Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ZOLL M Series Bedieningshandleiding pagina 27

Verberg thumbnails Zie ook voor M Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

6. SOFTKEYS
Vijf ongelabelde knoppen die zich onmiddellijk
onder het display bevinden, regelen verschillende
functies afhankelijk van de bedieningswijze van het
apparaat. Labels voor de softkeys verschijnen op
de onderkant van het display onmiddelijk boven
elke softkey om de functie daarvan aan te geven.
7. AFLEIDING
Met de knop AFLEIDING bepaalt u de selectie van
de ECG-bron. Wanneer er op deze knop wordt
gedrukt, worden achtereenvolgens ECG-signalen
voor weergave geselecteerd die zijn afgeleid van
elk van de volgende afleidingsconfiguraties - "I",
"II", "III", "aVR, aVF, aVL, EXT PADS" (defibrillator-
paddles) of "ELEKTR." (multifunctie-elektroden
(MFE)-kussentjes). De afleidingsinstelling
"ELEKTR." of "EXT PADS" wordt automatisch
geselecteerd wanneer het instrument wordt
aangezet in de DEFIB- of MONITOR-modus en
MFE-kussentjes of paddles op de multifunctie-
kabel aangesloten zijn.
Afleiding II wordt automatisch geselecteerd als u
het M Series-apparaat inschakelt in de PACER-
modus (uitsluitend pacemaker-versie). Monitor via
kussentjes of paddles is niet mogelijk in de
PACER-modus.
8. GROOTTE
Met de knop GROOTTE kunt u de grootte van de
weergave van het ECG-signaal wijzigen. De opties
voor de grootte zijn 0,5; 1; 1,5; 2; 3 cm/mV en deze
worden midden boven op de rechterkant van het
display aangegeven.
9. ALARM STIL.
Met de knop ALARM STIL kunt u alle alarmfuncties
activeren en deactiveren en kunt u de akoestische
alarmsignalen uitschakelen. Er verschijnt een
belsymbool (
) midden boven in het display
wanneer de alarms geactiveerd zijn. Wanneer de
alarms gedesactiveerd zijn(tijdelijk of permanent),
verschijnt er een streep door het belsym-bool ( ).
Als de akoestische signalen van de alarmen zijn
ingeschakeld of als de alarmen permanent zijn
uitgeschakeld, wordt er een "X" door het
belsymbool weergegeven. Om te voorkomen dat
deze toon wordt aangezien voor de toon voor de
opgeladen defibrillator, wordt de hartfrequentie-
alarmtoon op een andere frequentie gegeven
wanneer de kiezer op DEFIB is ingesteld.
10. RECORDER
Deze knop start en stopt de stroken-recorder. Er
bevindt zich één RECORDER-knop op het
voorpaneel van het apparaat en een andere op de
sternum-paddle.
Het apparaat kan op de diagnostische bandbreedte
(0,05-150 Hz) worden overgeschakeld door
BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATIELAMPJES
4 seconden lang op de knop RECORDER te
drukken en deze ingedrukt te houden.
De diagnostische bandbreedte wordt in stand
gehouden zolang de knop RECORDER ingedrukt
blijft. Het apparaat gaat weer over op de standaard
monitorsbandbreedte wanneer de knop
RECORDER wordt losgelaten.
11. VOLUME VAN GELUIDSSIGNAAL (ECG)
Met deze knop kunt u de pieptoon van de QRS
handmatig instellen tussen maximumvolume en
onhoorbaar. (Het volume van het hartfrequentie-
alarm en van opladen-klaar zijn niet instelbaar.)
Druk op deze knop om een menu te openen waarin
u het volume met behulp van softkeys kunt
instellen.
12. INSTELLING VAN HELDERHEID/CONTRAST
Met deze knop wordt een menu op het display
opgeroepen voor het instellen van de helderheid
van het display met behulp van softkeys (contrast
op de LCD).
13. LADER AAN
Wanneer de producten in de M Series op de
wisselstroom netspanning(AC) zijn aangesloten,
werken de indicatielampjes LADER AAN op de
volgende wijze:
Het oranje-gele indicatielampje LADER AAN licht
continu op wanneer het apparaat UIT staat en de
batterij wordt opgeladen of AAN staat terwijl er een
batterij is geïnstalleerd.
Het groene indicatielampje LADER AAN licht
continu op wanneer het apparaat UIT staat en de
geïnstalleerde batterij volledig is opgeladen tot de
huidige capaciteit.
De groene en oranje-gele indicatielampjes LADER
AAN lichten afwisselend op wanneer er geen
batterij in het apparaat is geïnstalleerd of er een
batterijlaadfout is waargenomen.
Wanneer het apparaat niet op de wisselstroom
netspanning(AC) is aangesloten, blijven de
indicatielampjes LADER AAN uit.
14. PAPIERLADE
Bevat de papiertoevoer voor de recorder. Druk op
de lade en trek eraan om hem te openen en het
papier te vervangen.
15. SAMENVATTING
Met de knop OVERZICHT kunt u opgeslagen
patiëntgegevens ophalen en als overzicht op de
recorder afdrukken. Met de functie Overzicht
worden kritische ECG-gegevens van de patiënt,
controle-instellingen, tijd en toegepaste therapieën
tijdens bepaalde gebeurtenissen automatisch
verzameld.
Zie het onderdeel "Overzicht" voor meer informatie.
2-3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave