WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
3
4
Verwisselen van de wielen
Indien u de wielen van plaats wilt verwisse-
len, raadpleeg dan altijd een merkdealer om
het systeem te resetten.
Om gemakkelijk de plaats van elk wiel te be-
palen, kijkt u naar de kleur van de ring 4 (na
deze eventueel schoongemaakt te hebben)
die om elk ventiel zit:
A gele ring
B zwarte ring
C rode ring
D groene ring
A
B
D
C
De in ieder ventiel 3 gemon-
teerde drukzender is speciaal
voor dit wiel op deze plaats be-
stemd: in geen geval mogen
de wielen van plaats worden verwisseld
zonder het systeem te resetten.
Gevaar van verkeerde informatie met
ernstige gevolgen.
(2/4)
als er in of nabij de auto een
apparaat aanwezig is dat de-
zelfde frequentie gebruikt, kan
deze de werking van het con-
trolesysteem bandenspanning versto-
ren.
In dat geval signaleert het systeem de
daling van de bandenspanning onder
normale omstandigheden.
Als de banden uitgerust zijn met sneeuw-
kettingen of onder de sneeuw zitten, kan
de werking van het bewakingssysteem
verstoord zijn.
2.23