneer er een geluidssig‐...
  • Pagina 94: Tripcomputer

    Instrumenten en bedieningsorganen Tripcomputer Bij het parkeren van de auto en/ ■ Actieradius of het openen van het ■ Afgelegde weg bestuurdersportier: De boordcomputer geeft informatie ■ Gemiddelde snelheid over rijgegevens die voortdurend ge‐ ■ Als de sleutel nog in het contact zit. ■...
  • Pagina 95 Instrumenten en bedieningsorganen De meting kan op ieder gewenst mo‐ Geeft de gemiddelde snelheid sinds Brandstofverbruikcijfer ment opnieuw gestart worden. de laatste reset aan. (ecoScoring) De meting kan op ieder gewenst mo‐ Indien aanwezig, verschijnt er een cij‐ Momentaan verbruik ment opnieuw gestart worden.
  • Pagina 96 Instrumenten en bedieningsorganen Tachograaf De tachograaf is te bedienen zoals aangegeven in de geleverde gebrui‐ kershandleiding. Voorschriften om‐ trent het gebruik aanhouden.
  • Pagina 97: Verlichting

    Verlichting Verlichting Rijverlichting Automatische verlichting Lichtschakelaar Rijverlichting ........ 95 Binnenverlichting ......98 Verlichtingsfuncties ...... 99 AUTO = automatisch dimlicht Bij het activeren van de automatische Draai buitenste schakelaar: verlichting terwijl de motor draait, = Uit schakelt het systeem afhankelijk van = Zijmarkeringslichten het omgevingslicht tussen het dagrij‐...
  • Pagina 98: Koplampverstelling

    Verlichting Koplampverstelling Koplampinstelling in het Dagrijlicht 3 96. buitenland Koplampreikwijdte handmatig Grootlicht Het asymmetrische dimlicht biedt instellen meer zicht op de rand van de weg aan de passagierskant. Stel bij het rijden in landen met links‐ rijdend verkeer de koplampen bij om tegenliggers niet te verblinden.
  • Pagina 99: Richtingaanwijzers

    Verlichting Alarmknipperlichten Richtingaanwijzers Beweeg de hendel voor drie keer knipperen, bijv. bij het wisselen van rijstrook, tot aan de eerste aanslag en laat deze los. Als de hendel voorbij de eerste aan‐ slag wordt gezet, blijft de richtingaan‐ wijzer ingeschakeld. Schakel de rich‐ tingaanwijzer handmatig uit door de hendel in de oorspronkelijke stand te zetten.
  • Pagina 100: Binnenverlichting

    Verlichting Binnenverlichting Binnenverlichting De mistlampen vóór werken alleen wanneer het contact en de koplam‐ pen zijn ingeschakeld. Interieurverlichting voor Regelbare instrumentenverlichting Mistachterlicht Binnenste ring naar r draaien. Het mistachterlicht brandt samen met de mistlampen vóór en werkt alleen wanneer het contact en de koplam‐ pen zijn ingeschakeld.
  • Pagina 101: Bagageruimteverlichting

    Verlichting Verlichtingsfuncties Achterste binnenverlichting Met de tuimelschakelaar in de mid‐ delste stand doet de lamp dienst als De bagageruimteverlichting boven instapverlichting en brandt de lamp bij Instapverlichting kan zodanig worden ingesteld dat het openen van de zij- of achterdeu‐ deze gaat branden bij het openen van ren.
  • Pagina 102: Uitstapverlichting

    Verlichting Druk de toets op de elektronische 3. Bestuurdersdeur openen. sleutel t in. Om uit te schakelen op‐ 4. Richtingaanwijzerhendel naar het nieuw indrukken. stuurwiel toe trekken. Deze handeling kan tot viermaal wor‐ Uitstapverlichting den herhaald tot een maximale duur van 2 minuten.
  • Pagina 103: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregelsystemen De verwarming werkt pas optimaal als de motor de normale bedrijfstem‐ peratuur heeft bereikt. Verwarmings- en ventilatiesysteem Luchtdebiet Klimaatregelsystemen ....101 Luchtdebiet instellen door de ventila‐ Luchtroosters ......110 torknop in de gewenste stand te zet‐ Onderhoud ......... 111 ten.
  • Pagina 104: Airconditioning

    Klimaatregeling ■ Verwarming achterruit Ü inschake‐ Naast het verwarmings- en ventilatie‐ 9 Waarschuwing len. systeem biedt het airconditionings‐ systeem: ■ Zijdelingse luchtroosters openen Als het luchtrecirculatiesysteem is naar wens en op de zijruiten rich‐ AC = koeling ingeschakeld, vermindert de lucht‐ ten.
  • Pagina 105: Ruiten Ontwasemen En Ontdooien

    Klimaatregeling Elektronisch ■ Luchtverdeelschakelaar op M zet‐ De ingestelde temperatuur wordt au‐ ten. tomatisch afgeregeld. In de modus klimaatregelsysteem Automatisch regelen het luchtdebiet ■ Draaiknop voor temperatuur in en de luchtverdeling automatisch de laagste stand zetten. luchtstroom. ■ Ventilatorsnelheid op hoogste Het systeem kan met de hand worden stand zetten.
  • Pagina 106: Handmatige Instellingen

    Klimaatregeling Wanneer u de minimumtemperatuur Handmatige instellingen Automatische modus opnieuw in‐ instelt, zorgt het klimaatregelsysteem schakelen: Toets AUTO indrukken. Bij handmatig wijzigen van een van voor maximale koeling. de volgende instellingen wordt de Koeling AC modus Automatisch gedeactiveerd. Wanneer u de maximumtemperatuur Activeer of deactiveer de koeling met instelt, zorgt het klimaatregelsysteem Luchtdebiet Z...
  • Pagina 107: Verwarming Achterin

    Klimaatregeling Verwarming achterin 9 Waarschuwing Als het luchtrecirculatiesysteem is ingeschakeld, vermindert de lucht‐ verversing. Bij het gebruik zonder koeling neemt de luchtvochtigheid toe waardoor de ruiten van bin‐ nenuit kunnen aandampen. De kwaliteit van de binnenlucht neemt na verloop van tijd af, wat tot ver‐ moeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden.
  • Pagina 108: Aanjagerschakelaar Airconditioning Achterin

    Klimaatregeling Hulpverwarming Aanjagerschakelaar 9 Waarschuwing airconditioning achterin Koelvloeistofverwarming Werk niet met het systeem wan‐ De Eberspächer motor-onafhanke‐ neer u bijtankt, wanneer er stof of lijke, met brandstof aangedreven brandbare dampen aanwezig zijn koelwaterverwarming levert snelle of in gesloten ruimten (v.b. ga‐ verwarming van de koelvloeistof om rage).
  • Pagina 109 Klimaatregeling Regeleenheden = Schakelt de re‐ Handzender geleenheid Activeringsknop De timer of de afstandsbediening zet‐ aan/uit en wij‐ ten het systeem aan en uit en worden zigt de ge‐ gebruikt om specifieke vertrektijden toonde infor‐ te programmeren. matie 2 q Terug-knop = Selecteert Timer functies in de menubalk en...
  • Pagina 110 Klimaatregeling De verwarming kan niet alleen met de Batterijen horen niet in het huisvuil 9 Waarschuwing handzender worden in- of uitgescha‐ thuis. Ze moeten via speciale inza‐ keld, maar ook voor een periode van melpunten gerecycled worden. Schakel tijdens het bijtanken zo‐ 30 minuten met de knop.
  • Pagina 111: Bediening

    Klimaatregeling Er kunnen ook bijkomende afstands‐ Om uit te schakelen, selecteert u op‐ ■ Selecteer Y of x en bevestig bedieningen worden geconfigureerd. nieuw Y en bevestigt u. ■ Indien nodig kunt u voorafgaand Druk op de knop tot de LED gaat knip‐ aan het vertrek de duurtijd van de Ventilatie x peren, schakel de afstandsbediening...
  • Pagina 112: Luchtroosters

    Klimaatregeling Luchtroosters Let op Verwarmingsniveau Y Het afstandsbedieningssysteem is Het gewenste verwarmingsniveau voorzien van een temperatuursen‐ voor geprogrammeerde vertrektijden Verstelbare luchtroosters sor die de looptijd berekent volgens kan worden ingesteld op ECO of Bij ingeschakelde koeling moet er mi‐ de omgevingstemperatuur en het HIGH.
  • Pagina 113: Onderhoud

    Klimaatregeling Onderhoud Zijdelingse luchtroosters 9 Waarschuwing Luchtinlaat Geen voorwerpen bevestigen aan de roosters van de ventilatieope‐ De luchtinlaat vóór de voorruit in de ningen. Kans op schade en letsel motorruimte schoon houden om lucht in geval van een ongeluk. te laten instromen. Eventuele blade‐ ren, vuil of sneeuw verwijderen.
  • Pagina 114 Klimaatregeling Service Om optimale koeling te garanderen, wordt aangeraden het klimaatregel‐ systeem jaarlijks, voor het eerst 3 jaar na ingebruikneming van de auto, te laten controleren, lettend op: ■ functie- en druktest, ■ werking van de verwarming, ■ lektest, ■ controle van de aandrijfriemen, ■...
  • Pagina 115: Rijden En Bediening

    Rijden en bediening Rijden en bediening Rijtips Onderweg kunt u de ECO-modus tij‐ delijk uitschakelen, bijv. voor meer motorvermogen, door het gaspedaal Economisch rijden stevig in te trappen. ECO knippert op de instrumentengroep. Rijtips ......... 113 Modus ECO De ECO-modus wordt weer inge‐ Starten en bediening ....
  • Pagina 116: Starten En Bediening

    Rijden en bediening Starten en bediening Sturen Contactslotstanden Als de stuurbekrachtiging wegvalt Nieuwe auto inrijden omdat de motor afslaat of wegens een defect in het systeem, kunt u de De eerste paar ritten tijdens de inrij‐ auto blijven besturen, maar kost dat periode en ook na het aanbrengen wellicht meer kracht.
  • Pagina 117 Rijden en bediening Aan/Uit-knop naal bij lage snelheid 3 91 en een Houd bij zeer lage buitentemperatu‐ ren (bijv. lager dan -10 °C) het kop‐ bericht op het Driver Information pelingspedaal ingetrapt en druk op de Center 3 91) ligt. knop Start/Stop totdat de motor start.
  • Pagina 118: Motor Starten

    Rijden en bediening Behouden stroom uit Centrale vergrendeling 3 25. 9 Gevaar Druk gedurende meer dan Elektronisch sleutelsysteem 3 23. twee seconden op de knop Laat nooit een elektronische sleu‐ Start/Stop; de motor wordt uitgescha‐ Motor starten tel achter in de auto bij kinderen of keld, maar sommige functies, bijv.
  • Pagina 119: Regeling Stationair Toerental

    Rijden en bediening Regeling stationair Het verhoogde motortoerental wordt Neem contact op met een werkplaats automatisch verlaagd tot het normaal om het stationaire toerental te verho‐ toerental stationaire toerental naarmate de mo‐ gen of te verlagen. tortemperatuur stijgt. Motor afzetten Startpogingen niet langer dan 15 seconden laten duren.
  • Pagina 120 Rijden en bediening Terugzetten met handzender/ Elektronisch sleutelsysteem 3 23. Inschakelen fysieke sleutel Het stop-startsysteem is beschikbaar Aan/Uit-knop 3 115. van zodra de motor is gestart, de auto Brandstofblokkeersysteem terugzet‐ Tanken 3 133. is vertrokken en er aan de hieronder ten en met de auto kunnen rijden: opgegeven omstandigheden voldaan 1.
  • Pagina 121: Herstarten Van De Motor Door Het Stop-Startsysteem

    Rijden en bediening Na handmatig deactiveren kunt u het Als Ï op de instrumentengroep ■ de ontdooifunctie is niet geacti‐ Stop/Start-systeem weer activeren veerd 3 103. brandt, duidt dit op een Autostop door opnieuw op de knop Î te druk‐ 3 89.
  • Pagina 122 Rijden en bediening ■ Het stop-startsysteem is manueel Geluidssignalen 3 91. achteruitversnelling inschakelen. uitgeschakeld. Bovendien de voorwielen naar de stoeprand toedraaien. Parkeren ■ de motorkap is open. ■ De auto vergrendelen en de anti- ■ de veiligheidsgordel van de be‐ ■...
  • Pagina 123: Uitlaatgassen

    Rijden en bediening Uitlaatgassen riodiek bij een hoge temperatuur te motor daarom niet onnodig lang verbranden. Dit proces verloopt auto‐ draaien, rijd de tank niet leeg en matisch en enige geur- en rookont‐ probeer de motor niet te starten wikkeling hierbij is normaal. 9 Gevaar door te duwen of te slepen.
  • Pagina 124: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Rijden en bediening Handgeschakelde Remmen De koppeling niet onnodig laten slip‐ pen. versnellingsbak Bij bediening het koppelingspedaal Het remsysteem omvat twee onaf‐ helemaal intrappen. Uw voet niet op hankelijke remcircuits. het pedaal laten rusten. Wanneer een remcircuit uitvalt, kan de auto nog met het andere circuit Voorzichtig worden afgeremd.
  • Pagina 125 Rijden en bediening Handrem storing in het remsysteem. Onmiddel‐ een storing in het ABS. Controlelamp lijk de hulp van een werkplaats F 3 86 kan ook oplichten op de in‐ inroepen. strumentengroep samen met een bij‐ behorend bericht op het Driver Infor‐ Controlelamp R 3 87.
  • Pagina 126: Remassistentie

    Rijden en bediening Rijregelsystemen Remassistentie 9 Waarschuwing Bij het snel en krachtig intrappen van Traction Control het rempedaal wordt automatisch met Laat u door dit speciale veilig‐ de maximale remkracht (noodstop) heidssysteem niet verleiden tot Traction Control (TC) is een onder‐ geremd.
  • Pagina 127: Uitschakelen

    Rijden en bediening Elektronisch Druk op de toets Ø. De LED in de 9 Waarschuwing toets brandt en er verschijnt een bij‐ stabiliteitsprogramma (ES behorend bericht op het Driver Infor‐ Laat u door dit speciale veilig‐ mation Center 3 90. heidssysteem niet verleiden tot TC wordt weer ingeschakeld door Het elektronische stabiliteitspro‐...
  • Pagina 128: Bestuurdersondersteuningssys- Temen

    Rijden en bediening Bestuurdersondersteu‐ Druk op de toets Ø. De LED in de Om veiligheidsredenen kan de crui‐ secontrol pas worden ingeschakeld toets brandt en er verschijnt een bij‐ ningssystemen nadat het rempedaal eenmaal werd behorend bericht op het Driver Infor‐ bediend.
  • Pagina 129: Snelheid Verhogen

    Rijden en bediening Cruise control staat nu in de standby- Snelheid verhogen stand en er verschijnt een bijbeho‐ Na het activeren van de cruisecontrol rende melding in het driver informa‐ kan de rijsnelheid gestaag of in kleine tion center. stapjes worden verhoogd door scha‐ kelaar <...
  • Pagina 130: Opgeslagen Snelheid Hervatten

