BIJLAGE C
MEDISCH VERSLAG-VOORZIENING
De medisch verslag-voorziening van het appar-
aat neemt automatisch informatie over voorvallen
op zodat ze later bekeken en gearchiveerd
kunnen worden. De gegevens worden op een
verwijderbare PCMCIA type II-gegevenskaart
(geheugenkaart) opgeslagen zodat ze naar een
personal computer met de juiste voorzieningen
kunnen worden gedownload.
De medisch verslag-voorziening begint op te
nemen wanneer het apparaat wordt aangezet en
blijft opnemen totdat het apparaat wordt uitgezet.
Het ECG van de patiënt, de status van het
apparaat, datum, tijd en de instellingen van de
bedieningselementen worden opgenomen. Het
maken van audio-opnamen via een microfoon
die zich op de voorkant van het apparaat
bevindt, is optioneel.
Gegevens die tijdens een voorval worden
opgenomen, worden op de geheugenkaart
bewaard totdat ze worden gewist. Indien het
apparaat wordt uitgezet terwijl de geheugenkaart
geïnstalleerd is of indien de geheugenkaart uit
het apparaat wordt verwijderd, worden de
gegevens niet gewist.
PCMCIA-gegevenskaart
De geheugenkaart is een zelfstandig
elektronisch opslagapparaat dat op een diskette
lijkt.
• Onderwerp de kaart niet aan extreme
temperaturen,
• dompel de kaart niet onder in vloeistoffen,
• plaats de kaart niet in de buurt van
magnetische voorwerpen en
• plaats geen zware voorwerpen op de kaart.
• Bescherm de connector die zich op de kaart
bevindt, tegen fysieke beschadiging.
Neem voor een huidige lijst met ondersteunde
PCMCIA-kaarten contact op met de Technische
dienst van ZOLL.
Er kan maximaal twee uur met gegevens van
voorvallen (ECG en status van apparaat) of
maximaal 38 minuten met gegevens van
voorvallen en gelijktijdige audio-opnamen
worden opgeslagen op één geheugenkaart van
4 megabyte. ZOLL beveelt aan te allen tijde een
reservegeheugenkaart bij het apparaat
voorhanden te hebben en de geheugenkaart na
elk voorval te verwisselen.
De PCMCIA-gegevenskaart installeren
Controleer of de rand van de connector niet fysiek
beschadigd is en schoon en vrij van vuil en
ongerechtigheden is. Steek de geheugenkaart in de
gleuf die zich op de onderkant van het apparaat
bevindt. De kant met het etiket moet naar boven toe
wijzen. Schuif de kaart in het apparaat totdat het
stevig in de gleuf voor de kaart zit.
Om de kaart te verwijderen, drukt u op de
ontgrendelingsknop en trekt u de kaart uit het
apparaat. Indien de geheugenkaart wordt verwijderd
terwijl het apparaat aan staat, blijft het apparaat naar
behoren werken maar wordt er geen informatie over
gebeurtenissen opgenomen.
Een geheugenkaart wissen
Als uw apparaat is zodanig is geconfigureerd dat een
kaart gewist kan worden, kunt u geheugenkaarten
wissen. Raadpleeg de configuratiehandleiding van de
M Series voor nadere gegevens over de configuratie-
optie KAART WISSEN.
Zo wist u een kaartgeheugen:
1.
Schakel het apparaat uit. Zet u het apparaat ten
minste 10 seconden uit.
2.
Houd de meest linkse softkey voor 4 seconden
ingedrukt terwijl u de kiezer op MONITOR (AAN
voor AED). Het apparaat van de M Series
Systeemutiliteiten modus oproept.
3.
Druk op de softkey Kaart wissen.
4.
Druk op de softkey Volg. item om JA te
selecteren.
5.
Druk op de softkey Enter.
Het apparaat van de M Series wist de kaart en
geeft het bericht Wist kaart weer. Het scherm
toont een voortgangsindicator. Wanneer de
kaart geheel is gewist, wordt het bericht Kaart
gewist weergegeven.
Als het bericht Geen Kaart In wordt
weergegeven, plaats dan een PCMCIA in de
kaartsleuf. Als het ber-icht Kaartfunctie Gefaald
wordt weergegeven, is de kaart tegen schrijven
beschermd of beschadigd.
6.
Voer een van de volgende handelingen uit:
•
Druk op de softkey Enter om een andere kaart te
wissen.
•
Druk op de softkey Volg. item en vervolgens op
de softkey Enter om af te sluiten.
C-1