Inhoudsopgave
Advertenties
BEDIENINGSHANDLEIDING
Problemen oplossen
Als het M Series-apparaat niet naar behoren functioneert,
raadpleegt u de leidraad voor het oplossen van problemen
(pagina B-1, onderdeel Monitor).
De bedieningselementen instellen
Stel de KIEZER in op de stand MONITOR.
Druk op de knop AFLEIDING totdat de gewenste
afleidingsconfiguratie is geselecteerd (de geselecteerde
afleiding wordt op de rechter bovenkant van het display
aangegeven).
Indien het bericht "ECG-AFLEIDING UIT" op het display
verschijnt, inspecteer dan de ECG-elektroden,
afleidingsdraden en bijbehorende aansluitingen. Indien het
bericht "CONTROLEER ELEKTR." of "SLECHT CONTACT
ELEK" verschijnt, inspecteer dan de MFE-kussentjes,
kabel en bijbehorende aansluitingen.
Indien de hartfrequentie-alarmen worden geactiveerd
terwijl de paddles geselecteerd zijn, geeft het apparaat het
bericht "PERIF. ELEKTR. SEL." weer. Indien u dit bericht
ziet, selecteer dan extremiteiten- of precordium-
afleidingen.
Druk op de knop GROOTTE totdat de gewenste grootte
van de curve wordt weergegeven.
Stel het volume van het QRS-geluidssignaal op een
geschikt niveau in met behulp van de knop voor het
geluidssignaalvolume.
WAARSCHUWING
•
Bij geïmplanteerde pacemakers kan de hartfrequentiemeter
de pacemakerfrequentie tellen tijdens incidenten van hart-
stilstand of andere aritmieën. Patiënten met een pacemaker
moeten nauwgezet worden geobserveerd. Controleer de pols
van de patiënt; verlaat u niet uitsluitend op hartfrequentie-
meters. Het is mogelijk dat de speciale pacemakerdetectie-
circuits niet alle pieken van geïmplanteerde pacemakers
waarnemen; de voorgeschiedenis van de patiënt en een
lichamelijk onderzoek zijn belangrijk om vast te stellen of er
een geïmplanteerde pacemaker aanwezig is.
Pieken van implanteerbare pacemakers
Het apparaat is in staat op het display pacemaker-signalen van
een patiënt met een implanteerbare pacemaker waar te nemen
en aan te geven.
Het apparaat geeft een dunne, ononderbroken lijn op het ECG
weer wanneer hij een pacemaker-signaal waarneemt. De "piek"
van de curve die door de pacemaker geproduceerd wordt,
wordt weergegeven indien de pacemaker atriaal, ventriculair of
beide is.
Alarms
Alarmen instellen
Tenzij anders geconfigureerd, Hartfrequentie-alarmen zijn
vooraf ingesteld op 30 bpm (bradycardie) en 150 bpm
(tachycardie). Zie ook de alarm-sectie van de monitor-param-
eters voor verdere details van deze alarmen. (Zie de Config-
uratiehandleiding voor M Series -apparaten voor meer
informatie over het instellen van alarmgrenzen bij het
inschakelen van het apparaat.)
Voor het instellen van alarmen wordt de volgende reeks
gebruikt:
1. Druk op de sofkey Alarms die zich onder het display bevindt,
om het scherm en de softkeys voor het instellen van de
alarmen weer te geven.
9-2
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
