Pagina 1 Instructieboekje WEB EDITION...
Pagina 3 BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo Om nog meer plezier van uw auto te hebben, zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en raden wij u aan om vertrouwd te raken met de uit- comfort van u en uw passagiers vooropgestaan.
Pagina 4 Inhoud 00 Inleiding 01 Veiligheid 02 Sloten en alarm Belangrijke informatie......... 6 Veiligheidsgordels ........16 Transpondersleutel/sleutelblad....44 Volvo en het milieu........10 Airbags............19 Privacy locking*......... 50 Airbag activeren/deactiveren*....22 Batterij vervangen transpondersleutel/ PCC*............52 SIPS-airbags (zij-airbags) ......24 Keyless drive*..........54 Opblaasgordijnen (IC-systeem) ....
Pagina 5 DSTC............156 Instrumenten, schakelaars en bediening - Menugroep MY CAR....... 217 Executive ..........81 Road Sign Information – RSI*....158 Klimaatregeling........225 Volvo Sensus ........... 82 Cruisecontrol*......... 161 Motor- en interieurverwarming*....237 Sleutelstanden.......... 83 Adaptieve cruisecontrol*......163 Extra verwarming*........242 Stoelen en achterbank......
Pagina 6 Inhoud 06 Infotainment 07 Tijdens het rijden 08 Wielen en banden Algemene informatie over infotainment.. 260 Rijadviezen..........322 Algemene informatie ......346 Radio............272 Tanken............ 325 Wielen verwisselen ......... 351 Mediaspeler..........280 Brandstof..........326 Bandenspanning ........354 Externe geluidsbron via AUX/ Lading vervoeren........
Pagina 7 Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Specificaties 11 Alfabetisch register Motorruimte..........364 Type-aanduidingen......... 406 Alfabetisch register......... 440 Gloeilampen..........372 Maten en gewichten........ 408 Wisserbladen en sproeiervloeistof..379 Motorspecificaties........412 Accu............381 Motorolie..........414 Zekeringen..........386 Vloeistoffen en smeermiddelen....417 Verzorging..........398 Brandstof..........
Pagina 8 Neem bij twijfel over de standaarduitrusting of lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt. opties/accessoires contact op met een Volvo- Displaymeldingen Zo maakt u kennis met nieuwe functies, krijgt dealer.
Pagina 9 Inleiding Belangrijke informatie Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade Informatie G031590 Zwarte ISO-symbolen in een oranje waar- Witte ISO-symbolen en een witte tekst/ Witte ISO-symbolen en een witte tekst/ schuwingsveld, witte tekst/afbeelding in een afbeelding in een zwart of blauw waarschu- afbeelding in een zwart tekstveld.
Pagina 10 Als voor de instructies bij een reeks mingslijst. en anderzijds om ervoor te zorgen dat Volvo afbeeldingen de onderlinge volgorde niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld:...
Pagina 11 Als een auto met Volvo On Call van eigenaar verandert, is het uitermate belangrijk dat deze tuur vereist die alleen beschikbaar is bij Volvo, en de werkplaatsen die een contract diensten worden beëindigd of overgeschre-...
Pagina 12 Volvo Car Corporation die van laatgasreiniging. In veel gevallen liggen uit- De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun invloed zijn op alle activiteiten. We zijn ervan laatgasemissies ver onder de geldende nor- klasse wat het brandstofverbruik betreft.
Pagina 13 Wanneer u de reparaties en het onderhoud snelheid neemt de luchtweerstand met aan de auto toevertrouwt aan de werkplaat- een factor vier toe. sen van Volvo, wordt de auto een onderdeel • Hanteer afvalstoffen die schadelijk voor van ons systeem. Volvo stelt duidelijke milieu- het milieu zijn, zoals accu’s en olie, op...
Pagina 14 Inleiding Volvo en het milieu...
Pagina 15 Inleiding...
Pagina 16 Veiligheidsgordels .................. 16 Airbags....................19 Airbag activeren/deactiveren*..............22 SIPS-airbags (zij-airbags) ............... 24 Opblaasgordijnen (IC-systeem) ............. 26 WHIPS ....................27 Activering van de veiligheidssystemen ..........29 Safety mode.................... 30 Kinderen en veiligheid................32 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 17 V E I L I G H E I D...
Pagina 18 01 Veiligheid Veiligheidsgordels Algemene informatie Op de achterbank passen de borglippen van WAARSCHUWING de veiligheidsgordel alleen in de bijbehorende De veiligheidsgordel en de airbag werken sluitingen samen. Als de veiligheidsgordel niet of onjuist wordt gebruikt, kan de bescher- Veiligheidsgordel losmaken ming die de airbag bij een aanrijding biedt Druk op de rode knop van de gordelsluiting afnemen waardoor u als klant ernstig letsel...
Pagina 19 Breng nooit zelf wijzigingen aan de veilig- ten kunnen komen). Streef ernaar de afstand heidsgordels aan en probeer ze nooit zelf tussen de buik en het stuur zo groot mogelijk te repareren. Volvo adviseert u daarvoor te maken. contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 20 01 Veiligheid Veiligheidsgordels Achterbank Bepaalde markten De functie van de gordelwaarschuwing voor Er gaat een waarschuwingssymbool branden de achterbank is tweeledig: en er worden geluidssignalen afgegeven wan- neer de bestuurder en een eventuele voor- • Aangeven welke veiligheidsgordels van passagier de gordel niet dragen. Op lage de achterbank er worden gebruikt.
Pagina 21 Het symbool kan ook duiden op een sto- ring in de gordelspanners, het SIPS- en het IC-systeem of op een andere storing in het systeem. Volvo adviseert u zo spoedig Airbagsysteem, auto met stuur links. mogelijk contact op te nemen met een Analoog instrumentenpaneel.
Pagina 22 De veiligheidsgordel en de airbag werken WAARSCHUWING samen. Als de veiligheidsgordel niet of Volvo adviseert u voor reparatie contact op onjuist wordt gebruikt, kan de bescher- te nemen met een erkende Volvo-werk- ming die de airbag bij een aanrijding biedt Positie van de passagiersairbag in een auto met plaats.
Pagina 23 01 Veiligheid Airbags WAARSCHUWING Plaats geen voorwerpen voor of boven op het dashboard in het gebied waar de pas- sagiersairbag is aangebracht. WAARSCHUWING Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een comfortkussen voorin, wanneer de airbag aan die kant geactiveerd is. Laat nooit iemand voor de passagierstoel zitten of staan.
Pagina 24 48. beslist niet. Bezoek zo spoedig mogelijk een werk- plaats. Volvo adviseert u daarvoor contact WAARSCHUWING op te nemen met een erkende Volvo-werk- plaats. Het niet opvolgen van de bovenstaande aanbevelingen kan levensgevaarlijke situ- aties opleveren voor de inzittenden.
Pagina 25 01 Veiligheid Airbag activeren/deactiveren* Geactiveerde airbag Gedeactiveerde airbag WAARSCHUWING Geactiveerde airbag (passagiersstoel): Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een comfortkussen op de passagiers- stoel, wanneer de airbag aan die kant geactiveerd is. Laat evenmin personen die kleiner zijn dan 1,40 m op deze stoel plaatsnemen.
Pagina 26 01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) SIPS-airbag Positie airbags worden vervolgens opgeblazen tus- sen de inzittende en het portierpaneel. Daar- mee vangen de SIPS-airbags de klap van de aanrijding op voor de inzittende, waarna de airbags weer leeglopen. De SIPS-airbag wordt normaal gesproken alleen opgeblazen aan de kant van de aanrijding.
Pagina 27 01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) WAARSCHUWING • Volvo adviseert u de reparatie uitslui- tend door een erkende Volvo-werk- plaats te laten uitvoeren. Een ver- keerde ingreep in het SIPS-systeem kan tot een onjuiste werking leiden met ernstig letsel als gevolg. •...
Pagina 28 Schroef of bevestig geen onderdelen op de plafondbekleding, portierstijlen of de zijpanelen van de auto. Ze kunnen daarbij hun beschermende werking verliezen. Volvo adviseert u uitsluitend originele Volvo-onderdelen, bestemd voor montage op deze plaatsen, te gebruiken. De opblaasgordijnen van het IC-systeem...
Pagina 29 Plaats geen voorwerpen op de vloer achter de Breng nooit zelf wijzigingen in de stoel of bestuurders- of passagiersstoel die het WHIPS- het WHIPS-systeem aan en probeer ze systeem kunnen hinderen. nooit zelf te repareren. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 30 Het WHIPS-systeem kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben verloren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact is. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats voor een controle van het systeem, ook na een lichte aanrijding van achteren.
Pagina 31 Laat de auto wegslepen. Volvo adviseert u de te auto te Het is mogelijk dat de airbags niet worden opgeblazen, laten wegslepen naar een erkende Volvo- ondanks dat de carrosserie van de auto danig vervormd werkplaats.
Pagina 32 Als alles normaal lijkt en u hebt vastgesteld gestaan. Dit kan aanleiding geven tot letsel dat er geen brandstof lekt, kunt u proberen of een slechte functie van de auto. Volvo de motor te starten. adviseert u de auto altijd in een erkende...
Pagina 33 01 Veiligheid Safety mode WAARSCHUWING De auto mag niet worden weggesleept zolang deze in de Safety mode staat. De auto moet worden weggesleept. Volvo adviseert u hem te laten wegslepen naar een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 34 Bij gebruik van op de markt verkrijgbare zeker dat de producten passen en eenvoudig Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te kinderveiligheidsproducten is het van in het gebruik zijn. vervoeren in een achterstevoren gemonteerd...
Pagina 35 01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Sticker airbag opgeblazen, kan een kind op de passagiers- WAARSCHUWING stoel ernstig letsel oplopen. Gebruik geen kinderzitjes met stalen beu- gels of andere constructies die tegen de WAARSCHUWING ontgrendelingsknop van de gordelsluiting kunnen aankomen. Dit om te voorkomen Zet nooit een kind in een kinderzitje op de dat de gordels plotseling losschieten.
Pagina 36 Gewicht Voorstoel (met gedeactiveerde air- Buitenste zitplaats achterbank Middelste zitplaats achter- bag) bank Groep 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) - achterste- voren gemonteerd kinderzitje bevestigd met max. 10 kg ISOFIX-systeem. Groep 0+ Typegoedkeuring: E1 04301146 max. 13 kg Groep 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) –...
Pagina 37 13 kg Groep 1 Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo- Volvo-kinderzitje (Volvo Convertible Child kinderzitje (Volvo Convertible Child Seat) – ach- 9–18 kg Seat) – achterstevoren gemonteerd kinder- terstevoren gemonteerd kinderzitje bevestigd zitje bevestigd met veiligheidsgordel en met veiligheidsgordel en bevestigingsband.
Pagina 38 Groep 2 Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo- Achterstevoren gemonteerd/ Volvo-kinderzitje (Volvo Convertible Child kinderzitje (Volvo Convertible Child Seat) – in rij- omkeerbaar Volvo-kinderzitje 15–25 kg Seat) – in rijrichting gemonteerd kinderzitje richting gemonteerd kinderzitje bevestigd met (Volvo Convertible Child Seat) – in bevestigd met veiligheidsgordel.
Pagina 39 (UF) Groep 2/3 Volvo-comfortkussen met rugleuning (Volvo Volvo-comfortkussen met rugleuning (Volvo Volvo-comfortkussen met rugleu- Booster Seat with backrest). Booster Seat with backrest). ning (Volvo Booster Seat with 15–36 kg backrest). Typegoedkeuring: E1 04301169 Typegoedkeuring: E1 04301169 Typegoedkeuring: E1 04301169 (UF)
Pagina 40 01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Kinderslot achterportieren Duw het zitgedeelte van de zitplaats omlaag Afme- Beschrijving om bij de bevestigingspunten te komen. De bedieningsknoppen voor de ruiten in de tingsca- achterportieren en de openingshandgrepen tegorie Houd u altijd aan de montage-instructies van op de achterportieren zijn te blokkeren, zodat de fabrikant, wanneer u een kinderzitje/baby- Beperkte grootte (optie 2), in...
Pagina 41 Kinderen en veiligheid N.B. N.B. Als een ISOFIX-kinderzitje geen afmetings- Volvo adviseert u contact op te nemen met categorie heeft, dient uw model op de lijst een Volvo-werkplaats over de ISOFIX-kin- met auto’s te staan waarvoor het kinder- derzitjes die Volvo aanbeveelt.
Pagina 42 IL: Geschikt voor specifieke ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes kunnen bestemd zijn voor een bepaald automerk, voor een beperkte groep merken of semi-universeel zijn. IUF: Geschikt voor in rijrichting gemonteerd ISOFIX-kinderzitje met universele goedkeuring voor deze gewichtscategorie. Volvo adviseert een achterstevoren gemonteerd kinderzitje voor deze categorie.
Pagina 43 De bovenste bevestigingspunten zijn voorna- melijk bestemd om een in de rijrichting gemonteerd kinderzitje aan te bevestigen. Volvo adviseert u kleine kinderen zo lang mogelijk in achterstevoren gemonteerde kin- derzitjes te vervoeren.
Pagina 44 Transpondersleutel/sleutelblad............... 44 Privacy locking*..................50 Batterij vervangen transpondersleutel/PCC*.......... 52 Keyless drive*..................54 Vergrendelen/ontgrendelen..............57 Kinderslot....................62 Alarm*...................... 63 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 45 S L O T E N E N A L A R M...
Pagina 46 – PCC’s (Personal Car Communicator geleverd. Zie voor auto’s met Keyless drive-systeem zie geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- U gebruikt ze om de auto te starten en deze pagina 54. plaats. Neem de resterende transpondersleu- te vergrendelen en ontgrendelen.
Pagina 47 Kofferdeksel Start starten. Als de storing aan- houdt: Neem dan contact opnieuw Paniekfunctie op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Voor het starten van de auto, zie pagina 121. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 48 02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutelblad Ontgrendelen – Ontgrendelt de portie- Paniekfunctie – bestemd om in noodge- ren en het kofferdeksel en deactiveert het vallen de aandacht van anderen te trekken. alarm. Als u de toets ten minste 3 seconden lang Bij lang indrukken (ten minste 4 seconden) ingedrukt houdt of tweemaal achtereen bin- worden alle zijruiten tegelijkertijd geopend.
Pagina 49 • de transpondersleutel in het contactslot nemen met een werkplaats – geadviseerd wordt gestoken. wordt een erkende Volvo-werkplaats. Transpondersleutel met PCC* - Personal Car • de rijsnelheid hoger is dan 30 km/h. Communicator.
Pagina 50 Er kunnen storingen optreden in de functie De unieke code van de sleutelbladen is van de informatietoets door radiogolven in bekend bij de erkende Volvo-werkplaatsen, de lucht, omringende gebouwen, topogra- waar ook nieuwe sleutelbladen kunnen wor- fische omstandigheden e.d.
Pagina 51 02 Sloten en alarm Transpondersleutel/sleutelblad Portier ontgrendelen met sleutelblad Sleutelblad verwijderen Als de centrale vergrendeling niet op de transpondersleutel reageert (omdat de batte- rijen bijvoorbeeld leeg zijn), kunt u het bestuurdersportier op de volgende manier ontgrendelen en openen: 1. Ontgrendel het bestuurdersportier met het sleutelblad in de slotcilinder van de portierhandgreep.
Pagina 52 02 Sloten en alarm Privacy locking* Algemene informatie over Privacy Activeren/deactiveren De functie Privacy locking is bestemd voor locking als u de auto afgeeft voor een onderhouds- beurt of als u hem bij een hotel of iets derge- lijks laat parkeren. Het dashboardkastje is dan vergrendeld en het kofferdekselslot is niet via de centrale vergrendeling te openen –...
Pagina 53 02 Sloten en alarm Privacy locking* N.B. Plaats het sleutelblad niet in de transpon- dersleutel terug, maar houd het bij u en bewaar het goed. • Houd voor het deactiveren de omge- keerde volgorde aan. Om alleen het dashboardkastje te vergrende- len, zie pagina 58.
Pagina 54 02 Sloten en alarm Batterij vervangen transpondersleutel/PCC* Batterij vervangen Batterij vervangen Let erop hoe de batterij(en) aan de bin- Vervang de batterijen, als: nenzijde van de afdekking vastzit(ten). Let • het informatiesymbool op het instrumen- daarop op de pluszijde + en de minzijde tenpaneel oplicht en Afst.bediening –.
Pagina 55 02 Sloten en alarm Batterij vervangen transpondersleutel/PCC* 3. Duw voorzichtig tegen het sleutelblad. U hoort een klikgeluid wanneer het sleutel- blad goed vastzit. BELANGRIJK Zorg dat de oude batterij(en) wordt/ worden afgevoerd op een milieuontlas- tende manier. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 56 02 Sloten en alarm Keyless drive* Vergrendelings- en startsysteem Bereik PCC Veilig gebruik van uw PCC zonder sleutel (alleen PCC Om een portier of het kofferdeksel te kunnen Als u een PCC met Keyless drive-functie in de openen moet de PCC zich binnen een straal auto laat liggen, wordt de PCC bij het ver- Algemene informatie van maximaal 1,5 m rond de portierhandgre-...
Pagina 57 02 Sloten en alarm Keyless drive* Als er desondanks toch storingen optreden, Als de centrale vergrendeling niet op de PCC N.B. moet u de PCC en het sleutelblad als trans- reageert (omdat de batterijen bijvoorbeeld Bij een auto met een automatische ver- pondersleutel gebruiken, zie pagina 45.
Pagina 58 02 Sloten en alarm Keyless drive* Hoedenplank, aan de onderkant, in het Sleutelgeheugen , bestuurdersstoel en Slotinstellingen Instappen zonder midden buitenspiegels sleutel – kies vervolgens uit Alle deuren open Willekeurige deur Deuren aan één Portierhandgreep, rechtsachter Geheugenfunctie van PCC kant Beide voordeuren Als meerdere personen met elke hun eigen Middenconsole, onder achterstuk...
Pagina 59 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Van de buitenzijde Van de binnenzijde N.B. Met de transpondersleutel kunt u alle portie- Let erop dat het alarm afgaat, wanneer het Centrale vergrendeling portier na ontgrendeling met het sleutel- ren en het kofferdeksel gelijktijdig vergrende- blad wordt geopend –...
Pagina 60 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Bij lang indrukken (ten minste 4 seconden) Neem het sleutelblad uit. Auto-instellingen Slotinstellingen worden alle zijruiten* tegelijkertijd geopend. Automatische vergrendeling. Voor een • Houd voor het ontgrendelen de omge- beschrijving van het menusysteem, zie • Trek eenmaal aan de openingshandgreep keerde volgorde aan.
Pagina 61 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Van de binnenzijde ontgrendelen zijn. De niveausensoren en bewegingsmel- N.B. ders alsmede de sensoren in de opening van • Wanneer de klep met tweemaal het kofferdeksel worden buiten werking indrukken werd ontgrendeld is auto- gesteld. matische hervergrendeling niet moge- De portieren blijven vergrendeld en beveiligd.
Pagina 62 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Tijdelijk deactiveren Safelock-functie* tailleerde beschrijving van het menusys- teem (zie pagina 217)). Bij activering van de Safelock-functie worden alle vergrendelingsknoppen en openings- 2. Kies Eén keer activeren handgrepen mechanisch losgekoppeld, wat > Op het display van het instrumenten- het openen van de portieren van de binnen- Beveil.
Pagina 63 02 Sloten en alarm Vergrendelen/ontgrendelen Beveil. volledig de melding verschijnt. Daarmee zijn de Safelock-functie en de bewegingsmelders en niveausensoren van het alarmsysteem opnieuw inge- schakeld. Als u geen wijzigingen in het vergrende- lingssysteem wenst Druk op EXIT en vergrendel de auto. –...
Pagina 64 02 Sloten en alarm Kinderslot Handmatig kinderslot op Doe het volgende om het kinderslot te active- achterportieren N.B. ren: Het kinderslot voorkomt dat kinderen een 1. Start de motor of kies een slotstand • De vergrendelbus van een portier dient achterportier vanaf de binnenzijde openen.
Pagina 65 De led is uit – het alarm is uitgeschakeld; Neem dan contact op met een werkplaats – • De led licht om de twee seconden een- geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- N.B. maal op – het alarm is ingeschakeld; plaats.
Pagina 66 02 Sloten en alarm Alarm* Beperkt alarmniveau Geactiveerd alarm uitschakelen – Druk op de ontgrendelingstoets op de Om te voorkomen dat het alarmsysteem transpondersleutel of steek de transpon- onbedoeld afgaat als u bijvoorbeeld een hond dersleutel in het contactslot. in een vergrendelde auto achterlaat of een autotrein of veerverbinding gebruikt, dienen de bewegingsmelder en de niveausensoren Overige alarmfuncties...
Pagina 67 02 Sloten en alarm...
Pagina 68 Instrumenten, schakelaars en bediening..........68 Instrumenten, schakelaars en bediening - Executive ......81 Volvo Sensus ..................82 Sleutelstanden..................83 Stoelen en achterbank................85 Voorstoelen - Executive................89 Stuurwiel....................91 Verlichting....................93 Wissers en sproeiers................105 Ruiten en spiegels................. 107 Kompas*....................113 Elektrisch bedienbaar schuifdak*............
Pagina 69 B E S T U U R D E R S M I L I E U...
Pagina 70 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenoverzicht Auto met stuur links.
Pagina 71 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Functie Pagina Functie Pagina Functie Pagina Menu- en meldings- 214, 99, Openingshandgreep – Stoelverstelling* functies, richtingaan- 95, 244 portier Bedieningsknoppen 93, 325, wijzers, groot licht/ Bedieningspaneel 57, 62, verlichting, ontgrende- dimlicht, boordcompu- 107, 110 ling tankvulklep en kof- ferdeksel Bedieningspaneel voor...
Pagina 72 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Auto met stuur rechts.
Pagina 73 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Functie Pagina Functie Pagina Functie Pagina Alarmlichten Openingshandgreep – Bedieningspaneel voor portier klimaatregeling Beeldscherm voor 261, 263, Bedieningspaneel 57, 62, Bedieningspaneel voor 217, 261, infotainment en weer- 107, 110 infotainment en menu- gave van menu’s functies Stoelverstelling* START/STOP...
Pagina 74 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Meters en wijzers, analoog instrument Toerenteller. De meter geeft het motor- toerental in duizenden omwentelingen per minuut aan. Schakelindicator /Schakelstandindica- . Zie ook versnellingsbakken pagina 130. Meters en wijzers, digitaal instrument Voor het digitale instrumentenpaneel zijn ver- schillende thema’s te kiezen.
Pagina 75 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Toerenteller. De meter geeft het motor- Snelheidsmeter toerental in duizenden omwentelingen per Toerenteller. De meter geeft het motor- minuut aan. toerental in duizenden omwentelingen per Schakelindicator /Schakelstandindica- minuut aan. . Zie ook versnellingsbakken pagina Schakelindicator /Schakelstandindica- 130.
Pagina 76 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening ook boordcomputer, pagina 244 en tan- Kies ‘Eco’ om deze functie te kunnen zien, zie Bij zeer lage actuele waarden licht (met enige ken pagina 325. pagina 73. vertraging) het rode gebied van de meter op, wat betekent dat u onzuinig rijdt.
Pagina 77 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Controle- en waarschuwingssymbolen Controle- en waarschuwingssymbolen, digitaal Beschikbaar motorvermogen instrument. Controlesymbolen Benut vermogen Controle- en waarschuwingssymbolen, analoog instrument. Controle- en waarschuwingssymbolen Beschikbaar vermogen Controlesymbolen De kleinere wijzer bovenaan toont het Waarschuwingssymbolen beschikbare motorvermogen . Hoe groter de Controle- en waarschuwingssymbolen uitslag op de schaal, hoe meer vermogen er Functietest...
Pagina 78 Rijd Stabiliteitsregeling, Sport- het bochtenwerk aan te merken zijn als actie- voor een controle naar een werkplaats. Volvo stand ver dan normaal, waarna het systeem een adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo- gecontroleerde vorm van slippen in de ach- werkplaats bezoekt.
Pagina 79 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening Laag peil in brandstoftank Waarschuwingssymbolen adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo- werkplaats bezoekt. Wanneer het symbool gaat branden is het Symbool Betekenis brandstofpeil te laag. Tank dan zo spoedig Parkeerrem ingeschakeld mogelijk. Lage oliedruk...
Pagina 80 Wis de mel- Als de waarschuwingssymbolen voor het lies controleren door een werkplaats. ding met de knop OK. Volvo adviseert dat u daarvoor contact remsysteem en ABS tegelijkertijd branden, Waarschuwing, portieren niet gesloten opneemt met een erkende Volvo-werk- kan er een storing in de remkrachtverdeling plaats.
Pagina 81 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening er een verklarende afbeelding op het informa- ger indrukken (4 seconden) wordt de boord- tiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk computer gereset, als de auto is voorzien van tot stilstand en sluit het kofferdeksel. een digitaal instrumentenpaneel.
Pagina 82 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening 5. Draai aan TUNE om de juiste minuutaan- duiding in te stellen en druk op OK/ MENU – het vakje wordt gedeactiveerd. 6. Draai aan TUNE om het vakje voor markeren en druk op OK/MENU – de instelling is gereed.
Pagina 83 03 Bestuurdersmilieu Instrumenten, schakelaars en bediening - Executive Analoge klok Laat de knop los wanneer de klok de juiste tijd aangeeft. • Druk eenmaal op de knop van uw keuze, waarna de wijzers vooruit- of achteruitdraaien (in stapjes van ca. 10 seconden).
Pagina 84 203. systemen het desbetreffende hoofdstuk in het instructieboekje. Klimaatregeling, zie pagina 225. Volvo Sensus is te beschouwen als bestu- ringssysteem van uw auto, het middelpunt van uw persoonlijke Volvo-beleving. Volvo Sensus presenteert tal van functies van uit- eenlopende autosystemen op overzichtelijke...
Pagina 85 03 Bestuurdersmilieu Sleutelstanden Transpondersleutel aanbrengen en BELANGRIJK Niveau Functies verwijderen Vreemde voorwerpen in het contactslot • Kilometerteller, klok en tem- kunnen tot functiestoringen leiden of peratuurmeter worden ver- schade aan het slot toebrengen. licht. De transpondersleutel niet verkeerd om • Elektrisch bediende stoelen insteken –...
Pagina 86 03 Bestuurdersmilieu Sleutelstanden N.B. Niveau Functies Om niveau I of II te realiseren zonder dat • De koplampen worden ont- de motor wordt gestart, trapt u niet het stoken. rem-/koppelingspedaal in als u deze sleu- • Waarschuwings-/controle- telstanden wilt selecteren. lampjes branden 5 secon- den lang.
Pagina 87 03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank Voorstoelen Trek de pallen aan de achterzijde van de WAARSCHUWING rugleuning omhoog tijdens het omklap- De stand van de bestuurdersstoel instellen pen. voordat u gaat rijden en nooit tijdens het 4. Duw de stoel zo ver naar voren dat de rijden.
Pagina 88 03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank Elektrisch bedienbare stoel* Voorbereidingen 1. Stel de stoel en de buitenspiegels in. Tot enige tijd nadat u het portier met de 2. Houd de knop voor vastlegging van de transpondersleutel hebt ontgrendeld blijft het instelling ingedrukt, terwijl u op de geheu- mogelijk de stoel te verstellen, ook al steekt genknop van uw keuze drukt.
Pagina 89 03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank • Stel de stoel naar wens in. sleutel te bedienen. Het bestuurdersportier dient daarbij open te staan. • Vergrendel de auto zoals gebruikelijk door de vergrendelknop op de transponder- WAARSCHUWING sleutel in te drukken. Daarmee ligt de stoelpositie opgeslagen in het geheugen Beknellingsgevaar! Laat kinderen niet met van de transpondersleutel...
Pagina 90 03 Bestuurdersmilieu Stoelen en achterbank Middelste hoofdsteun achterbank Buitenste hoofdsteunen achterbank WAARSCHUWING elektrisch omklappen* De hoofdsteunen moeten na het rechtop zetten vergrendeld staan. Stem de hoofdsteun in de hoogte af op de lengte van de passagier. Zorg dat de boven- 1.
Pagina 91 03 Bestuurdersmilieu Voorstoelen - Executive Voorstoelen type Comfort Massagefunctie Lendensteun instellen Knop voor activering massagefunctie. Knop voor instelling lendensteun. Stoel naar voren/achteren zetten. Harde massage De lendensteun is in te stellen met behulp van Bedieningspaneel voor massagefunctie de luchtkussens die ook gebruikt worden Zachte massage en lendensteun.
Pagina 92 03 Bestuurdersmilieu Voorstoelen - Executive Stoel naar voren/achteren zetten Op de bovenstaande afbeelding staat een auto met het stuur links. De passagiersstoel is verder naar voren of achteren te zetten. De stoel komt zolang u de voor- of achterkant van de knop ingedrukt houdt steeds verder naar voren of achteren (zie bovenstaande afbeelding).
Pagina 93 03 Bestuurdersmilieu Stuurwiel Instellen Paddle voor handmatig schakelen bij WAARSCHUWING automatische versnellingsbak, zie Stel het stuurwiel af voordat u gaat rijden pagina 132 en controleer of het in de gekozen stand Audio- en telefoonfuncties, zie vergrendeld staat. pagina 261 Bij auto’s met snelheidsafhankelijke stuurbe- Claxon krachtiging* is de vereiste stuurkracht in te stellen, zie pagina 252.
Pagina 94 03 Bestuurdersmilieu Stuurwiel Elektrische stuurverwarming* ling plaats. Activeer/deactiveer de functie in het menusysteem MY CAR, zie pagina 217. De positie van de knop kan variëren afhankelijk van de overige gekozen uitrusting en de markt. Bij herhaaldelijk indrukken van de knop wordt geschakeld tussen de volgende stan- den: Stand...
Pagina 95 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Bedieningspaneel verlichting Standen draaiknop Stand Betekenis Stand Betekenis Dagrijlicht en stadslichten/ parkeerlichten/sidemarkers Dagrijlicht wanneer het elektri- overdag, wanneer het elektri- sche systeem van de auto in sche systeem van de auto in sleutelstand II staat of als de sleutelstand II staat of als de motor warm is.
Pagina 96 Groot licht kan worden geacti- veerd. Grootlichtsignalering mogelijk. Aangebracht in of onder de voorbumper. Volvo adviseert u de stand te gebrui- ken, zolang ‘Actief groot licht’* zich leent voor de verkeerssituatie of de weersgesteldheid. Verlichtingsdraaiknop in stand voor stadslichten Instrumentenverlichting vóór en achterlichten.
Pagina 97 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Dagrijlicht DRL Groot licht/dimlicht WAARSCHUWING Dit is een stroombesparingsfunctie die niet in alle gevallen kan bepalen wanneer de omgevingsverlichting voldoende of onvol- doende is bij mist en regen bijvoorbeeld. Als bestuurder bent u verplicht om de ver- lichting van de auto altijd af te stemmen op de heersende omstandigheden en de gel- dende verkeerswetgeving.
Pagina 98 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Grootlichtsignalen Activeren/deactiveren Wanneer AHB geactiveerd is, brandt het sym- Trek de stuurhendel voorzichtig tot in de AHB kan worden geactiveerd, wanneer de bool op het informatiedisplay van het stand voor grootlichtsignalen naar het stuur- instrumentenpaneel. verlichtingsdraaiknop in de stand staat.
Pagina 99 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Actieve xenonkoplampen - ABL* informatiedisplay van het instrumentenpaneel BELANGRIJK verschijnt, moet u handmatig tussen groot Voorbeelden van situaties waarin u moge- licht en dimlicht schakelen. De verlichtings- lijk moet wisselen tussen groot licht en draaiknop kan echter in stand blijven dimlicht: staan.
Pagina 100 Geactiveerd bij levering vanuit de fabriek. Verstralers moeten op het elektrische systeem worden aangesloten door een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 101 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Alarmlichten Richtingaanwijzers/knipperlichten De hendel blijft in deze stand staan en kan handmatig in de uitgangspositie teruggezet worden of veert automatisch terug bij het terugdraaien van het stuurwiel. Richtingaanwijzersymbolen Voor richtingaanwijzersymbolen, zie pagina 75. Verlichting in interieur Knop voor alarmlichten. Richtingaanwijzers/knipperlichten.
Pagina 102 03 Bestuurdersmilieu Verlichting • Instapverlichting u de auto met de afstandsbediening ont- Alle verlichting in het interieur kan handmatig grendelt, zie pagina 45 of 49 in- en uitgeschakeld worden binnen 30 minu- De instapverlichting (alsmede de interieurver- ten nadat: • lichting) worden in- en uitgeschakeld bij het de motor is afgezet en het elektrische openen of sluiten van een portier.
Pagina 103 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Follow Me Home-verlichting Approach-verlichting Lichtbundel aanpassen Het is mogelijk om een deel van de buitenver- U activeert de Approach-verlichting met de lichting enige tijd ingeschakeld te houden en transpondersleutel, zie pagina 45, om de ver- als Follow Me Home-verlichting dienst te lichting van de auto op afstand in te schake- laten doen na vergrendeling van de auto.
Pagina 104 03 Bestuurdersmilieu Verlichting • A = LHD Right (auto met het stuur keer. Bij de juiste lichtbundel wordt ook de Het land waarin de auto werd afgeleverd links, rechter koplampglas) berm beter verlicht. bepaalt of de uitgangspositie de juiste is voor links- of rechtsrijdend verkeer.
Pagina 105 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Positie van de mallen Bovenste regel: auto met stuur links, mallen A en B. Onderste regel: auto met stuur rechts, mallen C en D.
Pagina 106 03 Bestuurdersmilieu Verlichting Mallen voor halogeenkoplampen...
Pagina 107 03 Bestuurdersmilieu Wissers en sproeiers Intervalstand Regensensor* Ruitenwissers Met het duimwiel kunt u het aantal De regensensor registreert de hoeveelheid wisslagen per eenheid van tijd regen op de voorruit en schakelt automatisch instellen wanneer u de intervalstand de ruitenwissers op de voorruit in. De gevoe- hebt geselecteerd.
Pagina 108 03 Bestuurdersmilieu Wissers en sproeiers Koplamp- en ruitensproeiers Deactiveren koplampen alleen iedere vijfde keer dat u de voorruitsproeiers activeert gesproeid. Deactiveer de regensensor met een druk op de knop of haal de hendel omlaag naar Gereduceerde sproeifunctie een ander wisprogramma. Wanneer er nog ca.
Pagina 109 03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Algemene informatie Warmtereflecterende voorruit* den op dat deel van de voorruit waar geen warmtereflecterende film is aangebracht (zie Gelaagd glas gemarkeerd veld op bovenstaande afbeel- Het glas is verstevigd voor een ver- ding). beterde inbraakbeveiliging en geluidsisolatie van het interieur.
Pagina 110 03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Bediening van de transpondersleutel worden bediend, WAARSCHUWING maar niet nadat er een portier is geopend. Zorg er bij het sluiten van de zijruiten voor De ruiten komen tot stilstand en worden dat kinderen of andere inzittenden niet met geopend, als ze tijdens het sluiten in hun hun handen bekneld raken.
Pagina 111 03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Zonneschermen* Achterruit los. De bijbehorende zijruit gaat automatisch volledig open of dicht. Achterportier Bediening met transpondersleutel en centrale vergrendeling Om de elektrisch bedienbare zijruiten vanaf de buitenzijde te bedienen met de transpon- dersleutel of vanaf de binnenzijde met de centrale vergrendeling, zie pagina 46 en 57.
Pagina 112 03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Buitenspiegels Automatisch kantelende buitenspiegel Stand vastleggen bij parkeren De stand van de buitenspiegels en de bestuurdersstoel worden vastgelegd, wan- Bij het inschakelen van de achteruitversnel- neer u de auto met de transpondersleutel ver- ling worden de buitenspiegels automatisch grendelt.
Pagina 113 03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels In neutrale stand terugzetten Approach-verlichting en Follow Me dende lampje in de knop geeft aan dat de functie actief is. Schakel de verwarming uit Spiegels die uit positie zijn geraakt door Home-verlichting zodra het ijs/de condens verdwenen is om de invloeden van buitenaf, moeten eerst elek- De lampjes op de buitenspiegels gaan bran- accu niet onnodig te belasten.
Pagina 114 03 Bestuurdersmilieu Ruiten en spiegels Achteruitkijkspiegel automatisch gedimd. Bij een spiegel met autodimfunctie ontbreekt het hendeltje voor handmatig dimmen. De achteruitkijkspiegel is voorzien van twee sensoren (één aan de voorkant en één aan de achterkant) die samenwerken om hinderlijke lichtinval te identificeren en te verhelpen. De sensor aan de voorkant registreert omge- vingslicht, terwijl de sensor aan de achterkant de koplampen van achterliggers registreert.
Pagina 115 03 Bestuurdersmilieu Kompas* Bediening Kalibreren Om de juiste kompasrichting aan te geven moet het kompas soms worden gekalibreerd. De aarde is in 15 magnetische zones ver- deeld. Het kompas dient te worden gekali- breerd, als u met de auto meerdere magneti- sche zones doorkruist.
Pagina 116 03 Bestuurdersmilieu Kompas* 7. Auto’s met elektrische voorruitverwar- ming*: Als bij activering van de elektri- sche voorruitverwarming het teken het display verschijnt, kalibreer dan vol- gens punt 6 hierboven met de elektrische voorruitverwarming ingeschakeld, zie pagina 233. 8. Herhaal de bovenstaande procedure zo nodig.
Pagina 117 03 Bestuurdersmilieu Elektrisch bedienbaar schuifdak* Algemene informatie knop vervolgens los om het schuifdak zo ver WAARSCHUWING mogelijk open te schuiven. De bedieningsknoppen voor het schuifdak Als er kinderen in de auto aanwezig zijn: zitten aan het plafond. Het schuifdak is aan U kunt het schuifdak handmatig openen door Onderbreek altijd de stroom naar het de achterkant open te kantelen of horizontaal...
Pagina 118 03 Bestuurdersmilieu Elektrisch bedienbaar schuifdak* Sluiten met transpondersleutel of knop het openen van het schuifdak. Pak de hand- greep vast en schuif het scherm naar voren voor centrale vergrendeling om het te sluiten. Beveiliging tegen overbelasting Het schuifdak is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting die wordt geactiveerd, als het schuifdak door een obstakel wordt gehinderd.
Pagina 119 03 Bestuurdersmilieu Alcoholslot* Algemene informatie over het Functies Bediening alcoholslot Batterij Het alcoholslot voorkomt dat bestuurders Het controlelampje (4) van de blaasunit geeft die onder invloed zijn in de auto kunnen rij- de ladingstoestand van de batterij aan: den. Voordat de motor kan worden gestart, moet u een blaastest afgeven om vast te stel- Controle- Ladingstoestand bat-...
Pagina 120 03 Bestuurdersmilieu Alcoholslot* Bewaren 1. Wanneer het controlelampje (6) groen Resultaat van de blaastest oplicht, is de blaasunit klaar voor gebruik. Controle- Betekenis 2. Neem de blaasunit uit de houder. Als de lampje (5) + blaasunit zich buiten de auto bevindt tij- displaymel- dens het ontgrendelen, dan dient u de ding...
Pagina 121 Op het instrumentenpaneel verschijnt auto. tenpaneel. Als er niet binnen 30 dagen gekali- Alcoguard Stroom kabel aansluiten . Sluit Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 122 Deze functie is eenmaal te gebruiken en moet Alcoguard U blies te kort – blaas lan- daarna gereset worden in een werkplaats Blaas langer ger. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 123 03 Bestuurdersmilieu Motor starten Benzine- en dieselmotor motor kan worden gestart, zie WAARSCHUWING pagina 117. Haal na een motorstart of als de auto 2. Houd het koppelingspedaal volledig inge- wordt gesleept nooit de transpondersleutel uit het contactslot. drukt . (Bij auto’s met automatische ver- snellingsbak –...
Pagina 124 03 Bestuurdersmilieu Motor starten knop START/STOP ENGINE wordt inge- De optie ERS is alleen te specificeren op N.B. drukt. auto’s met een benzinemotor en een automa- Om de motor te kunnen starten dient één tische versnellingsbak. • Het stuurslot wordt geactiveerd, wanneer van de transpondersleutels met Keyless u na het afzetten van de motor het drive-functie in de passagiersruimte of kof-...
Pagina 125 03 Bestuurdersmilieu Motor starten Bediening 1. Druk kort op de knop (1) van de sleutel. Om te controleren of het ERS de motor gestart heeft kunt u op de knop (3) – als de 2. Druk vervolgens lang – minimaal motor gestart is, wordt dit aangegeven met 2 seconden –...
Pagina 126 Geen st. op afst ERS is niet ingescha- In situaties waarbij ERS uitblijft of wordt accusp. laag keld vanwege een Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. onderbroken, verschijnt er een symbool op geringe accuspanning. ERS onderbroken het instrumentenpaneel in combinatie met...
Pagina 127 Melding Betekenis St. op afst. uit ERS is onderbroken motorwaarschw. vanwege een fout- melding voor de motor. Bezoek een werkplaats St. op afst. uit ERS is onderbroken accusp. laag vanwege een te geringe accuspan- ning. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 128 Wanneer de motor niet bij de eerste startpo- warming en de elektrische aansluitingen ging aanslaat: ervan uitvoeren door een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo- • Doe nog enkele startpogingen met behulp werkplaats. van de knop START/STOP ENGINE.
Pagina 129 03 Bestuurdersmilieu Motor starten, FlexiFuel Brandstofadaptatie FlexiFuel-motoren kunnen op zowel loodvrije benzine (95 RON) als op bio-ethanol (E85) rij- den. Beide brandstofsoorten worden in de gemeenschappelijke brandstoftank bijgevuld, wat betekent dat alle mogelijke mengverhou- dingen tussen de beide brandstofsoorten zijn toegestaan.
Pagina 130 03 Bestuurdersmilieu Motor starten, hulpaccu Starten met hulpaccu 4. Bevestig de ene klem van de rode start- rental dat iets hoger ligt dan normaal, kabel aan de pluspool (1) van de hulp- ca. 1500 omw/min. accu. 11. Start de motor in de auto met de uitge- putte accu.
Pagina 131 03 Bestuurdersmilieu Motor starten, hulpaccu WAARSCHUWING • De startaccu kan het zeer explosieve knalgas produceren. Eén enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aanslui- ting van een startkabel, kan volstaan om de accu tot ontploffing te brengen. • De startaccu bevat tevens zwavelzuur dat ernstige chemische brandwonden kan veroorzaken.
Pagina 132 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Algemene informatie Handgeschakelde versnellingsbak in de positie voor de achteruit. Zie het desbe- treffende schakelpatroon dat in de pookknop geslagen is. BELANGRIJK • Trap het koppelingspedaal tijdens het Om schade aan onderdelen van de aan- schakelen altijd zo ver mogelijk in. drijflijn te voorkomen wordt de bedrijfstem- peratuur van de versnellingsbak gecontro- •...
Pagina 133 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Automatische versnellingsbak Als op- of terugschakelen wordt geadviseerd, N.B. Geartronic* brandt het bovenste bij ‘+’ of het onderste bij Bij het schakelpatroon voor een zestraps ‘-’, op de afbeelding met rood gemarkeerd. versnellingsbak (zie voorgaande afbeel- ding) de versnellingspook eerst omlaagdu- Automatische versnellingsbak wen in stand N alvorens de achteruitver- snelling in te schakelen.
Pagina 134 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Parkeerstand - P Neutraalstand - N Selecteer stand P, wanneer u de motor start In deze stand kunt u de motor starten en er is • Trek de hendel naar achteren naar de ‘–’ of de auto parkeert. geen versnelling ingeschakeld.
Pagina 135 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Om met de stuurpaddles te kunnen schake- Bij iedere bediening van de paddles wordt er Geartronic - Sport-stand* (S) len moet u ze wel eerst activeren. U doet dat geschakeld, tenzij het motortoerental buiten De sportstand levert een sportiever door een van de paddles in de richting van het toelaatbare bereik komt.
Pagina 136 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken ‘+’ (plus) te duwen - op het instrumenten- Wanneer u bij hoge motortoeren toch pro- Met de blokkeerknop ingedrukt kunt u de paneel verandert de in een beert een dergelijke kickdown uit te voeren, hendel vooruit of achteruit bewegen tussen gebeurt er niets.
Pagina 137 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken Automatische schakelblokkering Haal de keuzehendel uit stand P en ver- Een Powershift-versnellingsbak werkt verder wijder het sleutelblad. deactiveren op dezelfde manier en heeft bedieningsele- menten en functies die vergelijkbaar zijn met 4. Leg de rubbermat terug. die van de automatische Geartronic-versnel- lingsbak, zoals beschreven in het voorgaande Automatische versnellingsbak gedeelte.
Pagina 138 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken gers lang genoeg is om een stukje verder langzaam fileverkeer (10 km/h of lager) op Voor belangrijke informatie over de vooruit te rijden, rem en wacht weer enige oplopende hellingen of met een aanhanger/ Powershift-bak en slepen - zie pagina 341. tijd met uw voet op het rempedaal.
Pagina 139 03 Bestuurdersmilieu Versnellingsbakken N.B. De voorbeelden in de tabel duiden niet op defecten in de auto, maar geven aan dat een beveiligingsfunctie geactiveerd werd om schade aan autocomponenten te voor- komen. WAARSCHUWING Als u het waarschuwingssymbool met de Oververh versnb Stop auto z.s.m. tekst negeert, kan de versnellingsbaktempera- tuur dusdanig oplopen dat de krachtover-...
Pagina 140 Voor automatische motorafslag geldt het vol- Milieuzorg vormt een van de kernwaarden gende: Met het Start/Stop-systeem kunt u actiever van Volvo Car Corporation en geeft richting milieubewust rijden doordat de motor, wan- aan al onze activiteiten. Dit resulteerde in uit- Voorwaarden neer dat kan, automatisch kan afslaan.
Pagina 141 03 Bestuurdersmilieu Start/Stop* Beperkingen Automatische motorstart Het systeem zorgt ervoor dat de pedaaldruk enkele seconden lang op peil blijft, wanneer u Voorwaarden Automatische motorafslag werkt niet uw voet van het rempedaal naar het gaspe- Ook als het Start/Stop-systeem geactiveerd daal verplaatst om weg te rijden na auto-stop is, zal de automatische motorafslag niet wer- van de motor.
Pagina 142 03 Bestuurdersmilieu Start/Stop* Voorwaarden Voorwaarden Voorwaarden er wordt condens gevormd op de M + A ruiten. de omstandigheden in de passa- de atmosferische luchtdruk onder giersruimte afwijken van de vooraf het niveau ligt bij een hoogte van de omstandigheden in de passa- M + A ca.
Pagina 143 Start/Stop-systeem uitgeschakeld. In het menusysteem MY CAR vindt u onder DRIVe het kopje een introductie van Volvo’s M = handbak, A = automaatbak. Start-Stop-systeem en adviezen voor een energiezuinige rijtechniek - zie pagina 218. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 144 M + A Auto Start-Stop Service ver- Start/Stop werkt niet. Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een M + A eist erkende Volvo-werkplaats. Motormanagement Er vindt een automatische controle van de werking plaats. M + A Autostart Motor loopt Wordt geactiveerd als u het bestuurdersportier opent na auto-stop van de motor.
Pagina 145 M = handbak, A = automaatbak. Als een displaymelding na het uitvoeren van de voorgestelde maatregel niet verdwijnt, dient u contact op te nemen met een werk- plaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 146 03 Bestuurdersmilieu Vierwielaandrijving - AWD* De vierwielaandrijving is altijd ingeschakeld Bij vierwielaandrijving (All Wheel Drive) wor- den alle vier de wielen van de auto tegelijk aangedreven. Het motorkoppel wordt automatisch over de voor- en achterwielen verdeeld. Een elektro- nisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt het vermogen over het wielpaar dat op dat moment de beste grip op het wegdek heeft.
Pagina 147 03 Bestuurdersmilieu Bedrijfsrem Algemene informatie blokkeren tijdens het remmen. Zo blijft de alarmlichten uitschakelt met de bijbehorende auto bestuurbaar, waardoor het bijvoorbeeld knop, zie pagina 99. De auto is uitgerust met twee remcircuits. Als makkelijker is om obstakels te ontwijken. Bij een van de remcircuits defect raakt, betekent Remschijven schoonmaken activering van deze functie kunt u trillingen in...
Pagina 148 Als de remvloeistof onder het MIN- van Volvo aan te houden zoals omschreven in streepje van het reservoir staat, mag u niet het Service- en garantieboekje van Volvo, zie verder rijden voordat u remvloeistof hebt bijgevuld.
Pagina 149 03 Bestuurdersmilieu Parkeerrem Algemene informatie Parkeerrem aanzetten Noodrem In noodgevallen kunt u de parkeerrem ook tij- Functie dens het rijden inschakelen door de hand- Wanneer de elektrische parkeerrem wordt greep PUSH LOCK/PULL RELEASE inge- geactiveerd, hoort u een zwak elektromotor- drukt te houden.
Pagina 150 De parkeerrem is ook handmatig te lossen 2. Start de motor. door het koppelingspedaal te bedienen in plaats van het rempedaal. Volvo adviseert 3. Trap het rempedaal stevig in. u echter het rempedaal te gebruiken. 4. Zet de keuzehendel in stand D of R en geef gas.
Pagina 151 • Probeer of u de rem kunt in- en uitschakelen. gelost Als de storing ook na enkele pogingen aanhoudt: • Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. N.B. Er klinkt een waarschuwingssignaal als u doorrijdt met deze foutmelding.
Pagina 152 Als de storing ook na enkele pogingen aanhoudt: • Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Dezelfde melding verschijnt ook op auto’s met een handbak, wanneer er langzaam wordt gereden met het portier open. De melding maakt u erop attent dat de parkeerrem mogelijk onbedoeld werd gelost.
Pagina 153 03 Bestuurdersmilieu ® HomeLink Algemene informatie ® HomeLink programmeren WAARSCHUWING • ® Als u HomeLink gebruikt voor bedie- N.B. ning van een garagedeur of toegangs- hek, let er dan op dat er zich niemand Bij bepaalde auto’s moet het contact zijn ingeschakeld of in de ‘accessoirestand’...
Pagina 154 03 Bestuurdersmilieu ® HomeLink 3. Druk op de te programmeren buurt van de antennevoet op de ontvan N.B. ® ger). HomeLink -knop, houd deze Als het contact niet is uitgeschakeld, blijft 5 seconden lang ingedrukt en laat de 5. Druk de “inleerknop” van de ontvanger in ®...
Pagina 155 03 Bestuurdersmilieu ® HomeLink Afzonderlijke knop programmeren Doe het volgende om één afzonderlijke ® HomeLink -knop te programmeren: 1. Druk op de gewenste knop en houd deze ingedrukt. 2. Begin, wanneer het controlelampje van ® HomeLink gaat knipperen (na ca. 20 seconden), met punt 1 in het gedeelte “HomeLink®...
Pagina 156 Stabiliteits- en tractieregelsysteem, DSTC........... 156 Road Sign Information – RSI*............... 158 Cruisecontrol*..................161 Adaptieve cruisecontrol*............... 163 Afstandswaarschuwing*................ 174 City Safety™..................177 Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.*....183 Driver Alert System*................192 Driver Alert System – DAC*..............193 Driver Alert System – (LDW)*..............197 Park Assist*...................
Pagina 157 B E S T U U R D E R S O N D E R S T E U N I N G...
Pagina 158 DSTC-systeem in om de auto te Trailer Stability Assist - TSA stabiliseren. Het systeem heeft tot taak de auto met een aanhanger/caravan te stabiliseren wanneer Inbegrepen bij montage van een originele Volvo-trekhaak.
Pagina 159 • Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. ‘Melding’ Er staat een melding op het instrumentenpaneel – lees deze! Brandt 2 seconden lang Systeemtest bij het starten van de motor.
Pagina 160 04 Bestuurdersondersteuning Road Sign Information – RSI* Algemene informatie over RSI Samen met het symbool WAARSCHUWING voor de geldende snelheids- RSI werkt niet in alle situaties, maar is uit- beperking kan (indien van sluitend bedoeld als een aanvullend hulp- toepassing) ook een bord middel.
Pagina 161 04 Bestuurdersondersteuning Road Sign Information – RSI* Instelling in MY CAR Vervolgens wordt er geen verkeersbordinfor- Op bepaalde markten wordt matie weergegeven, totdat het volgende snel- de geldende snelheid op een De beschikbare opties voor het RSI vindt u in heidsbord wordt geregistreerd.
Pagina 162 04 Bestuurdersondersteuning Road Sign Information – RSI* Beperkingen Speed Alert De camerasensor van het RSI-systeem kent ongeveer dezelfde beperkingen als het men- selijk oog – kijk voor meer informatie op pagina 188. Borden die indirect informeren over snel- heidsbeperkingen, bijvoorbeeld naamborden van steden/dorpen, worden niet geregistreerd door het RSI-systeem.
Pagina 163 04 Bestuurdersondersteuning Cruisecontrol* Algemene informatie over CC Bediening > Het cruisecontrolsymbool (6) op het instrumentenpaneel verkleurt van GRIJS De cruisecontrol (CC – Cruise Control) helpt naar WIT om aan te geven dat de cruise- de bestuurder een gelijkmatige snelheid te control stand-by staat.
Pagina 164 04 Bestuurdersondersteuning Cruisecontrol* • u meer dan 1 minuut lang een hogere de auto hervat de ingestelde snelheid zodra u snelheid aanhoudt dan ingesteld. het gaspedaal loslaat. U dient vervolgens zelf uw snelheid aan te N.B. passen. Als u een knop van de cruisecontrol meer- Ingestelde snelheid hervatten dere minuten ingedrukt houdt, wordt de Om de cruisecontrol opnieuw te activeren...
Pagina 165 Laat het onderhoud van de onderdelen van Radarsensor de adaptieve cruisecontrol over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een De adaptieve cruisecontrol bestaat uit een erkende Volvo-werkplaats. cruisecontrol die gekoppeld is aan een afstandshouder. Automatische versnellingsbak Bij auto’s met een automatische versnellings- bak is de adaptieve cruisecontrol uitgebreid N.B.
Pagina 166 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* tot een maximumsnelheid van 200 km/h. Als WAARSCHUWING WAARSCHUWING de snelheid tot onder 30 km/h daalt of als het De adaptieve cruisecontrol is geen sys- Het rempedaal komt omlaag, wanneer de motortoerental te ver terugloopt, wordt de teem dat botsingen voorkomt.
Pagina 167 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* • Bediening WAARSCHUWING Druk op de stuurtoets – op het instru- mentenpaneel (8) gaat een vergelijkbaar De adaptieve cruisecontrol waarschuwt WIT symbool branden om aan te geven alleen voor de voertuigen die de radarsen- dat de cruisecontrol stand-by staat. sor heeft geregistreerd.
Pagina 168 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* • de lagere snelheid is de snelheid van de Om voorliggers soepel en comfortabel te kun- N.B. voorligger. nen blijven volgen staat de adaptieve cruise- Als u een knop van de cruisecontrol meer- control in bepaalde situaties aanzienlijke Snelheid wijzigen dere minuten ingedrukt houdt, wordt de variaties in de volgtijd toe.
Pagina 169 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Stand-bystand door actief ingrijpen van Bij automatische deactivering klinkt er een stuurtoets – in dat geval wordt de laatst waarschuwingssignaal en op het instrumen- uw kant opgeslagen snelheid hervat. tenpaneel verschijnt de melding De cruisecontrol wordt tijdelijk uitgeschakeld gedeactiveerd .
Pagina 170 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Uitschakelen Groter snelheidsinterval volgende keer dat u het systeem inschakelt, wordt ACC geactiveerd. Bij kort indrukken van de stuurtoets zet u N.B. de adaptieve cruisecontrol stand-by. Bij nog- maals indrukken schakelt u de cruisecontrol File-assistent Om de cruisecontrol te kunnen activeren uit.
Pagina 171 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* • Trap het gaspedaal in. Stoppen van automatisch remmen bij ligger heeft, dan zal de cruisecontrol voor het stilstaande voertuig remmen. stilstaand voertuig > De cruisecontrol zal dan de voorligger In bepaalde situaties onderbreekt de file- opnieuw volgen.
Pagina 172 Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende De radarsensor heeft veel meer moeite om WAARSCHUWING Volvo-werkplaats. een voertuig voor u te ontdekken: Als de grille, de radarsensor of de console Het is niet toegestaan accessoires of •...
Pagina 173 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* • als de snelheid van de voorligger te veel Soms kan de radarsensor een voertuig op afwijkt van die van uw eigen auto. korte afstand pas laat registreren, bijvoor- beeld als een inhalend voertuig invoegt Voorbeeldsituaties waarin de adaptieve tussen u en uw voorligger.
Pagina 174 04 Bestuurdersondersteuning Adaptieve cruisecontrol* Oorzaak Maatregel Het radaroppervlak van de grille is vuil of bedekt met sneeuw of Ontdoe het radaroppervlak van de grille van vuil, sneeuw en ijs. ijs. De radarsignalen worden gehinderd door hevige regen- of snee- Valt niets aan te doen. Bij hevige neerslag werkt de radar soms niet. uwval.
Pagina 175 De adaptieve cruisecontrol werkt niet. • Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Remmen om stil te blij- De auto staat stil en de cruisecontrol lost de bedrijfsrem, zodat de parkeerrem verder kan remmen en...
Pagina 176 04 Bestuurdersondersteuning Afstandswaarschuwing* Algemene informatie lampje in de schakelaar geeft aan dat de N.B. functie geactiveerd is. De afstandswaarschuwing (Distance Alert) is De afstandswaarschuwing is uitgescha- een functie die u inlicht over de volgtijd ten Bij bepaalde combinaties van opties is er keld, zolang de adaptieve cruisecontrol opzichte van de voorligger.
Pagina 177 04 Bestuurdersondersteuning Afstandswaarschuwing* U kunt verschillende volgtij- N.B. den ten opzichte van voorlig- Beperkingen In de felle zon en bij lichtschitteringen of gers kiezen en deze worden Het systeem maakt gebruik van dezelfde grote variaties in de lichtsterkte alsook het op het instrumentenpaneel gebruik van een zonnebril is het op de radarsensor als de adaptieve cruisecontrol en...
Pagina 178 De afstandswaarschuwing en Collision Warning met Auto Brake werken niet of gedeeltelijk. vice vereist Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk.
Pagina 179 – geadviseerd wordt een De functie die actief is bij een snelheid tot erkende Volvo-werkplaats. 50 km/h helpt u door automatisch te remmen, wanneer het gevaar voor een botsing met een voorligger reëel is en u zelf niet snel genoeg WAARSCHUWING remt en/of uitwijkt.
Pagina 180 04 Bestuurdersondersteuning City Safety™ Beperkingen Bij een snelheidsverschil van meer dan Na het starten van de motor is City Safety™ 15 km/h tussen de voertuigen kan City op een van de volgende manieren uit te scha- De City Safety™-sensor is erop gebouwd om Safety™...
Pagina 181 04 Bestuurdersondersteuning City Safety™ City Safety™ wordt niet geactiveerd op lage N.B. Oorzaak Maatregel snelheden (onder 4 km/h), wat betekent dat • Houd de voorruit in het gebied vóór de het systeem niet ingrijpt in situaties waarbij u Het voorruitopper- Ontdoe het voor- lasersensor vrij van sneeuw, ijs, con- een voorligger uiterst langzaam nadert zoals...
Pagina 182 177) – geadvi- aan de normen van de FDA (Amerikaanse toont of nagekeken moet worden – geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werk- keuringsdienst van waren) betreffende de seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. plaats.
Pagina 183 • Koppel de connector van de lasersen- een erkende werkplaats, bij voorkeur sor los voordat u deze van de voorruit aan een erkende Volvo-werkplaats. demonteert. • Stel de lasersensor niet bij en voer •...
Pagina 184 Verwijder het voorwerp dat de sensoren hindert en/of maak het voorruitoppervlak vóór de senso- ren schoon. Voor meer informatie over de beperkingen van de lasersensoren, zie pagina 178. City Safety Service ver- City Safety™ werkt niet. eist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats.
Pagina 185 Camerasensor uitgevoerd in een werkplaats - een door Volvo erkende werkplaats wordt aanbevo- Gebruik Collision Warning met Auto Brake en Collision Warning met Auto Brake vervult drie len. voetgangersdetectie niet om uw rijgedrag aan functies in de volgende volgorde: te passen –...
Pagina 186 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.* Collision Warning en City Safety™ vullen elk- Als u het rempedaal met een bepaalde snel- WAARSCHUWING aar aan. Zie voor meer informatie over City heid bedient, wordt het maximale remvermo- Collision Warning werkt niet in alle rijsitua- Safety™...
Pagina 187 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.* • Voetgangersdetectie Bediening Een voetganger is alleen te ontdekken wanneer deze helemaal zichtbaar is en Via een menusysteem van MY CAR op het een lengte heeft van minimaal 80 cm. beeldscherm van de middenconsole zijn •...
Pagina 188 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.* Lang Als u het waarschuwingslampje en het , maar als deze instelling te vaak tot N.B. geluidssignaal van de Collision Warning hebt waarschuwingen leidt (wat in bepaalde situ- Ook als u de waarschuwingsafstand hebt ingeschakeld, wordt het waarschuwings- aties als hinderlijk kan worden ervaren) kunt u Lang...
Pagina 189 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.* Beperkingen Onderhoud N.B. Collision Warning met Auto Brake en voet- Het visuele waarschuwingssignaal kan gangersdetectie is actief vanaf ca. 4 km/h. korte tijd buiten werking worden gesteld, wanneer de temperatuur in het interieur In de felle zon en bij lichtschitteringen alsook bijvoorbeeld door de felle zon te hoog is het gebruik van een zonnebril is het op de...
Pagina 190 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.* • Automatische dimfunctie groot licht/ gen beperkt, zie het hoofdstuk ‘Waarschu- WAARSCHUWING dimlicht - zie pagina 96 wingsafstand instellen’ pagina 186. Als de radar- of camerasensor op grond • Road Sign Information – zie pagina 158 Met geactiveerde achteruitversnelling is de van de verkeerssituatie of anderszins pro- •...
Pagina 191 Er is vuil tussen de Bezoek een werk- binnenkant van de plaats om de bin- voorruit en de nenkant van de camera gekomen. voorruit achter de camerabehuizing te laten schoonmaken – geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 192 04 Bestuurdersondersteuning Collision Warning met Auto Brake en voetgangersdetectie.* Symbolen en meldingen op display Melding Betekenis Symbool CWS-systeem UIT Collision Warning is uitgeschakeld. Verschijnt bij het starten van de motor. De melding dooft automatisch na ca. 5 seconden of eerder wanneer u op de toets OK drukt. CWS-systeem niet Het is niet mogelijk Collision Warning te activeren.
Pagina 193 Collision Warning with Auto Brake werkt niet of gedeeltelijk. vice vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk.
Pagina 194 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System* Algemene informatie over Driver Alert WAARSCHUWING System Driver Alert System heeft niet in alle situ- Driver Alert System is bestemd om u te hel- aties het beoogde effect en is uitsluitend pen als de auto op een ongecontroleerde bedoeld als hulpmiddel.
Pagina 195 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – DAC* Algemene informatie over DAC Bediening DAC is bedoeld om langzame wijzigingen in het rijgedrag te bespeuren, in eerste instantie op de grotere wegen. De functie is niet bedoeld voor gebruik in het stadsverkeer. Soms treden er ondanks vermoeidheid geen merkbare wijzigingen op in het rijgedrag.
Pagina 196 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – DAC* Als de auto slingert, wordt u U kunt het waarschuwingssymbool deactive- gewaarschuwd met een geluidssig- ren: Driver naal en de tekstmelding • Druk op de knop OK van de linker stuur- Alert Tijd voor pauze –...
Pagina 197 Driver Alert Sys Service Het systeem is defect. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Beeldscherm...
Pagina 198 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – DAC* Sym- Melding Betekenis bool Driver Alert stand-by <65km/h De functie is stand-by gezet omdat de rijsnelheid onder 65 km/h ligt. Driver Alert niet beschikbaar De weg is niet voorzien van duidelijke markeringsstrepen of de camerasensor werkt tijdelijk niet. Voor meer informatie over de beperkingen van de camerasensor, zie pagina 188.
Pagina 199 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – (LDW)* Algemene informatie over LDW stellingen op het instrumentenpaneel. Hier N.B. volgen enkele voorbeelden: Iedere keer dat de wielen een markerings- streep passeren wordt er slechts eenmaal gewaarschuwd. Er wordt dan ook niet meer gewaarschuwd, wanneer u met één wiel aan weerszijden zijden van de rij- strookmarkering blijft rijden.
Pagina 200 04 Bestuurdersondersteuning Driver Alert System – (LDW)* Beperkingen Anders is de functiestatus bij het afzetten van de motor bepalend. De camerasensor van het LDW-systeem heeft Persoonlijke instellingen • Hogere gevoeligheid beperkingen, net als het menselijk oog. Voor – Verhoogde Eventuele instellingen zijn te verrichten op het gevoeligheid, zodat er eerder wordt meer informatie (zie pagina 188).
Pagina 201 Het systeem is defect. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 202 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist* Algemene informatie WAARSCHUWING Park Assist is bedoeld als hulpmiddel tijdens • Hoewel de Park Assist handig is bij het het parkeren. Geluidssignalen en symbolen parkeren, bent u nog altijd schade- op het beeldscherm van de middenconsole plichtig bij eventuele fouten.
Pagina 203 Als er zowel voor als achter de trekhaak – zonder een originele aanhange- auto obstakels binnen deze afstand zijn waar- rkabel van Volvo – moet u de Park Assist genomen, komen de geluidssignalen beurte- mogelijk handmatig uitschakelen om te...
Pagina 204 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist* actief is. Het systeem wordt opnieuw geacti- BELANGRIJK veerd bij snelheden lager dan 10 km/h. In bepaalde omstandigheden kan de par- keerhulp ten onrechte waarschuwingssig- N.B. nalen afgeven. Dit komt door externe geluidsbronnen met ultrasone geluidssig- Park Assist aan de voorzijde wordt nalen van dezelfde frequentie als de sen- gedeactiveerd, wanneer u de parkeerrem...
Pagina 205 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist-camera* Algemene informatie Functie en bediening automatisch over om de cameraweergave te tonen. De Park Assist-camera is een hulpsysteem dat automatisch geactiveerd wordt bij het Bij het inschakelen van de achteruitversnel- inschakelen van de achteruitversnelling (de ling wordt met behulp van ononderbroken lij- functie is te wijzigen in het instellingenmenu, nen grafisch aangegeven waar de achterwie- zie pagina 217).
Pagina 206 Camerapositie bij de openingshandgreep. hebt hangen die met originele trek- Voorbeeld van hoe hulplijnen voor de bestuurder Lichtomstandigheden haakbedrading van Volvo aangesloten getoond worden. De cameraweergave wordt automatisch aan- De lijnen op het scherm worden geprojec- gepast aan de heersende lichtomstandighe- teerd als stonden ze op de grond achter de den.
Pagina 207 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist-camera* Grenslijnen den en kunnen tot ca. 3,2 m achter de achter- Kleur Afstand (meter) bumper reiken zolang er geen obstakel in de weg staat. Oranje 1,5– Auto’s met Park Assist-sensoren Oranje 0,3–1,5 achter* Rood 0–0,3 Instellingen Druk op OK/MENU wanneer een camera- weergave getoond wordt.
Pagina 208 04 Bestuurdersondersteuning Park Assist-camera* Beperkingen N.B. Fietsdragers of andere accessoires achter op de auto kunnen het blikveld van de camera blokkeren. Let erop dat ook als het geblokkeerde gebied er op het scherm relatief klein uitziet, het wer- kelijke, verborgen gebied dusdanig groot kan zijn dat obstakels pas worden geregistreerd wanneer u er bijna bovenop zit.
Pagina 209 04 Bestuurdersondersteuning BLIS* Algemene informatie over BLIS Bediening Functie BLIS (Blind Spot Information System) is een BLIS activeren/deactiveren op cameratechniek gebaseerd informatiesys- teem dat u in bepaalde omstandigheden waarschuwt, wanneer er zich een voertuig in de zogeheten dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt.
Pagina 210 04 Bestuurdersondersteuning BLIS* (Voor een beschrijving van het menusysteem, Wanneer een camera (1) een voertuig heeft WAARSCHUWING zie pagina 217). waargenomen in de dode hoek, licht een con- BLIS werkt niet in scherpe bochten. trolelampje (2) op dat continu blijft branden, Het lampje in de knop dooft, wanneer het zie afbeelding op pagina 207.
Pagina 211 Op de volgende afbeeldingen staan voor- Laat reparaties van de onderdelen van het beeldsituaties waarin het controlesymbool BLIS-systeem over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo- voor BLIS kan gaan branden, terwijl er zich werkplaats. geen voertuigen in de dode hoek bevinden.
Pagina 212 04 Bestuurdersondersteuning BLIS* Berichten Melding Betekenis In situaties waarbij het BLIS-systeem uitblijft BLIS Beperkte gegevensover- of wordt onderbroken, kan er een symbool op Beperkte dracht tussen de camera het instrumentenpaneel verschijnen in combi- werking van het BLIS en het elektri- natie met een verklarende melding.
Pagina 213 04 Bestuurdersondersteuning...
Pagina 214 Menu- en meldingsfuncties..............214 Menugroep MY CAR................217 Klimaatregeling..................225 Motor- en interieurverwarming*............237 Extra verwarming*................. 242 Boordcomputer..................244 Rijeigenschappen aanpassen............... 252 Interieurcomfort..................253 Interieurcomfort – Executive..............257 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 215 C O M F O R T E N R I J P L E Z I E R...
Pagina 216 05 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Instrumentenpaneel eerst bevestigen met de knop OK voordat u de menu’s kunt bekijken. Menu-overzicht Voor sommige van de onderstaande menu- opties dient de auto te zijn uitgerust met de bijbehorende functie en software. Analoog instrumentenpaneel Digit.
Pagina 217 05 Comfort en rijplezier Menu- en meldingsfuncties Standkachel * Melding Betekenis Melding Betekenis Boordcomp reset Stop auto Tijd voor Breng de auto tot stil- Het is tijd voor een servi- stand en zet de motor af. periodiek cebeurt – bezoek een z.s.m.
Pagina 218 Deel van een melding, verschijnt samen met gegevens over de locatie van de storing. neutraal en laat de motor Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. stationair draaien totdat Voor informatie over de automatische versnellingsbak, zie pagina 130.
Pagina 219 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Algemene informatie over MY CAR Bediening menuniveau dat gebeurt, is een van de vol- gende dingen mogelijk: In deze menugroep zijn tal van de Bedieningselementen op autofuncties te regelen, zoals het • telefoongesprekken worden geweigerd middenconsole instellen van de klok, de buitenspie- •...
Pagina 220 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Toetsenset* op stuurwiel EXIT (2) telkens kort in te drukken of deze Instellingen Auto-instellingen eenmaal lang in te drukken. Slotinstellingen Deuren open Bestuurdersdeur: dan alle. De procedure verloopt geheel identiek met de knoppen op de middenconsole -zie Hier volgt een voorbeeld van de wijze waarop pagina 217: OK MENU(2),EXIT(4) en de u een functie kunt opzoeken en aanpassen...
Pagina 221 EXIT. MY CAR Hulpsystemen DRIVe (MY CAR > Support systems) Hier vindt u onder meer een beschrijving van de opzet van Volvo’sDRIVe-concept. Op het beeldscherm staat het actuele statu- • Start/Stop soverzicht van de bestuurdersondersteu- nende systemen van de auto.
Pagina 222 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Functies in MY CAR Instellingen zijspiegel Tijdsduur 'follow me home'-verl. Auto-instellingen Spiegels inklappen 30 sec. Linkerspiegel hellen Sleutelgeheugen 60 sec. Rechterspiegel hellen 90 sec. Lichtinstellingen p.44 p.99 Driemaal richtingaanwijzer Lichtsignaal deurvergrendeling Slotinstellingen Automatische vergrendeling Lichtsignaal bij ontgrendeling Tijdelijk linksrijdend verkeer Deuren open...
Pagina 223 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR Botswaarschuwing Informatie over verkeersborden p.98 Extra koplampen Snelheidswaarschuwing Waarschuwingsafstand Lang Stuurkracht Normaal Laag Kort Midden DSTC Signaaltoon Hoog Auto-instellingen resetten Van alle menu’s onder Auto- City Safety instellingen worden de fabrieksin- Lane Departure Warning stellingen hervat.
Pagina 224 Beltoonvolume Tijd p.79 Volume mededelingen : Alleen bij auto’s met Volvo’s gps-navigatie- Bij markering van deze optie ver- Hier stelt u de klok in op het instru- systeem RTI – zie de RTI-handlei- schijnt uitleg bij de actuele scherm- mentenpaneel.
Pagina 225 05 Comfort en rijplezier Menugroep MY CAR gesproken commando’s – alleen in Lijst van spraakcommando's Spraaktraining combinatie met Volvo’s navigatie- Telefooncommando's Gebruiker 1 systeem RTI* geïnstalleerd. Telefoon Gebruiker 2 Gebruikersinstelling spraaksystem Spraaktraining Telefoon kies contact biedt u het spraakherkenningsysteem de gele-...
Pagina 226 Volvo’s navigatiesysteem RTI* geïnstalleerd is. Voor meer informa- Kaart- en softwareversie * Luchtkwaliteitssysteem tie over faciliteiten en spraakher- kenning – zie het instructieboekje Alleen in een auto met Volvo gps- bij het navigatiesysteem. navigatiesysteem, zie desbetref- fend boekje. Audio-instellingen Klimaatinstellingen resetten Klimaatinstellingen Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 227 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Algemene informatie Positie van de sensoren Ventilatie-openingen in hoedenplank • De zonnesensor zit boven op het dash- Klimaatregeling board. N.B. De auto is voorzien van elektronische klimaat- • De interieurtemperatuursensor zit onder Dek de blaasmonden helemaal achter in regeling.
Pagina 228 Bij inactiviteit wordt de functie na producten die door Volvo worden geadvi- snel voor frisse lucht in de auto te zorgen, zie enige tijd automatisch beëindigd. seerd, zie pagina 400.
Pagina 229 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdeling Blaasmonden in dashboard Blaasmonden in portierstijlen Dicht Dicht De binnenkomende lucht wordt verdeeld over uiteenlopende blaasmonden verspreid over Open Open het interieur. Luchtstroom naar links of rechts Luchtstroom naar links of rechts In de stand AUTO* vindt de luchtverdeling geheel automatisch plaats.
Pagina 230 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC* Temperatuurregeling, linkerzijde Elektrische achterruit- en buitenspiegel- Geventileerde voorstoel* , links verwarming, zie pagina 111 Elektrisch verwarmde voorstoel, links Geventileerde voorstoel* , rechts Elektrisch verwarmde voorstoel, rechts Max. ontwaseming Temperatuurregeling, rechterzijde Ventilator Recirculatie Luchtverdeling - ventilatie vloer AUTO - Automatische klimaatregeling Luchtverdeling - blaasmond dashboard...
Pagina 231 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Elektronische temperatuurregeling, ETC Gebruik bedieningselementen Ventilator Recirculatie Elektrisch verwarmde voorstoel, links Elektrisch verwarmde voorstoel, rechts Elektrisch verwarmde stoelen/ achterbank* AC – Airconditioning aan/uit Temperatuurregeling WAARSCHUWING Max. ontwaseming De stoelverwarming niet gebruiken wan- Luchtverdeling - ventilatie vloer neer u de temperatuurstijging door vermin- derde gevoeligheid niet waarneemt of om Luchtverdeling - blaasmond dashboard...
Pagina 232 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Voorstoelen van de middenconsole (zie bovenstaande Achterbank afbeelding). • Lagere verwarmingsstand - er branden twee oranje velden op het beeldscherm. • Laagste verwarmingsstand - er brandt één oranje veld op het beeldscherm. • Verwarming uitschakelen - geen van de velden brandt.
