RIJONDERSTEUNING
||
BELANGRIJK
In bepaalde situaties heeft de stuurassistentie
van Pilot Assist moeite om u op de juiste
manier te helpen of wordt de stuurassistentie
automatisch uitgeschakeld – in dat geval is
het advies om Pilot Assist niet te gebruiken.
Voorbeelden van dergelijke situaties:
•
de rijstrookmarkeringen zijn afgesleten,
ontbreken of kruisen elkaar.
•
de rijstrookindeling is niet duidelijk, bij-
voorbeeld wanneer de rijstroken worden
gesplitst of samengevoegd, bij afritten of
als er sprake is van meerdere sets weg-
markeringen.
•
er zijn randen of andere lijnen dan rijst-
rookmarkeringen aanwezig op of naast
de rijbaan, zoals trottoirbanden, naden of
reparaties in het oppervlak van de rijbaan,
randen van barrières, bermen of scherpe
schaduwen.
•
de rijstrook is smal of bochtig.
•
de rijstrook loopt over een top van een
helling of een verkeerdrempel.
•
het is slecht weer, met regen, (natte)
sneeuw of mist of verminderd zicht met
326
slechte lichtomstandigheden, tegenlicht,
een natte rijbaan et cetera.
Let er ook op dat Pilot Assist de volgende
beperkingen heeft:
•
Hoge trottoirbanden, barrières en tijde-
lijke wegversperringen (pylonen, andere
barrières et cetera) worden niet gedetec-
teerd. Ze kunnen ten onrechte worden
verward met rijstrookmarkeringen, zodat
het risico bestaat dat de auto in aanra-
king komt met dergelijke barrières. Het is
aan de bestuurder om voldoende afstand
te houden tot de genoemde barrières.
•
De gecombineerde radarsensor en
camera heeft onvoldoende capaciteit om
alle aanwezige objecten en obstakels in
het verkeer te ontdekken, zoals kuilen,
stilstaande obstakels of voorwerpen die
de route geheel of gedeeltelijk blokkeren.
•
Pilot Assist "ziet" voetgangers, dieren en
dergelijke niet.
•
De aanbevolen stuuringreep is in sterkte
beperkt, wat inhoudt dat het systeem u
niet altijd kan helpen de auto zo te sturen
dat deze binnen de rijstrook blijft.
U kunt actuele stuuringrepen van Pilot Assist
altijd corrigeren of aanpassen en zelf het stuur in
de gewenste stand draaien.
Steile wegen en/of zware belading
Let erop dat Pilot Assist in eerste instantie
bestemd is voor gebruik tijdens ritten op vlakke
weggedeelten. Het systeem heeft mogelijk
moeite om de juiste afstand ten opzichte van
voorliggers aan te houden bij ritten op steile aflo-
pende wegen – blijf dan extra alert en rem zo
nodig zelf. Maak geen gebruik van Pilot Assist bij
een zware belading of wanneer er een aanhanger
achter de auto hangt.
Overig
•
Off Road
U kunt
niet kiezen, wanneer Pilot
Assist is geactiveerd.
N.B.
De functie maakt gebruik van de camera-een-
heid van de auto, die een aantal algemene
beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkin-
gen van de camera-eenheid'.
N.B.
De functie maakt gebruik van de radareen-
heid van de auto, die een aantal algemene
beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkin-
gen van de radareenheid'.
Gerelateerde informatie
•
Pilot Assist* (p. 305)
•
Pilot Assist-2* (p. 314)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.