SLOTEN EN ALARM
23
Alarm
Het alarm waarschuwt bijvoorbeeld bij inbraak in
de auto.
Een geactiveerd alarmsysteem gaat af als:
•
een portier, de motorkap of de kofferklep
wordt geopend,
•
er beweging in de passagiersruimte wordt
waargenomen (als er een bewegingsmelder*
aanwezig is),
•
de auto wordt opgetakeld of weggesleept
(op auto's met een niveausensor*),
•
een kabel van de startaccu wordt losgekop-
peld of
•
de sirene wordt losgekoppeld.
Als er een storing in het alarmsysteem
is opgetreden, verschijnen het symbool
en de melding
Storing
alarmsysteem Service vereist
het bestuurdersdisplay. Neem dan contact op
met een werkplaats - geadviseerd wordt een
erkende Volvo-werkplaats.
23
Optie op bepaalde markten.
24
Geldt alleen voor auto's met passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*).
262
N.B.
Probeer niet zelf de onderdelen van het
alarmsysteem te repareren of te wijzigen. Der-
gelijke pogingen kunnen van invloed zijn op
de verzekeringsvoorwaarden.
N.B.
De bewegingsmelders laten het alarm afgaan
bij bewegingen in de passagiersruimte – ook
eventuele luchtstromen worden geregistreerd.
Het alarm kan dan ook afgaan, als u de auto
met een raam of panoramadak* open laat
staan of als u de interieurverwarming
gebruikt.
Om dat te voorkomen: Sluit bij het verlaten
van de auto alle ramen en het panoramadak.
Bij gebruik van de geïntegreerde standkachel
van de auto (of een draagbare variant daarvan
op
op stroom) dan dient u de blaasmonden dus-
danig af te stellen dat deze niet omhoogwij-
zen. U kunt ook gebruik maken van het
beperkte alarmniveau – zie het gedeelte ver-
derop in dit artikel.
Alarm activeren
Vergrendel de auto en activeer het alarmsysteem
van de auto door:
•
op de vergrendelingsknop op de transpon-
dersleutel te drukken,
•
het gemarkeerde gebied op de buitenkant
van de portiergreep aan te raken of
•
op het met rubber beklede drukplaatje op de
24
kofferklep te drukken
.
Bij een auto met elektrische kofferklepbediening
kunt u ook gebruik maken van de knop aan de
onderzijde van de kofferklep om de auto te ver-
grendelen en het alarmsysteem in te schakelen.
Alarm deactiveren
Ontgrendel de auto en deactiveer het alarmsys-
teem van de auto door:
•
op de ontgrendelingsknop op de transpon-
dersleutel te drukken,
•
een van de portiergrepen beet te pakken
of
•
op het met rubber beklede drukplaatje op de
24
kofferklep te drukken
.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
24
24