    Rijden en bediening Uitschakelen De snelheid wordt opgeslagen en een Inschakelen bijbehorend bericht verschijnt in het driver information center. Opgeslagen snelheid hervatten Schakelaar R bij een snelheid van meer dan 30 km/u indrukken. Als de opgeslagen snelheid veel ho‐ ger dan de huidige snelheid is, trekt de auto krachtig op totdat de opge‐...
  • Pagina 131 Rijden en bediening Snelheidsbegrenzer De auto kan normaal rijden, maar de rende deze periode knippert de maxi‐ geprogrammeerde snelheid kan be‐ mumsnelheid in het driver information halve in noodgevallen niet worden center. Maximumsnelheidsbegrenzer overschreden. Gaspedaal loslaten en de functie Conform lokale of landelijke wetge‐ Als de maximumsnelheid niet kan snelheidsbegrenzing wordt na het be‐...
  • Pagina 132 Rijden en bediening Parkeerhulp Inschakelen paalde omstandigheden toe lei‐ Het systeem wordt automatisch ge‐ den dat het systeem een obstakel activeerd als de achteruitversnelling niet registreert. wordt ingeschakeld. Een kort geluids‐ signaal geeft aan dat het systeem ge‐ Uitschakelen reed is voor gebruik. Een obstakel wordt aangegeven door pieptonen en, afhankelijk van de auto, wordt ook weergegeven op het...
  • Pagina 133 Rijden en bediening Let op Voorzichtig In versies met een melding op het infodisplay kunt de functie deactive‐ Bij het achteruitrijden moet het ge‐ ren via het Infotainmentsysteem. bied vrij zijn van obstakels die de Raadpleeg de handleiding Infotain‐ onderkant van de auto zouden mentsysteem voor nadere informa‐...
  • Pagina 134 Rijden en bediening Inschakelen Display baanrijstrook (1) De richtlijnintervallen zijn als volgt: De achteruitkijkcamera wordt auto‐ A (rood) = 30 cm matisch ingeschakeld als de auto in B (geel) = 70 cm de achteruitversnelling wordt gescha‐ C (groen) = 150 cm keld.
  • Pagina 135: Brandstof

    Rijden en bediening Brandstof Tanken ■ als de cameralens door ijs, sneeuw, modder of iets anders is vervuild. Reinig de lens, spoel deze Brandstof voor 9 Gevaar af met water en wrijf na met een dieselmotoren zachte doek, Zet voor het tanken de motor en Alleen loodvrije dieselbrandstof ge‐...
  • Pagina 136: Brandstofverbruik - Co 2 -Uitstoot

    De waarden voor het brandstofver‐ lezing. bruik (gecombineerd) van het model Bij het tanken de tankdop in de steun Opel Vivaro liggen binnen een bereik op de tankklep hangen. De tankklep zit aan de linkerkant van van 9,13 tot 7,54 l/100 km.
  • Pagina 137: Trekhaak

    Rijden en bediening Trekhaak Algemene informatie Niet sneller rijden dan 80 km/u, ook al zijn hogere snelheden toegestaan in De opgegeven getallen voor het offi‐ het land waar u rijdt. Algemene informatie ciële brandstofverbruik en de speci‐ fieke CO -emissie hebben betrekking Als de aanhanger begint te slingeren, Het achteraf monteren van een trek‐...
  • Pagina 138: Achterasbelasting

    Rijden en bediening Het maximaal toelaatbare trekge‐ De maximaal toelaatbare kogeldruk Aanhangerstabilisatie (TSA) maakt wicht geldt tot aan het aangegeven staat op het typeplaatje van de trek‐ deel uit van het elektronische stabili‐ hellingspercentage en tot een hoogte haak en in de autopapieren vermeld. teitsprogramma 3 125.
  • Pagina 139: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Verzorging van de Algemene informatie ■ Afdichtrubbers reinigen en conser‐ veren. auto Accessoires en ■ Brandstoftank helemaal vullen. modificaties van auto ■ Motorolie verversen. ■ Sproeiervloeistofreservoir leegma‐ Het wordt geadviseerd alleen gebruik Algemene informatie ....137 ken.
  • Pagina 140: Verwerking Van Sloopauto

    Verzorging van de auto Controle van de auto Motorkap Weer in gebruik nemen Wanneer u de auto weer in gebruik Openen Werkzaamheden neemt: ■ Poolklem op de minpool van de uitvoeren accu aansluiten. Elektronica voor de elektrische ruitbediening inscha‐ 9 Waarschuwing kelen.
  • Pagina 141 Verzorging van de auto Motorolie Controleer het oliepeil ook regelmatig manueel om schade aan de motor te voorkomen. Gebruik olie met de juiste specificatie. Aanbevolen vloeistoffen en smeer‐ middelen 3 174. Alleen op een vlakke ondergrond controleren. De motor moet op be‐ drijfstemperatuur zijn en minstens 10 minuten uitgeschakeld zijn ge‐...
  • Pagina 142 Verzorging van de auto Motorluchtfilter Het olieverbruik stabiliseert niet voor‐ dat de auto enkele duizenden kilome‐ ters heeft afgelegd. Pas dan kan het Indicator luchtstroom motor werkelijke olieverbruik worden be‐ paald. Bij een verbruik van meer dan 0,5 liter per 1000 km na deze inrijpe‐ riode wordt geadviseerd contact op te nemen met een werkplaats.
  • Pagina 143 Verzorging van de auto Koelvloeistof Stuurbekrachtigingsvloei‐ Bij een koud koelsysteem moet de koelvloeistof net boven het merkte‐ stof De koelvloeistof biedt vorstbescher‐ ken MIN staan. Bijvullen als het peil ming tot ca. –28 °C. te laag is. Voorzichtig Voorzichtig 9 Waarschuwing Zeer kleine hoeveelheden vuil‐...
  • Pagina 144 Verzorging van de auto Sproeiervloeistof Remmen Piepende remmen geven aan dat de remblokken hun minimumdikte heb‐ ben bereikt. Verder rijden is mogelijk maar laat de remblokken zo spoedig mogelijk vervangen. Na de montage van nieuwe remblok‐ ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
  • Pagina 145 Verzorging van de auto Accu Waarschuwingslabel De accu van de auto is onderhouds‐ vrij als het rijgedrag zodanig is dat deze voldoende wordt opgeladen. Door korte ritten en vaak starten kan de accu ontladen raken. Vermijd het gebruik van onnodige elektrische ver‐ bruikers.
  • Pagina 146: Accu Vervangen

    Verzorging van de auto Dieselbrandstoffilter Dieselbrandstofsysteem ■ Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie. ontluchten ■ Explosief gas kan in de buurt van Als de tank is leeggereden moet het de accu aanwezig zijn. dieselbrandstofsysteem worden ge‐ Accu opladen ventileerd of ontlucht. Bijtanken en als volgt te werk gaan: 9 Gevaar ■...
  • Pagina 147: Wisserblad Vervangen

    Verzorging van de auto Gloeilamp vervangen Wisserblad vervangen Koplampen Wisserbladen voorruit Grootlicht en dimlicht Ontsteking uitschakelen en desbe‐ treffende schakelaar uitschakelen of portieren sluiten. Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken. Het glas van de gloei‐ lamp niet met blote handen aanraken. Bij vervangen altijd hetzelfde type gloeilamp gebruiken.
  • Pagina 148: Zijmarkeringslichten

    Verzorging van de auto Mistlampen Zijmarkeringslichten 4. Vervang de lamp en breng de lamphouder aan. 5. Kabelboomstekker en afdekkap aanbrengen. Richtingaanwijzers vooraan 1. Lamphouder uit reflectorhuis ver‐ Lamp van mistlampen voor van onder wijderen door deze linksom te de auto benaderen. draaien.
  • Pagina 149: Achterlichten

    Verzorging van de auto Achterlichten Zijrichtingaanwijzers Remlichten, achterste richtingaanwijzers en achterlichten 3. Lamphouder linksom draaien om deze van het lamphuis te schei‐ den. 1. Klemmen met een platte schroe‐ vendraaier uit het spatbord los‐ 4. Lamp vervangen. maken en het lamphuis uit de ope‐ 5.
  • Pagina 150: Kentekenverlichting

    Verzorging van de auto 3. Verwijder de lamphouder vanaf 3. Onderste lamp vervangen. de buitenkant van de auto door de 4. Lamphouder bij het aanbrengen clips met een platte schroeven‐ in het lamphuis duwen, vervol‐ draaier los te maken. gens rechtsom vastdraaien. 4.
  • Pagina 151 Verzorging van de auto Mistachterlicht Binnenverlichting Laadruimteverlichting Interieurverlichting voor en achter 1. Lamphuis verwijderen met een 1. De 2 boutjes verwijderen (met het platte schroevendraaier. bijgeleverde gereedschap) en het lamphuis verwijderen. 2. Achterste afdekking op lamphuis 1. Lens compleet verwijderen met verwijderen.
  • Pagina 152: Instrumentenverlichting

    Verzorging van de auto Elektrisch systeem Instrumentenverlichting Lampen door een werkplaats laten Zekeringen vervangen. Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met dat op de defecte zekering. Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en de ontsteking uitschakelen.
  • Pagina 153: Zekeringenkast Instrumentenpaneel

    Verzorging van de auto Let op Zekeringtrekker van bovenaf of van Het is mogelijk dat niet alle in deze opzij op zekering steken en zekering gebruikershandleiding beschreven lostrekken. zekeringenkasten op uw auto aan‐ wezig zijn. Raadpleeg het zekerin‐ Zekeringenkast genkastlabel indien aanwezig. instrumentenpaneel Zekeringtrekker De zekeringenkast zit aan de linker‐...
  • Pagina 154 Verzorging van de auto Bepaalde functies worden mogelijk door meerdere zekeringen beveiligd.
  • Pagina 155 Verzorging van de auto...
  • Pagina 156 Verzorging van de auto Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring Accu (met elektronisch sleutel‐ 14 Brandstofinspuitsysteem, 27 Airbag, stuurslot systeem) bandenspanningscontrolesys‐ 28 Elektrisch verstelbare passa‐ teem, elektronisch sleutelsys‐ APC reserveaccu (met elektro‐ giersruit teem nisch sleutelsysteem) 29 Stuurbekrachtiging 15 Alarmknipperlichten, richting‐ Interieurverwarming 30 Remlichten aanwijzers...
  • Pagina 157: Boordgereedschap

    Verzorging van de auto Boordgereedschap Auto’s met bandenreparatieset: De Nr. Stroomkring wieldophaak en de momentsleutel lig‐ 43 Starten, carrosserieregelmodule gen in het koffertje met de bandenre‐ Gereedschap paratieset, dat onder de bestuurders‐ 44 Stoelverwarming stoel opgeborgen is. 45 Verwarming, airco Bandenreparatieset 3 161.
  • Pagina 158: Velgen En Banden

    Verzorging van de auto Velgen en banden Afhankelijk van de voorschriften die in V = maximaal 240 km/u uw land gelden dient er een sticker in W = maximaal 270 km/u het zicht van de bestuurder te worden Conditie van banden en velgen aangebracht met daarop de toelaat‐...
  • Pagina 159: Bandenspanningswaarden Op Display

