Pagina 2 BESTE VOLVO-BEZITTER DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw mede- passagiers vooropgestaan. Een Volvo is een van de veiligste au- to’s ter wereld.
Pagina 3: Inhoudsopgave
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Inleiding ..........6 Veiligheidsgordels ......12 Overzicht auto’s met het stuur links ..36 Volvo Car Corporation en het milieu..7 Airbagsysteem ........15 00 01 02 Overzicht auto’s met het stuur rechts 38 Airbags (SRS) ........16 Bedieningspaneel op Airbag (SRS) activeren/deactiveren...
Pagina 4 Inhoud 03 Klimaatregeling 04 Interieur 05 Sloten en alarm Algemene informatie over de Voorstoelen ........82 Afstandsbediening met sleutelblad ...94 klimaatregeling ......... 70 04 05 Interieurverlichting ......84 Keyless Drive (optie) ......98 Handmatige klimaatregeling met Opbergmogelijkheden in Vergrendelen en ontgrendelen..101 airconditioning, A/C......
Pagina 5 Inhoud 06 Starten en rijden 07 Wielen en banden 08 Verzorging Algemene informatie......110 Algemene informatie ....... 148 Schoonmaken........168 06 07 08 Tanken ..........112 Bandenspanning ......152 Lakschade herstellen.......171 Motor starten........113 Gevarendriehoek en reservewiel ..154 Roestwering........172 Contact- en stuurslot....... 114 Wielen verwisselen......
Pagina 6 Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Infotainment 11 Technische gegevens Volvo Service........176 Algemene informatie ......204 Type-aanduiding ......228 10 11 Onderhoud ........177 Audiofuncties ........205 Maten en gewichten ......229 Motorkap en motorruimte ....178 Radiofuncties ........207 Motorspecificaties ......230 Dieselolie .........
Pagina 7: Inleiding
Instructieboekje N.B. Een goede manier om vertrouwd te raken met De uitrusting van de auto’s van Volvo hangt uw nieuwe auto is om het instructieboekje te af van de verschillende behoeften op de di- lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt.
Pagina 8: Volvo Car Corporation En Het Milieu
Brandstofverbruik hulpbronnen omgaat. De meeste eenheden De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun binnen de Volvo Car Corporation zijn gecertifi- klasse wat het brandstofverbruik betreft. Een ceerd voor de milieunorm ISO 14001, hetgeen lager brandstofverbruik levert over het alge- tot verbeteringen op milieugebied leidt.
Pagina 9: Inleiding
Iets dergelijks kan zich voor- houd aan de auto toevertrouwd aan de werk- doen in bijvoorbeeld druk verkeer, files of tun- plaatsen van Volvo, wordt de auto een onder- nels. deel van ons systeem. We stellen duidelijke Het koolstoffilter zorgt ervoor dat stikstofoxi-...
Pagina 10 Introduktion Volvo Car Corporation en het milieu Spaar het milieu • Rijd in de hoogst mogelij- ke versnelling. Een lager U kunt eenvoudig meehelpen het milieu te be- toerental zorgt voor een schermen door bijvoorbeeld zuinig te rijden, lager verbruik.
Pagina 11 Veiligheidsgordels ..................12 Airbagsysteem ..................15 Airbags (SRS) .................... 16 Airbag (SRS) activeren/deactiveren............19 SIPS-airbags (zij-airbags)................21 Opblaasgordijn (IC-systeem)..............23 WHIPS-systeem ..................24 Activering van de veiligheidssystemen .................. 26 Crash mode....................27 Kinderen en veiligheid ................28...
Pagina 12 VEILIGHEID...
Pagina 13: 01 Veiligheid
De veilig- repareren. Neem contact op met een erken- gedragen worden. de Volvo-werkplaats. Als de gordel zwaar heidsgordel biedt de beste bescherming bij belast werd, bijvoorbeeld tijdens een aanrij- Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de een normale rijhouding.
Pagina 14: Gordelwaarschuwing
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelwaarschuwing Veiligheidsgordel en zwangerschap • Aangeven met een melding op het informa- tiedisplay welke veiligheidsgordels van de achterbank gebruikt worden. De melding wordt na ca. 30 seconden automatisch ge- wist, maar kan ook handmatig worden be- vestigd door op de knop READ te drukken. •...
Pagina 15: Gordelspanners
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelspanners Naarmate de zwangerschap vordert moeten zwangere bestuurders de stoel en het stuur dusdanig verstellen dat ze de auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen moeten kunnen komen). Streef ernaar de afstand tus- sen de buik en het stuur zo groot mogelijk te maken.
Pagina 16: Waarschuwingslampje Op Het Instrumentenpaneel
SIPS-, het SRS- of het branden, wanneer u de contactsleutel naar IC-systeem. Neem zo spoedig mogelijk stand I, II of III draait. Het lampje dooft na ca. contact op met een erkende Volvo- zeven seconden, wanneer de regeleenheid werkplaats. heeft vastgesteld dat het airbagsysteem geen storingen vertoont.
Pagina 17: Airbags (Srs)
01 Veiligheid Airbags (SRS) Airbag (SRS) aan de bestuurderszijde Airbag (SRS) aan de passagierszijde WAARSCHUWING Om de kans op letsel bij activering van de airbags te beperken, moeten de passagiers zo rechtop mogelijk zitten met hun voeten op de vloer en hun rug tegen de rugleuning. De veiligheidsgordel moet goed vastzitten.
Pagina 18: Airbags (Srs)
Bij een voldoende krachtige aanrijding reage- Reparaties mogen alleen door een erkende ren de sensoren, waarna de airbag wordt op- Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. geblazen. Daarbij wordt de airbag warm. Om Ingrepen in het SRS-systeem kunnen sto- de klap op te vangen loopt de airbag leeg ringen in de werking veroorzaken en leiden wanneer de inzittende de airbag raakt.
Pagina 19 01 Veiligheid Airbags (SRS) Positie van de airbag aan de passagierszijde in een auto met het stuur links of rechts WAARSCHUWING Verricht nooit zelf werkzaamheden aan de onderdelen van het SRS-systeem in het stuurwiel of op het paneel boven het dash- boardkastje.
Pagina 20: Airbag (Srs) Activeren/Deactiveren
Con- ties opleveren. een kind in een kinderzitje moet zitten. troleer of de schakelaar in de gewenste stand staat. Volvo adviseert aan de contactsleutel te Aanduiding gebruiken om de stand te wijzigen. (U kunt Een tekstmelding op het plafondpaneel geeft...
Pagina 21: Airbag (Srs) Activeren/Deactiveren
(SRS) aan die kant gedeactiveerd is. Het duidt op een ernstige storing. Bezoek onmiddellijk een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 22: Sips-Airbags (Zij-Airbags)
Leg geen voorwerpen tussen de stoelen en de portierpanelen, omdat dit gebied binnen de actieradius van de SIPS-airbag ligt. WAARSCHUWING Gebruik alleen stoelhoezen van Volvo of stoelhoezen die door Volvo goedgekeurd zijn. Andere stoelhoezen kunnen de werking van de SIPS-airbags hinderen.
Pagina 23: Sips-Airbags
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) SIPS-airbags Passagierszijde Bestuurderszijde Het SIPS-systeem bestaat uit airbags en sen- soren. Bij een voldoende krachtige aanrijding reageren de sensoren, waarna de SIPS-airbag wordt opgeblazen. De SIPS-airbag wordt ver- volgens opgeblazen tussen de inzittende en het portierpaneel. Daarmee wordt de klap van de aanrijding opgevangen, waarna de airbag weer leegloopt.
Pagina 24: Eigenschappen
Er mogen hoofd tegen de binnenkant van de auto slaan. Het opblaasgordijn vormt een aanvulling op uitsluitend originele Volvo-onderdelen, be- de veiligheidsgordel. stemd voor montage op deze plaatsen, worden gebruikt.
Pagina 25: Whips-Systeem
Neem contact op stoelen. Het systeem wordt geactiveerd bij met een erkende Volvo-werkplaats. een aanrijding van achteren, afhankelijk van Eigenschappen van de stoel de hoek waaronder en de snelheid waarmee...
Pagina 26: Juiste Zithouding
Zorg dat u de werking van het WHIPS- loren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact systeem niet beïnvloedt Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats om het systeem te laten contro- leren, ook na een lichte aanrijding van ach- teren.
Pagina 27: Activering Van De Veiligheidssystemen
De regeleenheid van het airbagsysteem zit Rijd nooit met geactiveerde airbags. Ze • Sleep de auto naar een erkende Volvo- in de middenconsole. Als de middenconso- kunnen u bij het sturen danig in de weg zit- werkplaats. Rijd nooit met geactiveerde le doorweekt geraakt is, moet u de accuka- ten.
Pagina 28: Crash Mode
Dit kan aanleiding geven tot letsel of een het remsysteem, kan hebben beschadigd. slechte functie van de auto. Laat de auto al- tijd in een erkende Volvo-werkplaats con- Auto proberen te starten NORMAL MODE troleren en naar de...
Pagina 29: Kinderen En Veiligheid
Positie van airbagsticker in voorportieropening Kinderzitjes en airbags gaan niet samen auto. Door het gebruik van originele Volvo-on- aan passagierszijde Plaats een kind altijd op de achterbank als de derdelen bent u er zeker van dat de bevesti-...
Pagina 30: Kinderen En Veiligheid
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Sticker op zijwand dashboard. Sticker op zijwand dashboard (alleen Australië).
Pagina 31 01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Plaats van kinderen in de auto Buitenste zitplaats van de Gewicht (leeftijd) Middelste zitplaats achterbank Voorstoel achterbank <10 kg Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, Achterstevoren gemonteerd kinderzitje, (tot 9 maanden) te bevestigen met veiligheidsgordel en te bevestigen met veiligheidsgordel, te bevestigen met veiligheidsgordel, bevestigingsband.
Pagina 32 – Trek aan de handgreep zodat het kinder- De geïntegreerde kinderzitjes voor de buiten- zitje omhoogkomt (1). ste zitplaatsen van de achterbank van Volvo – Pak het zitje met beide handen vast en zijn speciaal ontworpen om kinderen optimale duw het naar achteren (2).
Pagina 33 • stel de stand van de hoofdsteun zorgvuldig af op de lengte van het kind. WAARSCHUWING Reparatie of vervanging dient alleen te wor- den uitgevoerd door een erkende Volvo- werkplaats. Verricht zelf geen wijzigingen in – Trek aan de handgreep (1). of aanpassingen aan het geïntegreerde kin- –...
Pagina 34 ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinderzitjes (optie) Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde- WAARSCHUWING ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig Plaats nooit een kinderzitje op de voorstoel door Volvo getest is. als de auto is uitgerust met een geactiveer- airbag aan de passagierszijde. Bij pro-...
