HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Storingen
x
©
–
en
branden op het in-
strumentenpaneel met de boodschap
"Controleer ABS": dit betekent dat het
ABS uitgeschakeld is. Het remmen blijft
mogelijk.
Raadpleeg een merkdealer.
D
®
–
en
branden op het in-
strumentenpaneel met de boodschap
"Storing remsysteem": dit geeft een sto-
ring van het remsysteem aan.
Stop de auto zodra dit mogelijk is en raad-
pleeg een merkdealer.
Het remsysteem werkt nog ge-
deeltelijk. Toch, is het gevaar-
lijk plotseling te remmen.
Stop onmiddellijk op een vei-
lige plek. Ga naar een merkdealer.
Noodstopbekrachtiging
Dit systeem is een aanvulling op het ABS dat
zorgt voor het verminderen van de remweg
van de auto.
De werking van het systeem
Het systeem detecteert noodstopsituaties.
De noodstopbekrachtiging ontwikkelt dan
direct het maximale vermogen en kan de re-
geling door het ABS activeren.
Het ABS-remsysteem blijft werken zolang
het rempedaal ingedrukt is.
Oplichten van de alarmknipperlichten
Naargelang de auto, kunnen deze inschake-
len in geval van krachtig remmen.
(2/4)
Storingen
Als het systeem een storing signaleert,
verschijnt de boodschap "Controleer rem-
systeem" op het instrumentenpaneel, in
combinatie met het oplichten van het waar-
schuwingslampje
Raadpleeg een merkdealer.
Remanticipatie
Naargelang de auto anticipeert het sys-
teem, als u snel het gaspedaal loslaat, op
het remmen om de remweg te verminderen.
Bijzondere gevallen
Tijdens het gebruik van de snelheidsrege-
laar:
– als u het gaspedaal gebruikt, kan het sys-
teem in werking komen als u het pedaal
loslaat;
– als u het gaspedaal niet gebruikt, zal het
systeem niet in werking komen.
©
.
2.27