Advertenties
SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie
1
Inschakelen
Druk op de schakelaar 1 aan de kant
Het controlelampje 6 licht groen op, de
boodschap "Regelaar" verschijnt op het in-
strumentenpaneel met streepjes om aan te
geven dat de snelheidsregelaar is ingescha-
keld en wacht op het opslaan van een snel-
heid.
2.34
6
Instellen van de snelheid
Rijdend met een constante snelheid (hoger
.
dan ongeveer 30 km/h (20 mph)), drukt u op
de schakelaar 2 (+): de functie wordt inge-
schakeld en de snelheid van het moment
wordt opgeslagen.
De snelheidsregelaar is effectief als het
controlelampje 7 groen brandt in combina-
tie met het controlelampje 6. Het controle-
lampje 7 geeft de snelheid van de regeling
aan door te branden bij de geselecteerde
snelheid.
(2/5)
7
2
Het rijden
Als een snelheid in het geheugen is vastge-
legd en de regeling ingeschakeld is, kunt u
uw voet van het gaspedaal nemen.
Let op, het is toch raadzaam de
voeten dichtbij de pedalen te
houden om te kunnen ingrijpen
bij noodsituaties.
3
4
5
Advertenties
Hoofdstukken