Pagina 233 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling teem bestaat uit ventilatoren in de zittingen Voor de positie van de knop, BELANGRIJK en de rugleuningen die lucht door de bekle- zie de afbeelding op pagina Bij een interieurtemperatuur lager dan 5°C ding heen aanzuigen. Naarmate de lucht in 228.
Pagina 234 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdeling U kunt de ventilatorsnelheid in de automati- sche stand instellen in het menusysteem MY CAR onder Instellingen Klimaatinstellingen Autom. ventilatorinstellingen. Kies uit Laag Normaal Hoog • Laag - Automatische ventilatorregeling. Geringe luchtstroom geniet de prioriteit. •...
Pagina 235 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Temperatuurregeling Elektrische voorruitverwarming* en N.B. maximale ontwaseming Let erop dat de passagiersruimte niet snel- ler warm of koud wordt, wanneer u een hogere of lagere temperatuur kiest dan de gewenste. AC – Airconditioning AAN/UIT Wanneer het lampje in de knop AC brandt, wordt de airconditioning geheel auto- matisch geregeld.
Pagina 236 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Voor auto’s zonder elektrische voorruitver- Bij het uitschakelen van de ontwaseming her- N.B. warming: vat de klimaatregeling de voorgaande instel- Aan de beide uiteinden van de voorruit zit- lingen. • Er stroomt lucht naar de ruiten - op het ten driehoekige gebieden zonder elektri- beeldscherm brandt het symbool (2).
Pagina 237 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Timer N.B. Interior Air Quality System* Bij een geactiveerde timerfunctie zal de kli- Voor de beste lucht in het interieur moet Het Interior Air Quality System (IAQS) ontdoet maatregeling afhankelijk van de buitentempe- de luchtkwaliteitssensor altijd zijn inge- de binnenkomende lucht van gassen en stof- ratuur na een bepaalde tijd de handmatig schakeld.
Pagina 238 05 Comfort en rijplezier Klimaatregeling Luchtverdelingstabel Luchtverdeling Toepassing Luchtverdeling Toepassing Lucht naar de ruiten. Er komt om snel te ont- Lucht naar de vloer en de om een comfortabel een bepaalde hoeveelheid dooien en te ontwa- ruiten. Er komt een klimaat en een goede lucht uit de blaasmonden.
Pagina 239 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* Algemene informatie Op een helling parkeren N.B. Wanneer u de auto op een steile helling par- Middels preconditioning bereidt de standver- Bij gebruik van de verwarming op brand- keert, moet u ervoor zorgen dat de voorkant warming de motor en het interieur voor ter stof komt er mogelijk rook uit de rechter van de auto omlaagwijst.
Pagina 240 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* Bediening Symbolen en meldingen Wanneer de verwarming ingescha- keld is, brandt het verwarmingssym- bool op het display. Wanneer een van de timers geactiveerd is, brandt het symbool voor een geactiveerde timer op het display met de ingestelde tijd ernaast.
Pagina 241 Brandstofpeil laag maken de motor te starten en nog ca. 50 km te rijden. Brandstofkachel Service Verwarming defect. Neem voor reparatie contact op met een werkplaats. Volvo adviseert u contact vereist op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Meteen inschakelen/uitschakelen Een displaytekst verdwijnt automatisch na N.B.
Pagina 242 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* Verwarming 6. Druk kort op de knop OK, zodat de 1. Druk op de knop OK om het menu te 2. Ga met het duimwiel naar en maak een keuze met OK. minuutaanduiding gaat knipperen. openen.
Pagina 243 05 Comfort en rijplezier Motor- en interieurverwarming* N.B. Als u de klok van de auto bijstelt, worden eventuele timerinstellingen gewist. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 244 Automatische stand of uitschakelen De automatische startprocedure van de motor kan desgewenst worden geannuleerd. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende geografische gebieden. Analoog instrumentenpaneel. Digitaal instrumentenpaneel. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 245 14 °C en wordt gedeactiveerd Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende motoren. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende geografische gebieden. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 246 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Algemene informatie Instrumentenpaneel "Analog" Groepsmenu’s De boordcomputer heeft twee verschillende De functies en het uiterlijk van de boordcom- groepsmenu’s: puter verschillen afhankelijk van de vraag of het instrumentenpaneel er een van het type • Functies "Analog"...
Pagina 247 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer cedure bevindt, moet u ze eerst ‘resetten’ 3. Blader de functies door met het duimwiel De volgende tabel geeft een overzicht van de met 2 keer drukken op RESET. en kies/bevestig uw keuze met OK. verschillende boordcomputerfuncties: 2.
Pagina 248 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Functies Informatie TC-opties Hier kiest/activeert u de opties die als boordcomputerrubrieken beschikbaar moeten zijn. De symbolen voor reeds gekozen rubrieken zijn WIT en voorzien van een ‘vinkje’, bij de rest die - Actieradius op tank GRIJS is ontbreekt het ‘vinkje’.
Pagina 249 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Boordcomputerrubriek op instrumentenpa- Informatie neel • T1 en tot afst RESET lang indrukken om dagteller T1 op nul te stellen. Dagtellers • T2 en tot afst RESET lang indrukken om dagteller T2 op nul te stellen. Dagtellers Afst.
Pagina 250 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer 3. Blader de functies door met het duimwiel 4. Sluit na de regeling/aanpassing af door 2 De volgende tabel geeft een overzicht van de en kies/bevestig uw keuze met OK. keer op RESET te drukken. verschillende boordcomputerfuncties: Functies Informatie...
Pagina 251 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Functies Informatie Servicestatus Geef het resterend aantal maanden en het aantal kilometers tot de eerstvolgende service- beurt aan. Oliepeil Voor meer informatie (zie pagina 365). Bepaalde motoren. Rubrieken weergave op het instrumentenpaneel. Doe cedure bevindt, moet u ze eerst ‘resetten’ met 2 keer drukken op RESET.
Pagina 252 05 Comfort en rijplezier Boordcomputer Aanvullende informatie Bereik - actieradius op tank in km/h weergegeven op de boordcomputer en omgekeerd. De boordcomputer geeft de afstand aan die Gemiddeld bij benadering kan worden afgelegd met de Resetten bij "Analog" Het gemiddelde brandstofverbruik sinds de resterende hoeveelheid brandstof in de tank.
Pagina 253 RTI-navigatiesysteem Als u een nieuwe rijcyclus start voordat de Afhankelijk van de gekozen schaalverdeling van Volvo. 4 uur zijn verstreken, moet u de actuele symboliseert elke staaf een afgelegde afstand periode eerst handmatig wissen via de optie van 1 km of 10 km –...
Pagina 254 05 Comfort en rijplezier Rijeigenschappen aanpassen Actieve chassisregeling, Four-C* Bediening voel en stuurgevoeligheid. Open het menu- systeem MY CAR en ga naar Instellingen Het actieve chassissysteem FOUR-C (Continously Controlled Chassis Concept) Auto-instellingen Stuurkracht en kies uit stemt de eigenschappen van de schokdem- Laag Midden Hoog...
Pagina 255 05 Comfort en rijplezier Interieurcomfort Opbergmogelijkheden...
Pagina 256 Bij uitneembare asbak in de bekerhouder.) Inlegmatten* krachtig afremmen of een botsing kunnen deze anders inzittenden verwonden. Volvo biedt inlegmatten die speciaal vervaar- Aansteker en asbak* digd zijn. De asbak in de middenconsole is te verwijde- Kledinghaak ren door deze recht omhoog te tillen.
Pagina 257 05 Comfort en rijplezier Interieurcomfort Make-upspiegel 12V-aansluiting men, mediaspelers of mobiele telefoons. De transpondersleutel moet ten minste in sleutel- stand I staan, anders geeft de aansluiting geen stroom, zie pagina 83. WAARSCHUWING Laat de plug altijd in de aansluiting zitten als u deze niet gebruikt.
Pagina 258 N.B. De compressor voor provisorische ban- denreparatie is door Volvo getest en goed- gekeurd. Voor informatie over het gebruik van de aanbevolen provisorische banden- reparatie (TMK) van Volvo, zie pagina 356.
Pagina 259 05 Comfort en rijplezier Interieurcomfort – Executive Koelbox Kofferbakmat Glazen Achter de middenarmsteun van de achter- Onder het deksel van de armsteun zit een N.B. bank zit een koelbox. De box werkt wanneer opbergvak voor twee glazen en een flesope- de motor loopt of wanneer de transponder- ner.
Pagina 260 Algemene informatie over infotainment..........260 Radio..................... 272 Mediaspeler..................280 Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang.......... 285 ® Media Bluetooth * ................288 ® Bluetooth -handsfree*................291 Spraakherkenning* mobiele telefoon............ 300 TV - instelling*..................304 Afstandsbediening* ................308 RSE - Rear Seat Entertainment system* ..........310 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 261 I N F O T A I N M E N T...
Pagina 262 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Algemene informatie N.B. Het infotainmentsysteem bestaat uit een Haal de transpondersleutel uit het contact- slot als u het infotainmentsysteem gebruikt radio, mediaspeler, tv* en een functie voor terwijl de motor afgezet is. Dit om te voor- communicatie met een mobiele telefoon*.
Pagina 263 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Overzicht Installatie bedienen niet voor DAB) of hoofdstuk (alleen bij dvd’s) te scrollen. Lang indrukken om een track op een cd vooruit/achteruit te spoelen of de eerstvolgende goed doorkomende radiozen- der te zoeken. SOUND - indrukken op de audio-instellin- gen (lage tonen, hoge tonen e.d.) te openen.
Pagina 264 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment op de hoofdbronknop drukt, verschijnt er een INFO - als er meer informatie beschikbaar snelmenu met de meest gebruikelijke menu- is dan op het beeldscherm kan worden weer- opties. gegeven, druk dan op de knop INFO om de resterende informatie te zien.
Pagina 265 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Menufuncties Het voorbeeld geeft aan hoe u de verschillende functies bereikt tijdens het afspelen van een schijf. (1) Hoofdbronknop, (2) Normaalweergave, (3) Snelkoppe- lings-/Bronmenu, (4) Snelmenu, (5) Bronmenu.
Pagina 266 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment AUX, TV* en Aan/Uit. Voor aansluiting via Kies een hoofdbron door te drukken op een Snelmenu - snelstand bij draaien aan hoofdbronknop (1) (RADIO, MEDIA, TEL). USB* of AUX, zie pagina 285 of via Blue- TUNE om bijvoorbeeld van track, radiozender Gebruik om door de menu’s van de bron te ®...
Pagina 267 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment • FAV - favoriet opslaan Algemene audio-instellingen iPod* • Druk op SOUND om het menu met audio- Bluetooth* instellingen ( Bass Treble , etc.) te openen. • Ga verder met SOUND of OK/MENU naar •...
Pagina 268 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment • Audio-instellingen Subwoofer 4. Druk, wanneer u klaar bent met de audio- uit. Kies een niveau onder – Niveau voor de lageto- nenluidspreker. instelling, op EXIT om te bevestigen en Volumecompensatie. terug te gaan naar de normaalweergave. •...
Pagina 269 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Menu-overzicht N.B. p.266 Volumecompensatie In de hoofdbronnen RADIO, MEDIA en TEL Als het volume van de externe geluidsbron hebt u de volgende menu’s. Voor informatie te hoog of te laag staat, kan de geluids- p.265 over de menufuncties, zie pagina 263.
Pagina 270 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment p.275 Scan p.277 Scan p.282 Geavanceerde instellingen Audio-instellingen p.279 p.265 p.275 TP-favoriet instellen Zie voetnoot p.279 DAB-verbinding p.275 Voor submenu’s, zie “Hoofdmenu AM”. PTY-instellingen p.279 DAB-band Diskmenu Hoofdmenu CD/DVD Data ( p.276 Alle FM-instellingen resetten Afspelen p.281 p.279...
Pagina 271 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Scan p.282 Scan p.282 Hoofdmenu DVD Video ( Diskmenu DVD-menu p.283 Audio-instellingen Audio-instellingen p.265 p.265 Zie voetnoot Zie voetnoot Play/pause/verder p.283 Geldt niet voor Performance. Geldt niet voor Performance. Stop p.283 Voor submenu’s, zie “Hoofdmenu AM”. Voor submenu’s, zie “Hoofdmenu AM”.
Pagina 272 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment Hoofdmenu AUX Bronmenu p.263 p.294 Gespreksduur Zie voetnoot AUX-ingangsvolume p.265 Telefoonboek p.295 DVD-hoofdmenu p.283 Audio-instellingen p.265 p.297 Zie voetnoot Zoeken Zie voetnoot DVD-hoofdmenu p.283 Voor submenu’s, zie “Hoofdmenu AM”. p.298 Nieuw contact Geldt alleen bij het weergeven van videobestanden en het Hoofdmenu TV* kijken van tv.
Pagina 273 06 Infotainment Algemene informatie over infotainment p.295 Telefoonboek downloaden p.299 Bluetooth-softwareversie in auto Bel-opties p.294 Automatisch opnemen p.295 Voicemailnummer Telefoon uit p.293 Geldt niet voor Performance.
Pagina 274 06 Infotainment Radio Algemene informatie Radio AM/FM N.B. Als de auto is uitgerust met stuurtoetsen* Zenders zoeken en/of een afstandsbediening*, kunt u deze meestal gebruiken in plaats van de toetsen N.B. op de middenconsole. Voor een beschrij- ving van de stuurtoetsen, zie zie De ontvangst hangt niet alleen af van de pagina 261.
Pagina 275 06 Infotainment Radio Handmatig zenders zoeken Om de lijst te openen en een zender te kie- N.B. zen: Weergave van de zenderlijst met de best • De lijst vermeldt alleen de frequenties doorkomende signalen bij het draaien aan 1. Kies de gewenste frequentieband ( van de zenders waarop u hebt afge- TUNE (zie gedeelte “Zenderlijst”, pagina 272) stemd en vormt dan ook geen com-...
Pagina 276 06 Infotainment Radio 1. Stem af op een zender (zie “Zenders zoe- N.B. N.B. ken”, pagina 272). Weergave van de zenderlijst met de best Sommige radiozenders maken geen 2. Houd een van de sneltoetsen enkele doorkomende signalen in het huidige gebruik van RDS of alleen in beperkte seconden ingedrukt.
Pagina 277 06 Infotainment Radio geluidsbron te hervatten en druk op OK/ zender bepalend voor de vraag of de weer- voor een nieuwsuitzending via het RDS-net- MENU om de melding te verwijderen. gave van de actieve geluidsbron kan worden werk van de zender waarop is afgestemd. Het onderbroken voor uitzendingen van een NEWS symbool...
Pagina 278 06 Infotainment Radio 1. Activeer de functie door in stand FM eerst 1. Kies in stand FM een of meer PTY onder – Activeer/deactiveer deze functie in de programmatypes te kiezen onder FM-menu Geavanceerde instellingen FM-menu Radiotekst stand FM onder menu Geavanceerde instellingen tonen.
Pagina 279 06 Infotainment Radio Digitale radio (DAB)* – De programmeerfunctie is uit te voeren in het Reset in de stand FM onder FM-menu menusysteem in stand DAB onder DAB- Geavanceerde instellingen Alle FM- Algemene informatie menu Ensemble programmeren. Pro- instellingen resetten. DAB (Digital Audio Broadcasting) is een sys- grammeren kan ook als volgt worden uitge- teem voor digitale overdracht van radiosigna-...
Pagina 280 06 Infotainment Radio Scannen binnen de kanalen die programma’s van het kanaal zal dan ook het hoofdkanaal worden gekozen type uitzenden. weergegeven waartoe het subkanaal Deze functie doorzoekt de actuele frequentie- behoorde. De voorkeurkanalen zijn niet band automatisch op goed te ontvangen zen- U kiest een programmatype in stand DAB gebonden aan de kanalenlijst.
Pagina 281 06 Infotainment Radio • Band III - dekt de meeste gebieden. Subkanalen zijn uitsluitend te bereiken via het N.B. gekozen hoofdkanaal en niet via een ander • LBand - alleen beschikbaar voor een Er kan telkens slechts een van de functies kanaal.
Pagina 282 06 Infotainment Mediaspeler Algemeen CD/DVD -functies Uw keuze bevestigen of het menu voor de gekozen mediabron openen door te De mediaspeler kan geluids- en videobestan- drukken op OK/MENU. den op schijven in de cd-/dvd-speler* weer- geven, op externe mediabronnen die via de Disctrack voor-/achteruitspoelen en van AUX/USB-poort* zijn aangesloten of geluids- disctrack of hoofdstuk...
Pagina 283 06 Infotainment Mediaspeler Menufuncties Zelfgebrande discs met audio-/ nen wordt de disc vervolgens automatisch weer naar binnen getrokken. U regelt de menufuncties van MEDIA vanaf videobestanden de middenconsole of via de toetsenset* op Draai aan TUNE om de speellijst/mapstruc- Pauze het stuurwiel.
Pagina 284 06 Infotainment Mediaspeler matisch of er een disc met alleen audiobe- nummer of muziekbestand op de disc Video-dvd’s standen of alleen videobestanden in de wordt voortgezet. Voor het afspelen van video-dvd’s, zie mediaspeler wordt geplaatst, past de instel- pagina 283. Willekeurige afspeelvolgorde lingen aan en speelt de bestanden vervolgens Vooruit-/achteruitspoelen...
Pagina 285 06 Infotainment Mediaspeler 2. Draai aan TUNE totdat Map herhalen Navigeren in eigen menu video-dvd MENU, waarna u terugkeert naar de lijst met verschijnt hoofdstukken. Druk op OK/MENU om uw keuze te activeren en terug te keren naar de 3. Druk op OK/MENU om de functie te acti- uitgangspositie.
Pagina 286 06 Infotainment Mediaspeler Compatibele formaten Breng voor meer informatie een bezoek aan www.divx.com/vod. De mediaspeler kan tal van bestandstypen afspelen en is compatibel met de formaten in Beeldinstellingen de volgende tabel. Het is mogelijk de volgende instellingen voor helderheid en contrast te wijzigen (op voor- N.B.
Pagina 287 06 Infotainment Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang Algemeen bestanden op het opslagmedium inleest. N.B. Afhankelijk van de bestandsstructuur en het Als de auto is uitgerust met stuurtoetsen* aantal bestanden kan het enige tijd duren en/of een afstandsbediening*, kunt u deze voordat alles ingelezen is. meestal gebruiken in plaats van de toetsen op de middenconsole.
Pagina 288 06 Infotainment Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang Afspelen en navigeren bestanden of alleen videobestanden op de van de tekenreeks intypt worden de zoekre- USB-aansluiting wordt aangesloten, past de sultaten steeds verder verfijnd. Draai aan TUNE om de speellijst/mapstruc- instellingen aan en speelt de bestanden ver- tuur te openen en door de lijst/structuur te U start de weergave van een bestand door te volgens af.
Pagina 289 06 Infotainment Externe geluidsbron via AUX/USB*-ingang andere bestanden op het opslagmedium dergelijke mp3-speler te kunnen gebruiken staan. binnen het systeem, dient de speler in de USB Removable device/Mass stand Storage Device N.B. te staan. Het systeem biedt ondersteuning voor ® iPod draagbare media die werken met USB 2.0 ®...
Pagina 290 ® tibel met de Bluetooth -functie van de zelf van track te wisselen. mediaspeler van de auto. Volvo adviseert u Om audio weer te geven moet de mediaspe- contact op te nemen met een erkende Bluetooth ler van de auto eerst in stand wor- Volvo-dealer of www.volvocars.com te...
Pagina 291 06 Infotainment ® Media Bluetooth EXIT – Omhoog in het menusysteem, op een andere eenheid. Sluit een nieuwe 5. Kies de aan te sluiten eenheid door te annuleert de actuele functie. externe eenheid aan, zie ‘Andere externe een- draaien aan TUNE en bevestig uw keuze heid kiezen’...
Pagina 292 06 Infotainment ® Media Bluetooth ® Willekeurige afspeelvolgorde Versie-informatie Bluetooth ® Bij activering van deze functie worden de De actuele Bluetooth -versie van de auto is in audiobestanden op de externe eenheid in wil- stand Bluetooth te bekijken onder Bluetooth- lekeurige volgorde afgespeeld.
Pagina 293 Volvo adviseert u con- Knop TEL, activeert/zoekt de laatst aan- tact op te nemen met een erkende Volvo- gesloten telefoon. Als er al een telefoon is werkplaats of www.volvocars.com te bezoeken voor informatie over compati- aangesloten, verschijnt er bij het indruk- bele telefoons.
Pagina 294 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* ® Beantwoord inkomende gesprekken, externe eenheid. Als de ene manier niet Externe Bluetooth -eenheid aansluiten bevestig uw keuze of open het telefoon- werkt, kunt u de andere proberen. U kunt maximaal tien externe eenheden kop- menu door te drukken op OK/MENU.
Pagina 295 OK/MENU. Andere externe eenheid kiezen 2. Voer ofwel het gewenste nummer of snel- My Volvo Car 2. Kies op het scherm van de nummer in, zie pagina 299. Of draai in de Als er meerdere eenheden in de auto aanwe- externe eenheid en volg de aanwijzingen.
Pagina 296 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* • Gespreksfuncties Nummer kiezen Het handsfree-systeem wordt gedeactiveerd - mogelijkheid om een tweede gesprek te starten met behulp bij het afzetten van de motor en het openen Inkomend gesprek van de cijfertoetsen (het eerste gesprek van een portier Druk op OK/MENU om een gesprek aan –...
Pagina 297 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Voicemail Telefoonmenu Telefooninstellingen Geluiden en volume Beltonen GSM- In de normaalweergave is het mogelijk een ringtone. Geluiden en volume Mute radio snelnummer voor voicemail te programmeren die u vervolgens kunt bereiken door lang te Beltoonvolume Telefoonboek drukken op 1.
Pagina 298 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Snelzoekfunctie contactpersonen Tekentabel toetsenset op N.B. Draai in de normaalweergave TUNE rechtsom middenconsole Bij wijzigingen van een post in het tele- om een lijst met contactpersonen te openen. Toets Functie foonboek van de mobiele telefoon vanuit Draai aan TUNE om een contactpersoon te het telefoonsysteem in de auto, wordt er kiezen en druk op OK/MENU om te bellen.
Pagina 299 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Contactpersonen zoeken N.B. Met OK/MENU kunt u wisse- len tussen cijfers en letters. Bij de uitvoering High Performance ont- breekt het tekstwiel, zodat u TUNE niet Overige Met OK/MENU kunt u over- kunt gebruiken voor de invoer van tekens schakelen op de invoer van maar aangewezen bent op de cijfer- en let- speciale tekens.
Pagina 300 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* Nieuw contact Kies, wanneer u de volledige naam ingevoerd N.B. hebt, in de lijst op het beeldscherm (1) en Bij de uitvoering High Performance ont- druk op OK/MENU. Voer vervolgens het tele- breekt het tekstwiel, zodat u TUNE niet foonnummer in op hierboven beschreven kunt gebruiken voor de invoer van tekens manier.
Pagina 301 06 Infotainment ® Bluetooth -handsfree* ® vCard ontvangen Versie-informatie Bluetooth Met OK/MENU kunt u wisse- Het is mogelijk om vCards van andere mobi- ® len tussen hoofdletters en De actuele Bluetooth -versie van de auto is in ele telefoons (dan de eenheid die op dat kleine letters.
Pagina 302 291) en geeft antwoord via de luid- spraakherkenning en de mogelijke sprekers in de auto. gesproken commando’s voor bedie- ning van het systeem. Geldt alleen voor auto’s met Volvo’s navigatiesysteem, RTI (Road and Traffic Information System). Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 303 06 Infotainment Spraakherkenning* mobiele telefoon Beknopte bedieningsinstructies mende commando’s op het beeldscherm Hulpfuncties spraakherkenning van de middenconsole. • Instructie: Een functie die u vertrouwd maakt met de functie en de juiste manier Let op het volgende bij het gebruik van de om commando’s te geven.
Pagina 304 06 Infotainment Spraakherkenning* mobiele telefoon • een beschrijving van het menusysteem, “Telefoon > Bel contact” – Zeg “Tele- De instructie is opgesplitst in 3 lessen, die in zie pagina 217. foon”, wacht op antwoord van het sys- totaal zo’n 5 minuten duren. De functie start teem en zeg vervolgens “Bel contact.”...
Pagina 305 06 Infotainment Spraakherkenning* mobiele telefoon Voicemail bellen Beantwoord de vervolgvragen die het sys- teem stelt. De onderstaande dialoog biedt u de mogelijk Telefoon bel nummer uw voicemail te beluisteren om te controleren Contactpersoon bellen Systeemreactie of u berichten hebt ontvangen. Het telefoon- Nummer? Met het onderstaande dialoog kunt u de nummer voor de voicemail moet geregis-...
Pagina 306 06 Infotainment TV - instelling* Algemene informatie er bij het indrukken MEDIA een snelmenu BELANGRIJK met de meest gebruikelijke menu-opties. Voor het gebruik van dit product is moge- N.B. Sneltoetsen, invoeren van cijfers. lijk kijk- en luistergeld verschuldigd. Dit systeem ondersteunt alleen tv-signalen In kanaallijsten of menu’s navigeren door in die landen die in mpeg2- of mpeg4-for- Menufuncties...
Pagina 307 06 Infotainment TV - instelling* Tv kijken > Als er eerder een of meer landen wer- N.B. den geselecteerd, dan verschijnen Druk op MEDIA, draai aan TUNE totdat – Als u van locatie verandert binnen het land deze in een lijst. op het display verschijnt en druk op en bijvoorbeeld naar een andere stad rijdt, OK/MENU.
Pagina 308 06 Infotainment TV - instelling* Voorkeur kijker definitie beschikbaar omdat het frequentiege- waarna het laatst bekeken kanaal opnieuw bied mogelijk gewijzigd is. Start in dat geval wordt weergegeven. De zoekfunctie is niet De voorkeurslijst is te bewerken. U kunt de een nieuwe zoekopdracht om een nieuwe van invloed op de voorkeurslijst.
Pagina 309 06 Infotainment TV - instelling* Informatie over actueel programma Geen ontvangst, zoeken Als de melding verschijnt, heeft het systeem geregistreerd Druk op de toets INFO om informatie te bekij- dat de signalen voor alle tv-kanalen zijn weg- ken over het actuele programma, het vol- gevallen.
Pagina 310 06 Infotainment Afstandsbediening* Algemeen* De afstandsbediening is te gebruiken voor N.B. alle functies van het infotainmentsysteem. De Leg de afstandsbediening niet in de felle toetsen op de afstandsbediening hebben zon (zoals op het dashboard) – dan kunnen dezelfde functies als de overeenkomstige er problemen met de batterijen ontstaan.
Pagina 311 06 Infotainment Afstandsbediening* Toets Functie Toets Functie Stoppen Informatie over actueel pro- gramma, nummer etc. Tevens te gebruiken als er meer informatie Vooruitbladeren/-spoelen, van beschikbaar is dan op het track/nummer wisselen beeldscherm kan worden weer- gegeven. Menu Taal geluidstrack kiezen Teruggaan, functie beëindigen, ingevoerde tekens wissen Ondertiteling, ondertitelingstaal...
Pagina 312 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Overzicht Algemene informatie Beeldscherm kunnen de bestuurder en een eventuele voor- passagier de radio of mediaspeler blijven Het RSE-systeem is een entertainmentsys- Hoofdtelefoonaansluiting beluisteren. Er kan echter slechts één disc teem voor de achterpassagiers waarmee het tegelijk in de mediaspeler worden afgespeeld.
Pagina 313 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Afstandsbediening Stroomverbruik, contactstanden (voor, rechtsachter of linksachter) weer te geven of af te spelen. Het is niet mogelijk om Het systeem is te activeren in contactstand I Het RSE-systeem is voorzien van een video op een USB-medium af te spelen, ter- of II en wanneer de motor loopt.
Pagina 314 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Hoofdtelefoonaansluiting Volume U kunt externe hoofdtelefoons aansluiten via Controlelampje Aan/Uit de hoofdtelefoonaansluiting (3,5 mm) aan de zijkant van de hoofdsteunen, zie afbeelding Bij het RSE-systeem horen twee draadloze hoofdtelefoons. op pagina 310. Het volume is aan te passen met de afstandsbediening.
Pagina 315 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Aansluiting op A/V-AUX-ingang Voor de positie van de elektrische aansluiting, gens op op de afstandsbedie- zie pagina 255 ning te drukken, aan TUNE te draaien en een Disk bron (bijvoorbeeld ) te kiezen en vervol- Audio/video afspelen via de A/V-AUX- gens uw keuze te bevestigen met ingang...
Pagina 316 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* eveneens Aan bij inschakeling van het con- beide beeldschermen dezelfde bron aange- instelling geldt voor beide beeldschermen ven of verschillende bronnen voor het linker achterin. tact. en rechter beeldscherm achterin. RSE-instell. TV-kinderslot, Activeer onder Afstandsbediening (beeldscherm 1.
Pagina 317 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Menu-instellingen vanaf Nacht op het beeldscherm. Voor algemene Voor zover niet anders aangegeven, wordt beeldschermen achterin informatie over menufuncties en menusyste- het beeld weergegeven in het schermformaat men, zie pagina 317. Normaal Voor algemene informatie over menufuncties en menusystemen, zie pagina 317.
Pagina 318 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Tv-instellingen* 1. Schakel de draadloze hoofdtelefoon(s) in Voor meer informatie over de mediaspeler en (kies CH.A voor het linker beeldscherm of USB, zie pagina 280 en 285. Tv-kanalen zoeken/Voorkeurslijst CH.B voor het rechter beeldscherm). 1.
Pagina 319 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* RSE-menu’s beeldscherm voorin 1. Schakel de draadloze hoofdtelefoon(s) in U beëindigt het vooruit-/achteruitspoelen (kies CH.A voor het linker beeldscherm of door te drukken op de toets Om het menu te openen dient u eerst CH.B voor het rechter beeldscherm).
Pagina 320 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* Pop-upmenu RSE Display uit RADIO Disk-instellingen resetten Druk op op de afstandsbediening ter- wijl er een videobestand wordt weergegeven Menu voor DAB1 * en Dvd-video-menu RSE of tv* wordt gekeken om het pop-upmenu te DAB2 Diskmenu openen.
Pagina 321 06 Infotainment RSE - Rear Seat Entertainment system* AUX-menu RSE Display uit AUX-menu Bluetooth-instellingen resetten AUX-ingangsvolume Tv-menu RSE* Modus Dag/Nacht TV-menu Display uit Land kiezen AUX-instellingen resetten Autostore A/V-AUX-menu RSE Scan A/V AUX-menu Modus Dag/Nacht A/V AUX-ingangsvolume Display uit Modus Dag/Nacht Tv-instellingen resetten Display uit AUX-instellingen resetten...
Pagina 322 Rijadviezen.................... 322 Tanken....................325 Brandstof....................326 Lading vervoeren.................. 330 Kofferbak ....................333 Rijden met een aanhanger..............334 Slepen en bergen.................. 341...
Pagina 323 T I J D E N S H E T R I J D E N...
Pagina 324 – hoe groter de belading, auto uit de waterpartij naar een werkplaats zichtig bij het doorwaden van stromend hoe hoger het verbruik. – geadviseerd wordt een erkende Volvo- water. • Rem af op de motor, wanneer dat zonder werkplaats.
Pagina 325 07 Tijdens het rijden Rijadviezen • • Verwijder verstralers die voor de grille zit- Bij oververhitting kan de airconditioning Let er tevens op dat de verschillende acces- ten tijdens ritten bij warm weer. zichzelf tijdelijk uitschakelen. soires het elektrisch systeem belasten. Scha- kel onderdelen/systemen die veel stroom •...
Pagina 326 50 % glycol bevatten. Bij een der- Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of gelijke concentratie is de motor ijs adviseert Volvo u om de auto rondom van beschermd tegen stukvriezen tot winterbanden te voorzien. ca. –35 °C. Voor optimale bescherming tegen vorst is het zaak geen verschillende N.B.
Pagina 327 07 Tijdens het rijden Tanken Tanken Tankdop open-/dichtdraaien Tankvulklep openen/sluiten De tankvulklep kan handmatig worden geopend, als openen met de schakelaar in de Bij hoge buitentemperaturen kan er een passagiersruimte niet mogelijk is. bepaalde mate van overdruk in de brandstof- Open de tankvulklep met de knop op het ver- tank ontstaan.
Pagina 328 Gebruik geen brandstof met een slechtere Gemorste brandstof kan ontvlammen. gassen te reinigen. Ze zijn dicht bij de motor kwaliteit dan Volvo adviseert, omdat dit een Schakel voordat u gaat tanken de stand- in het uitlaatsysteem gemonteerd om snel op nadelige invloed kan hebben op het motor- verwarming op brandstof uit.
Pagina 329 Zorg dat de jerrycan met brandstof goed advies van Volvo. vastgezet is en dat de dop goed dichtge- De kans op condensatie in de brandstoftank draaid is. neemt af, als u de tank altijd goed gevuld houdt.
Pagina 330 Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan gereden tank: reiniging mogelijk is. Onder normale rijom- de kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven • Breng de auto tot stilstand op een zo standigheden blijven de roetdeeltjes uit de...
Pagina 331 07 Tijdens het rijden Brandstof Brandstofverbruik en uitstoot van De regeneratie van het roetfilter vindt auto- N.B. kooldioxide matisch plaats en duurt normaal Tijdens de regeneratie kan zich het vol- 10–20 minuten. Bij een lage gemiddelde snel- Het gebruik van extra accessoires kan de ver- gende voordoen: heid kan dit iets langer duren.
Pagina 332 27. ken die door Volvo ontwikkeld zijn. Volg de montage-instructies die bij de last- dragers worden geleverd nauwkeurig op.
Pagina 333 07 Tijdens het rijden Lading vervoeren • Ruggedeelte achterbank omklappen Controleer regelmatig of de lastdragers en de lading goed vastzitten. Zet de Voor het omklappen van de ruggedeelten van lading stevig vast met sjorbanden. de achterbank, zie pagina 87. • Verdeel het gewicht van de lading gelijk- matig over de lastdragers.
Pagina 334 Houder voor boodschappentassen* 12V-aansluiting* N.B. De compressor voor provisorische ban- denreparatie is door Volvo getest en goed- gekeurd. Voor informatie over het gebruik van de aanbevolen provisorische banden- reparatie (TMK) van Volvo, zie pagina 356. Houder voor boodschappentassen onder het vloerluik.
Pagina 335 07 Tijdens het rijden Kofferbak Doorsteekluik Luikje verwijderen Open het luikje nadat u het hebt ontgrendeld, U kunt het luikje in het ruggedeelte openen met het ruggedeelte omgeklapt, ca. 30 gra- om lange en smalle voorwerpen te vervoeren. den en trek het luikje recht omhoog. Luikje aanbrengen Plaats het luikje terug in de groeven achter de bekleding en sluit het luikje.
Pagina 336 409. Om veiligheidsredenen dient u de toelaat- bare maximumsnelheid voor auto’s met Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd, Als een van de remlichten op de aanhanger een aanhanger/caravan niet te overschrij- Lampfout - wordt de auto compleet aangeleverd met de defect is, dan verschijnt de tekst den.
Pagina 337 De aangegeven maximaal toelaatbare aan- Zie tevens de specifieke informatie over optimale motortoerental van 2300–3000 hangergewichten zijn door Volvo bepaald. langzaam rijden met een aanhanger voor omw/min aan te houden voor optimale Let erop dat er op grond van de wetgeving auto’s met een automatische versnellings-...
Pagina 338 337. WAARSCHUWING Als de auto is uitgerust met de afneembare trekhaak van Volvo: • Volg de montage-instructies nauwkeu- rig op. • Opbergruimte trekhaak.
Pagina 339 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Trekhaak bevestigen Het controlevenster moet rood van kleur zijn. Verwijder de afdekking door de pal in te drukken en de afdekking vervolgens Afmetingen, bevestigingspunten recht naar achteren te trekken (mm) 1127 Breng de trekhaak aan en duw deze naar binnen totdat u een klik hoort.
Pagina 340 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger Het controlevenster moet groen van kleur Controleer of de trekhaak vastzit door Veiligheidskabel. zijn. deze stevig omhoog, omlaag en naar achteren te bewegen. WAARSCHUWING Let erop dat u de veiligheidskabel van de WAARSCHUWING aanhanger aan de daarvoor bestemde Als de trekhaak niet goed zit, moet u deze...
Pagina 341 DSTC-systeem (Dynamic Stability and gen van de auto in de gaten en dan in het bij- de knop in deze stand vast terwijl u de zonder de dwarsbewegingen. Als een neiging Traction Control), zie pagina 156. Inbegrepen bij montage van een originele Volvo-trekhaak.
Pagina 342 07 Tijdens het rijden Rijden met een aanhanger tot pendelbewegingen geregistreerd wordt, Wanneer het TSA actief is, knippert worden de voorwielen ieder afzonderlijk dus- het DSTC-symbool op het instrumen- danig afgeremd dat de combinatie gestabili- tenpaneel. seerd wordt. Vaak is dit voldoende om de auto weer onder controle te krijgen.
Pagina 343 07 Tijdens het rijden Slepen en bergen Slepen Automatische versnellingsbak WAARSCHUWING Powershift Kijk voordat u met slepen begint wat de wet- De rem- en stuurbekrachtiging werken niet Bij het model met een Powershift-versnel- telijk voorgeschreven maximumsnelheid voor als de motor is uitgeschakeld. Er moet slepen is.
Pagina 344 07 Tijdens het rijden Slepen en bergen Sleepoog die op verschillende manieren moeten BELANGRIJK worden geopend: Het sleepoog dient te worden vastgeschroefd Vermijd slepen. in een draadbus achter een afdekking in de • U opent de versie met een uitsparing •...
Pagina 345 07 Tijdens het rijden Slepen en bergen Bergen BELANGRIJK Roep professionele hulp in voor berging. Berg de auto altijd zo dat de wielen in de rijrichting draaien. Het is toegestaan het sleepoog te gebruiken om de auto op een bergingsvoertuig met •...
Pagina 346 Algemene informatie ................346 Wielen verwisselen ................351 Bandenspanning .................. 354 Gevarendriehoek en EHBO-set*............355 Noodreparatieset banden (TMK)* ............356 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 347 W I E L E N E N B A N D E N...
Pagina 348 08 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen Nieuwe banden de banden regen, sneeuw en drab minder goed afvoeren. Banden zijn van grote invloed op de rijeigen- schappen van de auto. Zowel het type, de Monteer de banden met het diepste profiel maat, de bandenspanning als de snelheids- altijd op de achteras (om het gevaar voor slip- klasse zijn belangrijk voor het rijgedrag van...
Pagina 349 Gebruik alleen velgen die getest en goedge- waarmee de banden verouderen en slijten. keurd zijn door Volvo en deel uitmaken van Om verschillen in profieldiepte te voorkomen de originele accessoires van Volvo. Contro-...
Pagina 350 De bandenmaat is afhankelijk van de motorvariant. Gebruik altijd het juiste type winterbanden op alle vier de wielen. N.B. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats voor advies over de beste soort velgen en banden. Banden met “spikes”...
Pagina 351 De minimaal en velgafmetingen. Bij twijfel adviseert 225/50R17 98W. toelaatbare index staat in de tabel, zie Volvo u een erkende Volvo-werkplaats om pagina 422. advies te vragen. Een verkeerde sneeuw- Breedte van de band (mm) ketting kan ernstige schade aan de auto...
Pagina 352 08 Wielen en banden Algemene informatie dan de maximumsnelheid die voor het gebruikte bandentype geldt (voor aanduiding Q geldt bijvoorbeeld een maximumsnelheid van 160 km/h). De gesteldheid van het wegdek is bepalend voor de maximumsnelheid en niet de snel- heidsklasse op de banden. N.B.
Pagina 353 Het Reservewiel erbij nemen compacte reservewiel is kleiner dan een nor- Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui- 1. Pak vloer in de bagageruimte aan de ach- maal wiel. De bodemspeling verandert er ken* die bij de auto hoort, zoals aangege- terzijde beet en klap deze naar voren toe daarom door.
Pagina 354 08 Wielen en banden Wielen verwisselen BELANGRIJK Het sleepoog dient volledig in de wielsleu- tel te worden gedraaid. 6. Draai de wielbouten ½–1 slag linksom los met de wielsleutel. WAARSCHUWING Leg nooit iets tussen de krik en de onder- grond en evenmin tussen de krik en het kriksteunpunt van de auto.
Pagina 355 08 Wielen en banden Wielen verwisselen WAARSCHUWING Kruip nooit onder de auto als deze op de krik staat. Laat eventuele passagiers uit de auto stappen, voordat u de auto opkrikt. Parkeer de auto dusdanig dat de auto en liever nog een vangrail u en eventuele uit- gestapte passagiers afschermen van het verkeer op de rijbaan.
Pagina 356 08 Wielen en banden Bandenspanning Bandenspanning Brandstofbesparing, ECO- N.B. bandenspanning Het is een natuurlijk gegeven dat de ban- Voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik denspanning na verloop van tijd afneemt. bij snelheden tot 160 km/h wordt de ECO- De bandenspanning varieert ook naarge- bandenspanning geadviseerd (zowel bij maxi- lang van de omgevingstemperatuur.
Pagina 357 08 Wielen en banden Gevarendriehoek en EHBO-set* Gevarendriehoek De gevarendriehoek is met twee clips aan de binnenkant van het kofferdeksel bevestigd. Haal de houder met de gevarendriehoek los door de twee kliksluitingen naar bui- ten te trekken. Neem de gevarendriehoek uit de houder, klap de driehoek uit en bevestig de twee losse zijden aan elkaar.
Pagina 358 Het afdichtmiddel dicht banden met een lek N.B. in het loopvlak effectief af. De compressor voor provisorische ban- denreparatie is door Volvo getest en goed- gekeurd. Optie op bepaalde markten. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 359 Lekke band repareren WAARSCHUWING Rijd nooit sneller dan 80 km/h, nadat u de noodreparatieset hebt gebruikt. Volvo adviseert een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken om de afgedichte band te laten controleren (maximale rijafstand 200 km). Het personeel kan bepalen of de band kan worden gerepareerd of moet worden ver- vangen.
Pagina 360 08 Wielen en banden Noodreparatieset banden (TMK)* drukreduceerventiel, als de bandenspan- WAARSCHUWING WAARSCHUWING ning te hoog is.) Draai de bus niet los. De bus is voorzien Ga nooit naast de band staan terwijl de van een pakking die lekkage tegengaat. compressor aan het pompen is.
Pagina 361 Vervang de bus met afdichtmiddel en de 1. De compressor moet uitstaan. Zorg dat ten achtereen werken. slang na gebruik. Volvo adviseert u het de knop in stand 0 staat en neem de vervangen over te laten aan een erkende kabel en de luchtslang erbij.
Pagina 362 08 Wielen en banden Noodreparatieset banden (TMK)* 7. Plaats het ventieldopje terug. Bus met afdichtmiddel vervangen Vervang de bus voordat de houdbaarheids- datum verstreken is. Behandel de vervangen bus als klein chemisch afval (KCA). WAARSCHUWING De bus bevat 1,2-ethanol en natuurrubber- latex.
Pagina 363 08 Wielen en banden...
Pagina 364 Motorruimte..................364 Gloeilampen..................372 Wisserbladen en sproeiervloeistof............379 Accu...................... 381 Zekeringen.................... 386 Verzorging..................... 398...
Pagina 365 O N D E R H O U D E N S E R V I C E...
Pagina 366 Zie voorgaande gereedschap en de servicehandboeken waar- afbeelding. Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui- door zij u een zo hoog mogelijke servicekwali- ken die bij de auto hoort. Volg bij gebruik teit kunnen garanderen.
Pagina 367 09 Onderhoud en service Motorruimte Motorruimte, overzicht Vulopening voor sproeiervloeistof Luchtfilter WAARSCHUWING De spanning en het vermogen van het ont- stekingssysteem zijn zeer hoog. De span- ning in het ontstekingssysteem is levens- gevaarlijk. Houd de transpondersleutel altijd in stand 0 bij werkzaamheden in de Trek aan de handgreep bij de pedalen.
Pagina 368 Bij negatieve invloed op de levensduur van de Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km rijden onder ongunstige omstandigheden motor, de startgewilligheid, het brandstof- verbruik en de milieu-impact is anders niet te controleren.
Pagina 369 09 Onderhoud en service Motorruimte 5. Als de olie dichter bij het MIN-streepje Motor met elektronische ligt, dient u 0,5 liter bij te vullen. Als de oliepeilaanduiding olie daar ver onder staat, moet u wellicht meer bijvullen. 6. Als u het peil daarna nogmaals wenst te controleren, moet u dat na enige tijd rij- den doen.
Pagina 370 09 Onderhoud en service Motorruimte Oliepeil meten BELANGRIJK Voor controle van het oliepeil de onder- Vul bij het verschijnen van de melding staande volgorde aanhouden. Oliepeil laag 0,5 liter bijvullen slechts 1. Activeer sleutelstand II, zie pagina 83. 0,5 liter bij. 2.
Pagina 371 • Gebruik altijd een koelvloeistof met pen. roestwerende eigenschappen volgens de aanbevelingen van Volvo. Voor de aan te houden hoeveelheden en de • Let erop dat het koelvloeistofmengsel aanbevolen vloeistofkwaliteit, zie pagina 417.
Pagina 372 De vloeistof moet tussen het van het remvloeistofverlies te laten contro- en de aan te houden hoeveelheden, zie MIN- en MAX-streepje staan (aan de bin- leren door een erkende Volvo-werkplaats. pagina 417. nenkant van het reservoir). BELANGRIJK Vergeet niet de dop terug te plaatsen.
Pagina 373 Storingen opsporen en verhelpen De airconditioning bevat een fluorescerend traceermiddel. Gebruik ultraviolet licht voor het zoeken van lekkage. Volvo raadt aan contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. WAARSCHUWING In de installatie voor airconditioning zit koudemiddel R134a onder druk. Service...
Pagina 374 – geadviseerd wordt u geadviseerd een erkende Volvo- lampen of lampen die u om andere redenen wordt een erkende Volvo-werkplaats. werkplaats te bezoeken.
Pagina 375 09 Onderhoud en service Gloeilampen Afdekking verwijderen Koppel de connector van het koplamp- huis los door met uw duim de clip omlaag te duwen. Trek ondertussen met uw andere hand de connector los. 5. Til het koplamphuis naar buiten en leg het op een zachte ondergrond om krassen op de lens te voorkomen.
Pagina 376 09 Onderhoud en service Gloeilampen Dimlicht, halogeen Groot licht, halogeen Verstralers, ABL-koplampen* 1. Haal het koplamphuis los, zie pagina 372. 1. Haal het koplamphuis los. 1. Haal het koplamphuis los. 2. Verwijder de afdekking. 2. Verwijder de afdekking, zie pagina 373. 2.
Pagina 377 09 Onderhoud en service Gloeilampen Richtingaanwijzers Sidemarker Plaats de onderdelen in omgekeerde volg- orde terug. Achterlamphuis 1. Haal het koplamphuis los. Lees de tekst op zie pagina 372 door alvo- rens een gloeilamp te vervangen. 2. Verwijder de kleine, ronde afdekking. 1.
Pagina 378 09 Onderhoud en service Gloeilampen Kentekenplaatverlichting 5. Druk de lamphouder in positie en plaats het luikje terug. Positie gloeilampen achterlamphuis Lamphouder achterlamphuis Achteruitrijlicht 1. Draai de boutjes los met een schroeven- draaier. Mistachterlicht 2. Haal voorzichtig het complete gloeilamp- Richtingaanwijzer Remlicht (led) huis los en trek het naar buiten.
Pagina 379 09 Onderhoud en service Gloeilampen Verlichting in kofferbak Verlichting make-upspiegel Specificaties van gloeilampen Verlichting Type Lampglas verwijderen Dimlicht, halogeen H7 LL Groot licht, halo- geen Verstralers, ABL H7 LL Richtingaanwijzers H21W LL voorzijde Sidemarkers voor W5W LL 1. Steek een schroevendraaier achter het Verlichting dash- Lampvoet boardkastje...
Pagina 380 09 Onderhoud en service Gloeilampen Verlichting Type Achteruitrijlicht P21W LL Mistachterlicht P21W LL Watt...
Pagina 381 09 Onderhoud en service Wisserbladen en sproeiervloeistof Wisserbladen STOP ENGINE om het elektrische sys- Wisserbladen vervangen teem van de auto in de sleutelstand I te Servicestand zetten. (Zie voor meer informatie over de sleutelstanden zie pagina 83.) 2. Druk nogmaals kort op de knop START/ STOP ENGINE om het elektrische sys- teem van de auto in de sleutelstand 0 te zetten.
Pagina 382 09 Onderhoud en service Wisserbladen en sproeiervloeistof Klap de wisserarm omhoog, wanneer De sproeiers van de voorruit en de koplam- N.B. deze in de servicestand staat. Druk op de pen staan in verbinding met hetzelfde vloei- De wisserbladen zijn niet allebei even lang. knop die op de wisserbladhouder zit en stofreservoir.
Pagina 383 09 Onderhoud en service Accu Gebruik N.B. BELANGRIJK De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal Hoe vaker de accu ontladen raakt, des te Bij het negeren van het volgende valt na startpogingen, de weersomstandigheden e.d. minder lang gaat de accu mee. aansluiting van een externe startaccu of zijn van invloed op de levensduur en de wer- acculader de energiebesparingsfunctie...
Pagina 384 09 Onderhoud en service Accu Symbolen op de accu Startaccu vervangen Vermijd vonken en open vuur. Draag een veiligheidsbril. Demonteren Om te beginnen: Neem de transpondersleu- tel uit het contactslot en wacht ten minste 5 minuten, voordat u een van de elektrische aansluitingen aanraakt –...
Pagina 385 09 Onderhoud en service Accu Monteren Haal de rubber strip los om de achterste afdekking bloot te leggen. Neem de achterste afdekking los door deze een kwartslag te verdraaien en ver- volgens op te tillen. WAARSCHUWING De plus- en minkabels in de juiste volgorde loskoppelen en/of aansluiten.
Pagina 386 09 Onderhoud en service Accu 9. Pas de voorste afdekking in en zet het N.B. Accu Start Hulp vast met behulp van de clips (zie Verwij- • Hoe hoger de stroomafname in de deren.) Koude- auto (extra koeling/verwarming e.d.), startvermo- Voor meer informatie over de startaccu van hoe meer de accu’s moeten worden , CCA...
Pagina 387 - geadviseerd wordt een erkende Als iets dergelijks niet voorhanden is, Volvo-werkplaats. wordt geadviseerd het Start/Stop-systeem uit te schakelen totdat de startaccu vol- doende bijgeladen is.
Pagina 388 Als dezelfde zekering her- haaldelijk doorbrandt, betekent dit dat het bij- behorende onderdeel een storing vertoont. U wordt dan geadviseerd een bezoek te bren- gen aan een erkende Volvo-werkplaats voor een controle. Vervangen 1. Zoek in de zekeringentabel op waar de zekering zit.
Pagina 389 09 Onderhoud en service Zekeringen Motorruimte...
Pagina 390 ‘JCASE’ en dienen door een werk- Motorregelmodule; transmis- ming*, links plaats te worden vervangen sieregelmodule; airbags • Ruitenwissers De zekeringen 16–33 en 35–41 zijn van Elektrisch verwarmde sproei- het type ‘MiniFuse’. koppen* Standverwarming* Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 391 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Functie Functie Spoel in relais voor magneet- Kleppen (1,6 l benzine); lucht- koppeling A/C (niet 5-cil. die- massameter (1,6 l benzine) Bedieningspaneel verlichting sel); spoel in relais voor koel- Luchtmassameter (D4162T); vloeistofpomp (5-cil. diesel regelklep brandstofstroom Start/Stop);...
Pagina 392 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Functie Lambdasondes (4-cil. benzine); Koelventilator (4-cil., 5-cil. ben- lambdasonde (diesel); regelmo- zine) dule radiateurafdekking (5-cil. Koelventilator (6-cil., 5-cil. die- 2,0 liter diesel) sel) EVAP-klep (5-, 6-cil. benzine); Elektrohydraulische stuurbe- lambdasondes (5-, 6-cil. ben- krachtiging zine) Bij auto’s met Start/Stop-systeem is deze zekeringpositie Koelvloeistofpomp (1,6 l ben-...
Pagina 393 09 Onderhoud en service Zekeringen Onder dashboardkastje - relais-/zekeringhouder Posities Functie Functie Aan de binnenkant van het deksel zit een sticker met de positie van de verschillende Elektrische stuurverwarming* Bedieningspaneel voorste pas- zekeringen. sagiersportier Analoge klok* Bedieningspaneel achterste Functie passagiersportier rechts Hoofdzekering voor audioregel- Bedieningspaneel achterste 12V-aansluiting kofferbak*,;...
Pagina 394 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Functie Elektrisch bedienbare passa- Massagefunctie voorstoelen*; giersstoel* verlichting armsteun* en verlich- ting koelkast*; spoel in relais voor koelkast* Regelmodule Infotainment Stoelverwarming passagiers- zijde Audioregelmodule (versterker)*; Stoelverwarming bestuurders- digitale radio*; tv* zijde Audiosysteem Park Assist*; parkeercamera*; Telematica*;...
Pagina 395 09 Onderhoud en service Zekeringen Onder dashboardkastje - centrale elektronicamodule (CEM) Posities Functie Functie Functie Adaptieve cruisecontrol (ACC)*; Ontgrendelen kofferdeksel Collision Warning* Omklapbare hoofdsteunen* Interieurverlichting; regensensor Brandstofpomp Stuurwieleenheid Interieurverlichting; bedienings- Bewegingsmelder alarm*; paneel zijruiten op bestuurders- Centrale vergrendeling tankvul- bedieningspaneel klimaatrege- portier;...
Pagina 396 De zekering zit achter het zijpaneel aan de formance); audiosysteem (Per- passagierszijde. formance) Remlichten N.B. Geadviseerd wordt de auto naar een Schuifdak* erkende Volvo-werkplaats te brengen om zekeringen te laten vervangen. Startblokkering Functie Analoge klok Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 397 09 Onderhoud en service Zekeringen Kofferbak/bagageruimte Het kastje zit achter de bekleding aan de linkerzijde. Posities Functie Functie Elektrische parkeerrem links Elektrische parkeerrem rechts Elektrisch verwarmde achterruit Trekhaakaansluiting 2* Trekhaakaansluiting 1* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 398 Hoofdzekering voor relais-/ Voor meer informatie over Start/Stop - zie onder dashboardkastje, relais-/ zekeringhouder onder dash- pagina 138. zekeringenkastje onder dash- boardkastje boardkastje, relais- en zekerin- genhouder in kofferbak Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 399 09 Onderhoud en service Zekeringen Functie Hoofdzekering voor relais-/ zekeringhouder onder dash- boardkastje Hoofdzekering voor relais- en zekeringhouder in kofferbak Interieurventilator Startrelais Interne diode Hulpaccu Centrale elektronicamodule (CEM) - referentiespanning hulpaccu; laadpunt hulpaccu...
Pagina 400 U wordt geadvi- poo. seerd een dergelijke verkleuring te laten BELANGRIJK Gebruik geen sterke oplosmiddelen. herstellen door een erkende Volvo-werk- Vuile koplampen werken minder goed. plaats. Maak ze regelmatig schoon, bijvoorbeeld Automatische wasstraten •...
Pagina 401 Voor het schoonmaken en verzorgen van lingen valt niet onder de Volvo-garantie. gekleurde kunststof onderdelen, rubber Poetsen en in de was zetten onderdelen en sieronderdelen zoals glim- Poets de auto en zet deze in de was, wan-...
Pagina 402 Interieur reinigen fen bekleding te gebruiken nadat u hebt dat verkrijgbaar is bij een erkende Volvo- gestofzuigd. U dient vloermatten te reinigen Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- werkplaats. Gebruik het middel de eerste...
Pagina 403 (zoals spijkerbroeken en suède kle- bekleding ding) kunnen afgeven en voor verkleu- 2. Laat het leer 20 minuten drogen alvorens De leren bekleding van Volvo is chroomvrij en ring van de bekleding zorgen. erop plaats te nemen. is behandeld om de bekleding in oorspronke- •...
Pagina 404 Volvo-werkplaats. Veiligheidsgordel schoonmaken Gebruik water en een synthetisch wasmiddel en in het bijzonder het textielreinigingsmiddel dat bij de erkende Volvo-werkplaats verkrijg- Eventueel. Volg de aanwijzingen die bij de verpakking van de bijwerkpen/-stift werden geleverd.
Pagina 405 09 Onderhoud en service Verzorging Geringe lakschade herstellen zoals spuitbus uit en breng het met een kwastje dun op. steenslagschade en krasjes 2. Vóór het lakken kunt u zo nodig (bij onge- lijkmatige randen bijv.) plaatselijk licht schuren met zeer fijn schuurlinnen. Reinig het gebied zorgvuldig en laat het goed drogen.
Pagina 406 Type-aanduidingen................406 Maten en gewichten................408 Motorspecificaties................. 412 Motorolie....................414 Vloeistoffen en smeermiddelen............. 417 Brandstof....................420 Wielen en banden, maten en spanning ..........422 Elektrisch systeem................423 Typegoedkeuring.................. 424 Licenties....................433 Displaysymbolen................... 436...
Pagina 407 S P E C I F I C A T I E S...
Pagina 408 10 Specificaties Type-aanduidingen Positie van stickers en plaatjes...
Pagina 409 10 Specificaties Type-aanduidingen Wanneer u contact opneemt met uw erkende N.B. Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen Het is mogelijk dat de stickers die in de of accessoires wilt bestellen, kan het handig instructieboek staan geen exacte kopieën zijn om de type-aanduiding, het chassisnum- zijn van de stickers die in de auto zitten.
Pagina 410 10 Specificaties Maten en gewichten Maten Maten Maten Maten Wielbasis 2835 Spoorbreedte vooras Breedte incl. buiten- 2106 1588 spiegels 1578 Lengte 4854 Breedte incl. inge- 1907 Spoorbreedte achteras Laadlengte, vloer, ach- 1927 1585 klapte buitenspiegels terbank neergeklapt 1575 met 16"-wielen Laadlengte, vloer 1094 met 17"-wielen...
Pagina 411 10 Specificaties Maten en gewichten Gewichten N.B. Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het Het gedocumenteerde rijklaar gewicht gewicht van de bestuurder, dat van de brand- geldt voor een auto in standaarduitvoering stoftank die voor 90 % gevuld is en dat van –...
Pagina 412 10 Specificaties Maten en gewichten Trekgewicht en kogeldruk N.B. Voor aanhangers/caravans zwaarder dan 1800 kg wordt een trillingsdemper op de trekhaak geadviseerd. Motor Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max. kogeldruk (kg) Motorcode Alle Alle Alle 1200 B4164T Handgeschakeld, MMT6 1600 B4164T Automaat, MPS6...
Pagina 413 10 Specificaties Maten en gewichten Motor Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max. kogeldruk (kg) Motorcode D4162T Automaat, MPS6 1300 D5204T7 Handgeschakeld, M66 1600 D5204T7 1600 Automaat, TF-80SD D5204T3 Handgeschakeld, M66 1600 D5204T3 1600 Automaat, TF-80SC / TF-80SD D5244T11 Handgeschakeld, M66 1600 D5244T15 Automaat, TF-80SC...
Pagina 414 10 Specificaties Motorspecificaties Motorspecificaties N.B. Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle markten. Motor Vermogen Vermogen Motorkoppel Aantal Cilinder- Slag- Cilinder- Com- Motorcode (kW bij (pk bij (Nm bij omw/ cilin- boring lengte inhoud pressie- omw/min) omw/min) min) ders (mm) (mm) (liter) verhou-...
Pagina 415 10 Specificaties Motorspecificaties Motor Vermogen Vermogen Motorkoppel Aantal Cilinder- Slag- Cilinder- Com- Motorcode (kW bij (pk bij (Nm bij omw/ cilin- boring lengte inhoud pressie- omw/min) omw/min) min) ders (mm) (mm) (liter) verhou- ding 158/4000 215/4000 420/1500–3250 81,0 93,15 2,400 16,5:1 D5244T11 158/4000...
Pagina 416 Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motorolie- soort die niet voldoet aan de voorgeschre- ven kwaliteits- en viscositeitseisen. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo-werkplaats te laten verversen.
Pagina 417 10 Specificaties Motorolie Motoroliekwaliteit Motor Aanbevolen oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter) Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 B6324S5 ca. 6,8 Viscositeit: SAE 0W–30 B6304T4 ca. 6,8 D5204T3 ca. 5,9 D5204T7 ca. 5,9 ca. 5,9 D5244T11 ca. 5,9 D5244T15 B4204T6 Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 ca.
Pagina 418 10 Specificaties Motorolie Motor Aanbevolen oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter) Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 B5254T12 ca. 5,5 Viscositeit: SAE 0W–30 B5254T14 ca. 5,5 Motorcode, onderdeel- en serienummer van de motor vindt u op de motor, zie pagina 406. Handgeschakelde versnellingsbak. Automatische versnellingsbak.
Pagina 419 10 Specificaties Vloeistoffen en smeermiddelen Koelvloeistof Hoeveelheid Motor Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aan- (liter) bevolen koelvloeistof aangelengd met 50 % water , zie verpakking. B6324S5 B5254T12 Hoeveelheid Motor (liter) B5254T14 B4204T6 10,5 B6304T4 D5204T3 B4204T7 D5204T7 D4162T D5244T15 11,1 D4162T...
Pagina 420 10 Specificaties Vloeistoffen en smeermiddelen Overige vloeistoffen en smeermiddelen Handgeschakelde versnellingsbak Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven versnellingsbakolie MMT6 BOT 350M3 Automatische versnellingsbak Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven versnellingsbakolie MPS6 BOT 341 TF-80SC TF-80SD N.B. Onder normale rijomstandigheden hoeft de versnellingsbakolie niet te worden ververst zolang de versnellingsbak meegaat.
Pagina 421 Vloeistoffen en smeermiddelen Vloeistof Systeem Hoeveelheid Voorgeschreven kwaliteit (liter) Sproeiervloeistof Auto’s met koplampsproeiers Door Volvo aanbevolen sproeiervloeistof, met antivries bij koud weer en onder het vriespunt. Auto’s zonder koplampsproei- Brandstof Benzinemotor ca. 70 Benzine: zie pagina 327 Dieselmotor ca. 70...
Pagina 422 10 Specificaties Brandstof -uitstoot en brandstofverbruik Gegevens over brandstofverbruik en emissie staan in een bijgeleverd supplement. Uitleg Er zijn meerdere oorzaken aan te geven voor N.B. een verhoogd brandstofverbruik ten opzichte gram/km Als de gegevens over brandstofverbruik en van de tabelwaarden. Daarbij valt te denken emissie ontbreken, staan deze in het bijge- aan factoren als: leverde supplement.
Pagina 423 10 Specificaties Brandstof voor meer informatie de richtlijnen waar eer- Zie pagina 326 voor meer algemene informa- tie over brandstof. der aan gerefereerd werd Er zijn grote afwijkingen in het brandstofver- bruik mogelijk bij een vergelijking met de EU- rijcycli die gehanteerd worden bij certifice- ring van de auto en waarop de verbruikscij- fers in de tabel gebaseerd zijn.
Pagina 424 10 Specificaties Wielen en banden, maten en spanning Goedgekeurde bandenspanningswaarden N.B. De tabel met informatie over de goedge- keurde bandenspanningswaarden staat in een bijgeleverd supplement.
Pagina 425 10 Specificaties Elektrisch systeem Elektrisch systeem De startaccucapaciteit is afhankelijk van de BELANGRIJK uitrusting op de auto. Op de auto zit een wisselstroomdynamo met Let er bij het vervangen van de accu op, spanningsregelaar. Het elektrische systeem is dat de nieuwe accu dezelfde koudestart- enkelpolig en gebruikt het chassis en het capaciteit en reservecapaciteit als de origi- motorblok als geleiders.
Pagina 426 10 Specificaties Typegoedkeuring Transpondersleutelsysteem Radarsysteem Land Land Vergrendelingssysteem standaard China Land Singa- pore EU, China IDA: Infocomm Development Authority of Singapore. Hongkong Brazilië Keyless drive Land Europa Hierbij verklaart Delphi Electronics & Safety dat L2C0038TR en L2C0049TR in overeenstemming zijn met de essentiële eigenschappen en Korea overige relevante bepalingen...
Pagina 427 10 Specificaties Typegoedkeuring ® Bluetooth Verklaring van overeenstemming (Declaration of Conformity) Land Landen binnen de Exportland: Japan Producent: Alpine Electronics Inc. ® Type uitrusting: Bluetooth -eenheid Breng voor meer informatie een bezoek aan http://ec.europa.eu/enterprise/rtte/faq.htm#informing...
Pagina 428 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Tsjechië: ® Alpine Electronics, Inc. tímto prohlašuje, že tento Bluetooth Module je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. ® Denemar- Undertegnede Alpine Electronics, Inc. erklærer herved, at følgende udstyr Bluetooth Module overholder de væsentlige krav og ken: øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
Pagina 429 10 Specificaties Typegoedkeuring Land ® Estland: Käesolevaga kinnitab Alpine Electronics, Inc. seadme Bluetooth Module vastavust direktiivi 1999/5/EÜ põhinõuetele ja nimetatud direktiivist tulenevatele teistele asjakohastele sätetele. ® Groot-Brit- Hereby, Alpine Electronics, Inc., declares that this Bluetooth Module is in compliance with the essential requirements and other tannië: relevant provisions of Directive 1999/5/EC.
Pagina 430 10 Specificaties Typegoedkeuring Land ® Polen: Niniejszym Alpine Electronics, Inc. oświadcza, że Bluetooth Module jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz pozostałymi stosownymi postanowieniami Dyrektywy 1999/5/EC. ® Portugal: Alpine Electronics, Inc. declara que este Bluetooth Module está conforme com os requisitos essenciais e outras disposições da Directiva 1999/5/CE.
Pagina 431 10 Specificaties Typegoedkeuring Land China: 第十三条进口和生产厂商在其产品的说明书或使用手册中，应刊印下述有关内容 1. 标明附件中所规定的技术指标和使用范围，说明所有控制调整及开关等使用方法 ■ 使用频率 2.4 - 2.4835 GHz ■ 等效全向辐射率(EIRP) 天线增益 10dBi 时 ≤100 mW 或≤20 dBm ① ■ 最大率谱密度天线增益 10dBi 时 ≤20 dBm / MHz(EIRP) ① ■ 载频容限 20 ppm ■...
Pagina 432 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Taiwan: 低効率電波輻射性電機管理辧法第十条第十二條經型式認證合格之低功率射頻電機，非經許可，公司商號或使用者均不得擅自變更頻率加大功率或變更原設計之特性及功能第十四條低功率射頻電機之使用不得影響飛航安全及干擾合法通信；經發現有干擾現象時，應立即停用，並改善至無干擾時方得繼續使用前項合法通信，指依電信法規定作業之無線電通信低功率射頻電機須忍受合法通信或工業科學及醫療用電波輻射性電機設備之干擾...
Pagina 433 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Zuid-Korea: 제품 정보 Volvo Car Korea 신청자 코드: KCC-CMM-N25-IAM21L3, KCC-CMM-N25-IAM21L2 and KCC-CMM-N25-IAM21L1 제품 명: Bluetooth Audio Navigation Radio 모델 명: IAM2.1 산 날짜: March/2010 Alpine Electronics, Inc Made in Japan 고객 정보 Volvo Car Korea 볼보자동차코리아...
Pagina 434 10 Specificaties Typegoedkeuring Land Verenigde Arabische Emiraten: Zuid-Afrika: Jamaica: Approved for use in Jamaica SMA EI: IAM2.1 Thailand: This telecommunication equipment conforms to NTC technical requirement. Oman...
Pagina 435 10 Specificaties Licenties Sensus software INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE Permission is hereby granted, free of charge, IMPLIED WARRANTIES OF to any person obtaining a copy of this This software uses parts of sources from MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A software and associated documentation files clib2 and Prex Embedded Real-time OS - PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Pagina 436 License, regarding your rights under said ® Certified device must be registered in order lgpl.html licenses. Volvo Car Corporation (VCC) offers to play DivX Video-on-Demand (VOD) to provide the source code of said free/open • Libc.so.6, libpthread.so.0, Librt.so.1 content. To generate the registration code,...
Pagina 437 10 Specificaties Licenties setup menu. Go to http://vod.divx.com with this code to complete the registration process and learn more about DivX VOD. Covered by one or more of the following U.S. Patents: 7,295,673; 7,460,668; 7,515,710; 7,519,274.
Pagina 438 10 Specificaties Displaysymbolen Algemene informatie Displaysymbolen Controlesymbolen op instrumentenpaneel Er worden tal van verschillende displaysym- Waarschuwingssymbolen op bolen gebruikt in de auto. De symbolen zijn Symbool Betekenis Pagina instrumentenpaneel onderverdeeld in waarschuwings-, controle- Symbool Betekenis Pagina en informatiesymbolen. Hier volgt een over- Storing in ABL- 76, 97 zicht van de meest voorkomende symbolen...
Pagina 439 10 Specificaties Displaysymbolen Symbool Betekenis Pagina Symbool Betekenis Pagina Symbool Betekenis Pagina Richtingaanwijzers Radarsensor* 172, 176, Regensensor* links Actief groot licht, Richtingaanwijzers AHB (Active High rechts Beam)* DRIVe - Start/ 76, 138 Camerasensor*; 181, 190, Voorruitsensor* Stop* lasersensor* 195, 198 Niet in gebruik Start/Stop* Auto Brake*;...
Pagina 440 10 Specificaties Displaysymbolen Informatiesymbolen op display Symbool Betekenis Pagina plafondconsole Driver Alert Sys- Symbool Betekenis Pagina tem*; Lane Departure War- Gordelwaarschu- ning* wing Geregistreerde Airbag passagiers- 22, 23 snelheidsinfor- stoel, geactiveerd matie* Motor- en interi- Airbag passagiers- eurverwarming* stoel, gedeacti- veerd Geactiveerde timer*...
Pagina 441 10 Specificaties...
Pagina 442 11 Alfabetisch register Actieve koplampen (ABL)......97 alarmsysteem controleren....47 beperkt alarmniveau......64 Actieve xenonkoplampen......97 A/V-AUX-ingang........312 geactiveerd alarm uitschakelen.... 64 Adaptatie..........127 Aanbevolen veiligheidzitjes, tabel....34 Alarmlichten..........99 Adaptieve cruisecontrol......163 Aanhanger..........334 Alcoholslot..........117 radarsensor......... 170 kabel........... 334 storingen opsporen......
Pagina 443 11 Alfabetisch register Automatische versnellingsbak....131 Bedieningsknoppen BLIS-systeem (Blind Spot Information aanhanger........... 335 middenconsole........217 System)............ 208 handmatig schakelen (Geartronic)..132 Bedieningspaneel verlichting..... 93 Blokkering achteruitversnelling....130 slepen en bergen........ 341 ® Bedrijfsrem..........145 Bluetooth Automatische wasstraten......398 gesprek naar mobiel ......294 Beelschermen achterin......
Pagina 444 11 Alfabetisch register City Safety™..........177 Dashboardkastje........254 Elektrisch bedienbaar schuifdak....115 vergrendelen......... 58 Elektrisch bedienbare ruiten....107 Claxon............91 Dieselolie..........327 Claxonneren..........91 Elektrisch bedienbare ruiten resetten..109 Displayverlichting........94 Clean Zone Interior Package (CZIP)..226 Elektrisch bedienbare stoel....... 86 Distance Alert..........
Pagina 445 11 Alfabetisch register ® Gevarendriehoek........355 HomeLink ..........151 Gewichten Hoofdsteun File-assistent..........168 rijklaar gewicht........409 middelste zitplaats achterbank..... 88 FlexiFuel........... 126 omklappen..........88 Glazen............257 adaptatie..........127 gelaagd/verstevigd......107 Hoofdtelefoon Follow Me home-verlichting....101 batterij vervangen....... 312 Global opening........226 draadloos..........
Pagina 446 11 Alfabetisch register Instrumenten, schakelaars en bediening... 68 Kinderen............ 32 Kompas........... 113 kinderslot..........38 kalibreren..........113 Instrumentenoverzicht kinderzitjes en SIPS-airbags....24 auto met stuur links......68 Koplampen..........372 positie in de auto........32 auto met stuur rechts......70 Koplamphoogteregeling......94 veiligheid..........
Pagina 447 11 Alfabetisch register Lichtbundel aanpassen......101 Menu’s/functies........219 Motorruimte Active Bending Lights ......102 koelvloeistof........369 Meters halogeenkoplampen......102 olie............365 brandstofmeter........72 overzicht..........365 Luchtverdeling......... 227, 236 snelheidsmeter........72 stuurbekrachtigingsvloeistof....370 toerenteller..........72 Motorspecificaties........412 Microfoon..........291 Motorverwarming........126 Middenconsole........
Pagina 448 11 Alfabetisch register Ontgrendelen PCC (Personal Car Communicator) Regensensor..........105 van de binnenzijde........ 57 bereik transpondersleutel....46, 48 Relais- en zekeringenkastje, zie Zekerin- van de buitenzijde......... 57 functies..........45 gen............386 Ontwaseming........... 233 Peilstok, elektronisch....... 367 Rem- en koppelingsvloeistof....370 Op afstand starten - ERS......
Pagina 449 11 Alfabetisch register Rijden met een aanhanger Sleepoog..........342 kogeldruk..........409 Slepen............341 trekgewicht......... 409 Safelock-functie......... 60 sleepoog..........342 deactiveren........... 60 Rijden tijdens de winter......324 Sleutel............44 tijdelijk deactiveren....... 60 Rijeigenschappen aanpassen....252 Sleutelblad..........48 Safety mode..........30 Rijklaar gewicht........409 Sleutelloos starten (Keyless drive)..
Pagina 450 11 Alfabetisch register Sproeikoppen, verwarmde...... 106 Storingsmeldingen Symbolen en meldingen Driver Alert Control......195 Adaptieve cruisecontrol...... 172 Stabiliteits- en tractieregelsysteem..156 Lane Departure Warning..... 198 Afstandscontrole........ 176 Stabiliteitssysteem........156 zie Berichten en symbolen..149, 172 Botswaarschuwing met brake Stadslichten vóór en achterlichten.... 94 support........
Pagina 451 11 Alfabetisch register Temperatuurregeling....... 233 TV............. 304 Velgen schoonmaken........399 Type-aanduidingen........406 Timer............235 Ventilatie..........227 Toetsensets op stuurwiel... 91, 161, 218, 261 Typegoedkeuring, transpondersleutelsys- teem............424 Ventilator..........231 Totaalgewicht.......... 409 Vergrendelen/ontgrendelen Traction Control........156 aan de binnenzijde........ 57 Trailer Stability Assist ..... 156, 339 Vergrendelingsindicatie ......
Pagina 452 Volume ............ 261 Waarschuwingssymbolen......75 achterlamphuis, richtingaanwijzers..375 snelheids-/geluidscompensatie..266 Waarschuwingssymbool, airbagsysteem.. 19 dimlicht, halogeen......374 Volvo Sensus..........82 Warmtereflecterende voorruit....107 groot licht, halogeen......374 Voorruit Water- en vuilafstotende laag....107 groot licht, xenonlamp......374 elektrische verwarming....111, 233 kentekenplaatverlichting.....
Pagina 453 11 Alfabetisch register Zekeringen..........386 algemene informatie......386 bij het instrumentenpaneel - Executive..........394 houder in bagageruimte..... 395 koude zone......... 396 relais-/zekeringenkastje in motor- ruimte..........387 Start/Stop........... 396 vervangen........... 386 Zekeringenkastje........386 dashboardkastje......391, 393 Zekeringentabel zekeringen in motorruimte....388 Zonnescherm...........
Pagina 454 11 Alfabetisch register...

Volvo S80 2013 Instructieboekje

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor Volvo S80 2013

Samenvatting van Inhoud voor Volvo S80 2013