Pagina 35 Overzicht auto’s met het stuur links............36 Overzicht auto’s met het stuur rechts ............38 Bedieningspaneel op bestuurdersportier ..................40 Instrumentenpaneel .................. 41 Controle- en waarschuwingslampjes ............42 Informatiedisplay..................46 Elektrische aansluiting en schakelaars in middenconsole ......47 Verlichtingspaneel ..................48 Linker stuurhendel..................50 Rechter stuurhendel.................. 52 Cruisecontrol (optie)..................
Pagina 36 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING...
Pagina 37: 02 Instrumenten, Schakelaars En Bediening
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur links...
Pagina 38 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur links 1. Stuurwielafstelling 26. Klimaatregeling 2. Motorkapontgrendeling 27. Versnellingspook 3. Bedieningspaneel 28. Alarmlichten 4. Richtingaanwijzers, groot licht, boordcomputer 29. Portierhandgreep 5. Verlichting, ontgrendeling tankvulklep 30. Dashboardkastje 6. Openingshandgreep portier, vergrendelingsknop 31.
Pagina 39: Overzicht Auto's Met Het Stuur Rechts
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur rechts...
Pagina 40 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur rechts 1. Schakelaars, extra uitrusting 26. Instrumentenpaneel 2. BLIS, Blind Spot Information System 27. Claxon, airbag 3. Elektrische aansluiting, aansteker 28. Toetsenset voor infotainment 4. Handrem 29. Alarmlichten 5. Bedieningspaneel 30.
Pagina 41: Bedieningspaneel Op Bestuurdersportier
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Bedieningspaneel op bestuurdersportier Bedieningspaneel op bestuurdersportier 1. Elektrisch bedienbare zijruiten achterin blokkeren (standaard) Elektrisch kinderslot (optie) 2. Elektrisch bedienbare zijruiten 3. Buitenspiegel, linkerzijde 4. Buitenspiegels, instelling 5. Buitenspiegel, rechterzijde...
Pagina 42: Instrumentenpaneel
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel 1. Snelheidsmeter. 7. Toerenteller – Geeft het motortoerental 12. Grootlichtindicatie. aan in duizenden toeren per minuut. 2. Richtingaanwijzer, links. 13. Knop voor de klok – Draai aan de knop 8. Controle- en informatielampjes. om de tijd in te stellen. 3.
Pagina 43: Controle- En Waarschuwingslampjes
II draait. De wer- erkende Volvo-werkplaats. king van de lampjes wordt dan gecontroleerd. Als er een afwijking is in een van Alle lampjes moeten weer uitgaan als de mo-...
Pagina 44 – Start de motor opnieuw. ca. 8 liter en bij dieselmodellen – Als het lampje echter blijft branden, moet nog ca. 7 liter brandstof in de u de auto naar een erkende Volvo-werk- tank. plaats rijden om het ABS-systeem te laten controleren.
Pagina 45 SRS-, SIPS- of IC-systeem een storing in het elektrische sys- geregistreerd. Rijd de auto zo snel mogelijk teem. Neem contact op met een naar een erkende Volvo-werkplaats om het erkende Volvo-werkplaats. systeem te laten controleren. 7. Storing in remsysteem 4.
Pagina 46 Volvo-werkplaats rijden om het rem- Hoge snelheid systeem te laten controleren. Als de auto sneller rijdt dan •...
Pagina 47: Informatiedisplay
Laat de auto zo spoedig mogelijk nakijken door een erkende Volvo-werkplaats. TIJD VOOR REG. SERVICE Het is tijd voor een servicebeurt bij een erkende Volvo-werkplaats. Het moment hangt af van de afgelegde afstand, het aantal maanden dat sinds de laatste servicebeurt is verstreken en het aantal draaiuren van de motor.
Pagina 48: V-Aansluiting
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrische aansluiting en schakelaars in middenconsole 12 V-aansluiting Aansteker (optie) U activeert de aansteker door de knop in te drukken. Wanneer de aansteker heet genoeg is, veert de knop automatisch uit. Haal de aan- steker uit de opening en gebruik het rood- gloeiende deel om bijvoorbeeld een sigaret mee aan te steken.
Pagina 49: Verlichtingspaneel
– Draai de contactsleutel naar stand II. middelste stand staat. U kunt het automati- – Draai de verlichtingsdraaiknop (2) naar sche dimlicht zo nodig in een erkende Volvo- een van de eindstanden. werkplaats buiten werking laten stellen. – Draai het duimwiel (1) omhoog of omlaag...
Pagina 50: Uitgebreide Displayverlichting
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel – Draai het duimwiel (3) omhoog of omlaag Mistachterlicht voor een fellere of zwakkere verlichting. Het mistachterlicht is alleen in te schakelen wanneer de koplampen branden wel of niet Uitgebreide displayverlichting gecombineerd met de mistlampen vóór. Om de afleesbaarheid te verhogen van de ki- lometerteller, dagteller, klok en buitentempe- –...
Pagina 51: Linker Stuurhendel
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Standen stuurhendel worden of veert automatisch terug bij het te- laten doen na vergrendeling van de auto. De rugdraaien van het stuurwiel. inschakelduur bedraagt 30 seconden , maar is te wijzigen in 60 of 90 seconden (zie pagina 67).
Pagina 52 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Boordcomputer (optie) Functies GEMIDDELD De boordcomputer toont de volgende infor- Het gemiddelde brandstofverbruik sinds de matie: laatste maal dat u de waarde op nul hebt gezet ( RESET ). Als u het contact uitschakelt, wordt •...
Pagina 53: Rechter Stuurhendel
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitenwissers Enkele slag Hogedruksproeiers koplampen (optie Beweeg de hendel omhoog om op bepaalde markten) een enkele slag te maken. De hogedruksproeiers van de koplampen ver- bruiken een grote hoeveelheid ruitensproeier- Intervalstand vloeistof. Om vloeistof te besparen, worden U kunt het aantal wisslagen per de koplampen als volgt gesproeid: eenheid van tijd instellen.
Pagina 54: Regensensor (Optie)
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Regensensor (optie) stand hebt geselecteerd) of de gevoeligheid van de regensensor (als u de regensensor Regensensor activeren: hebt geactiveerd). – Druk op de knop (B). Een displaysymbool geeft aan dat de regensensor actief is. U schakelt de regensensor op een van de vol- gende manieren weer uit: –...
Pagina 55: Cruisecontrol (Optie)
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol (optie) Inschakelen Snelheid verhogen of verlagen N.B. Een tijdelijke verhoging van de snelheid (korter dan een minuut) met het gaspedaal, zoals bij het inhalen, is niet van invloed op de instelling van de cruisecontrol. Als u het gaspedaal loslaat, neemt de auto automa- tisch de ingestelde snelheid weer aan.
Pagina 56: Toetsfuncties
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Toetsenset op stuurwiel (optie) Toetsfuncties Druk op EXIT om de instellingen van het au- Snelheid hervatten diosysteem te hervatten. –Druk op de knop om de eer- der ingestelde snelheid te her- vatten. Op het instrumentenpaneel verschijnt CRUISE ON Uitschakelen –...
Pagina 57: Stuurwielafstelling, Alarmlichten
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Stuurwielafstelling, alarmlichten Stuurwielafstelling Alarmlichten WAARSCHUWING Stel het stuurwiel af, voordat u gaat rijden. Doe dit nooit tijdens het rijden. Controleer voordat u wegrijdt, of het stuurwiel in de ge- kozen stand geblokkeerd staat. Gebruik de alarmlichten (alle richtingaanwij- U kunt het stuurwiel zowel in de hoogte als in zers knipperen), wanneer u de auto noodge- de lengte verstellen.
Pagina 58: Handrem, Elektrische Aansluiting
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Handrem, elektrische aansluiting Handrem (parkeerrem) – Zet de versnellingspook/keuzhendel bij Elektrische aansluiting achterin het parkeren altijd in de 1e versnelling (handbak) of in stand P (automaat). Op een helling parkeren Draai bij het parkeren op een oplopende helling de wielen van de trottoirband af, als de neus van de auto naar de top van helling wijst.
Pagina 59: Elektrisch Bedienbare Zijruiten
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten Bediening Bestuurdersportier Automatische bediening – Druk een van de bedieningsknoppen (A) Met de knoppen op de portieren kunt u de rui- omlaag of trek er een omhoog en laat deze ten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te be- vervolgens los.
Pagina 60 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten Elektrisch bedienbare zijruiten in Elektrisch bedienbare zijruiten in de achterportieren blokkeren achterportieren N.B. Als de auto over een elektrisch bedienbaar kinderslot op de achterportieren beschikt, geeft het lampje tevens aan of dit geacti- veerd is.
Pagina 61: Achteruitkijkspiegel En Buitenspiegels
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Achteruitkijkspiegel Achteruitkijkspiegel met kompas Kompas kalibreren (optie in bepaalde landen) De afbeelding is een montage. De spiegel is De aarde is in 15 magnetische zones ver- voorzien van een handmatige of automatische deeld.
Pagina 62 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels – Druk herhaaldelijk op het knopje (1) totdat het nummer van de gewenste magneti- sche zone ( 1–15 ) verschijnt (zie de kaart met de magnetische zones van het kom- pas). – Wacht totdat het teken weer op het display verschijnt.
Pagina 63: Buitenspiegels
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Buitenspiegels Elektrisch inklapbare buitenspiegels Spiegels uitklappen (optie) – Druk tegelijkertijd op de knoppen L en R. Bij het parkeren of in nauwe straatjes kunt u – Laat de knoppen los. De spiegels stoppen de buitenspiegels inklappen.
Pagina 64 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Water- en vuilafstotende laag (optie) De buitenspiegels zijn voorzien van een spe- ciale laag die bij regen voor een beter zicht zorgen. Buitenspiegels met de spe- ciale water- en vuilafstoten- de laag zijn voorzien van een klein symbool.
Pagina 65: Elektrisch Bedienbaar Schuifdak (Optie)
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Openingsstanden Vanuit ventilatiestand naar volledig geopend schuifdak: – Trek de knop achteruit naar de eindstand (1) en laat hem los. Schuifstand Automatische bediening – Trek de knop voorbij het weerstandspunt (2) in de achterste eindstand (1) of voorbij het weerstandspunt (3) in de voorste eindstand (4) en laat hem vervolgens los.
Pagina 66: Sluiten Met Afstandsbediening Of Vergrendelingsknop
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Sluiten met afstandsbediening of Zonnescherm vergrendelingsknop Aan de binnenkant van het schuifdak zit een handbediend zonnescherm. Het zonnescherm glijdt automatisch naar achteren bij het ope- nen van het schuifdak. Pak de handgreep vast en schuif het scherm naar voren om het te sluiten.
Pagina 67: Persoonlijke Instellingen
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Mogelijke instellingen Klimaatinstellingen Voor sommige functies in de auto zijn per- Automatische blower afstellen soonlijke instellingen mogelijk. Dit geldt voor Op auto’s met elektronische klimaatregeling de sloten en de klimaatregelings- en audio- (ECC) kunt u de ventilatorsnelheid in de stand functies.
Pagina 68: Informatie
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Automatische vergrendeling – portieren Approach-verlichting Het is mogelijk de portieren en het kofferdek- U kunt de tijd aangegeven die de verlichting sel automatisch te vergrendelen bij snelheden moet branden bij een druk op de knop voor hoger dan 7 km/h.
Pagina 69 Algemene informatie over de klimaatregeling ..................70 Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C......72 Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) ..........74 Luchtverdeling...................77 Standverwarming op brandstof (optie) ......................78...
Pagina 70 KLIMAATREGELING...
Pagina 71: 03 Klimaatregeling
(ECC). wordt gereinigd door een filter. U moet het fil- ter regelmatig vervangen. Raadpleeg het On- N.B. derhoudsprogramma van Volvo voor het aan- bevolen vervangingsinterval. In zeer sterk ver- U kunt de airconditioning uitschakelen. Voor optimale luchtkwaliteit in de passa-...
Pagina 72 03 Klimaatregeling Algemene informatie over de klimaatregeling ECC (optie) Ventilatieopening in hoedenplank N.B. Werkelijke temperatuur De ingestelde temperatuur komt overeen met Blokkeer de ventilatieopeningen voor de de gevoelstemperatuur op basis van de heer- bagageruimte in de hoedenplank niet met kledingstukken of andere voorwerpen. sende omstandigheden in en rond de auto wat de luchtsnelheid, de luchtvochtigheidsgraad, de ingestraalde warmte enz.
Pagina 73: Handmatige Klimaatregeling Met Airconditioning, A/C
03 Klimaatregeling Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C Bedieningspaneel 1. Ventilator Functies 2. Recirculatie De recirculatie houdt vieze 2. Recirculatie 1. Ventilator lucht, uitlaatgassen en der- 3. Ontwaseming Verhoog of verlaag de venti- gelijke buiten. De lucht in de latorsnelheid door aan de 4.
Pagina 74 03 Klimaatregeling Handmatige klimaatregeling met airconditioning, A/C – Laag verwarmingsniveau Timer 4. Luchtverdeling Een tweede keer op de knop drukken – één Met de timerfunctie beperkt u (wanneer de re- Door op de knoppen voor de lampje brandt. circulatiefunctie geselecteerd is) de kans op ijs, luchtverdeling te drukken, beslagen ruiten en een slechte luchtkwaliteit.
Pagina 75: Elektronische Klimaatregeling, Ecc (Optie)
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) Bedieningspaneel 1. AUTO geschakeld, wanneer u de functie AUTO acti- Functies veert. Op het display verschijnt 2. Ventilator 1. AUTO AUTOM. KLIMAAT. 3. Recirculatie/Interior Air Quality System Bij activering van de functie AUTO wordt de klimaatrege- 2.
Pagina 76 03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) 3. Interior Air Quality System (optie) Let erop dat: N.B. (dezelfde knop als de recir- • U de Air Quality Sensor het beste altijd Als u de knop zo ver linksom draait dat de culatie) ingeschakeld moet laten staan.
Pagina 77 03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) Bij het uitschakelen van de ontwaseming her- 7 en 8. Elektrisch verwarmde 10. Temperatuurknop vat de klimaatregeling de voorgaande instel- voorstoelen Met deze knop kunt u de lingen. temperatuur aan de bestuur- (optie in bepaalde landen) ders- en passagierszijde on- 5.
Pagina 78: Luchtverdeling
03 Klimaatregeling Luchtverdeling Luchtverdeling Toepassing: Luchtverdeling Toepassing: Lucht naar de ruiten. Er Om snel te ontdooien Lucht naar de vloer en de Om een comfortabel komt een bepaalde en te ontwasemen. ruiten. Er komt een klimaat en een goede hoeveelheid lucht uit de bepaalde hoeveelheid ontwaseming te blaasmonden.
Pagina 79: Standverwarming Op Brandstof (Optie)
03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) Algemene informatie over Verwarming inschakelen WAARSCHUWING verwarmingen Schakel voor het tanken de standverwar- U kunt de standverwarming meteen inschake- ming op brandstof uit. Gemorste brandstof len of twee verschillende uitschakeltijden in- kan ontvlammen. stellen met TIMER AM TIMER PM.
Pagina 80 03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) Standverwarming meteen uitscha- TIMER AM en PM instellen bij het verlaten van de auto de sleutel uit het kelen contact neemt. Om veiligheidsredenen kunt u uitsluitend tij- den voor het komende etmaal programmeren – Gebruik het duimwiel (B) om Klok/timer naar DIRECTE START...
Pagina 81 Voorstoelen ....................82 Interieurverlichting..................84 Opbergmogelijkheden in passagiersruimte..................86 Achterbank....................88 Bagageruimte....................90...
Pagina 82 INTERIEUR...
Pagina 83: 04 Interieur
“vast” komt te zitten. Controleer of de stoel in zijn stand vergren- Vloermatten (optie) deld staat. Volvo biedt vloermatten die speciaal voor de Rugleuning voorstoel omklappen auto vervaardigd zijn. (optie) WAARSCHUWING Zorg dat de vloermat voor de bestuurders-...
Pagina 84: Elektrisch Bedienbare Voorstoel (Optie)
04 Interieur Voorstoelen Elektrisch bedienbare voorstoel het contact uit te schakelen en enige tijd te het loslaten van de knop wordt de instelling (optie) wachten voordat u de stoel opnieuw probeert van de stoel onmiddellijk beëindigd. te verstellen. U kunt slechts één verstelfunctie van de stoel tegelijk activeren.
Pagina 85: Interieurverlichting
04 Interieur Interieurverlichting Leeslampjes voorin en Automatische verlichting interieurverlichting De interieurverlichting wordt automatisch in- en uitgeschakeld wanneer de knop (2) in de neutrale stand staat. De interieurverlichting wordt ingeschakeld en blijft 30 seconden lang branden, als: • u de auto van de buitenzijde met de sleutel of afstandsbediening ontgrendelt •...
Pagina 86 04 Interieur Interieurverlichting Make-upspiegel Het lampje gaat automatisch aan, wanneer u het klepje optilt. Optie op bepaalde markten.
Pagina 87: Opbergmogelijkheden In Passagiersruimte
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte...
Pagina 88: Dashboardkastje
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergmogelijkheden Dashboardkastje 1. Opbergvak (ook aan de voorkant van de zittingen van de voorstoelen) 2. Vak in portierpaneel 3. Parkeerkaarthouder 4. Kledinghaak (alleen voor de lichtere kle- dingstukken) 5. Dashboardkastje 6. Afvalbak (accessoire) 7. Opbergvak (bijvoorbeeld voor cd’s) en bekerhouders 8.
Pagina 89: Achterbank
04 Interieur Achterbank Hoofdsteunen achterbank Ruggedeelte achterbank omklappen De ruggedeelten van de achterbank kunnen, allebei of ieder apart, worden omgeklapt om lange voorwerpen gemakkelijker te kunnen vervoeren. Om te voorkomen dat de veilig- heidsgordels beschadigd raken of vastge- klemd worden bij het omklappen of rechtop zetten van de ruggedeelten, kunt u ze aan de haak van de handgreep hangen.
Pagina 90: Flessenhouder (Optie)
04 Interieur Achterbank Flessenhouder (optie) N.B. De rode markering mag niet langer zicht- baar zijn, wanneer het ruggedeelte weer rechtop staat. Het ruggedeelte staat niet geblokkeerd, als de rode markering wel zichtbaar is. WAARSCHUWING Vergeet niet de gordel weer te verwijderen nadat u de ruggedeelten rechtop hebt gezet.
Pagina 91: Bagageruimte
04 Interieur Bagageruimte Verankeringsogen Elektrische aansluiting in bagage- Houder voor boodschappentassen ruimte (optie) (optie) De verankeringsogen in de bagageruimte ge- Open het klepje bij de elektrische aansluiting De houder voor boodschappentassen houdt bruikt u om bagagebanden of een bagagenet te komen. De aansluiting werkt onafhankelijk tassen op hun plek en voorkomt dat ze omval- aan vast te zetten.
Pagina 92 04 Interieur...
Pagina 93 Afstandsbediening met sleutelblad............94 Keyless Drive (optie).................. 98 Vergrendelen en ontgrendelen ..............101 Kinderslot ....................104 Alarm (optie) .................... 105...
Pagina 94 SLOTEN EN ALARM...
Pagina 95: 05 Sloten En Alarm
De unieke code van de sleutels is bekend bij gewist. de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook nieuwe sleutels kunnen worden besteld. Elektronische startblokkering Er kunnen maximaal zes afstandsbedienin- De afstandsbedieningen zijn voorzien van ge- gen/sleutels voor één en dezelfde auto wor-...
Pagina 96 05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Sleutelblad Zie pagina 67 voor het instellen van een passende inschakelduur. Het afneembare sleutelblad is bedoeld voor 4. Kofferdeksel — wanneer u de knop een- als u de auto afgeeft voor een onder- maal indrukt, ontgrendelt u alleen het houdsbeurt of als u hem laat parkeren bij een kofferdeksel.
Pagina 97: Private Locking
05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Sleutelblad 1. Vergrendelpunten voor afstandsbediening, Zie pagina 102 voor informatie over de norma- zonder Private Locking geactiveerd. le manier van vergrendelen van het dash- boardkastje. 2. Vergrendelpunten voor afstandsbedie- ning, met Private Locking geactiveerd. Private Locking Private Locking: Draai het sleutelblad 180 graden rechtsom.
Pagina 98 05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Batterij in afstandsbediening bijna Batterij in afstandsbediening – Werk de batterij los (2) en vervang deze. Kom niet met uw vingers aan de polen van leeg de batterij of de contactvlakken. Wanneer de batterij bijna leeg is zodat de af- –...
Pagina 99: Keyless Drive (Optie)
05 Sloten en alarm Keyless Drive (optie) Vergrendelings- en startsysteem zonder sleutel Met het Keyless Drive-systeem kunt u zonder De twee afstandsbedieningen van de auto on- Dit betekent dat u de afstandsbediening bij u een sleutel te gebruiken de auto ontgrendelen, dersteunen de Keyless-functie.
Pagina 100: Ontgrendelen
05 Sloten en alarm Keyless Drive (optie) ding op het informatiedisplay en klinkt er een Storingen in de functie van de afstands- geluidssignaal. De waarschuwingsmelding bediening verdwijnt, wanneer de afstandsbediening De Keyless-functie kan verstoord worden weer in de auto wordt gelegd of wanneer u de door elektromagnetische afschermingen en startknop naar stand 0 hebt gedraaid.
Pagina 101: Vergrendelen
05 Sloten en alarm Keyless Drive (optie) auto stappen, neemt de bestuurdersstoel de stand in die de persoon die als eerste een por- tier opent heeft gekozen. Vergrendelen Vergrendel de portieren en het kofferdeksel als volgt: – Druk op de vergrendelingsknop op een van de portierhandgrepen.
Pagina 102: Vergrendelen En Ontgrendelen
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de buitenzijde vergrendelen/ Wanneer deze functie actief is, kunt u vergren- N.B. ontgrendelen delde portieren op een van de volgende twee Ook als er nog een portier of het kofferdek- manieren openen: sel openstaat is het mogelijk de auto te ver- Ontgrendelen •...
Pagina 103: Dashboardkastje Vergrendelen
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de binnenzijde vergrendelen/ indrukt, sluiten ook alle zijruiten en een Dashboardkastje vergrendelen eventueel schuifdak. ontgrendelen Alle portieren zijn wel te vergrendelen met de vergrendelingsknoppen. Portieren openen Als de portieren van de binnenzijde vergren- deld zijn: –...
Pagina 104: Safelock-Functie
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Safelock-functie Het lampje in de knop licht op en blijft bran- den, totdat u de auto met de sleutel of de af- Bij activering van de zogeheten Safelock- standsbediening vergrendelt. Er verschijnt een functie zijn de portieren niet meer van de bin- melding op het display zolang de sleutel in het nenzijde te openen, als ze eenmaal vergren-...
Pagina 105: Kinderslot
05 Sloten en alarm Kinderslot Handbediend kinderslot op Elektrisch kinderslot op portieren en achterportieren achterste zijruiten (optie) Druk op de knop op het bestuurdersportier. Er verschijnt een melding op het informatiedis- play. Kinderslot activeren: – Draai de contactsleutel naar stand I of II. –...
Pagina 106: Alarm (Optie)
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Alarmsysteem Alarmlampje op dashboard formatiedisplay. Neem in dat geval contact op met een erkende Volvo-werkplaats. Wanneer het alarm is ingeschakeld, worden alle beveiligde onderdelen continu gecontro- N.B. leerd. Voer nooit zelf reparaties aan of wijzigingen Het alarm gaat af, als: in het alarmsysteem uit.
Pagina 107 05 Sloten en alarm Alarm (optie) Automatische inschakeling van het Afstandsbediening werkt niet 2. Geen functie alarm Om te voorkomen dat het alarm per ongeluk Ook als de afstandsbediening om wat voor re- afgaat, bijvoorbeeld op een veerboot, kunt u den dan ook niet werkt, kunt u het alarm nog De functie voorkomt dat u de auto per ongeluk de bewegingsmelder en de niveausensoren...
Pagina 108: Alarmsysteem Testen
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Alarmsysteem testen Motorkap testen – Ga in de auto zitten en deactiveer de bewegingsmelder. Bewegingsmelder in passagiersruimte – Activeer het alarm. Blijf in de auto zitten en testen vergrendel de portieren met de knop op –...
Pagina 109 Algemene informatie ................110 Tanken ..................... 112 Motor starten ..................113 Contact- en stuurslot ................114 Keyless Drive................... 115 Handgeschakelde versnellingsbak............116 Automatische versnellingsbak ..............118 Vierwielaandrijving .................. 121 Remsysteem ................... 122 Stabiliteits- en tractieregelsysteem............124 Parkeerhulp (optie) .................. 126 BLIS, Blind Spot Information System (optie)...........
Pagina 110: Starten En Rijden
STARTEN EN RIJDEN...
Pagina 111: Algemene Informatie
06 Starten en rijden Algemene informatie Zuinig rijden Vermijd oververhitting van het WAARSCHUWING koelsysteem Zuinig rijden houdt in dat u anticiperend en Rijd niet met een geopend kofferdeksel. Er • Houd een lage snelheid aan, wanneer u met rustig rijdt, en uw rijstijl en snelheid afstemt op kunnen giftige gassen via de bagageruimte een aanhanger achter de auto een lange en de verkeerssituatie.
Pagina 112: Accu Niet Overmatig Belasten
06 Starten en rijden Algemene informatie Accu niet overmatig belasten Maak de aansluitingen voor de elektrische motorverwarming en de aanhangerkoppeling De elektrische functies van de auto belasten schoon na ritten in water en modder. de accu in verschillende mate. Laat de con- tactsleutel niet te lang achtereen in stand II BELANGRIJK staan, als u de motor hebt afgezet.
Pagina 113 Een te volle tank kan bij warm weer overlo- advies van Volvo. Open de tankvulklep met de knop op het ver- pen. lichtingspaneel (zie pagina 49). De klep kan niet worden geopend wanneer de motor loopt.
Pagina 114: Motor Starten
06 Starten en rijden Motor starten Voordat de motor wordt gestart Motor starten Roetfilter dieselmotor (DPF) – Trek de handrem aan. Dieselmodellen zijn mogelijk uitgerust met een Benzine roetfilter, waardoor een nog efficiëntere uit- Automatische versnellingsbak – Draai de contactsleutel naar stand III. laatgasreiniging mogelijk is.
Pagina 115: Contactsleutels En Elektronische Startblokkering
06 Starten en rijden Contact- en stuurslot Contact- en stuurslot HANDLEIDING op het display van het instru- Als de sleutel tussen twee standen in staat kan er een tikkend geluid te horen zijn. Draai mentenpaneel. de sleutel in dat geval eerst naar stand II en U start de regeneratie van het filter door met 0 –...
Pagina 116: Keyless Drive
06 Starten en rijden Keyless Drive Algemene informatie Auto starten Starten met afstandsbediening – Bedien het koppelingspedaal (auto met handbak) of het rempedaal (auto met au- tomaat). Benzinemotor – Druk op de startknop en draai deze naar stand III. Dieselmotor –...
Pagina 117: Handgeschakelde Versnellingsbak
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden, vijfversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, Schakelstanden, zesversnellingsbak vijfversnellingsbak (benzine) Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- Schakel de achteruitversnelling alleen in als de Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- len altijd zo ver mogelijk in. Haal uw voet na auto stilstaat.
Pagina 118: Blokkering Achteruitversnelling, Zesversnellingsbak (Diesel)
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, Schakelstanden, zesversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, zesversnellingsbak (benzine) (diesel) zesversnellingsbak (diesel) Schakel de achteruitversnelling alleen in, wan- Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- Schakel de achteruitversnelling alleen in, wan- neer de auto stilstaat. len altijd zo ver mogelijk in. Haal uw voet na neer de auto stilstaat.
Pagina 119: Automatische Versnellingsbak
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Koude start Kick-down is niet mogelijk in een handmatige schakelstand (Geartronic). Als u bij koud weer wegrijdt, is het mogelijk N.B. Beveiligingssystemen dat het schakelen ietwat stug gaat. Dit komt Om de keuzehendel uit stand N te halen, omdat de versnellingsbakolie bij lagere tem- Auto’s met een automatische versnellingsbak moet het rempedaal worden bediend en...
Pagina 120 06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Schakelblokkering uitschakelen Mechanische keuzehendelblokkering Automatische schakelstanden In bepaalde gevallen moet u de auto kunnen U kunt de hendel altijd ongehinderd heen en verzetten, wanneer er niet in gereden kan wor- weer halen tussen de stand N en D. Om de P –...
Pagina 121 06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Handmatige schakelstanden In stand P is de versnellingsbak mechanisch digd. Wanneer de bestuurder toch probeert een dergelijke kick-down uit te voeren, geblokkeerd. Trek bij het parkeren altijd de Om van de automatische rijstand D naar een gebeurt er niets.
Pagina 122: Vierwielaandrijving
06 Starten en rijden Vierwielaandrijving Vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive) De vierwielaandrijving is permanent ingescha- keld. Bij vierwielaandrijving worden alle vier de wie- len van de auto tegelijk aangedreven. Het mo- torkoppel wordt automatisch over de voor- en achterwielen verdeeld. Een elektronisch ge- stuurd koppelingssysteem verdeelt het ver- mogen over het wielpaar dat op dat moment de beste grip op het wegdek heeft.
Pagina 123 06 Starten en rijden Remsysteem Rembekrachtiging stug aanvoelen. U moet harder op het pedaal Om de remmen niet overmatig te belasten, trappen om de normale remkracht te verkrij- kunt u tijdens het afdalen beter terugschake- Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit- gen.
Pagina 124: Remkrachtverhoging - Eba
(Emergency Brake Assistance) Het EBA is zichtig naar de dichtstbijzijnde erkende dusdanig geconstrueerd dat u, wanneer u Volvo-werkplaats rijden om het remsysteem krachtig moet remmen, altijd meteen het te laten controleren. maximale remvermogen kunt afnemen. Het...
Pagina 125: Stabiliteits- En Tractieregelsysteem
06 Starten en rijden Stabiliteits- en tractieregelsysteem Algemene informatie Beperkte functie Antispinregeling Deze regeling voorkomt dat de aangedreven Het stabiliteits- en tractieregelsysteem (STC/ wielen tijdens het optrekken doorslippen. DSTC, (Dynamic) Stability and Traction Con- trol) helpt de bestuurder voorkomen dat de Tractieregeling wielen doorslippen en verbetert de tractie van Deze regeling is actief op lage snelheden en...
Pagina 126 Als de melding een volgende keer dat u motor van het systeem blijven van kracht totdat u de start opnieuw verschijnt, moet u de auto naar motor een volgende keer opnieuw start. een erkende Volvo-werkplaats rijden. WAARSCHUWING Lampjes op instrumentenpaneel Er kunnen wijzigingen optreden in de rijei-...
Pagina 127: Parkeerhulp (Optie)
10 km/h. hanger achter de auto hebt hangen die met een originele aanhangerkabel van Volvo aan- Hoe dichter u het obstakel achter of voor de gesloten is. auto nadert, des te sneller volgen de geluids- signalen elkaar op.
Pagina 128: Sensoren Schoonmaken
06 Starten en rijden Parkeerhulp (optie) Sensoren schoonmaken WAARSCHUWING Door bepaalde geluidsbronnen kan het sys- teem ten onrechte waarschuwingssignalen afgeven. Voorbeelden van dergelijke ge- luidsbronnen zijn onder meer claxons, natte banden op asfaltwegen, luchtdrukremmen en uitlaten van motorfietsen. Sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ook ten onrechte aanleiding geven tot waarschuwingssigna- len.
Pagina 129: Blis, Blind Spot Information System (Optie)
06 Starten en rijden BLIS, Blind Spot Information System (optie) Algemene informatie Dode hoeken BLIS is een informatiesysteem dat de bestuur- der in bepaalde omstandigheden waarschuwt, wanneer er zich een voertuig in de zogeheten dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt. Het systeem werkt het best in druk verkeer op meerbaanswegen.
Pagina 130: Wanneer Blis Werkt
06 Starten en rijden BLIS, Blind Spot Information System (optie) teem is geconstrueerd om motorvoertuigen BELANGRIJK WAARSCHUWING zoals auto’s, vrachtwagens, bussen en motor- De lenzen zijn elektrisch verwarmd om ze Het systeem reageert niet op fietsers en fietsen waar te nemen. van sneeuw en ijs te kunnen ontdoen.
Pagina 131 Systeemmeldingen BLIS Displaymelding Systeemstatus BLINDE- BLIS werkt niet. HOEKSYST. Neem contact op met SERVICE VEREIST een erkende Volvo- werkplaats. BLINDE- Beperkte werking. HOEKSYST. FUNCTIE Knop voor activering/deactivering. BEPERKT BLIS wordt bij het starten van de motor auto- matisch geactiveerd.
Pagina 132: Slepen En Bergen
06 Starten en rijden Slepen en bergen Probeer de motor nooit aan te slepen Bergen De snelheidslimiet voor het wegslepen van een auto met automatische versnellingsbak is De toelaatbare maximumsnelheid voor het Gebruik een hulpaccu als de accu leeg is en 80 km/h.
Pagina 133 06 Starten en rijden Slepen en bergen 2. Maak de onderkant van de afdekking (1) in de bumper los met een schroeven- draaier of een muntstuk. 3. Schroef het sleepoog (3) stevig vast, tot aan de flens. Gebruik de wielsleutel om het sleepoog vast te draaien.
Pagina 134: Starten Met Een Hulpaccu
06 Starten en rijden Starten met hulpaccu Starten met een hulpaccu afzetten. Zorg ervoor dat de auto’s elkaar WAARSCHUWING niet raken. Accu’s kunnen een zeer explosief knalgas – Sluit de rode startkabel aan tussen de produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt pluspool (1+) van de hulpaccu en de door een onjuiste aansluiting van de start- pluspool (2+) van de lege accu.
Pagina 135: Rijden Met Een Aanhanger
• Bij het gebruik van een aanhanger wordt de baar worden tijdens uitwijk- en remma- motor zwaarder belast dan normaal. Als de trekhaak in een erkende Volvo-werk- noeuvres. plaats wordt gemonteerd, is de auto bij aanle- • Wanneer de auto bij warm weer zwaar...
Pagina 136: Automatische Versnellingsbak, Rijden Met Een Aanhanger
1. Trek de handrem (parkeerrem) aan. grotere capaciteit. Informeer bij de dichtstbij- 2. Zet de keuzehendel in de zijnde Volvo-dealer naar de mogelijkheden parkeerstand P. voor uw auto. Op een helling wegrijden 1. Zet de keuzehendel in de rijstand D.
Pagina 137: Trekhaak
7-polig contact, hebt u een adapter nodig. Ge- Let op het volgende als uw auto is uitgerust bruik een door Volvo goedgekeurde adapter- met de afneembare trekhaak van Volvo: kabel. Zorg dat de kabel niet over de grond Volg de montagevoorschriften voor het ko- sleept.
Pagina 138: Specificaties
06 Starten en rijden Trekhaak Specificaties Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) Vaste of afneembare 1060 trekhaak Langsligger Middelpunt kogel...
Pagina 139: Kogelsegment Monteren
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment monteren – Controleer of het mechanisme in de ont- – Controleer of het controlevenster (3) rood – Verwijder de beschermkap. grendelde stand staat door de sleutel van kleur is. Als het venster niet rood van rechtsom te draaien.
Pagina 140: Afneembare Trekhaak
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Draai de sleutel linksom in de vergrendel- – Controleer of het controlevenster groen – Breng het kogelsegment aan en duw het de stand. Neem de sleutel uit het slot. van kleur is. naar binnen totdat u een klik hoort.
Pagina 141 06 Starten en rijden Afneembare trekhaak N.B. N.B. Controleer of het kogelsegment vastzit door De veiligheidskabel van de aanhanger moet het omhoog, omlaag en naar achteren te aan de bevestiging van de trekhaak worden trekken. Als het kogelsegment niet goed zit, vastgemaakt.
Pagina 142: Kogelsegment Verwijderen
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment verwijderen – Druk de vergrendelingsknop (1) in en draai – Draai de vergrendelingsknop volledig om- – Steek de sleutel in het slot en draai deze deze linksom (2) totdat u een klik hoort. laag totdat deze niet verder kan.
Pagina 143 06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Duw de beschermkap erop.
Pagina 144: Lading Vervoeren In Bagageruimte
Volvo voor uw auto ontwikkeld zijn. alsmede van het totaalgewicht van de inzitten- • Dek scherpe randen met iets zachts af om den en kogeldruk.
Pagina 145: Lichtbundel Aanpassen
Bij de juiste lichtbundel wordt ook Als de auto is voorzien van Bi-Xenonkop- de berm beter verlicht. lampen, moet u de lamp door een erkende Volvo-werkplaats laten vervangen. Omdat de Bi-Xenonkoplampen voorzien zijn van een ontstekingsgedeelte dat een hoge spanning opwekt, dient u er voorzichtig...
Pagina 146 06 Starten en rijden...
Pagina 147 Algemene informatie ................148 Bandenspanning ..................152 Gevarendriehoek en reservewiel ............. 154 Wielen verwisselen.................. 156 Provisorische bandenreparatie ............... 158...
Pagina 148: Wielen En Banden
WIELEN EN BANDEN...
Pagina 149: Algemene Informatie
07 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen en banden Snelheidsaanduidingen Nieuwe banden Uw auto is voorzien van een typegoedkeuring Banden hebben een beperk- De banden zijn van grote invloed op de rijei- voor de uitvoering waarin deze werd aangele- te houdbaarheidsdatum. Na genschappen van de auto.
Pagina 150: Gelijkmatige Slijtage En Onderhoud
Neem contact op met een er- den daardoor overmatig slijten. Maak nooit kende Volvo-werkplaats als u niet zeker bent gebruik van sneeuwkettingen met zogeheten van de profieldiepte.
Pagina 151 Korte (1) en lange (2) wielmoer N.B. Gebruik alleen velgen die getest en goedge- Dit type mag ook voor stalen velgen worden keurd zijn door Volvo en deel uitmaken van de gebruikt. originele accessoires van Volvo. Er bestaan verschillende soorten wielmoeren voor stalen...
Pagina 152: Zomer- En Winterbanden
Bewaar de wielen hangend of liggend. Laat ze nooit rechtop staan. Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats als u niet zeker bent van de profiel- diepte. De pijl geeft de draairichting van de band aan...
Pagina 153: Bandenspanning
07 Wielen en banden Bandenspanning Aanbevolen bandenspanning Bandenspanning controleren bandenspanning bij maximale belading aan te houden bij snelheden tot 160 km/h. Controleer regelmatig de bandenspanning. De bandenspanning is van invloed op het rij- N.B. comfort, de stuureigenschappen en de gepro- duceerde weggeluiden.
Pagina 154 07 Wielen en banden Bandenspanning Bandenspanningstabel Belading (1–3 inzittenden) Max. belading Type Bandenmaat Snelheid (km/h) Voorin (kPa) Achterin (kPa) Voorin (kPa) Achterin (kPa) 195/65 R15 91V 0 – 160 205/55 R16 91V/W 160+ 195/65 R15 91Q/T/H/V M+S 1.6D 205/55 R16 91Q/T/H/V M+S 205/50 R17 93W Extra Load 0–160 215/45 R18 93W Extra Load...
Pagina 155: Gevarendriehoek En Reservewiel
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Gevarendriehoek De gevarendriehoek is met behulp van twee Volg de geldende bepalingen voor het gebruik clips aan de binnenkant van het kofferdeksel van een gevarendriehoek . Zet de gevaren- gemonteerd. driehoek op een passend punt achter de auto op om achteropkomend verkeer tijdig te waar- schuwen.
Pagina 156: Reservewiel En Krik
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Reservewiel en krik Originele krik – Verwijder de krik met de slinger en de – Plaats de krik (1) in de rechter opening (6). wielmoersleutel. Bevestig het reservewiel (7) in de linker Gebruik de originele krik alleen voor het ver- opening (8).
Pagina 157: Wielen Verwisselen
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen demonteren Zet een gevarendriehoek op, als u langs een – Auto’s met stalen velgen hebben afneem- – Er zitten twee kriksteunpunten aan weers- bare wieldoppen. Wrik de wieldop los met zijden van de auto. Draai de voet van de drukke weg een wiel moet vervangen.
Pagina 158: Wielen Monteren
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen monteren – Reinig de contactvlakken op het wiel en de naaf. – Breng het wiel aan. Draai de wielmoeren vast. – Breng de auto zo ver omlaag dat de wielen niet meer ongehinderd kunnen draaien. –...
Pagina 159: Provisorische Bandenreparatie
163). tijdelijke noodreparaties, waarmee de auto te gebruiken om een lek te dichten als de ban- nog 200 km of naar de dichtstbijzijnde Volvo- Zie pagina 163 voor informatie over het ver- denspanning tijdelijk te corrigeren. De ban- werkplaats gereden kan worden. Het afdicht- vangen van de spuitbus.
Pagina 160 07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Probeer geen banden met de set te repareren die grote groeven, scheuren, oneffenheden en dergelijke vertonen. De bandenreparatieset met compressor en gereedschap zit onder de vloer in de bagage- ruimte. Een 12 V-aansluiting voor de compressor zit voorin bij de middenconsole, achterin bij de achterbank en in de bagageruimte.
Pagina 161 07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Oppompen – Start de compressor door de knop (2) in pressor daarna afkoelen, omdat de kans Zet een gevarendriehoek op, als u een wiel stand I te zetten. op oververhitting aanwezig is. langs een drukke weg moet oppompen. –...
Pagina 162: Lekke Band Repareren
07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Lekke band repareren – Maak de veiligheidspal (6) los en draai het spanningsverhoging van maximaal 4 bar Zet een gevarendriehoek op, als u een wiel oranje gedeelte (7) 90 graden tot in de voordoen terwijl het afdichtmiddel naar langs een drukke weg moet repareren.
Pagina 163 07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Bandenspanning opnieuw controleren: N.B. WAARSCHUWING BELANGRIJK Ga nooit naast de band staan terwijl de Het oranje gedeelte (7) niet opklappen wan- De compressor mag niet langer dan tien mi- compressor aan het pompen is. Let vooral neer u alleen de compressor gebruikt voor nuten achtereen werken.
Pagina 164: Spuitbus Met Afdichtmiddel Vervangen
– Plaats de behuizing (3) terug. Controleer Spuitbus vervangen voordat de of u de behuizing op de juiste manier U kunt de vervanging in een erkende Volvo- houdbaarheidsdatum verstreken is vastzit en draai deze met de boutjes (2) werkplaats laten uitvoeren of dit zelf doen vol- –...
Pagina 165 07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Spuitbus en slang na gebruik vervangen – Draai de twee boutjes (2) op de oranje behuizing (3) los. – Verwijder de snelheidssticker (4) en de datumsticker (1) en ontgrendel de veiligheidspal (5). Haal de behuizing (3) los en verwijder deze.
Pagina 166 07 Wielen en banden...
Pagina 167 Schoonmaken ..................168 Lakschade herstellen ................171 Roestwering .................... 172...
Pagina 168: Verzorging
VERZORGING...
Pagina 169: Schoonmaken
Als de motor heet geadviseerd dat verkrijgbaar is bij de Volvo- wasstraat nooit een alternatief vormt voor een is, bestaat er gevaar voor brand.
Pagina 170 Om de waterafstotende eigenschappen te be- Poets de lak eerst op en behandel deze daar- De leren bekleding van Volvo is voorzien van houden, wordt geadviseerd de behandeling te na met was in vloeibare of vaste vorm. Volg de...
Pagina 171: Reinigingsvoorschriften Voor Leren Bekleding
Vraag bij de Volvo-dealer naar het leerverzor- bij de Volvo-dealer. Krab of wrijf nooit over gingsproduct van Volvo. een vlek. Gebruik nooit sterke vlekkenmidde- len.
Pagina 172: Steenslagplekken En Krassen
08 Verzorging Lakschade herstellen Steenslagplekken en krassen wijdering van het vuil de ontbrekende lak aan te brengen. De lak vormt een belangrijk onderdeel van de roestwering van de auto en moet daarom re- Als de steenslagplek wel tot op het gelmatig worden gecontroleerd.
Pagina 173: Roestwering
De roestwering van de auto hoeft normaal ge- sproken pas na ca. 12 jaar te worden nabe- handeld. Laat de auto daarna om de drie jaar een nabehandeling ondergaan. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats, als de auto een nabehandeling nodig heeft.
Pagina 174 08 Verzorging...
Pagina 175 Volvo Service................... 176 Onderhoud ....................177 Motorkap en motorruimte ............... 178 Dieselolie....................179 Oliën en vloeistoffen................180 Wisserbladen ..................185 Accu ......................186 Gloeilampen vervangen................188 Zekeringen ....................194...
Pagina 176: Onderhoud En Service
ONDERHOUD EN SERVICE...
Pagina 177: Volvo Service
Servi- strekken. Voor de rest geldt dat alleen Volvo laden. Neem daarom altijd contact op met een ce- en garantieboekje van Volvo. Laat service-...
Pagina 178: Voordat U Met Werkzaamheden Begint
• Rem- en koppelingsvloeistof – De vloeistof werkt. Neem hiervoor contact op met uw moet tussen het MIN - en MAX -streepje Volvo-dealer. staan. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Het ontstekingssysteem wekt zeer hoge Let erop dat de koelventilator tot enige tijd spanningen op.
Pagina 179: Motorkap En Motorruimte
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Motorkap openen – Trek aan de ontgrendelingshandgreep he- Motorruimte 8. Reservoir voor rem- en koppelingsvloei- lemaal links onder het dashboard (of hele- stof (auto met stuur rechts) 1. Reservoir voor ruitensproeiervloeistof maal rechts afhankelijk bij een auto met 9.
Pagina 180: Dieselolie
Sommige speciale toevoegingen verwijde- teitseisen die Volvo stelt en geven oliemaatschappijen. Giet nooit dieselolie van ren het verzamelde vocht uit het brandstof- aanleiding tot verhoogde vormen van slijta- filter.
Pagina 181: Oliën En Vloeistoffen
Volvo hanteert uiteenlopende systemen om te Voor ritten onder ongunstige omstandighe- waarschuwen voor een laag oliepeil of een den adviseert Volvo u een oliesoort te gebrui- lage oliedruk. Bij de modellen die zijn voorzien ken met een hogere kwaliteit dan de sticker in...
Pagina 182: Peil Controleren
0,5 liter olie bijvullen. Vul bij totdat verversen. de olie dichter bij het MAX -streepje dan bij het Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km MIN -streepje op de peilstok ligt. Zie te controleren. De beste meting wordt verkre- pagina 232–233 voor de aan te houden...
Pagina 183: Koelvloeistof Controleren En Bijvullen
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Ruitensproeiervloeistof bijvullen Koelvloeistof controleren en bijvullen N.B. Meng het antivries met water, voordat u koelvloeistof bijvult. Positie van reservoir voor ruitensproeiervloei- Volg de aanwijzingen op de verpakking op. stof Het is belangrijk dat u verhouding tussen koel- De sproeiers van de voorruit en de koplampen vloeistof en water afstemt op de heersende staan in verbinding met hetzelfde vloeistofre-...
Pagina 184: Rem- En Koppelingsvloeistof Controleren En Bijvullen
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Rem- en koppelingsvloeistof dient u de remvloeistof ieder jaar te BELANGRIJK controleren en bijvullen verversen. Het is uitermate belangrijk dat u een koel- WAARSCHUWING vloeistof met roestwerende eigenschappen gebruikt volgens de aanbevelingen van Vol- Als de remvloeistof onder het MIN -streepje vo.
Pagina 185 09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren en bijvullen N.B. Controleer tijdens iedere servicebeurt ook het vloeistofpeil. U hoeft de vloeistof niet te verversen. Zie pagina 235 voor de hoeveelheden en de aan- bevolen vloeistofkwaliteit. Ook als er een storing optreedt in de stuurbe- krachtiging of als de stroom wegvalt en u de auto moet laten wegslepen, blijft de auto be- stuurbaar.
Pagina 186: Wisserbladen
09 Onderhoud en service Wisserbladen Wisserbladen voorruit vervangen N.B. De wisserbladen zijn niet allebei even lang. Het blad aan de bestuurderszijde is langer dan dat aan de passagierszijde. – Klap de wisserarm omhoog. – Druk op de knop die op de wisserbladbe- vestiging zit en trek het blad, evenwijdig aan de wisserarm, recht naar buiten (1).
Pagina 187: Accu
09 Onderhoud en service Accu Onderhoud van de accu WAARSCHUWING Accu’s kunnen het zeer explosieve knalgas produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van de start- kabels, is voldoende om de accu tot ont- ploffing te brengen, en zo schade aan de auto en letsel te veroorzaken.
Pagina 188: Symbolen Op De Accu
09 Onderhoud en service Accu Symbolen op de accu Accu vervangen Explosiegevaar. Draag een veiligheidsbril. Accu verwijderen – Zet het contact uit en neem de sleutel uit. – Wacht ten minste 5 minuten, voordat u een van de elektrische aansluitingen aan- raakt (zo kan de informatie in het elek- Zie voor meer informatie het trisch systeem van de auto worden...
Pagina 189: Gloeilampen Vervangen
– Til het lamphuis naar buiten en leg het op lampen, moet u de xenonlamp door een er- het lamphuis via de motorruimte los te maken kende Volvo-werkplaats laten vervangen. een zachte ondergrond neer om krassen en het in zijn geheel te verwijderen.
Pagina 190: Groot Licht
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Dimlicht Groot licht – Haal het lamphuis in zijn geheel los. Afdekking en gloeilamp vervangen Nieuwe gloeilamp aanbrengen – Linker koplamp: – Haal het lamphuis in zijn geheel los. – Breng de nieuwe gloeilamp aan. De lamp Draai de lamphouder linksom.
Pagina 191: Stadslichten Voor En Verlichting Achter
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Stadslichten voor en verlichting Richtingaanwijzers Zijmarkeringslicht achter – Draai de lamphouder linksom en verwijder – Draai de gloeilamp linksom, trek hem naar deze. buiten en vervang de gloeilamp. – Trek de lamphouder met een tang naar buiten.
Pagina 192: Mistlampen
Als de foutmelding STORING LAMPJE/ CONTROLEER REMLICHT niet verdwijnt nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, dient u een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken. – Schakel alle lichten uit en draai de con- tactsleutel naar stand 0. Alle gloeilampen in het achterlamphuis zijn via de kofferbak te vervangen.
Pagina 193: Positie Van Gloeilampen In Achterlamphuis
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Positie van gloeilampen in Kentekenplaatverlichting Instapverlichting achterlamphuis – Schakel alle lichten uit en draai de con- De instapverlichting vindt u onder het dash- Lamphouder tactsleutel naar stand 0. board aan de bestuurders- en passagierszij- 1.
Pagina 194: Verlichting Make-Upspiegel
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Bagageruimte Verlichting make-upspiegel Spiegelglas aanbrengen: – Duw eerst de drie borgnokjes aan de bovenkant van het spiegelglas weer terug. – Duw vervolgens de onderste drie vast. – Steek een schroevendraaier achter het Spiegelglas verwijderen: lamphuis en verdraai deze iets, zodat het –...
Pagina 195: Zekeringen
09 Onderhoud en service Zekeringen Algemene informatie toont. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor het uitvoeren van een Om te voorkomen dat het elektrisch systeem controle. van de auto beschadigd raken door kortslui- ting of overbelasting, zijn alle verschillende elektrische functies en onderdelen door een aantal zekeringen beschermd.
Pagina 196: Relais- En Zekeringenkastje In Motorruimte
• 19 —36 zijn van type “MiniFuse”. • 7—18 zijn van het type “JCASE” en moeten worden vervangen door een erkende Volvo-werkplaats. • 1—6 zijn van het type “Midi Fuse” en moeten worden vervangen door een erken- de Volvo-werkplaats.
Pagina 197 09 Onderhoud en service Zekeringen 1. Koelventilator ................50 A 12. Voeding voor elektrische achterruitverwarming ....30 A 2. Stuurbekrachtiging ............... 80 A 13. Relais startmotor ..............30 A 3. Voeding voor relais- en zekeringenkastje in 14. Bedrading aanhanger............40 A passagiersruimte ..............
Pagina 198 09 Onderhoud en service Zekeringen 24. Elektrisch verwarmd brandstoffilter, PTC-element olievanger (5-cil. diesel) ........20 A 25. Reservepositie ................- 26. Contactslot ................15 A 27. Compressor voor airconditioning ......... 10 A 28. Reservepositie ................- 29. Mistlampen vóór, ..............15 A 30.
Pagina 199: Relais- En Zekeringenkastje In Passagiersruimte
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in passagiersruimte Er is plaats voor 50 zekeringen. De zekeringen ca. één cm in te duwen en deze vervol- – Trek de middelste pen volledig uit de gens naar buiten te trekken. bevestigingsclips, zet de bekleding met de zitten onder het dashboardkastje.
Pagina 200 09 Onderhoud en service Zekeringen 37. Reservepositie ................- 48. Sproeiers ................15 A 38. Reservepositie ................- 49. SRS-systeem ............... 10 A 39. Reservepositie ................- 50. Reservepositie ................- 40. Reservepositie ................- 51. Parkeerhulp, extra verwarming voor interieur, Bi-Xenon (optie) ..............
Pagina 201 09 Onderhoud en service Zekeringen 58. Groot licht rechts, relaisspoel verstralers......7,5 A 83. Voeding voorportier, linkerzijde ..........25 A 59. Groot licht, links ..............7,5 A 84. Elektrisch bedienbare passagiersstoel ......... 25 A 60. Stoelverwarming bestuurderszijde ........15 A 85.
Pagina 202 09 Onderhoud en service...
Pagina 203 Algemene informatie ................204 Audiofuncties ..................205 Radiofuncties ..................207 Cd-functies ..................... 211 Menusysteem – audiosysteem..............213 Telefoonfuncties (optie) ................214 Menusysteem – telefoon .................221...
Pagina 204 INFOTAINMENT...
Pagina 205: Algemene Informatie
10 Infotainment Algemene informatie Infotainment audiosysteem ingeschakeld totdat u de sleutel mance, High Performance en Premium uit het contactslot neemt. De volgende keer Sound. Alle uitvoeringen zijn echter uitgerust dat u de sleutel naar stand I draait, zal het au- met AM/FM-radio met RDS en een cd-speler.
Pagina 206: Audiofuncties
10 Infotainment Audiofuncties Bediening audiofuncties Geluidsbron kiezen Soms wijkt het volume waarop de externe ge- luidsbron (AUX) wordt weergegeven af van dat Bij herhaalde malen indrukken van AM/FM van de interne geluidsbronnen. Als de geluids- loopt u de standen FM1 , FM2 en AM door. Bij sterkte van de externe geluidsbron te hoog is, herhaalde malen indrukken van MODE loopt u kan de geluidskwaliteit verslechteren.
Pagina 207 10 Infotainment Audiofuncties – Sla de instelling op met ENTER of annu- • MIDDEN – Niveau voor de middenluid- • – 2-kanaals spreker. Driekanaals stereoweergave of Pro leer uw keuze met EXIT. Logic II moet zijn ingeschakeld om het Surround-functie activeren/deactiveren Automatische volumeregeling niveau bij te kunnen regelen (zie –...
Pagina 208: Radiofuncties
10 Infotainment Radiofuncties Bediening radiofuncties Handmatig zenders zoeken bank. Deze functie is met name handig in ge- bieden waar u de radiozenders en hun fre- – Kies de frequentieband met AM/FM (1). quenties niet kent. – Stel de frequentie bij door aan de knop TUNING (3) te draaien.
Pagina 209 10 Infotainment Radiofuncties – Druk op een voorkeurtoets en houd deze Automatisch vastgelegde voorkeurzen- matype wordt weergegeven op een vooraf be- ingedrukt, totdat de melding Zender op- paald volume (zie pagina 210). Na afloop van ders in andere geheugenbank opslaan geslagen op het display verschijnt.
Pagina 210 10 Infotainment Radiofuncties stemd. De tekst geeft aan dat de functie Nieuws vering van de functie wordt de weergave van actief is. Als de zender waarop u hebt afge- de actieve geluidsbron onderbroken voor een Bij activering van deze functie wordt stemd verkeersinformatie kan doorgeven, uitzending van het gekozen programmatype de weergave van de actieve geluids-...
Pagina 211 10 Infotainment Radiofuncties Programmatype weergeven tekst PI zoeken Exit = annuleren op het dis- • Afstand – Ook onderbreking als de zend- play. mast van de zender ver weg staat en zijn Het is mogelijk het programmatype van de signaal storingen vertoont. AF activeren/deactiveren zender die u op dat moment beluistert op het •...
Pagina 212: Cd-Functies
10 Infotainment Cd-functies Bediening cd-functies Weergave starten (cd-wisselaar) zeerd. Bij het verhogen van het volume wordt er verder gespeeld. Als er een cd-sleuf met een muziek-cd is geko- zen, gaat de weergave automatisch van start Muziekbestanden wanneer u het audiosysteem inschakelt. Scha- De cd-speler ondersteunt ook muziekbestan- kel als dat niet het geval is over op de cd-wis- den in mp3- en wma-formaat.
Pagina 213 10 Infotainment Cd-functies – Ga naar en druk op ENTER. om de naam van het muziekbestand in zijn ge- Random N.B. heel weer te geven. – Ga naar Enkele disc Alle discs en druk Bij gebruik van de pijl-links of pijl-rechts op ENTER.
Pagina 214: Menusysteem - Audiosysteem
10 Infotainment Menusysteem – audiosysteem Menu FM Menu cd-wisselaar 1. Nieuws 1. Willekeurige afspeelvolgorde 2. TP 2. Nieuws 3. PTY 3. TP 4. Radiotekst 4. Disktekst 5. Geavanc. radio-instellingen Audio-instellingen 6. Audio-instellingen Menu AUX Menu AM 1. AUX-volume Audio-instellingen 2. Nieuws Menu CD 3.
Pagina 215: Telefoonfuncties (Optie)
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Onderdelen van het telefoonsysteem...
Pagina 216 • Schakel het systeem uit in gebieden waar met explosieven wordt gewerkt. • Laat reparatiewerkzaamheden aan het tele- 1. Antenne foonsysteem over aan een erkende Volvo- werkplaats. 2. Toetsenset op stuurwiel (optie) Noodoproepen Met de toetsenset kunt u de meeste functies...
Pagina 217 10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) – Trek de simkaarthouder (1) uit de sim- Bediening telefoon Toetsenset op stuurwiel kaartlezer. – Plaats de simkaart dusdanig in de houder dat de kant met het metaal zichtbaar is. Zorg dat de afgeschuinde hoek van de simkaart overeenkomt met die van de simkaarthouder.
Pagina 218: Telefoon Stand-By Zetten
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Aan/uit Telefoon stand-by zetten Gesprekken weigeren U kunt de telefoon alleen vanuit de actieve – Druk op EXIT. Wanneer het telefoonsysteem actief is of stand stand-by zetten. stand-by staat, staat er een hoorn op het dis- Wisselgesprek –...
Pagina 219 + 0 @ * # & $ £ / % Deze mogelijkheid geldt alleen voor het geïn- – Begin twee telefoongesprekken. Wisselen tussen hoofdletters en tegreerde telefoonsysteem van Volvo. kleine letters. – Druk op MENU. Tekst invoeren – Ga naar Koppelen en druk op ENTER.
Pagina 220 10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) – Voer een naam in en druk op ENTER. – Ga naar en druk op Contactgegevens verwijderen uit Nummer kiezen ENTER. telefoonboek – Voer een nummer in en druk op ENTER. – Druk op MENU. – Ga naar het cijfer van de toets waaraan u –...
Pagina 221: Functies Tijdens Lopende Gesprekken
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Sms (Short Message Service) IMEI-nummer Alle posten in het telefoonboek worden weer- gegeven. U kunt het aantal weergegeven pos- Om de telefoon te blokkeren moet u het IMEI- ten verkleinen door een deel van de naam van nummer van de telefoon aan uw netwerkprovi- Sms lezen de post in te voeren die u zoekt.
Pagina 222: Menusysteem - Telefoon
10 Infotainment Menusysteem – telefoon Overzicht 3. Telefoonboek 5. Instellingen 3.1. Nieuwe invoer 5.1. Netwerk 1. Logboek 3.2. Zoeken 5.1.1. Automatisch 1.1. Gemist 3.3. Alles kopie 5.1.2. Handm. kiezen 1.2. Ontvangen gespr. 3.3.1. SIM naar tel 5.2. Taal 1.3. Gebeld 3.3.2.
Pagina 223 10 Infotainment Menusysteem – telefoon 5.5.3. Radio mute Beschrijving van menu-opties 1.5.3. Totale tijd 5.5.4. Berichttoon 1.5.4. Reset timers 1. Logboek 5.6. Rij veilig 1.1. Gemist 5.6.1. Menuvergrend. 2. Meldingen Lijst met gemiste oproepen. U kunt de bijbe- 5.6.2. IDIS 2.1.
Pagina 224 10 Infotainment Menusysteem – telefoon 3.2. Zoeken 4. Belopties 4.5.6. Data-gesprek Namen in het telefoonboek zoeken. 4.5.7. Alles annul. 4.1. Nummer verz. Aangeven of uw eigen telefoonnummer wel of 3.3. Alles kopie 5. Instellingen niet op het display van de gebelde persoon Telefoonnummers en namen op de simkaart moet verschijnen.
Pagina 225 10 Infotainment Menusysteem – telefoon 5.3. SIM beveil. u tijdens het rijden toegang tot Aangeven of de invoer van de pincode actief alle delen van het of inactief moet zijn of automatisch moet ver- menusysteem. lopen. 5.6.2. IDIS. Als u de functie IDIS uitschakelt, worden inkomende 5.3.1.
Pagina 226 10 Infotainment...
Pagina 227 Type-aanduiding..................228 Maten en gewichten................229 Motorspecificaties...................230 Motorolie ....................232 Vloeistoffen en smeermiddelen............... 236 Brandstof ....................238 Katalysator ....................241 Elektrisch systeem ..................242...
Pagina 228 SPECIFICATIES...
Pagina 229: Type-Aanduiding
11 Specificaties Type-aanduiding Wanneer u contact opneemt met uw Volvo- dealer of vervangende onderdelen of acces- soires wilt bestellen, kan het handig zijn om de typeaanduiding, het chassisnummer en het motornummer bij de hand te hebben. 1. Type-aanduiding, chassisnummer, maxi-...
Pagina 230: Maten En Gewichten
11 Specificaties Maten en gewichten Maten Max. belasting: zie typegoedkeuring Max. dakbelasting: 75 kg Lengte: 447 cm Breedte: 177 cm Geremde aanhanger Wielbasis: 264 cm Max. aanhangerge- Max. Spoorbreedte, vooras: 154–155 cm wicht (kg) kogeldruk kg Spoorbreedte, achteras:153–154 cm 1.6 1200 1.6D 1300 Gewichten 1.8 1300...
Pagina 231: Motorspecificaties
11 Specificaties Motorspecificaties 2.4i Motoraanduiding B4164S3 B4184S11 B4204S3 B5244S5 B5244S4 B5254T3 Vermogen (kW bij omw/min) 74/6000 92/6000 107/6000 103/5000 125/6000 162/5000 (pk bij omw/min) 100/6000 125/6000 145/6000 140/5000 170/6000 220/5000 Motorkoppel (Nm bij omw/min) 150/4000 165/4000 185/5000 220/4000 230/4400 320/1500–4800 Aantal cilinders Cilinderboring (mm) Slaglengte (mm)
Pagina 232 11 Specificaties Motorspecificaties 1.6D 2.0D 2.4D Motoraanduiding D4164T D4204T D5244T8 D5244T9 Vermogen (kW bij omw/min) 80/4000 100/4000 120/5500 132/4000 (pk bij omw/min) 109/4000 136/4000 163/5500 180/4000 Motorkoppel (Nm bij omw/min) 240/- 320/2000 340/1750–2750 350/1750 - 3250 Aantal cilinders Cilinderboring (mm) Slaglengte (mm) 88,3 93,2...
Pagina 233 Ze bieden de motor stofverbruik en de milieu-impact is anders extra bescherming. niet uitgesloten. Volvo adviseert olieproducten van Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motorolie die niet voldoet aan de voorgeschreven kwali- teits- en viscositeitseisen.
Pagina 234: Motorolie
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 228 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A3/B3/B4 Viscositeit: SAE 0W–30 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken. Bij te vullen hoeveelheid Hoeveelheid Motortype tussen...
Pagina 235 11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 228 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: WSS-M2C913-B Viscositeit: SAE 5W–30 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken. Bij te vullen hoeveelheid Hoeveelheid Motortype tussen...
Pagina 236 11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 228 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 0W–30 Bij te vullen hoeveelheid Hoeveelheid Motortype tussen MIN–MAX (liter) (liter) D5244T8 2.4D D5244T9 Inclusief hoeveelheid in filter.
Pagina 237: Vloeistoffen En Smeermiddelen
(zie gen. Neem contact op met de dichtstbijzijn- pagina 232). de erkende Volvo-werkplaats voor service, als er een andere oliesoort werd gebruikt.
Pagina 238 4-cil. benzine/diesel Bij vorst wordt u geadviseerd een door Volvo aanbevolen antivries aangelengd met water te 5-cil. benzine gebruiken. Brandstoftank Zie pagina 238 Het gewicht hangt af van het motortype. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor de juiste gegevens.
Pagina 239: Brandstof
11 Specificaties Brandstof Verbruik, uitstoot en tankinhoud Uitstoot van Tankinhoud Verbruik kooldioxide Motor Versnellingsbak liter liter/100 km ) in g/km B4164S3 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (IB5) 7 ,2 B4184S11 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) 7 ,3 1.8F B4184S8 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) 7 ,4 B4204S3 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) 7 ,4 B5244S5...
Pagina 240 11 Specificaties Brandstof Uitstoot van Verbruik Tankinhoud kooldioxide Motor Versnellingsbak liter/100 km liter ) in g/km 1.6D D4164T (EURO3) Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) (EURO4) 2.0D D4204T (EURO3) Handgeschakelde zesversnellingsbak (MMT6) (EURO4) (EURO3) Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56L2) (EURO4) D5244T8 Automatische versnellingsbak (AW55-51) 2.4D Automatische versnellingsbak (AW55-51) D5244T9 België...
Pagina 241 Dit om optimale prestaties en een zo laag mogelijk brandstofverbruik te verkrijgen. Benzine – norm NEN-EN 228. BELANGRIJK Tank alleen loodvrije benzine om schade aan te katalysator te voorkomen. Giet nooit alcohol bij de benzine, omdat het brand- stofsysteem daardoor schade kan oplopen en de Volvo-garantie vervalt.
Pagina 242: Algemene Informatie
11 Specificaties Katalysator Algemene informatie Lambdasonde (zuurstofsensor) De lambdasonde maakt deel uit van het regel- De katalysator heeft tot taak de uitlaatgassen systeem dat tot taak heeft de uitstoot te be- te reinigen. De katalysator is dicht bij de motor perken en de energie-inhoud van de brandstof in het uitlaatsysteem gemonteerd om snel op beter te benutten.
Pagina 243: Elektrisch Systeem
11 Specificaties Elektrisch systeem Algemene informatie 12V-systeem met wisselstroomdynamo en spanningsregelaar. Enkelpolig systeem waar- bij het chassis en het motorblok als geleiders worden gebruikt. Accu Spanning 12 V 12 V 12 V Koudestartcapaciteit (SAE) 590 A 600 A 700 A Reservecapaciteit (RC) 100 min.
Pagina 244 11 Specificaties Elektrisch systeem Gloeilampen Verlichting Vermogen W Lampvoet Dimlicht Bi-Xenon Groot licht Remlichten, achteruitrijlichten, mistachterlicht BA15s Richtingaanwijzers, achter/voor (oranje) BAU15s Achterlichten/parkeerlichten, zijmarkeringslichten, achter BAY15d Instapverlichting, bagageruimteverlichting, kentekenplaat- SV8,5 verlichting Make-upspiegel SV5,5 Stadslichten/parkeerlichten vóór, zijmarkeringslichten vóór W2,1X9,5d Richtingaanwijzers buitenspiegels (oranje) W2,1X9,5d Mistlampen Verlichting dashboardkastje...
Pagina 245: Typegoedkeuring Afstandsbedieningssysteem
11 Specificaties Elektrisch systeem Typegoedkeuring Hierbij verklaart Delphi dat het gebruikte afstandsbedieningssysteem afstandsbedieningssysteem in overeen- stemming is met de essentiële eigenschappen en overige relevante bepalingen zoals Land beschreven in de EU-richtlijn 1999/5/EG. A, B, CY, CZ, D, DK, E, EST, F, FIN, GB, GR, H, I, IRL, L, LT, LV, M, NL, P ,...
Pagina 246 11 Specificaties...
Pagina 247 Alfabetisch register AF – automatische afstemfunctie ..... 210 Antispinregeling ........124 Afstandsbediening ........94 Approach-verlichting A/C ..............72 afneembaar sleutelblad ......95 actieve verlichting ........62 elektronische klimaatregeling ....76 batterij vervangen ........97 instellen ..........67 handmatige klimaatregeling ....73 functies ..........94 Audio Aanhanger keyless drive ..........
Pagina 248 Alfabetisch register Benzinekwaliteit ........240 Buitenspiegels ..........62 Bergen ............131 elektrisch inklapbare ......62 Bagageruimte Buitentemperatuurmeter ......41 Beslagen ruiten elektrische aansluiting ......90 achterruit ..........73 houder voor boodschappentassen ..90 ontwasemen ......70, 73, 75 lading vervoeren ........143 Cd’s timerfunctie, A/C ........
Pagina 249 Alfabetisch register Doorwaaddiepte ........110 Gordelwaarschuwing ........13 DSTC, zie ook Stabiliteitssysteem ....124 Groot licht ........... 50 Follow-Me-Home-verlichting ....50, 62 deactiveren/activeren ......125 aan/uit ............ 48 instellen ..........67 lampje ............43 wisselen groot licht en dimlicht ..... 50 Geïntegreerd kinderzitje ......31 ECC, elektronische klimaatregeling ....71 Handgeschakelde versnellingsbak ...
Pagina 250 Alfabetisch register Interieur Klimaatinstelling verlichting ..........84 AUTO ............. 74 Lading vervoeren Interieurfilter ..........70 Klimaatregeling algemene informatie ......143 Interior Air Quality System, ECC ....75 algemene informatie ......70 bagageruimte ......... 90 persoonlijke instellingen ......66 Intervalstand ..........52 laadvermogen ........143 Klok ............
Pagina 251 Alfabetisch register Maataanduiding ........148 “N.B.”-teksten ..........6 PACOS ............19 Meldingen op informatiedisplay ....45 NEWS ............209 Parkeerhulp ..........126 Mensysteem Nieuwsuitzending ........209 sensor voor parkeerhulp ...... 127 Parkeerkaarthouder ........87 telefoon, overzicht ........221 Noodoproepen ......... 215 Menufuncties Parkeerlichten ..........48 audiosysteem ........204 Parkeerrem ..........
Pagina 252 Alfabetisch register Rijden Schoonmaken gladde wegen ........110 automatische wasstraat ....... 168 Radio in waterpartijen ........110 leren bekleding ........169 radio-instellingen ........207 koelsysteem ........110 veiligheidsgordels ........ 170 radiozenders ........207 met een aanhanger ......134 wassen, auto ........168 Radiotekst ..........210 met een geopend kofferdeksel ....
Pagina 253 Alfabetisch register Sneltoetsen ..........219 Stoel Telefoonboek Spiegel elektrisch bedienbaar ......83 nummerfuncties ........218 handmatig verstellen ......82 Telefoonsysteem ........214 achteruitkijk- ..........60 sleutelgeheugen ........83 Spiegels Temperatuur Stuurbekrachtigingsvloeistof, buiten- ............62 interieur, elektronische klimaatregeling . 76 controleren en bijvullen ......184 Spin Control ..........124 interieur, handmatige klimaatregeling ..
Pagina 254 Alfabetisch register Follow-Me-Home-verlichting ... 50, 62 Versneld kiezen ......... 219 gloeilampen vervangen, Versneld vooruit-/achteruitspoelen ... 212 Uitlaatgasreiniging ........7 algemene informatie ......188 Versnellingsbak foutmelding ..........43 gloeilampen, specificaties ....243 automatisch ......... 118 Uitstoot .............238 groot licht/dimlicht ........ 50 handgeschakeld ........116 grootlichtsignalen ........
Pagina 255 Alfabetisch register Waarschuwingslampje Zekeringen stabiliteits- en tractieregelsysteem ..124 algemene informatie ......194 Waarschuwingslampje, airbagsysteem ..15 relais- en zekeringenkastje in motorruimte ........195 Waarschuwingsteksten .........6 relais- en zekeringenkastje Wassen, auto ..........168 in passagiersruimte ......198 Waterafstotende laag vervangen ..........194 Zekeringentabel schoonmaken ........169 Whiplash-letsel WHIPS .......24 zekeringen in interieur ......

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V50 2006

Volvo S40 2006 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Quick Links

Hoofdstukken

Gerelateerde Handleidingen voor Volvo S40 2006

Samenvatting van Inhoud voor Volvo S40 2006