    Verzorging van de auto De voorgeschreven bandenspanning Alle wielen moeten zijn voorzien van 9 Waarschuwing geldt bij koude banden. De waarde een druksensor en de banden moe‐ geldt voor zowel zomer- als winter‐ ten de voorgeschreven bandenspan‐ Een te lage bandenspanning kan banden.
  • Pagina 160 Verzorging van de auto Druk bij een stilstaande auto meer‐ Na het op spanning brengen moet u Controlelamp w en het bijbehorende dere malen op de knop op het uit‐ wellicht een stukje rijden om de ban‐ bericht blijven actief totdat de banden einde van de wisserhendel totdat het denspanningswaarden op Driver In‐...
  • Pagina 161: Inleerfunctie

    Verzorging van de auto De druk die u in het Driver Information laten berekenen. Een bijbehorend be‐ Elke keer bij het verwisselen van de Center ziet, is de daadwerkelijke ban‐ richt verschijnt in het Driver Informa‐ banden moeten de sensoren van het denspanning.
  • Pagina 162: Van Banden- En Velgmaat Veranderen

    Verzorging van de auto Van banden- en velgmaat mee aan alle eisen voor de desbe‐ treffende combinatie van wielen en veranderen banden voldoen. Bij het gebruik van banden met een Als geen wieldoppen en banden wor‐ andere bandenmaat dan af fabriek den gebruikt die door de fabriek zijn gemonteerd, moeten mogelijk de goedgekeurd, mogen de banden niet...
  • Pagina 163: Sneeuwkettingen

    Verzorging van de auto Sneeuwkettingen Wieldoppen op stalen velgen kunnen 9 Waarschuwing tegen delen van de sneeuwketting aankomen. In dit geval wieldoppen Niet sneller rijden dan 80 km/u. verwijderen. Niet langdurig gebruiken. Sneeuwkettingen mogen alleen wor‐ Stuur- en rijgedrag worden moge‐ den gebruikt bij snelheden tot lijk beïnvloed.
  • Pagina 164 Verzorging van de auto 3. Luchtslang op de aansluiting van 6. Schroef de vulslang op het ven‐ 9. Wipschakelaar op de compressor de fles met afdichtmiddel vast‐ tiel. in stand I zetten. De band wordt schroeven. vervolgens gevuld met afdicht‐ 7.
  • Pagina 165 Verzorging van de auto reikt, dan is de band te ernstig be‐ schadigd. De hulp van een werk‐ plaats inroepen. Bouw eventueel de te hoge ban‐ denspanning af via de knop naast de manometer. Compressor niet langer dan 15 minuten achtereen laten wer‐ ken.
  • Pagina 166: Wiel Verwisselen

    Verzorging van de auto Bij een bandenspanning van min‐ De opslaginformatie en de uiterste ■ Gebruik de krik alleen om een wiel der dan 2,2 bar (220 kPa/31 psi) houdbaarheidsdatum op de bus met te wisselen in geval van banden‐ niet verder rijden met de auto.
  • Pagina 167 Verzorging van de auto Wielbouten bewaren op een plek waar de draadwindingen niet ver‐ ontreinigd raken. 6. Wiel verwisselen. Reservewiel 3 166. 7. Wielbouten indraaien. 8. Laat de auto zakken en neem de krik weg. 9. Alle wielbouten met de wielsleutel kruislings vastdraaien.
  • Pagina 168 Verzorging van de auto Bandenspanning van de aange‐ rijeigenschappen negatief worden 9 Waarschuwing brachte band controleren 3 187. beïnvloed. Defecte band zo spoe‐ Aanhaalkoppel van de wielbout dig mogelijk laten vervangen. Gezien het gewicht van het wiel controleren. voorzichtig te werk gaan bij het Bij een maximaal beladen auto met Defecte band zo spoedig mogelijk la‐...
  • Pagina 169: Starthulp Gebruiken

    Verzorging van de auto Starthulp gebruiken Als u een reservewiel met een zomer‐ ■ Een ontladen accu kan al bij een band erom gebruikt, kan de bestuur‐ temperatuur van 0 °C bevriezen. baarheid van de auto worden beïn‐ Ontdooi de bevroren accu alvorens Niet starten met een snellader.
  • Pagina 170 Verzorging van de auto ■ Handrem aantrekken, versnellings‐ De kabels zo leggen dat ze niet door bak in neutrale stand. de draaiende delen in de motorruimte geraakt kunnen worden. ■ Open de beschermkappen van de pluspolen van beide accu's. Om de motor te starten: De accu bevindt zich in de motor‐...
  • Pagina 171: Trekken

    Verzorging van de auto Trekken Bij uitgeschakelde motor gaat rem‐ Voorzichtig men en sturen aanmerkelijk zwaar‐ der. Auto slepen Sleep de auto niet vanaf de ach‐ Om uitlaatgassen buiten de slepende terkant. Het sleepoog vooraan auto te houden het recirculatiesys‐ mag alleen worden gebruikt om te teem inschakelen en de ruiten sluiten.
  • Pagina 172 Verzorging van de auto Verzorging van uiterlijk Sleepkabel – beter is een sleepstang Bij een bezoek aan een wasstraat, de – aan het achterste sleepoog beves‐ aanwijzingen van de exploitant opvol‐ tigen, nooit aan de achteras of ach‐ gen. Voorruitwissers en achterruit‐ Verzorging exterieur terwielophanging.
  • Pagina 173: Ruiten En Ruitenwisserbladen

    Verzorging van de auto Daarna de auto grondig afspoelen en Kunststof carrosseriedelen mogen Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐ afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen. niet met autowas of polijstmiddelen zelfde middelen worden behandeld Voor de carrosserie en de ruiten ver‐ worden behandeld.
  • Pagina 174: Verzorging Interieur

    Verzorging van de auto Trekhaak lichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐ wijderbare vlekken en verkleuringen Kogelstang niet met een stoom- of zo spoedig mogelijk. hogedrukreiniger reinigen. Veiligheidsgordels met lauw water of een interieurreiniger schoonmaken. Verzorging interieur Voorzichtig Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐ Klittenbandsluitingen sluiten om‐...
  • Pagina 175: Service En Onderhoud

    Service en onderhoud Service en onderhoud Algemene informatie tenstein, Litouwen, Luxemburg, Ne‐ derland, Noorwegen, Oostenrijk, Po‐ len, Portugal, Slovenië, Slowakije, Service-informatie Spanje, Tsjechische Republiek, Ver‐ Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ enigd Koninkrijk, Zweden, Zwitser‐ Algemene informatie ....173 veiligheid en voor het behoud van de land.
  • Pagina 176: Aanbevolen Vloeistoffen, Smeermiddelen En Onderdelen

    Service en onderhoud Aanbevolen Internationaal: den bevestigd met stempel en hand‐ tekening van de uitvoerende werk‐ Onderhoud van uw auto is nodig om vloeistoffen, plaats. de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk smeermiddelen en van wat zich het eerst voordoet, tenzij Zorg ervoor dat het Serviceboekje onderdelen anders aangegeven op het service-...
  • Pagina 177 Service en onderhoud oliekwaliteit blijft o.a. de motor Kies de juiste motorolie op basis van Koelvloeistof en antivries schoon, is de slijtage minimaal en zijn kwaliteit en de minimale omge‐ Gebruik alleen voor de auto goedge‐ veroudert de olie minder snel. De vis‐ vingstemperatuur 3 180.
  • Pagina 178 Service en onderhoud Remvloeistof absorbeert na verloop van tijd vocht waardoor de remmen minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst. Remvloeistof moet worden opgesla‐ gen in een afgesloten verpakking om absorptie van vocht tegen te gaan. Verontreiniging van de remvloeistof voorkomen.
  • Pagina 179: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens Voertuigidentificatie Voertuigidentificatienum‐ Voertuigidentificatie ....177 Autogegevens ......180 Het VIN staat ook onder een uitneem‐ bare kunststof afdekking in de dorpel‐ lijst aan de rechterzijde. Het voertuigidentificatienummer (VIN) is zichtbaar door de voorruit.
  • Pagina 180: Typeplaatje

    Technische gegevens Typeplaatje De som van de voor- en achterasbe‐ lasting mag niet groter zijn dan het maximale totaalgewicht van de auto. Indien bijv. de vooras maximaal wordt belast, mag de achteras slechts met een gewicht worden belast dat gelijk is aan het maximaal toelaatbare to‐...
  • Pagina 181 Technische gegevens Met het chassisnummer (VIN) is het mogelijk het motortype te bepalen dat in uw auto ligt. Raadpleeg voor na‐ dere informatie een werkplaats.
  • Pagina 182: Autogegevens

    Technische gegevens Autogegevens Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen Vereiste motoroliekwaliteit Motoroliekwaliteit dexos 2 ✔ Indien dexos-kwaliteit op overzeese markten niet voorhanden is, mag u olie van de onderstaande types gebruiken: Motoroliekwaliteit ACEA A3/B4/C3 ✔ Motorolieviscositeitsindexen Olieviscositeit SAE 0W-30, SAE 0W-40, SAE 5W-30, SAE 5W-40...
  • Pagina 183: Motorgegevens

    Technische gegevens Motorgegevens Verkoopaanduiding 1.6 CDTi 90 1.6 CDTi 115 1.6 CDTi BiTurbo 120 1.6 CDTi BiTurbo 140 Motoraanduiding R9M 408 R9M 408 R9M 450 R9M 450 Aantal cilinders Cilinderinhoud [cm 1598 1598 1598 1598 Motorvermogen [kW] bij 1/min 3500 3500 3500 3500...
  • Pagina 184: Voertuiggewicht

    Technische gegevens Voertuiggewicht Leeggewicht basismodel Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht. Beladingsinformatie 3 73. Model Motor Wielbasis Dak Nuttig laadvermogen Maximaal toelaatbaar totaalgewicht Rijklaar gewicht Kort Standaard 1000 2700 1661 1200 2900 1661 Verhoogd 1200 2900 1771 Lang Standaard 1200 2900 1695 Verhoogd...
  • Pagina 185: Afmetingen Auto

    Technische gegevens Extra gewichten Model Motor Wielbasis Afwerkingsniveau Vooras Achteras Totaal Bestelauto met passagierscabine Kort Basis Boven Lang Basis Boven = Leeggewicht en toelaatbaar maximumgewicht (GVW) groter bij modellen met het optiepakket voor slechte wegen - zie VIN-plaatje. = Minimaal voertuiggewicht volgens typegoedkeuring, met alle vloeistoffen, boordgereedschap en 90% volgetankt. Ex‐ clusief het gewicht van de bestuurder en de verwijderbare opties, bijv.
  • Pagina 186: Afmetingen Laadruimte

    Technische gegevens Type Combi Platformcabine Wielbasis Kort Lang Kort Lang Lang Verhoogd dak 2493 2493 – – – Wielbasis [mm] 3098 3498 3098 3498 3498 Spoorbreedte [mm] Voor 1615 1615 1615 1615 1615 Achter 1622 1622 1622 1622 1622 Afmetingen laadruimte Wielbasis Kort Lang...
  • Pagina 187 Technische gegevens Wielbasis Kort Lang Hoogte dak Standaard Verhoogd Standaard Verhoogd Breedte schuifdeuropening zijkant [mm] 1229 1229 1229 1229 Hoogte schuifdeuropening zijkant [mm] 1284 1284 1284 1284...
  • Pagina 188 Technische gegevens Inhouden Motorolie Motor Motorolie inclusief filter [l] 6,3 - 6,5 tussen MIN en MAX [l] (ongeveer) Brandstoftank Brandstoftank, nominale inhoud [l]...
  • Pagina 189 Technische gegevens Bandenspanningswaarden Band Bandenspanning bij maximale belading Voor Achter [kPa/bar] (psi) [kPa/bar] (psi) 205/65 R16 C 380/3,8 (55) 420/4,2 (61) 215/65 R16 C 310/3,1 (45) 340/3,4 (49) 195/75 R16 C 380/3,8 (55) 420/4,2 (61) 215/60 R17 C 350/3,5 (51) 390/3,9 (57) Het reservewiel dient de maximale bandenspanning te hebben die in de tabel staat.
  • Pagina 190: Klantinformatie

    Klantinformatie Klantinformatie Klantinformatie Registratie van voertuigdata en privacy Conformiteitsverklaring Event Data Recorders Deze auto heeft systemen die radio‐ Klantinformatie ......188 golven conform Richtlijn 1999/5/EC (EDR) Registratie van voertuigdata en verzenden en/of ontvangen. Deze privacy ........188 systemen voldoen aan de essentiële Gegevensopslagmodules in de vereisten en alle andere relevante be‐...
  • Pagina 191: Radiofrequentieidentificatie (Rfid)

    Opel-systemen die per‐ medewerkers van het servicenetwerk soonlijke informatie bevatten. (met inbegrip van de fabrikant) deze technische informatie lezen in de ge‐...
  • Pagina 192: Trefwoordenlijst

    Trefwoordenlijst Airconditioning regelmatig aanzetten ....... 111 Aan/Uit-knop....... 115 Alarmknipperlichten ..... 97 Aanbevolen vloeistoffen en Algemene informatie ....135 smeermiddelen ....174, 180 Algemene richtlijnen voor het Aanduidingen op banden ..156 rijden........113 Aanhangerkoppeling....135 Andere auto slepen ....169 Aanhangerstabilisatie ....
  • Pagina 193 Banden ........156 Buitenspiegels......38 Driepuntsgordel ......51 Banden- en wielmaat, Buitentemperatuur ....... 78 Driver Information Center..... 90 verwisselen......160 Buitenverlichting......95 Bandenreparatieset ....161 Economisch rijden...... 113 Bandenspanning ....... 156 Car Pass ........21 ecoScoring........92 Bandenspanningscontrolesys‐ Centrale vergrendeling ....25 Elektrisch bediende ruiten ...
  • Pagina 194 Gordelverklikker ......85 Interieurverlichting......98 Lichtsignaal ........96 Gordijnairbagsysteem ....58 ISOFIX- Luchtinlaat ......... 111 Grootlicht ....... 89, 96 kinderveiligheidssystemen..67 Meldingen........91 Handgeschakelde Katalysator ......... 121 Meters........... 80 versnellingsbak ...... 122 Kentekenverlichting ....148 Mistachterlicht ....89, 98, 149 Handmatige dimfunctie ....
  • Pagina 195 Oliedruk........88 Regelbare Sleutels, sloten......21 Olie, motor......174, 180 instrumentenverlichting..... 98 Sneeuwkettingen ....... 161 Opbergruimte........ 68 Regeling stationair toerental..117 Snelheidsbegrenzer....129 Opbergruimte plafond ....70 Registratie van voertuigdata en Snelheidsmeter ......80 Opbergruimte voor......69 privacy........188 Spiegels........38, 40 Opbergvakken......
  • Pagina 196 Traction Control ......124 Verwarmde spiegels ....39 Wis-/wasinstallatie voorruit ..76 Trekken....... 135, 169 Verwarming ......... 47 Wisserblad vervangen ....145 Trekken van een aanhanger..135 Verwarming achterin ....105 Trekstang........135 Verwarmings- en Zekeringen ......... 150 Tripcomputer ....... 92 ventilatiesysteem ....
  • Pagina 197 De gegevens in deze publicatie waren correct op de onderstaande uitgiftedatum. Wijzigingen in de techniek, uitrusting of vorm van de auto's ten opzichte van de gegevens in deze publicatie, alsmede wijzigingen van deze publicatie zelf blijven Adam Opel AG voorbehouden.

Inhoudsopgave