Het passagiersairbagsysteem kan via
een schakelaar aan de passagiers‐
zijde van het instrumentenpaneel
worden gedeactiveerd.
Gebruik de contactsleutel om de posi‐
tie te kiezen:
OFF
: airbag voor de voorpassa‐
gier is gedeactiveerd en
g
wordt niet opgeblazen bij
een botsing, controlelampje
OFF g brandt continu op
de middenconsole
ON H : airbag van voorpassagier is
actief
9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssystemen, volgens de
instructies en beperkingen in de
tabellen 3 57.
Anders is er kans op dodelijk letsel
voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Stoelen, veiligheidssystemen
Als de controlelamp H ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact
ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Als de controlelamp g oplicht na het
inschakelen van het contact, wordt
het airbagsysteem voor de voorpas‐
sagier gedeactiveerd. Het blijft aan
terwijl de airbag gedeactiveerd is.
Status alleen wijzigen tijdens stilstand
met het contact uitgeschakeld.
De status blijft vervolgens tot de
volgende wijziging van kracht.
Als d permanent op de Instrumen‐
tengroep verschijnt, is er een storing
in het airbagsysteem. De hulp van
een werkplaats inroepen. De airbags
en gordelspanners gaan mogelijker‐
wijs niet af tijdens een ongeval.
Controlelampje voor airbag en
gordelspanners 3 99.
Controlelamp airbag deactiveren
3 100.
53