Bedieningspaneel verlichting
U activeert de buitenverlichting via de bedie-
ningselementen op de linker stuurhendel. Met
de duimwielen op het dashboard kunt u de
51
koplamphoogte
en sterkte van de interieurver-
lichting aanpassen.
Draairing op stuurhendel
Geldt voor auto's met halogeenkoplampen.
51
Stand
Betekenis
Dagrijlicht wanneer het elektrische
systeem van de auto in contactslot-
stand II staat of wanneer de auto
rijdt.
Grootlichtsignalering mogelijk.
Dagrijlicht en stadslichten wanneer
het elektrische systeem van de
auto in contactslotstand II staat of
wanneer de auto rijdt.
Stadslichten, wanneer de auto
A
geparkeerd staat
.
Grootlichtsignalering mogelijk.
Dimlicht en stadslicht.
Groot licht is te activeren.
Grootlichtsignalering mogelijk.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Stand
Betekenis
Dagrijlicht en stadslichten bij dag-
licht wanneer het elektrische sys-
teem van de auto in contactslot-
stand II staat of wanneer de auto is
ingeschakeld.
Dimlicht en stadslichten bij weinig
daglicht of donker of wanneer de
mistlampen voor* en/of het mist-
achterlicht geactiveerd zijn.
Het automatisch groot licht is te
activeren.
U kunt het groot licht inschakelen,
wanneer u het dimlicht voert.
Grootlichtsignalering mogelijk.
Automatisch groot licht aan/uit.
A
Ook bij een stilstaande, ingeschakelde auto, mits de draairing
vanuit een andere stand in deze stand wordt gezet.
Volvo adviseert om stand
er met de auto wordt gereden.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
te gebruiken als
}}
135