"-": Eerstvolgende lagere versnelling inscha-
kelen.
"+": Eerstvolgende hogere versnelling
inschakelen.
Bij iedere bediening van de paddles wordt er
geschakeld, tenzij het motortoerental buiten het
toelaatbare bereik komt.
Na iedere schakeling geeft het bestuurdersdis-
play het cijfer van de ingeschakelde versnelling
weer.
Systeem uitschakelen
Handmatig uitschakelen in schakelstand D
–
Schakel de stuurpaddles uit door beide
paddles in de richting van het stuurwiel te
halen en in die stand vast te houden, totdat
het cijfer voor de ingeschakelde versnelling
van het bestuurdersdisplay verdwijnt.
Automatische uitschakeling
In schakelstand D worden de stuurpaddles na
enige tijd van inactiviteit automatisch uitgescha-
keld. Het feit dat het cijfer voor de ingeschakelde
versnelling verdwijnt bevestigt dit.
Dit geldt echter niet bij het afremmen op de
motor. De paddles blijven actief zolang er op de
motor wordt afgeremd.
Gerelateerde informatie
•
Schakelstanden van automatische versnel-
lingsbak (p. 402)
•
Schakelindicator (p. 404)
STARTEN EN RIJDEN
Start/Stop
Het Start/Stop-systeem zet de motor tijdelijk af
wanneer de auto stilstaat voor bijvoorbeeld ver-
keerslichten of in een file en start de motor ver-
volgens automatisch wanneer u verder rijdt.
Start/Stop is een van de energiebesparende sys-
temen die als doel hebben het brandstofverbruik
te verlagen. En dat draagt weer bij aan lagere uit-
laatgasemissies.
Het systeem maakt een milieubewuste rijstijl
mogelijk door de motor automatisch te laten
stoppen als dat zo uitkomt.
Gerelateerde informatie
•
Start/Stop-systeem gebruiken (p. 408)
•
Voorwaarden voor Start/Stop-systeem
(p. 409)
407