INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Mistachterlicht
Bij een beperkt zicht door mist kunt u de mis-
tachterlichten gebruiken om achterliggers tijdig
op uw aanwezigheid te attenderen.
Knop voor mistachterlicht.
Het mistachterlicht bestaat uit een lamp aan de
linkerzijde bij een auto met het stuur links of aan
de rechterzijde bij een auto met het stuur rechts.
Het mistachterlicht is alleen in te schakelen in de
volgende gevallen:
•
het contactslot staat in stand II of de auto is
ingeschakeld en de draairing van de stuur-
hendel staat in stand
•
de draairing op de stuurhendel staat in stand
en de mistlampen voor branden.
144
Druk op de knop voor aan/uit. Het symbool
op het bestuurdersdisplay brandt, wanneer
het mistachterlicht brandt.
Het mistachterlicht dooft automatisch in de vol-
gende gevallen:
•
u draait de startknop naar STOP of u zet de
draairing op de stuurhendel naar stand
•
de draairing op de stuurhendel staat in stand
N.B.
De voorschriften voor het gebruik van een
mistachterlicht verschillen per land.
Gerelateerde informatie
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 135)
•
Mistlampen voor/bochtverlichting* (p. 143)
•
Contactslotstanden (p. 397)
of
en de mistlampen zijn gedoofd.
Remlichten
De remlichten gaan automatisch branden wan-
neer u remt.
Bij het bedienen van het rempedaal gaan de
remlichten branden. Ze gaan ook branden wan-
neer een van de rijhulpsystemen Adaptieve
cruisecontrol, City Safety of Rear Collision War-
ning de auto afremmen.
Gerelateerde informatie
•
Noodremlichten (p. 418)
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 291)
•
City Safety (p. 341)
•
Rear Collision Warning (p. 351)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.