Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ZOLL M Series Bedieningshandleiding pagina 18

Verberg thumbnails Zie ook voor M Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENINGSHANDLEIDING
WAARSCHUWINGEN
Het gebruik van ACCESSOIRES die niet voldoen aan
de veiligheidsvoorschriften voor deze apparatuur kan
de veil-igheid van het totale systeem nadelig
beïnvloeden. Houd bij het kiezen van accessoires
rekening met het volgende:
• Gebruik van de accessoires in de OMGEVING VAN
DE PATIËNT
• Bewijs dat de veiligheid van de accessoires is
gecertificeerd
overeenkomstig
geharmoniseerde
(EN) 60601-1 en/of IEC (EN) 60601-1-1.
Veiligheid van de patiënt
De defibrillatie-energieniveaus bij pasgeborenen en
kinderen moeten op grond van de ter plaatse
geldende klinische protocollen worden ingesteld.
Gebruik de AED-functie van het apparaat niet bij
patiënten van minder dan 8 jaar oud.*
Het apparaat neemt uitsluitend elektrische ECG-
signalen waar. Het neemt geen pols waar (d.w.z.
doeltreffende circulatore perfusie). Controleer de pols
en de hartfrequentie altijd door de patiënt lichamelijk
te beoordelen. Ga er nooit van uit dat een andere
weergave van de hartfrequentie dan nul inhoudt dat
de patiënt een pols heeft.
Bij
geïmplanteerde
hartfrequentiemeter de frequentie van de pacemaker
tellen tijdens voorvallen van hartstilstand of andere
aritmieën. Pacemaker-patiënten moeten nauwlettend
worden geobserveerd. Controleer de pols van de
patiënt; verlaat u niet alleen op hartfrequentiemeters.
Het is mogelijk dat speciale pacemakerdetectiecircuits
niet alle pieken van geïmplanteerde pacemakers
detecteren. De voorgeschiedenis van de patiënt en
een lichamelijk onderzoek zijn belangrijk om de
aanwezigheid van een geïmplanteerde pacemaker
vast te stellen.
* AHA-richtlijnen 2000 voor cardiopulmonale reanimatie en cardiovasculaire zorg bij noodgevallen, I-64, 2000.
(vervolg)
de
juiste
nationale
standaard
pacemakers
kan
Gebruik uitsluitend hoogwaardige ECG-elektroden. ECG-
elektroden dienen uitsluitend voor het verkrijgen van het
ritme. Probeer niet via de ECG-elektroden te defibrilleren
of te stimuleren.
De ECG-ritme-analysefunctie waarschuwt de gebruiker
niet voor asystolie van de patiënt, als dit geen schokbaar
ritme is.
Gebruik ECG-elektroden of MFE-kussentjes niet indien de
gel is opgedroogd, gescheiden, gescheurd of losgeraakt
IEC
van de folie; het gebruik van dergelijke elektroden kan
brandwonden van de patiënt veroorzaken. Een slechte
adhesie en/of lucht onder de MFE-kussentjes kan
boogvorming en brandwonden van de huid tot gevolg
hebben.
Overtollig lichaamshaar of een natte, zweterige huid kan
een goede koppeling (contact) in de weg staan, hetgeen
tot boogvorming en brandwonden van de huid kan leiden.
Knip overtollig haar en droog het vocht om de plek waar
de elektrode moet worden aangebracht.
MFE-kussentjes moeten na 8 uur continue pacing worden
vervangen (na 2 uur bij radiolucente (radiolucent)
stat•padz) om de patiënt er zoveel mogelijk profijt van te
geven.
Om brandwonden als gevolg van elektrochirurgie op de
de
bewakingsplaatsen te voorkomen, moet gezorgd worden
dat de retourleiding van het elektrochirurgieapparaat naar
behoren is aangesloten zodat er geen retourstroombaan
via debewakingselektroden of –sondes kan worden
gemaakt.
Langdurige pacing (langer dan 30 minuten), vooral bij
pasgeborenen of volwassenen met in hoge mate
belemmerde
veroorzaken. Het verdient aanbeveling de onderliggende
huid periodiek te inspecteren.
Controleer de lekkageniveaus vóór gebruik. De lekstroom
kan bovenmatig zijn indien er meer dan één monitor of
ander apparaat op de patiënt wordt aangesloten.
1-10
bloedstroming,
kan
brandwonden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave