2. Veiligheid
2.3.1. Noodstop
De robot en de IMM sturen noodstopveiligheidssignalen naar elkaar via de IMMI. Wanneer een UR-
noodstop wordt geactiveerd, stopt de robot en stuurt de IMMI een stopsignaal naar de IMM.
WAARSCHUWING
Controleer dat alle noodstops de gehele toepassing stoppen voordat de toepassing
wordt gebruikt.
2.3.2. Beveiligde stop
Wanneer een beveiligde stop van de UR-robot wordt geactiveerd door de IMM, stopt de robot.
WAARSCHUWING
In de IMM-werkruimte reiken kan tot ernstig letsel leiden.
• Integreer beveiliging om personeel te beschermen zonder afhankelijk te zijn
van de niet-veiligheidssignalen van de IMMI.
2.4. IMMI-veiligheidsfuncties
Dit hoofdstuk bevat informatie over de door de IMMi ondersteunde veiligheidsfuncties. Hieronder
worden de UR IMMI-veiligheidsuitgangen beschreven. Raadpleeg de fabrikant van de IMM voor
details over de functionele veiligheid van de IMM.
Deze veiligheidsfuncties zijn in overeenstemming met ISO 13849-1 en de pintoewijzingen van
EUROMAP 67 / SPI AN-146.
UR-
veiligheidsfunctie
Noodstop
Beveiliging
stoppen
Installatiehandleiding
Cat./PL
3/d
3/d
PFHd
2,33E-7
2.01E-7
e-Series spuitgietmachine-interface
5
(IMMI)