Inhoudsopgave
Advertenties
Codemarkeringen
Door op de knop CODEMARKERING te drukken,
wordt een vooraf geconfigureerde lijst met
klinische acties weergegeven. Als u op de
softkey van een bepaalde actie drukt, wordt deze
actie met een datum- en tijdstempel in het
geheugen voor de overzichten opgeslagen.
Overzicht (Samenvatting)
Met Overzicht kunt u belangrijke informatie over ECG's en gebeurtenissen van het apparaat opslaan en
later terughalen. Het interne geheugen van het apparaat neemt defibrillatie- en cardioversiesegmenten,
PACER-modus (uitsluitend pacemaker-versie), hartfrequentie-alarm en ECG-segmenten automatisch op na
activering van de stroken-recorder. Informatie over bijbehorende gebeurtenissen inclusief de instellingen
van de bedieningselementen van het apparaat, ECG van de patiënt, tijd en datum wordt eveneens
opgenomen.
Opmerking: Diagnostische bandbreedte-opnamen worden niet opgenomen in het Overzicht.
Zes gebeurtenissen triggeren dat Overzicht automatisch informatie opneemt:
•
VF-alarm getriggerd
•
Defibrillatorschok
•
Selectie van PACER-modus (uitsluitend pacemaker-versie)
•
Hartfrequentie-alarm getriggerd
•
Aanzetten van stroken-recorder (of aan- en weer uitzetten in snelle opeenvolging)
•
Starten van de analyse van het ECG
Overzicht neemt elke gebeurtenis in chronologische volgorde op en slaat maximaal 65 defibrillatie- of 140
recorder-geactiveerde ECG-gebeurtenissen op. De gegevens van alle gebeurtenissen blijven in het
geheugen en blijven toegankelijk totdat de gegevens manueel worden gewist. Er wordt automatisch een
nieuw patiënt-record gecreëerd indien het apparaat gedurende een door de gebruiker te configureren
periode van 5 minuten – 36 uur wordt uitgezet. Indien al het geheugen voor een bepaalde patiënt is
gebruikt, verschijnt een bericht "VERSLAG VOL" op het display en worden geen verdere gegevens
opgenomen.
BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATIELAMPJES
Er kunnen maximaal vijf codemarkeringen
tegelijkertijd op het scherm worden
weergegeven. De meest rechtse softkey krijgt
het label "MEER" wanneer er meer dan vijf items
op de lijst met Codemarkeringen staan. Indien er
op de softkey MEER wordt gedrukt, wordt de
volgende set met codemarkeringen
weergegeven boven de softkeys. Afzonderlijke
lijsten met codemarkeringen worden bijgehouden
voor de modi PACER, MONITOR en DEFIB
zodat de betreffende codemarkeringen kunnen
worden weergegeven voor het protocol in
kwestie (bijv. PACE: EPI, Atrop MONITOR:
Valium, LIDO DEFIB: BRET, AMIO).
De codemarkeringen verdwijnen na 10 seconden
van het display. Indien er in die tijd niet op een
codemarkeringssoftkey is gedrukt, wordt een
MARKERING voor een generieke gebeurtenis in
het overzichtsgeheugen opgeslagen.
2-5
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
