Geheugenfunctie van elektrisch
bedienbare voorstoel*
De standen van de buitenspiegels zijn op te slaan
in de geheugenfunctie van de elektrisch bedien-
bare voorstoel.
Buitenspiegel kantelen bij parkeren
De buitenspiegels kunnen omlaaggekanteld wor-
den, zodat u bijvoorbeeld tijdens het parkeren de
wegrand kunt zien.
–
Schakel de achteruitversnelling in en druk op
de knop L of R.
Bij het inschakelen van een andere versnelling
nemen de gekantelde buitenspiegels na ca.
10 seconden de oorspronkelijke stand weer in.
Dat gebeurt eerder, als u de knop L of R indrukt.
Automatisch kantelende buitenspiegel
58
bij parkeren
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling
worden de buitenspiegels automatisch omlaag-
gekanteld, zodat u bijvoorbeeld tijdens het parke-
ren de wegrand kunt zien. Wanneer u de auto uit
de achteruitversnelling haalt, nemen de buiten-
spiegels na enige tijd automatisch hun oorspron-
kelijke stand weer in.
De instellingen voor de functie zijn te verrichten
via het middendisplay:
1. Druk op
Instellingen
op het hoofdscherm.
Alleen in combinatie met een elektrisch bedienbare stoel met geheugen.
58
2. Druk op
My Car
3. Kies onder
Buitenspiegel kantelen bij
achteruit
voor
Uit
om te activeren/deactiveren en om te kiezen
welke buitenspiegel moet worden gekanteld.
58
Automatische inklapfunctie bij
58
vergrendelen
Wanneer u de auto vanaf de transpondersleutel
vergrendelt/ontgrendelt worden de buitenspie-
gels automatisch in- of uitgeklapt.
De functie is te activeren/deactiveren via het
middendisplay:
1. Druk op
Instellingen
2. Druk op
My Car
3. Kies
Spiegels inklappen bij vergrend.
te activeren/deactiveren.
In neutrale stand terugzetten
Spiegels die uit positie zijn geraakt door invloe-
den van buitenaf, moeten eerst elektrisch in de
neutrale stand worden teruggezet zodat het elek-
trisch in- en uitklappen weer correct werkt:
1. Klap de spiegels in met de knoppen L en R.
2. Klap de spiegels weer uit met de knoppen L
en R.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
3. Herhaal de bovenstaande procedure zo
Spiegels.
De spiegels staan daarmee weer in de neutrale
,
Best.
,
Passag.
of
Beide
stand.
Autodimfunctie*
Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te
fel is, worden de achteruitkijkspiegel en buiten-
spiegels automatisch gedimd.
Buitenspiegels met autodimfunctie zijn alleen
mogelijk, als ook de achteruitkijkspiegel is voor-
zien van een dergelijke autodimfunctie, zie het
artikel "Achteruitkijkspiegel".
De autodimfunctie is tijdens het rijden altijd
op het hoofdscherm.
actief, behalve bij inschakeling van de achteruit-
versnelling. De gevoeligheid van de autodimfunc-
Spiegels.
tie is in te stellen op drie niveaus en is van
om
invloed op zowel de achteruitkijkspiegel als de
buitenspiegels.
De instellingen voor de functie zijn te verrichten
via het middendisplay:
1. Druk op
nodig.
N.B.
Bij aanpassing van het gevoeligheidsniveau
van de autodimfunctie is de wijziging pas na
enige tijd te merken.
Instellingen
op het hoofdscherm.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
155