Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lage Bandenspanning Verhelpen Bij Auto's Met Bandenspanningscontrolesysteem - Volvo S90 2017 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

WIELEN EN BANDEN
Lage bandenspanning verhelpen bij
auto's met
bandenspanningscontrolesysteem
Als het bandenspanningscontrolesysteem, Tyre
Pressure Monitoring System (TPMS), waar-
schuwt, is de bandenspanning in een of meer
banden van de auto te laag.
Controleer de bandenspanning en cor-
rigeer deze zo nodig, wanneer het con-
trolesymbool voor het TPMS gaat bran-
den en de melding
laag
verschijnt. Kalibreer het TPMS na aanpas-
sing van de bandenspanning.
1. Controleer de bandenspanning van alle vier
de wielen met een manometer.
Standaard op bepaalde markten.
13
502
2. Pomp de banden op tot de juiste spanning,
volgens de bandenspanningssticker aan de
13
binnenkant van de portierstijl aan bestuur-
derszijde.
Bandenspanning
3. Herkalibreer het TPMS, zie het artikel "Ban-
denspanningscontrolesysteem kalibreren".
4. Om het TPMS-symbool en de melding te ver-
wijderen, moet u soms enkele minuten in de
auto rijden op een snelheid hoger dan
30 km/h (20 mph).
Let erop dat het TPMS-symbool niet ver-
dwijnt, voordat de geringe bandenspanning is
verholpen en een nieuwe kalibratie is ver-
richt.
N.B.
Controleer de bandenspanning bij koude ban-
den om de verkeerde bandenspanning tegen
te gaan. Koude banden hebben dezelfde tem-
peratuur als de omgeving (na ca. 3 uur stil-
stand). Al na enkele kilometers rijden worden
de banden warm en loopt de spanning op.
N.B.
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen
ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
WAARSCHUWING
Een verkeerde bandenspanning kan tot
bandenpech leiden, waarbij u de controle
over de auto kunt verliezen.
Het systeem kan plotselinge banden-
schade onmogelijk voorzien.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave