BEDIENINGSHANDLEIDING
dat is toegediend, de verstreken tijd (alleen als dit is
ingesteld) en softtoetsfunctielabels. Extra informatie over
de status van het apparaat wordt ook weergegeven op de
monitor.
Audio- en schermweergaveberichten
Hieronder worden de monitor-displays en gesproken
prompts beschreven die zich tijdens semiautomatische
bediening kunnen voordoen.
ELEKTRODEN AANBRENGEN
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld zonder gebruik
te maken van de multifunctionele elektroden of ECG-
afleidingen, wordt het bericht "ELEKTR. AANBRENGEN"
weergegeven.
OP ANALYSE DRUKKEN
In de volgende gevallen geeft het apparaat een "DRUK
OP ANALYSE" prompt:
nadat het apparaat is geladen en geen schok is
toegediend.
70 seconden na een analyse met het resultaat GEEN
SCHOK GEADVISEERD, als het apparaat zodanig is
ingesteld dat het 3 keer automatisch analyseert.
70 seconden na het toedienen van de derde schok in
een reeks van drie analyses, als het apparaat zodanig
is ingesteld dat het 3 keer automatisch analyseert.
ANALYSEERT ECG/BEWAAR AFSTAND
Deze berichten verschijnen nadat er op de knop
ANALYSE is gedrukt. Zij geven aan dat er een actieve
ECG-analyse wordt verricht.
ECG TE GROOT / OPNIEUW ANALYSEREN
Het bericht ECG TE GROOT wordt weergegeven wanneer
het ECG-signaal te groot is voor een juiste ritme-analyse.
Druk nogmaals op de knop ANALYSE om met de ECG-
analyse te beginnen.
LAADT XXXJ
Er wordt nog steeds een ECG-analyse verricht en er is een
mogelijk schokbaar ritme waargenomen. Het huidige
oplaadniveau en een bericht dat het apparaat wordt
opgeladen, worden weergegeven.
SCHOK GEADVISEERD/LAADT
De ECG-analyse heeft bepaald dat er een schokbaar ritme
bestaat en dat defibrillatie geadviseerd wordt. Het
geselecteerde oplaadniveau is nog niet bereikt. Het
huidige oplaadniveau en een bericht dat het apparaat
wordt opgeladen, worden weergegeven.
SCHOK GEADVISEERD/XXXJ KLAAR
De ECG-analyse heeft bepaald dat er een schokbaar
ECG-ritme bestaat en dat de geselecteerde energie kan
worden toegediend.
OP SCHOK DRUKKEN
De ECG-analyse heeft bepaald dat een schok wordt
geadviseerd. De geselecteerde energie kan worden
toegediend, het bericht "OP SCHOK DRUKKEN" wordt
weergegeven, evenals een gesproken prompt. Wanneer de
knop SCHOK op het bedieningspaneel wordt ingedrukt, wordt
de schok toegediend aan de patiënt.
SCHOK LOSLATEN
Indien er op de knop SCHOK wordt gedrukt tijdens het opladen
(vóór het bericht DEFIB XXX J KLAAR), wordt er een bericht
"SCHOK LOSLATEN" weergegeven en geeft het apparaat een
geluidssignaal. Indien de knop SCHOK 15 seconden lang
ingedrukt blijft na de klaartoon, begint het apparaat zich buiten
werking te stellen. Indien de knop SCHOK wordt losgelaten
voordat er 15 seconden zijn verstreken, verschijnt het bericht
"OP SCHOK DRUKKEN" en kan de schok worden toegediend.
SCHOKKEN: XX
Geeft het aantal schokken aan dat door het apparaat is
toegediend sinds het is aangezet. Wordt op 0 teruggesteld
nadat het apparaat meer dan 10 seconden heeft uitgestaan.
(Hierdoor kan een batterij worden vervangen zonder dat de
schoktelling opnieuw moet worden ingesteld).
GEEN SCHOK GEADV.
Wanneer de ECG-analyse bepaalt dat er een niet-schokbaar
ritme is waargenomen, verschijnt dit bericht en blijft 10
seconden op het display staan na voltooiing van de analyse.
Druk op de knop ANALYSE om een andere ECG-analyse te
starten.
CONTROLEER ELEKTR.
De MFE-elektroden of MFC-kabel bevindt zich niet langer op
de huid van de patiënt.
PAT. CONTROLEREN/DRUK OP ANALYSE
De achtergrond ECG-analyse heeft een schokbaar ECG-ritme
geconstateerd. Druk op de knop ANALYSE om de ECG te
analyseren en zonodig te beginnen met het laden van de
defibrillator.
VERSTREKEN TIJD
Wanneer deze functie is geactiveerd, geeft deze de tijd aan die
verstreken is sinds het apparaat voor het eerst is aangezet. Dit
wordt in de linker benedenhoek weergegev-en. De verstreken
tijd wordt in MM:SS formaat tot op 99:59 weergegeven. Indien
het apparaat langer dan 100 minuten aan staat, rolt de
verstreken tijd over naar 0. De verstreken tijd wordt maximaal
10 seconden na het uitzetten in stand gehouden. Dit geeft de
gebruiker voldoende tijd om de batterij van het apparaat te
vervangen zonder dat de verstreken tijd opnieuw moet worden
ingesteld.
MONITOR
Deze berichten verschijnen wanneer de ECG-kabel is
aangesloten op zijn ingangsconnector de patient zijn
aangebracht en de multifunctie-kabel niet wordt gebruikt. Het
bericht AUTO geeft aan dat het apparaat afleiding II heeft
geselecteerd en de ECG-grootte automatisch heeft ingesteld
(Afleiding en ECG-grootte kunnen niet door de gebruiker
worden veranderd).
5-4