Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Safelock-Functie; Tijdelijk Deactiveren - Volvo S90 2017 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Safelock-functie

Bij activering van de Safelock-functie worden
alle openingshandgrepen mechanisch losgekop-
peld, wat het openen van de portieren van de
binnenzijde onmogelijk maakt.
De Safelock-functie wordt geactiveerd via de
transpondersleutel en bij passieve vergrendeling
(Passive Entry)*. De Safelock-functie wordt met
ca. 10 seconden vertraging actief na vergrende-
ling van de portieren.
N.B.
Als er binnen deze vertragingsperiode een
van de portieren wordt geopend, wordt de
functie geannuleerd en het alarm gedeacti-
veerd.
De auto kan alleen worden ontgrendeld met de
transpondersleutel, passieve ontgrendeling of de
mobiele app Volvo On Call (VOC)* als de Safe-
lock-functie geactiveerd is. Het linker voorportier
is ook te ontgrendelen met het afneembare sleu-
telblad.
WAARSCHUWING
Laat niemand in de auto zitten zonder eerst
de Safelock-functie te deactiveren om te
voorkomen dat u iemand opsluit.

Tijdelijk deactiveren

Als u de portieren van de buitenzijde wilt vergren-
delen terwijl er iemand in de auto achterblijft,
kunt u de Safelock-functie tijdelijk uitschakelen.
Bij reguliere vergrendeling worden de elektrische
aansluitingen direct gedeactiveerd, maar bij een
tijdelijk gedeactiveerde Safelock-functie zijn ze
na vergrendeling maximaal 10 minuten actief.
Tijdelijke deactivering is mogelijk via het hoofd-
scherm van het middendisplay. Kies hiervoor:
Instellingen
My Car
Vergrendeling
Minder
bescherming.
Dit kan ook vanaf het functiescherm van het mid-
Minder
dendisplay door te drukken op
bescherming
.
Op het middendisplay verschijnt vervolgens
Minder bescherming
. De Safelock-functie
wordt tijdelijk gedeactiveerd bij de volgende keer
dat de auto vergrendeld wordt. Als de auto wordt
ontgrendeld en weer wordt vergrendeld, moet de
Safelock-functie weer tijdelijk worden gedeacti-
veerd. Let erop dat ook de bewegingsmelders en
niveausensoren van het alarmsysteem* worden
uitgeschakeld.
De volgende keer dat u de motor start, wordt het
systeem gereset.
SLOTEN EN ALARM
N.B.
Let erop dat het alarm wordt geactiveerd
bij vergrendeling van de auto.
Als een van de portieren van de binnen-
zijde wordt geopend, gaat het alarm af.
Gerelateerde informatie
Transpondersleutel (p. 234)
Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buiten-
zijde (p. 239)
Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de bin-
nenzijde (p. 243)
Vergrendelen/ontgrendelen met afneembaar
sleutelblad (p. 250)
Alarm (p. 262)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
245

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave