Advertenties
SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie
2
3
4
Onderbreken van de functie
De functie wordt opgeschort als u drukt op:
– druk op de schakelaar 4 (O);
– druk op het rempedaal;
– het koppelingspedaal of het in neutraal
schakelen voor de auto's met automati-
sche transmissie.
In de drie gevallen blijft de ingestelde maxi-
mum snelheid in het geheugen en de bood-
schap "In geheugen" verschijnt op het instru-
mentenpaneel.
Het pauzeren is effectief als het controle-
lampje 7 uit gaat.
Oproepen van de ingestelde snelheid
Als een snelheid in het geheugen is opge-
slagen, kan deze worden opgeroepen als
de omstandigheden dat toelaten (verkeers-
2.36
5
drukte, staat van het wegdek, weersomstan-
digheden, enz.). Druk op de schakelaar 5
(R) als de rijsnelheid van de auto hoger is
dan 30 km/u (20 mph).
N.B.: als de eerder opgeslagen snelheid
veel hoger is dan de actuele snelheid, trekt
de auto snel op naar deze hogere snelheid.
(4/5)
7
Als de werking van de snelheidsregelaar
is opgeschort, wordt deze weer actief
door een druk op de schakelaar 2 (+), de
opgeslagen snelheid wordt daarbij ge-
negeerd en vervangen door de actuele
snelheid van de auto.
Advertenties
Hoofdstukken
