Pagina 1
VOLVO V50 Instructieboekje WEB EDITION...
Pagina 2
Beste Volvo-bezitter, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw medepassagiers vooropgestaan. Een Volvo is een van de veiligste auto’s ter wereld.
01 Veiligheid 02 Instrumenten, schakelaars en bediening Inleiding ..........6 Veiligheidsgordels ......12 Overzicht auto’s met het stuur links 34 Volvo Car Corporation en Airbagsysteem ....... 15 Overzicht auto’s met het stuur het milieu ..........7 Airbags (SRS) ......... 16 rechts ..........36...
Pagina 4
Inhoud 03 Klimaatregeling 04 Interieur 05 Sloten en alarm Algemene informatie over de Voorstoelen ........84 Afstandsbediening met klimaatregeling ....... 70 sleutelblad ........100 Interieurverlichting ......86 Handmatige klimaatregeling met Vergrendelingspunten ....103 Opbergmogelijkheden in airconditioning, AC ......72 passagiersruimte ......88 Keyless Drive (optie) .....104 Elektronische klimaatregeling, ECC Achterbank ........
Pagina 5
Inhoud 06 Starten en rijden 07 Wielen en banden 08 Verzorging Algemene informatie ..... 118 Algemene informatie ....158 Schoonmaken ....... 174 Tanken ..........120 Bandenspanning ......162 Lakschade herstellen ....177 Motor starten ........121 Gevarendriehoek en reservewiel .. 164 Roestwering ........178 Motor starten –...
Pagina 6
Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Infotainment 11 Specificaties Volvo Service ........ 182 Algemene informatie ....210 Type-aanduiding ......234 Onderhoud ........183 Audiofuncties ........211 Maten en gewichten .....235 Motorkap en motorruimte .... 184 Radiofuncties ....... 214 Motorspecificaties ......237 Dieselolie ........185 Cd-functies ........
N.B. lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt. De uitrusting van de auto’s van Volvo hangt Zo maakt u kennis met nieuwe functies, krijgt af van de verschillende behoeften op de...
De Volvo Car Corporation is gecertificeerd Brandstofverbruik volgens de milieunorm ISO 14001 voor fabrie- De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun ken, centrale functies en de meeste andere klasse wat het brandstofverbruik betreft. Een eenheden. We eisen bovendien van onze...
Pagina 9
Het personeel in de werkplaatsen Uw Volvo is gebouwd volgens het concept Het interieur van een Volvo werd dusdanig van Volvo beschikt over de kennis en het Schoon aan binnen- en buitenkant – een vormgegeven dat het gezellig en comfortabel...
Pagina 10
Inleiding Volvo Car Corporation en het milieu • Gebruik altijd de motorverwarming voor autorijden. U spaart uw auto, bespaart geld en een koudestart, als de auto hiermee is gebruikt minder van de hulpbronnen op aarde. uitgerust. Hierdoor nemen het brandstof- verbruik en de uitstoot af.
Pagina 11
Veiligheidsgordels ..................12 Airbagsysteem ..................15 Airbags (SRS) ................... 16 Airbag (SRS) activeren/deactiveren ............18 SIPS-airbags (zij-airbags) .................20 Opblaasgordijn (IC-systeem) ..............22 WHIPS-systeem ..................23 Activering van de veiligheidssystemen .................25 Crash mode ....................26 Kinderen en veiligheid ................27...
Neem contact op met een niet strak langs uw lichaam kunt trekken erkende Volvo-werkplaats. Als een veilig- • er geen slagen in de veiligheidsgordel zitten Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de heidsgordel aan grote krachten heeft bloot- en dat hij nergens achter blijft steken veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Veiligheidsgordel en zwangerschap Naarmate de zwangerschap vordert moeten Gordelwaarschuwing zwangere bestuurders de stoel en het stuur dusdanig verstellen dat ze de auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen moeten kunnen komen).
01 Veiligheid Veiligheidsgordels schuwing wordt gegeven bij het gebruik Gordelspanners van de veiligheidsgordels of bij het openen Alle veiligheidsgordels zijn uitgerust met gor- van een van de achterportieren. Dit gebeurt delspanners. Dit is een mechanisme dat bij met behulp van een melding op het infor- een voldoende krachtige aanrijding de veilig- matiedisplay.
SRS- AIRBAG SERVICE VEREIST SRS-AIRBAG SERVICE SPOED op het display. Neem zo spoedig mogelijk contact op met een erkende Volvo- werkplaats. WAARSCHUWING Als het waarschuwingslampje voor het air- bagsysteem blijft branden of tijdens het rij- Het airbagsysteem...
01 Veiligheid Airbags (SRS) Airbag (SRS) aan de bestuurderszijde Airbag (SRS) aan de passagierszijde WAARSCHUWING Om de kans op letsel bij activering van de airbags te beperken, moeten de passagiers zo rechtop mogelijk zitten met hun voeten op de vloer en hun rug tegen de rugleuning. De veiligheidsgordel moet goed vastzitten.
Pagina 18
WAARSCHUWING Ook de capaciteit van de airbags wordt af- Reparaties mogen alleen door een erkende gestemd op de botskracht waaraan de auto Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. blootstaat. Ingrepen in het airbagsysteem kunnen sto- ringen in de werking en ernstig letsel ver-...
Hiermee wordt aangeduid dat de airbag (SRS) Hiermee wordt aangeduid dat de airbag (SRS) Volvo adviseert u het sleutelblad te gebruiken aan de passagierszijde gedeactiveerd is. aan de passagierszijde geactiveerd is. om de stand te wijzigen.
Pagina 20
Bezoek onmiddellijk kinderzitje of op een kussen beslist niet. een erkende Volvo-werkplaats. – De airbag is gedeactiveerd (2). Met de schakelaar in deze stand kunnen kinderen in een kinderzitje of op een kussen op de...
SIPS-airbag ligt. WAARSCHUWING Positie van de SIPS-airbags Gebruik alleen door Volvo goedgekeurde stoelhoezen. Andere stoelhoezen kunnen Een groot deel van de botskracht wordt door de SIPS-airbags in hun werking hinderen.
Pagina 22
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) SIPS-airbags Bestuurdersplaats, auto met stuur links Passagiersplaats, auto met het stuur links Positie van airbagsticker in voorportieropening aan passagierszijde Het SIPS-systeem bestaat uit SIPS-airbags en sensoren. Bij een voldoende krachtige aanrij- ding reageren de sensoren, die op hun beurt de gasgeneratoren activeren.
Schroef of bevestig geen onderdelen op de plafondbekleding, de portierstijlen of de zij- panelen van de auto. Ze kunnen daarbij hun beschermende werking verliezen. Er mogen uitsluitend originele Volvo-onderdelen, be- stemd voor montage op deze plaatsen, worden gebruikt. WAARSCHUWING Het opblaasgordijn van het IC-systeem (Infla-...
Breng nooit zelf wijzigingen in de stoel of zo klein mogelijk houden. het WHIPS-systeem aan en probeer ze WAARSCHUWING nooit zelf te repareren. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats. Het WHIPS-systeem vormt een aanvulling op de veiligheidsgordel. Draag altijd een veiligheidsgordel.
Pagina 25
Het WHIPS-systeem kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben verloren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact is. Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats om het systeem te laten contro- leren, ook na een lichte aanrijding van achteren.
De regelmodule van het airbagsysteem zit Rijd nooit met geactiveerde airbags. Ze kun- • Sleep de auto naar een erkende Volvo- in de middenconsole. Als de middencon- nen u bij het sturen danig in de weg zitten. werkplaats. Rijd nooit met geactiveerde...
CRASH MODE staat. pen. Verborgen schade kan de auto tijdens De auto moet van zijn huidige plaats het rijden onbestuurbaar maken, zelfs als het worden vervoerd naar een erkende Volvo- lijkt dat u nog met de auto kunt rijden. werkplaats. Auto verzetten...
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot passagierszijde ernstig letsel oplopen. zitten. Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde- ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig De veiligheidsuitrusting voor kinderen die WAARSCHUWING door Volvo getest is. Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in uw auto.
Pagina 29
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Sticker airbag WAARSCHUWING Gebruik geen kinderzitjes met stalen beu- gels of andere constructies die tegen de ontgrendelingsknop van de gordelsluiting kunnen aankomen. Dit om te voorkomen dat de gordels plotseling losschieten. Zorg dat het kinderzitje niet met de boven- kant tegen de voorruit aankomt.
ISOFOX- bevestigingsband. systeem en bevestigingsband. Typegoedkeuring: E5 03171 Typegoedkeuring: E5 03171 Groep 2/3 Volvo comfortkussen – met of zonder Volvo comfortkussen – met of zonder Volvo comfortkussen – met of zonder 15–36 kg rugleuning. rugleuning. rugleuning.
Pagina 31
Reparatie of vervanging dient alleen te wor- den uitgevoerd door een erkende Volvo- werkplaats. Verricht zelf geen wijzigingen in – Trek aan de handgreep zodat het kinder- De geïntegreerde kinderzitjes van Volvo op de of aanpassingen aan het geïntegreerde kin- zitje omhoogkomt (1). derzitje.
Pagina 32
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Kinderzitje inklappen ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinderzitjes (optie) – Trek aan de handgreep (1). – Duw het kussen zo ver omlaag dat het Achter de onderkant van de ruggedeelten op vastklikt (2). de beide buitenste zitplaatsen van de achter- bank gaan de bevestigingspunten voor het N.B.
Pagina 33
Overzicht auto’s met het stuur links ............34 Overzicht auto’s met het stuur rechts ............36 Bedieningspaneel op bestuurdersportier ........... 38 Instrumentenpaneel ..................39 Controle- en waarschuwingslampjes ............40 Informatiedisplay ..................44 Elektrische aansluiting ................45 Verlichtingspaneel ..................46 Linker stuurhendel ..................49 Rechter stuurhendel ...................
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel 1. Snelheidsmeter 7. Toerenteller – Geeft het motortoerental 12. Grootlichtindicatie aan in duizenden toeren per minuut. 2. Richtingaanwijzer, links 13. Temperatuurmeter – De temperatuurme- 8. Controle- en informatielampjes ter van het koelsysteem van de motor. 3.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Controle- en waarschuwingslampjes Functietest, lampjes Lampjes in het midden van het 1. Stop op een veilige plek. Rijd niet verder met de auto. dashboard Alle controle- en waarschuwingslampjes 2. Lees de informatie op het informatiedis- gaan branden wanneer u de contactsleutel play.
Pagina 42
– Start de motor opnieuw. nog ca. 8 liter en bij dieselmodel- – Als het lampje echter blijft branden, moet u len nog ca. 7 liter brandstof in de de auto naar een erkende Volvo-werkplaats tank. rijden om het ABS-systeem te laten contro- leren.
Pagina 43
SRS-, SIPS- of IC-systeem storing in het elektrische systeem. geregistreerd. Rijd de auto zo snel Neem contact op met een mogelijk naar een erkende Volvo-werkplaats erkende Volvo-werkplaats. om het systeem te laten controleren. 7. Storing in remsysteem Als het lampje oplicht, is het rem- 4.
Pagina 44
Volvo-werkplaats rijden om het remsysteem te laten controleren. Hoge snelheid – Als het peil lager is dan het MIN -streepje...
Het is tijd een afspraak te maken voor een servicebeurt bij een erkende Volvo-werkplaats. TIJD VOOR REG. SERVICE Het is tijd voor een servicebeurt bij een erkende Volvo-werkplaats. Het moment hangt af van de afgelegde afstand, het aantal maanden dat sinds de laatste servicebeurt is verstreken, het aantal draaiuren van de motor en de oliekwaliteit.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrische aansluiting 12V-aansluiting Aansteker (optie) Elektrische aansluiting achterin U activeert de aansteker door de knop in te drukken. Wanneer de aansteker heet genoeg is, veert de knop automatisch uit. Haal de aan- steker uit de opening en gebruik het rood- gloeiende deel om bijvoorbeeld een sigaret mee aan te steken.
– Draai de contactsleutel naar stand II . middelste stand staat. U kunt het automati- – Draai de verlichtingsdraaiknop (2) naar een sche dimlicht zo nodig in een erkende Volvo- van de eindstanden. werkplaats buiten werking laten stellen. – Draai het duimwiel (1) omhoog of omlaag...
Pagina 48
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel – Draai het duimwiel (3) omhoog of omlaag – Druk op de knop (6). kruisingen om op die manier de veiligheid te voor een fellere of zwakkere verlichting. verhogen. Het controlelampje voor het mistachterlicht op Uitgebreide displayverlichting het instrumentenpaneel en het lampje in de De led...
Pagina 49
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel Remlicht De remlichten gaan automatisch branden wanneer u remt. Noodremlichten en automatische alarmlichten, EBL Bij krachtig remmen of ABS-regeling worden de noodremlichten (EBL, Emergency Brake Lights) geactiveerd. Dit houdt in dat de rem- lichten knipperen om het achteropkomend verkeer onmiddellijk te waarschuwen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Standen stuurhendel worden of veert automatisch terug bij het laten doen na vergrendeling van de auto. De terugdraaien van het stuurwiel. inschakelduur bedraagt 30 seconden, maar is te wijzigen in 60 of 90 seconden (zie Korte serie knippersignalen pagina 66).
Pagina 51
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Boordcomputer (optie) Functies GEMIDDELD De boordcomputer toont de volgende infor- Wanneer u het contact uitzet, wordt het matie: gemiddelde brandstofverbruik vastgelegd. Het blijft bewaard, totdat u de functie op nul • GEM. SNELHEID stelt.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitenwissers Intervalstand Hogedruksproeiers koplampen (optie op U kunt de wissnelheid in de inter- bepaalde markten) valstand bijstellen. Draai het De hogedruksproeiers van de koplampen ver- duimwiel (C) omhoog voor een bruiken een grote hoeveelheid ruitensproeier- korter wisinterval.
De intervalfunctie tijdens het achteruitrijden sor actief is. kunt u desgewenst uitschakelen. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats. U schakelt de regensensor op een van de vol- Regensensor (optie) gende manieren weer uit: –...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol (optie) Inschakelen Snelheid verhogen of verlagen Tijdelijk uitschakelen – Druk op 0 om de cruisecontrol tijdelijk uit te schakelen. Op het instrumentenpaneel ver- schijnt CRUISE. De eerder ingestelde snel- heid blijft na een tijdelijke uitschakeling in het geheugen opgeslagen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Toetsenset op stuurwiel (optie) knop ENTER om de telefoonfuncties met de pijltoetsen te kunnen bedienen. Druk op EXIT om de instellingen van het audiosysteem te hervatten. Met de vier toetsen onder aan de toetsenset op het stuurwiel kunt u zowel het audiosys- teem als de telefoon regelen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Stuurwielverstelling, alarmlichten Stuurwielafstelling pagina 48). U kunt de functie uitschakelen met WAARSCHUWING een druk op de knop. Stel het stuurwiel in, voordat u gaat rijden. Doe dit nooit tijdens het rijden. Controleer N.B. voordat u wegrijdt, of het stuurwiel in de De regels voor het gebruik van de alarmlich- gekozen stand geblokkeerd staat.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Handrem Handrem (parkeerrem) – Als de auto wegrolt dient u de handrem- hendel strakker aan te trekken. Zet de versnellingspook/keuzehendel bij het parkeren altijd in de 1e versnelling (handbak) of in stand P (automaat). Op een helling parkeren Draai bij het parkeren op een oplopende hel- ling de wielen van de trottoirband af, als de neus van de auto naar de top van helling wijst.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten Bediening Handmatige bediening Druk een van de bedieningsknoppen (A) of (B) WAARSCHUWING Met de knoppen op de portieren kunt u de voorzichtig omlaag of trek er één voorzichtig ruiten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te Zorg er bij het sluiten van de zijruiten voor omhoog.
Pagina 59
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten Elektrisch bedienbare zijruiten in Elektrisch bedienbare zijruiten in de achterportieren blokkeren achterportieren N.B. Als de auto beschikt over een elektrisch bedienbaar kinderslot op de achterportie- ren, geeft het lampje tevens aan of dit kin- derslot geactiveerd is.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Achteruitkijkspiegel Achteruitkijkspiegel met kompas Kompas kalibreren (optie op bepaalde markten) De aarde is in 15 magnetische zones ver- Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties deeld. Het kompas is afgesteld op het geogra- In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- in de achteruitkijkspiegel veroorzaken en u fische gebied waarin de auto werd afgeleverd.
Pagina 61
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels – Druk herhaaldelijk op het knopje (1) totdat het nummer van de gewenste magnetische zone (1–15) verschijnt (zie de kaart met de magnetische zones van het kompas). – Wacht totdat het teken weer op het dis- play verschijnt.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Buitenspiegels Elektrisch inklapbare buitenspiegels – Laat de knoppen los. De spiegels stoppen automatisch, als ze volledig zijn uitgeklapt. (optie) Bij het parkeren of in nauwe straatjes kunt u In neutrale stand terugzetten de buitenspiegels inklappen.
Pagina 63
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Water- en vuilafstotende laag (optie) De voorste zijruiten en/of de buiten- spiegels zijn voorzien van een spe- ciale laag die bij hevige regenval voor een beter zicht zorgen. Zie pagina 175 voor informatie over het onder- houd.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Openingsstanden Vanuit ventilatiestand naar volledig geopend schuifdak: – Trek de knop achteruit naar de eindstand (1) en laat hem los. Schuifstand Automatische bediening – Trek de knop voorbij het weerstandspunt (2) in de achterste eindstand (1) of voorbij het weerstandspunt (3) in de voorste eindstand (4) en laat hem vervolgens los.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Sluiten met afstandsbediening of Zonnescherm vergrendelingsknop Aan de binnenkant van het schuifdak zit een handbediend zonnescherm. Het zonnescherm glijdt automatisch naar achteren bij het ope- nen van het schuifdak. Pak de handgreep vast en schuif het scherm naar voren om het te sluiten.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Mogelijke instellingen Klok instellen Voor sommige functies in de auto zijn per- U kunt de uur- en minuutaanduiding elk apart soonlijke instellingen mogelijk. Dit geldt voor instellen. de sloten en de klimaatregelings- en audio- –...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen – Selecteer Aan/Uit als de recirculatietimer • Alle portieren – beide portieren en de Voor de ontgrendelingsknop op de afstands- actief moet zijn of niet. achterklep ontgrendelen met één druk op bediening en de ontgrendelingsknoppen op de afstandsbediening.
Pagina 68
02 Instrumenten, schakelaars en bediening...
Pagina 69
Algemene informatie over de klimaatregeling ..........70 Handmatige klimaatregeling met airconditioning, AC ......72 Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) ..........75 Luchtverdeling ..................78 Standverwarming op brandstof (optie) .............79...
Raadpleeg het ten beslaan, moet u de airconditioning Onderhoudsprogramma van Volvo voor het echter altijd aan laten staan. aanbevolen vervangingsinterval. In zeer sterk verontreinigde gebieden moet u het filter Beslagen ruiten mogelijk vaker vervangen.
03 Klimaatregeling Algemene informatie over de klimaatregeling Blaasmonden in dashboard ECC (optie) Optrekken Wanneer u volgas optrekt, wordt de aircondi- tioning tijdelijk uitgeschakeld. De temperatuur Werkelijke temperatuur kan dan korte tijd iets oplopen. De ingestelde temperatuur komt overeen met de gevoelstemperatuur op basis van de heer- Condensatie sende omstandigheden in en rond de auto wat In warme weersomstandigheden kan er ter...
03 Klimaatregeling Handmatige klimaatregeling met airconditioning, AC Bedieningspaneel 1. Ventilator Functies 2. Recirculatie De recirculatie houdt vieze 2. Recirculatie 1. Ventilator lucht, uitlaatgassen en der- 3. Ontwaseming Verhoog of verlaag de venti- gelijke buiten. De lucht in de latorsnelheid door aan de 4.
Pagina 74
03 Klimaatregeling Handmatige klimaatregeling met airconditioning, AC Timer 4. Luchtverdeling 6 en 7. Elektrisch verwarmde Met de timerfunctie beperkt u (wanneer de Door op de knoppen voor de voorstoelen recirculatiefunctie geselecteerd is) de kans op luchtverdeling te drukken, (optie op bepaalde markten) ijs, beslagen ruiten en een slechte luchtkwali- kunt u de luchtstroom naar –...
Pagina 75
03 Klimaatregeling Handmatige klimaatregeling met airconditioning, AC Bij koud weer blijft de verwarming echter lan- ger dan 20 minuten actief om te voorkomen dat de achterruit en buitenspiegels bevriezen of beslaan. De verwarmingsstand wordt afgestemd op de buitentemperatuur. In dat geval is uitschakelen alleen handmatig moge- lijk.
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) Bedieningspaneel 1. AUTOM. Functies 2. Ventilator U kunt de snelheid waarmee 2. Ventilator 1. AUTOM. de ventilator draait verhogen Bij activering van de functie 3. Recirculatie/Interior Air Quality System of verlagen door aan de knop AUTOM.
Pagina 77
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) 3. Recirculatie deeltjes en beperkt zo hinderlijke geurtjes en 4. Ontwaseming verontreinigingen in de passagiersruimte. Deze functie kan worden Met deze knop kunt u de Wanneer de sensor een verhoogde concen- ingeschakeld als u vieze voorruit en de zijruiten snel tratie meet, wordt de luchtinlaat afgesloten lucht, uitlaatgassen en der-...
Pagina 78
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC (optie) brandend lampje in de bijbehorende knop 7 en 8. Elektrisch verwarmde Bij koud weer blijft de verwarming echter lan- geven aan welke functie u hebt geselecteerd. ger dan 20 minuten actief om te voorkomen voorstoelen dat de achterruit en buitenspiegels bevriezen (optie op bepaalde markten)
03 Klimaatregeling Luchtverdeling Luchtverdeling Toepassing: Luchtverdeling Toepassing: Lucht naar de ruiten. Om snel te ontdooien Lucht naar de vloer en de Om een comfortabel Er komt een bepaalde en te ontwasemen. ruiten. Er komt een klimaat en een goede hoeveelheid lucht uit de bepaalde hoeveelheid ontwaseming te blaasmonden.
03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) Algemene informatie over Verwarming inschakelen WAARSCHUWING verwarmingen Schakel voor het tanken de standverwar- U kunt de standverwarming meteen inschake- ming op brandstof uit. Gemorste brandstof len of twee verschillende uitschakeltijden kan ontvlammen. instellen met TIMER AM TIMER Controleer op het informatiedisplay of de...
03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) Standverwarming meteen uitschakelen TIMER AM en PM instellen wanneer u bij het verlaten van de auto de sleu- tel uit het contact neemt. – Gebruik het duimwiel (B) om naar Om veiligheidsredenen kunt u uitsluitend tij- DIRECTE START te gaan.
“vast” komt te zitten. nooit tijdens het rijden. Vloermatten (optie) Controleer of de stoel in zijn stand vergren- deld staat. Volvo biedt vloermatten die speciaal voor de auto vervaardigd zijn. Rugleuning voorstoel omklappen (optie) WAARSCHUWING Zorg dat de vloermat voor de bestuurders-...
04 Interieur Voorstoelen Elektrisch bedienbare voorstoel wachten voordat u de stoel opnieuw probeert Noodstop te verstellen. U kunt slechts één verstelfunctie (optie) Als de stoel per ongeluk in beweging komt, van de stoel tegelijk activeren. kunt u op een willekeurige knop drukken om de stoel tot stilstand te brengen.
04 Interieur Interieurverlichting Leeslampjes voorin en Verlichting bagageruimte interieurverlichting De verlichting in het interieur en de bagage- ruimte gaan aan bij het openen van de achter- klep en blijven 5 minuten lang branden. De verlichting dooft: • als de achterklep wordt gesloten •...
Pagina 88
04 Interieur Interieurverlichting vervolgens 5 minuten lang branden, tenzij u deze zelf eerder uitschakelt. Make-upspiegel Het lampje gaat automatisch aan, wanneer u het klepje optilt. Optie op bepaalde markten...
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergmogelijkheden Dashboardkastje Kledinghaak 1. Opbergvak aan de achterkant van de voor- stoelen 2. Vak in portierpaneel met bekerhouder en houder voor ijskrabber 3. Parkeerkaarthouder 4. Opbergvak aan de voorkant van de voorstoelzittingen 5. Dashboardkastje 6. Opbergvak (bijvoorbeeld voor cd’s) en bekerhouders 7.
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Houder voor ijskrabber Opbergvak onder de armsteun voorin Bekerhouder in middenconsole Onder de armsteun zit een opbergvak. In In het vakje onder het schuifklepje kan een Achter in het opbergvak in de voorportieren zit de deelbare armsteun zit tevens een kleiner dubbele bekerhouder worden aangebracht.
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvak achter versnellingspook Flessenhouder (optie) Asbak (optie) Wanneer de auto geen knoppen heeft voor Er zit een flessenhouder achter in de midden- Er zit een asbak achter in de middenconsole. Park Assist en BLIS (zie pagina 136 en console om de grotere flessen in te zetten.
04 Interieur Achterbank Hoofdsteunen achterbank Ruggedeelte achterbank omklappen De ruggedeelten van de achterbank kunnen, allebei of ieder apart, worden omgeklapt om lange voorwerpen gemakkelijker te kunnen vervoeren. Om te voorkomen dat de veilig- heidsgordels beschadigd raken of vastge- klemd worden bij het omklappen of rechtop zetten van de ruggedeelten, kunt u ze aan de haak van de handgreep hangen.
Pagina 94
04 Interieur Achterbank N.B. De rode markering mag niet langer zicht- baar zijn, wanneer het ruggedeelte weer rechtop staat. Het ruggedeelte staat niet geblokkeerd, als de rode markering wel zichtbaar is. WAARSCHUWING Vergeet niet de gordel weer te verwijderen nadat u de ruggedeelten rechtop hebt gezet.
– Neem het veiligheidsrek onderaan aan de nelen, achter in de bagageruimte. contact opnemen met een erkende Volvo- boog vast. – Duw de knop naar voren zodat de borgha- werkplaats.
Pagina 96
04 Interieur Bagageruimte – Herhaal de procedure aan de tegenoverlig- Toepassing Bagagenet gende zijde. Trek de bagagerolhoes over de bagage heen uit en bevestig de haken in de openingen die in de achterste stijlen van de bagageruimte zitten. Bagagerolhoes verwijderen: –...
04 Interieur Bagageruimte “nok” voorbij het smalle gedeelte tussen de Bagagenet gebruiken in combinatie N.B. voorste en achterste opening komt. met bagagerolhoes – Doe hetzelfde aan de tegengestelde over- De rode markering mag niet langer zicht- zijde. De bevestigingspennen veren in, baar zijn, wanneer het ruggedeelte weer zodat u het net naar links moet duwen om rechtop staat.
04 Interieur Bagageruimte Verankeringsogen Elektrische aansluiting bagageruimte Houder voor boodschappentassen (optie) (optie) De verankeringsogen in de bagageruimte gebruikt u om bagagebanden of een bagage- Open het klepje om bij de elektrische aanslui- De houder voor boodschappentassen houdt net aan vast te zetten. ting te komen.
Pagina 99
Afstandsbediening met sleutelblad ............100 Vergrendelingspunten ................103 Keyless Drive (optie) ................104 Batterij in afstandsbediening ..............107 Vergrendelen en ontgrendelen ............... 108 Kinderslot ....................111 Alarm (optie) ................... 112...
De unieke code van de sleutels is bekend bij den gewist. de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook nieuwe sleutels kunnen worden besteld. Elektronische startblokkering Er kunnen maximaal zes afstandsbedienin- De afstandsbedieningen zijn voorzien van gen/sleutels voor één en dezelfde auto wor-...
Pagina 102
05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Zie pagina 66 voor het instellen van een Afneembaar sleutelblad Sleutelblad verwijderen passende inschakelduur. Haal het sleutelblad als volgt uit de afstands- bediening: 4. Achterklep — Wanneer u de knop een- maal indrukt, ontgrendelt u alleen de –...
05 Sloten en alarm Afstandsbediening met sleutelblad Portier ontgrendelen met sleutelblad Dashboardkastje vergrendelen N.B. Als de centrale vergrendeling niet op de De afstandsbediening zonder sleutelblad afstandsbediening reageert (omdat de batte- geeft geen toegang tot het dashboard- rijen bijvoorbeeld leeg zijn), kunt u het kastje.
05 Sloten en alarm Vergrendelingspunten 1. Vergrendelingspunten voor afstandsbedie- ning met sleutelblad. 2. Vergrendelingspunten voor afstandsbe- diening zonder sleutelblad.
05 Sloten en alarm Keyless Drive (optie) Vergrendelings- en startsysteem afstandsbedieningen met Keyless-functie Wanneer de afstandsbediening weer in de hanteren. auto is gelegd, verdwijnen de waarschuwings- zonder sleutel melding en het geluidssignaal nadat een van Afstandsbediening binnen een straal de volgende handelingen is uitgevoerd: van 1,5 m rond de auto •...
05 Sloten en alarm Keyless Drive (optie) Als er desondanks toch storingen optreden, Bij het vergrendelen van de auto komen de Elektrisch bedienbare stoel (optie) – moet u de afstandsbediening en het sleutel- vergrendelingsknoppen aan de binnenkant geheugenfunctie van blad op de gebruikelijke manier gebruiken van de portieren omlaag.
05 Sloten en alarm Keyless Drive (optie) greep los door het sleutelblad in de ope- Locatie antennes ning aan de onderkant van de afdekking te steken. WAARSCHUWING – ontgrendel het portier met het sleutelblad. Dragers van een pacemaker dienen min- stens 22 cm afstand te houden tot de N.B.
05 Sloten en alarm Batterij in afstandsbediening Batterij in afstandsbediening bijna Batterij in afstandsbediening – Plaats de afdekking terug en duw deze vast. leeg vervangen Zorg dat de oude batterij op een milieuontlas- Wanneer de batterij bijna leeg is zodat de tende wijze wordt afgevoerd.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de buitenzijde vergrendelen/ Achterklep N.B. ontgrendelen Ook als een van de portieren of de achter- Ontgrendelen Zie pagina 104 voor auto’s met het Keyless klep openstaat is het mogelijk de auto te Alleen achterklep ontgrendelen: Drive-systeem.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de binnenzijde vergrendelen/ Bij lang indrukken worden ook de zijruiten Automatische vergrendeling en het schuifdak gesloten. ontgrendelen Het is mogelijk om de portieren en de achter- Alle portieren zijn handmatig te vergrendelen klep automatisch te laten vergrendelen bij rij- met de vergrendelingsknop op de portieren.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Safelock-functie Tijdelijk deactiveren Het lampje in de knop licht op en blijft bran- den, totdat u de auto met de sleutel of de Bij activering van de zogeheten Safelock- afstandsbediening vergrendelt. functie zijn de portieren niet meer van de bin- nenzijde te openen, als ze eenmaal vergren- N.B.
05 Sloten en alarm Kinderslot Handbediend kinderslot Elektrisch kinderslot achterportieren achterportieren en achterste zijruiten (optie) N.B. Op auto’s met het elektrische kinderslot zit geen handmatig kinderslot. WAARSCHUWING Laat de portieren tijdens het rijden altijd ont- grendeld staan. Bij ongelukken kunnen hulpverleners dan snel in de auto komen.
Als er een storing in het alarmsysteem is opgetreden, verschijnt er een melding op het informatiedisplay. Neem in dat geval contact op met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 114
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Automatische inschakeling van het Afstandsbediening werkt niet alarm De functie voorkomt dat u de auto per ongeluk verlaat zonder het alarm in te schakelen. Als u geen van de portieren noch de achter- klep binnen twee minuten na uitschakeling van het alarm opent (en de auto werd met de afstandsbediening ontgrendeld), dan wordt het alarm automatisch weer ingeschakeld.
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Beperkt alarmniveau Bij auto’s met Safelock-functie wordt ook deze functie gedeactiveerd (zie pagina 110). De volgende keer dat u de motor start, worden de sensoren alsmede de Safelock-functie weer geactiveerd. 1. Safelock-functie en alarmsensoren deactiveren.
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Alarmsysteem testen Motorkap testen – Ga in de auto zitten en deactiveer de bewegingsmelder. Bewegingsmelder in passagiersruimte – Activeer het alarm. Blijf in de auto zitten en testen vergrendel de portieren met de knop op de –...
Pagina 117
Algemene informatie ................118 Tanken ....................120 Motor starten ..................121 Motor starten – FlexiFuel ................ 123 Keyless Drive (optie) ................124 Handgeschakelde versnellingsbak ............125 Automatische versnellingsbak ............... 127 Vierwielaandrijving ................. 130 Remsysteem ..................131 Stabiliteits- en tractieregelsysteem ............133 Park Assist (optie) ...................
06 Starten en rijden Algemene informatie Zuinig rijden Vermijd oververhitting van het Doorwaaddiepte koelsysteem U kunt met de auto door waterpartijen van Zuinig rijden houdt in dat u anticiperend en • Houd een lage snelheid aan, wanneer u met maximaal 25 cm diep rijden met een maxi- rustig rijdt, en uw rijstijl en snelheid afstemt op een aanhanger achter de auto een lange en mumsnelheid van 10 km/h.
06 Starten en rijden Algemene informatie systemen uit of verlaagt de belasting van de BELANGRIJK accu door bijvoorbeeld de interieurventilator Laat de auto niet langdurig in water staan lager te zetten en de geluidsinstallatie uit te dat tot boven de dorpelbalken komt om schakelen.
N.B. ming op brandstof uit. aan de benzine toe zonder het uitdrukkelijke Een te volle tank kan bij warm weer advies van Volvo. Open de tankvulklep met de knop op het ver- overlopen. lichtingspaneel (zie pagina 47). De klep kan niet worden geopend wanneer de motor loopt.
06 Starten en rijden Motor starten Voordat de motor wordt gestart Motor starten Roetfilter dieselmotor (DPF) – Trek de handrem aan. Dieselmodellen zijn mogelijk uitgerust met een Benzine roetfilter, waardoor een nog efficiëntere uit- – Draai de contactsleutel naar stand III. Automatische versnellingsbak laatgasreiniging mogelijk is.
06 Starten en rijden Motor starten ROETFILTER VOL ZIE GEBR. HANDL. Contact- en stuurslot daarna terug om het geluid te laten verdwij- het display van het instrumentenpaneel. nen. 0 – Blokkeerstand U start de regeneratie van het filter door met Bij een geactiveerd stuurslot Het stuurslot blokkeert het de auto op een secundaire weg of op een...
06 Starten en rijden Motor starten – FlexiFuel Algemene informatie over het starten Starten bij lage buitentemperaturen Motorverwarming van een FlexiFuel-motor Als de te verwachten temperatuur lager is dan –10 C, wordt geadviseerd de hoeveel- • Laat de startmotor nooit meer dan heid benzine in de tank te verhogen door zo 30 seconden achtereen draaien.
06 Starten en rijden Keyless Drive (optie) Algemene informatie Auto starten Starten met afstandsbediening – Bedien het koppelingspedaal (auto met handbak) of het rempedaal (auto met auto- maat). Benzinemotor – Druk op de startknop en draai deze naar stand III. Dieselmotor 1.
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden, vijfversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, Schakelstanden, zesversnellingsbak vijfversnellingsbak (benzine) Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- Schakel de achteruitversnelling alleen in als de Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- len altijd zo ver mogelijk in. Haal uw voet na auto stilstaat.
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, Schakelstanden, zesversnellingsbak Blokkering achteruitversnelling, zesversnellingsbak (benzine) (diesel) zesversnellingsbak (diesel) Schakel de achteruitversnelling alleen in, wan- Trap het koppelingspedaal tijdens het schake- Schakel de achteruitversnelling alleen in, wan- neer de auto stilstaat. len altijd zo ver mogelijk in. Haal uw voet na neer de auto stilstaat.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak In stand P is de versnellingsbak mechanisch Automatisch schakelen met Handmatig schakelen met geblokkeerd. Trek bij het parkeren altijd de Geartronic Geartronics handrem aan. Met de automatische versnellingsbak Geartro- nic kunt u ook handmatig schakelen. Bij het R –...
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Kickdown Mechanische keuzehendelblokkering Automatische schakelblokkering Als u het gaspedaal volledig intrapt (tot voorbij Auto’s met een automatische versnellingsbak de normale volgasstand), schakelt de versnel- zijn uitgerust met een aantal speciale beveili- lingsbak automatisch terug naar een lagere gingssystemen: versnelling.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Automatische schakelblokkering Koude start deactiveren Als u bij koud weer wegrijdt, is het mogelijk dat het schakelen ietwat stug gaat. Dit komt omdat de versnellingsbakolie bij lagere tem- peraturen stroperiger wordt. Om de uitstoot van uitlaatgassen te beperken schakelt de versnellingsbak later op dan normaal, wan- neer u bij lage temperaturen wegrijdt.
06 Starten en rijden Vierwielaandrijving Vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive) De vierwielaandrijving is permanent ingescha- keld. Bij vierwielaandrijving worden alle vier de wie- len van de auto tegelijk aangedreven. Het motorkoppel wordt automatisch over de voor- en achterwielen verdeeld. Een elektronisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt het ver- mogen over het wielpaar dat op dat moment de beste grip op het wegdek heeft.
06 Starten en rijden Remsysteem Rembekrachtiging voelen. U moet harder op het pedaal trappen Om de remmen niet overmatig te belasten, om de normale remkracht te verkrijgen. kunt u tijdens het afdalen beter terugschake- Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit- len dan het rempedaal gebruiken.
ABS is opge- stofpeil in dat geval in orde is, moet u de auto voorzichtig naar de dichtstbijzijnde treden. erkende Volvo-werkplaats rijden om het Remkrachtverhoging – EBA remsysteem te laten controleren. Als de remvloeistof lager staat dan het MIN-...
06 Starten en rijden Stabiliteits- en tractieregelsysteem Algemene informatie Antispinregeling Tractieregeling Deze regeling voorkomt dat de aangedreven Deze regeling is actief op lage snelheden en Het stabiliteits- en tractieregelsysteem (STC/ wielen tijdens het optrekken doorslippen. brengt de aandrijfkracht van een slippend DSTC, (Dynamic) Stability and Traction Con- aandrijfwiel over op een aandrijfwiel dat niet trol) helpt de bestuurder voorkomen dat de...
Pagina 135
• een lampje dat na het starten van de motor een erkende Volvo-werkplaats rijden. of tijdens het rijden oplicht duidt op een WAARSCHUWING storing in het STC/DSTC-systeem. Er kunnen wijzigingen optreden in de rijei- •...
Park Assist aan de achterzijde wordt auto- matisch uitgeschakeld, wanneer u een aan- hanger achter de auto hebt hangen die met een originele aanhangerkabel van Volvo aangesloten is. Afhankelijk van de markt is Park Assist een standaardfunctie, optie of accessoire.
Pagina 137
Het is niet mogelijk Park Assist te combineren dan is Park Assist defect. Neem met verstralers, omdat de sensoren op de ver- contact op met een erkende Volvo-werkplaats stralers reageren. om het systeem te laten repareren. Park Assist aan de achterzijde...
06 Starten en rijden Park Assist (optie) Sensoren schoonmaken Sensoren voor Park Assist De sensoren werken alleen naar behoren, wanneer u ze regelmatig schoonmaakt met water en autoshampoo. N.B. Vuil, sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ten onrechte aanleiding geven tot waar- schuwingssignalen.
06 Starten en rijden BLIS (Blind Spot Information System) (optie) Algemene informatie BLIS is een informatiesysteem dat de bestuur- Dode hoeken der in bepaalde omstandigheden waarschuwt, wanneer er zich een voertuig in de zogeheten dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt. Het systeem werkt het best in druk verkeer op meerbaanswegen.
Pagina 140
06 Starten en rijden BLIS (Blind Spot Information System) (optie) Het systeem reageert als het snelheidsverschil achter een auto of vrachtwagen, omdat daar Activeren/deactiveren tussen u en het inhalende voertuig kleiner is geen brandende koplampen op zitten. dan 70 km/h. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Het systeem reageert niet op fietsers en...
Pagina 141
BLIS (Blind Spot Information System) (optie) knop READ om de displaymelding te laten BELANGRIJK verdwijnen. Zie pagina 44 voor meer informa- Laat reparaties van de onderdelen van het tie over de meldingsfuncties. BLIS-systeem over aan een erkende Volvo- werkplaats. Systeemmeldingen BLIS Displaymelding Betekenis Schoonmaken...
06 Starten en rijden BLIS (Blind Spot Information System) (optie) Beperkingen Soms kan het controlelampje voor BLIS oplichten zonder dat u voertuigen in de dode hoeken kunt waarnemen. N.B. Als het controlelampje voor BLIS soms oplicht zonder dat u andere voertuigen in de dode hoeken kunt waarnemen, betekent dit Eigen schaduwen op grote, lichtgekleurde en niet dat het systeem een storing vertoont.
06 Starten en rijden Slepen en bergen Probeer de motor nooit aan te slepen De snelheidslimiet voor het wegslepen van Sleepoog een auto met automatische versnellingsbak is Gebruik een hulpaccu als de accu leeg is en 80 km/h. U mag de auto over een afstand van de motor niet wil starten.
Pagina 144
06 Starten en rijden Slepen en bergen Plaats de afdekking weer terug in de Bergen bumper. De toelaatbare maximumsnelheid voor het bergen van modellen met een automatische BELANGRIJK versnellingsbak is 80 km/h (met geheven vooras). De maximaal toelaatbare afstand Het sleepoog is alleen bedoeld voor het sle- bedraagt 80 km.
06 Starten en rijden Starten met hulpaccu Starten met een hulpaccu afzetten. Zorg ervoor dat de auto’s elkaar WAARSCHUWING niet raken. Accu’s kunnen een zeer explosief knalgas – Sluit de rode startkabel aan tussen de produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt pluspool (1+) van de hulpaccu en de door een onjuiste aansluiting van de start- pluspool (2+) van de lege accu.
• Bij het gebruik van een aanhanger wordt de baar worden tijdens uitwijk- en remma- motor zwaarder belast dan normaal. Als de trekhaak in een erkende Volvo-werk- noeuvres. plaats wordt gemonteerd, is de auto bij aanle- • Wanneer de auto bij warm weer zwaar...
1. Trek de handrem (parkeerrem) aan. grotere capaciteit. Informeer bij de dichtstbij- 2. Zet de keuzehendel in de zijnde erkende Volvo-werkplaats naar de parkeerstand P. mogelijkheden voor uw auto. Op een helling wegrijden 1.
7-polig contact, hebt u een adapter nodig. Let op het volgende als uw auto is uitgerust Gebruik een door Volvo goedgekeurde adap- met de afneembare trekhaak van Volvo: terkabel. Zorg dat de kabel niet over de grond Volg de montagevoorschriften voor het ko- gelsegment nauwkeurig op.
06 Starten en rijden Trekhaak Specificaties Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) Vaste trekhaak in standaarduitvoering 1104 Vaste trekhaak met Nivomat 1100 Afneembare trekhaak in standaarduitvoering 1104 Afneembare trekhaak met Nivomat 1100 Langsligger Middelpunt kogel...
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment monteren – Controleer of het mechanisme in de ont- – Controleer of het controlevenster (3) rood – Verwijder de afdekking. grendelde stand staat door de sleutel van kleur is. Als het venster niet rood van rechtsom te draaien.
Pagina 151
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Breng het kogelsegment aan en duw het – Controleer of het controlevenster groen van – Draai de sleutel linksom in de vergrendelde naar binnen totdat u een klik hoort. kleur is. stand. Neem de sleutel uit het slot.
Pagina 152
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak N.B. N.B. Controleer of het kogelsegment vastzit door De veiligheidskabel van de aanhanger moet het omhoog, omlaag en naar achteren te worden vastgemaakt aan het bevestigings- trekken. Als het kogelsegment niet goed zit, oog van de trekhaak. moet u het verwijderen en het opnieuw monteren zoals eerder werd beschreven.
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment verwijderen – Druk de vergrendelingsknop (1) in en draai – Draai de vergrendelingsknop volledig – Steek de sleutel in het slot en draai deze deze linksom (2) totdat u een klik hoort. omlaag totdat deze niet verder kan. Houd rechtsom in de ontgrendelde stand.
Pagina 154
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Duw de afdekking erop.
Bij de juiste lichtbundel wordt ook Als de auto is voorzien van Bi-Xenonkop- de berm beter verlicht. lampen, moet u de lamp door een erkende Volvo-werkplaats laten vervangen. Omdat de Bi-Xenonkoplampen voorzien zijn van een ontstekingsgedeelte dat een hoge spanning opwekt, dient u er voorzichtig...
Pagina 157
Algemene informatie ................158 Bandenspanning ..................162 Gevarendriehoek en reservewiel ............164 Wielen verwisselen ................. 165 Provisorische bandenreparatie .............. 167...
07 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen en banden Snelheidsaanduidingen Nieuwe banden Uw auto is voorzien van een typegoedkeuring Banden hebben een De banden zijn van grote invloed op de rijei- voor de uitvoering waarin deze werd aangele- beperkte houdbaarheidsda- genschappen van de auto.
Banden met “spikes” minderen. Neem contact op met een erkende Winterbanden met “spikes” moeten de eerste Volvo-werkplaats als u niet zeker bent van de 500–1000 km rustig worden ingereden, zodat profieldiepte. de “spikes” hun positie in kunnen nemen. Zo Bewaar de wielen hangend of liggend.
Pagina 161
Rijd nooit met meer dan één compact reser- drukring. vewiel (Temporary Spare) tegelijk. Gebruik alleen velgen die getest en goedge- keurd zijn door Volvo en deel uitmaken van de N.B. originele accessoires van Volvo. Er bestaan Dit type mag ook voor stalen velgen worden verschillende soorten wielmoeren voor stalen gebruikt.
Bewaar de wielen hangend of liggend. Laat ze nooit rechtop staan. Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats als u niet zeker bent van de profiel- diepte. De pijl geeft de draairichting van de band aan...
07 Wielen en banden Bandenspanning Aanbevolen bandenspanning Bandenspanning controleren Brandstofbesparing, Controleer regelmatig de bandenspanning. ECO-bandenspanning Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te N.B. houden wordt geadviseerd de aangegeven bandenspanning bij maximale belading aan te Het is een natuurlijk gegeven dat de ban- houden bij snelheden tot 160 km/h.
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Gevarendriehoek Volg de geldende bepalingen voor het gebruik Reservewiel en krik – Verwijder de krik met de slinger en de wielmoersleutel. van een gevarendriehoek . Zet de gevaren- Originele krik driehoek op een passend punt achter de auto Reservewiel en krik in bagageruimte Gebruik de originele krik alleen voor het ver-...
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen demonteren – Auto’s met stalen velgen hebben afneem- – Er zitten twee kriksteunpunten aan weers- Zet een gevarendriehoek op, als u langs een bare wieldoppen. Wrik de wieldop los met zijden van de auto. Draai de voet van de drukke weg een wiel moet vervangen.
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen monteren – Reinig de contactvlakken op het wiel en de naaf. – Breng het wiel aan. Draai de wielmoeren vast. – Breng de auto zo ver omlaag dat de wielen niet meer ongehinderd kunnen draaien. –...
De bus met het tie hebt gebruikt. Bezoek een erkende afdichtmiddel moet worden vervangen voor- Volvo-werkplaats om de afgedichte band te dat de houdbaarheidsdatum is verstreken en laten controleren (maximale rijafstand tevens na het gebruik.
07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Overzicht – De compressor moet uitstaan. Zorg dat de – Schakel de compressor uit. Koppel de knop in stand 0 staat en neem de kabel en luchtslang en de kabel los. de luchtslang erbij. –...
Beëindig in dat geval de rit. Neem contact – Leg zo spoedig mogelijk na de reparatie huidirritatie. Was bij huidcontact het getrof- op met een erkende Volvo-werkplaats. ca. 3 km af bij een snelheid van maximaal fen gebied onmiddellijk schoon met water 80 km/h, zodat het afdichtmiddel de band en zeep.
Behandel de vervangen bus – Lees de bandenspanning van de manome- als klein chemisch afval (KCA). – Rijd naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo- ter af. werkplaats om de beschadigde band te – Als de spanning lager is dan 1,3 bar, werd laten vervangen/repareren.
08 Verzorging Schoonmaken Auto wassen borstels van de wasstraat niet overal even N.B. goed bij kunnen. Was de auto zodra deze vuil geworden is. Bij de externe verlichting zoals de koplam- Gebruik hiervoor autoshampoo. Vuil en strooi- pen, mistlampen en achterlichten kan tijdelijk WAARSCHUWING zout kunnen aanleiding geven tot corrosie.
08 Verzorging Schoonmaken gebruiken dat bij de erkende Volvo-werkplaats Poetsen en in de was zetten Buitenspiegels en voorste zijruiten verkrijgbaar is. Volg bij het gebruik van dit rei- met water- en vuilafstotende laag Poets de auto en zet deze in de was, wanneer...
Pagina 177
Behandeling van vlekken op leren vlekken en uv-straling. bekleding Behandeling van vlekken op De leren bekleding van Volvo is chroomvrij en BELANGRIJK interieuronderdelen van kunststof, voldoet aan de norm Öko-Tex 100. metaal en hout Let erop dat de stoffen bekleding kan ver-...
08 Verzorging Lakschade herstellen Steenslagplekken en krassen wijdering van het vuil de ontbrekende lak aan te brengen. De lak vormt een belangrijk onderdeel van de roestwering van de auto en moet daarom Als de steenslagplek wel tot op het regelmatig worden gecontroleerd. Om roest- blanke plaatwerk is doorgedrongen vorming te voorkomen moet u lakschade met- –...
De roestwering van de auto hoeft normaal gesproken pas na ca. 12 jaar te worden nabe- handeld. Laat de auto daarna om de drie jaar een nabehandeling ondergaan. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats, als de auto een nabehandeling nodig heeft.
Vastlegging van voertuiggegevens mogelijke servicekwaliteit kunnen • met een caravan of aanhanger achter de Er kunnen één of meer computers in uw Volvo garanderen. auto zitten die gedetailleerde informatie kunnen • in bergachtig gebied opslaan.
Vul bij met antivries accu op een milieuvriendelijke manier ver- bij temperaturen rond het vriespunt. werkt. Neem hiervoor contact op met de • Rem- en koppelingsvloeistof – De vloeistof erkende Volvo-werkplaats. moet tussen het MIN - en MAX -streepje staan. WAARSCHUWING! WAARSCHUWING! Het ontstekingssysteem wekt zeer hoge spanningen op.
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Motorkap openen – Trek aan de ontgrendelingshandgreep Motorruimte 8. Reservoir voor rem- en koppelingsvloei- helemaal links onder het dashboard (of stof (auto met stuur rechts) 1. Reservoir voor ruitensproeiervloeistof helemaal rechts afhankelijk bij een auto met 9.
Ook wan- Bij lage temperaturen (–40 C tot –6 C) kan kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- neer u vermoedt dat er vervuilde brandstof is de paraffine in de dieselolie uitvlokken, wat leiding tot verhoogde vormen van slijtage gebruikt, moet u het brandstoffilter aftappen.
Volvo hanteert uiteenlopende systemen om te Voor ritten onder ongunstige omstandighe- waarschuwen voor een laag oliepeil of een den adviseert Volvo u een oliesoort te gebrui- lage oliedruk. Bij de modellen die zijn voorzien Peilstok, dieselmotoren ken met een hogere kwaliteit dan de sticker in van een oliedruksensor wordt gebruik de motorruimte vermeldt (zie pagina 239).
MAX -streepje dan bij het verversen. MIN -streepje op de peilstok ligt. Zie Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km pagina 239–240 voor de aan te houden De olie moet binnen het gemarkeerde gebied op te controleren.
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Ruitensproeiervloeistof bijvullen Gebruik tijdens de wintermaanden ruiten- Koelvloeistof controleren en bijvullen sproeier-antivries in het reservoir om te voor- komen dat de vloeistof in de pomp, het reser- voir en de slangen bevriest. N.B. Meng het antivries met water, voordat u koelvloeistof bijvult.
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen twee jaar of iedere tweede geplande service- BELANGRIJK! N.B. beurt. Het is uitermate belangrijk dat u een koel- De motor mag alleen draaien met een goed Zie pagina 240 voor de aan te houden hoe- vloeistof met roestwerende eigenschappen gevuld koelsysteem.
Pagina 191
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren en bijvullen N.B. Controleer tijdens iedere servicebeurt ook het vloeistofpeil. U hoeft de vloeistof niet te verversen. Zie pagina 240 voor de hoeveelheden en de aan- bevolen vloeistofkwaliteit. Ook als er een storing optreedt in de stuurbe- krachtiging of als de stroom wegvalt en u de auto moet laten wegslepen, blijft de auto bestuurbaar.
09 Onderhoud en service Wisserbladen Wisserbladen voorruit vervangen Wisserblad achterruit vervangen – Klap de wisserarm uit. – Trek het wisserblad naar de achterklep toe N.B. los. De wisserbladen zijn niet allebei even lang. – Druk het nieuwe wisserblad vast. Contro- Het blad aan de bestuurderszijde is langer leer of het goed vastzit.
09 Onderhoud en service Accu Onderhoud van de accu Symbolen op de accu Explosiegevaar. Draag een veiligheidsbril. De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal startpogingen, de weersomstandigheden e.d. zijn van invloed op de levensduur en de wer- king van de accu. N.B.
09 Onderhoud en service Accu Accu vervangen Accu verwijderen – Zet het contact uit en neem de sleutel uit. – Wacht ten minste 5 minuten, voordat u een van de elektrische aansluitingen aanraakt (zo kan de informatie in de elektrische systemen van de auto worden opgeslagen in de verschillende regelmodules).
Alle gloeilampen in de koplamphuizen lampen, moet u de xenonlamp door een (behalve die voor het dimlicht) zijn te vervan- erkende Volvo-werkplaats laten vervangen. gen door het lamphuis via de motorruimte los – Koppel de connector los door de clip met Omdat de Bi-Xenonkoplampen voorzien te maken en het in zijn geheel te verwijderen.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen – Controleer de verlichting. Grootlicht, halogeen Het lamphuis moet zijn aangesloten en in positie vastzitten, voordat u de verlichting inschakelt of de contactsleutel in het contact- slot steekt. Dimlicht Op de afbeelding staat een halogeenlamp Nieuwe gloeilamp aanbrengen –...
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Stadslichten vóór en achterlichten Richtingaanwijzers N.B. Bij een auto met ABL- of GDL-lampen heeft de grootlichtlamp een andere lampvoet. Trek de lamp in dat geval recht naar buiten toe. – Trek de lamphouder naar buiten toe en vervang de gloeilamp.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Sidemarker Mistlampen de lamphouder komt overeen met dat van de lampvoet.) – Plaats de lamphouder terug. Zorg dat het opschrift TOP op de lamphouder omhoog- wijst. – Haal het lamphuis los (zie pagina 194). –...
Als de foutmelding CONTROLEER REMLICHT niet verdwijnt nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, dient u een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken. – Alle gloeilampen in het achterlamphuis zijn via de bagageruimte te vervangen. – Schakel alle lichten uit en draai de contact- sleutel naar stand 0 .
Pagina 200
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Positie van gloeilampen in 3. Stadslichten/parkeerlichten vóór en Instapverlichting achterlichten achterlamphuis 4. Richtingaanwijzer 5. Achteruitrijlicht 6. Mistachterlicht (één zijde) Kentekenplaatverlichting – De instapverlichting vindt u onder het dash- board aan de bestuurders- en passagiers- zijde.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Bagageruimte Verlichting make-upspiegel Spiegelglas aanbrengen: – Duw eerst de drie borgnokjes aan de bovenkant van het spiegelglas weer terug. – Duw vervolgens de onderste drie vast. – Steek een schroevendraaier achter het lam- Spiegelglas verwijderen: phuis en verdraai deze iets, zodat het lamp- –...
In de zekeringenkastjes is plaats voor een aantal reservezekeringen. Als dezelfde zeke- ring herhaaldelijk doorbrandt, betekent dit dat het bijbehorende onderdeel een storing ver- toont. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor het uitvoeren van een controle.
• 19—36 zijn van type “MiniFuse”. • 7—18 zijn van het type “JCASE” en moeten worden vervangen door een erkende Volvo-werkplaats. • 1—6 zijn van het type “Midi Fuse” en moeten worden vervangen door een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 204
09 Onderhoud en service Zekeringen 1. Koelventilator ................50 A 12. Voeding voor elektrische achterruitverwarming ....30 A 2. Stuurbekrachtiging (niet 1.6 litermotor) ........ 80 A 13. Relais startmotor ..............30 A 3. Voeding voor relais- en zekeringenkastje in 14. Bedrading aanhanger............40 A passagiersruimte ..............
Pagina 205
09 Onderhoud en service Zekeringen 24. Elektrisch verwarmd brandstoffilter, PTC-element olievanger (5-cil. diesel) ........20 A 25. Reservepositie ................- 26. Contactslot ................15 A 27. Compressor voor airconditioning ......... 10 A 28. Reservepositie ................- 29. Mistlampen vóór ..............15 A 30.
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in passagiersruimte Er is plaats voor 50 zekeringen. De zekeringen – Draai beide vleugelbouten (terwijl u het gingsclips zetten dan uit, waardoor de zekeringenkastje vasthoudt) (2) linksom tot- bekleding vast komt te zitten. zitten onder het dashboardkastje.
Pagina 207
09 Onderhoud en service Zekeringen 37. Reservepositie ................- 48. Sproeiers, achterruitwissers..........15 A 38. Reservepositie ................- 49. SRS-systeem ............... 10 A 39. Reservepositie ................- 50. Reservepositie ................- 40. Reservepositie ................- 51. Extra verwarming voor passagiersruimte, AWD, brandstoffilterrelais elektrische verwarming ......
Pagina 208
09 Onderhoud en service Zekeringen 59. Groot licht, links ..............7,5 A 84. Elektrisch bedienbare passagiersstoel ......... 25 A 60. Stoelverwarming bestuurderszijde ........15 A 85. Elektrisch bedienbare bestuurdersstoel ....... 25 A 61. Stoelverwarming passagierszijde ......... 15 A 86. Interieurverlichting, bagageruimteverlichting, elektrisch bedienbare stoelen, brandstofmeter (1.8F) ......
10 Infotainment Algemene informatie Infotainment audiosysteem ingeschakeld totdat u de sleutel Sound. Alle uitvoeringen zijn echter uitgerust uit het contactslot neemt. De volgende keer dat met AM/FM-radio met RDS en een cd-speler. u de sleutel naar stand I draait, zal het audio- Dolby Surround Pro Logic II systeem automatisch worden ingeschakeld.
10 Infotainment Audiofuncties herhaalde malen indrukken van MODE loopt u Bediening audiofuncties hoog is, kan de geluidskwaliteit verslechte- de standen CD en AUX door. ren. U kunt dat tegengaan door het ingangs- volume van de externe geluidsbron (AUX) aan te passen: Het is mogelijk een mp3-speler op de AUX- –...
Pagina 213
10 Infotainment Audiofuncties met MODE . De melding – Kies iPod USB-geheugen Audio-instellingen Apparaat aansl. verschijnt op het display. Om het gebruik van een USB-geheugen te vereenvoudigen is het beter alleen muziekbe- – Sluit het opslagmedium van uw keuze aan Audio-instellingen bijregelen via de aansluiting in het opbergvak van de standen in het geheugen op te slaan.
10 Infotainment Audiofuncties Subwoofer activeren/deactiveren Equalizer vóór/achter Automatische volumeregeling instellen – Druk op MENU en daarna op ENTER . – Druk op MENU en daarna op ENTER . Met de equalizer kunt u de geluidsweergave – Ga naar Audio-instellingen en druk –...
10 Infotainment Radiofuncties Bediening radiofuncties Handmatig zenders zoeken functie is met name handig in gebieden waar u de radiozenders en hun frequenties niet kent. – Kies de frequentieband met AM/FM (1). – Stel de frequentie bij door aan de knop Automatische vastlegfunctie starten TUNING (3) te draaien.
Pagina 216
10 Infotainment Radiofuncties – Druk kort op de toets AUTO (7). Zender opgeslagen op het display ver- de uitzending van het gekozen programmatype schijnt. geeft de radio de voorgaande geluidsbron De tekst Autom. verschijnt op het display. De Scan-functie wordt beëindigd waarna u de opnieuw weer op het volume dat u daarvoor –...
Pagina 217
10 Infotainment Radiofuncties en druk op ENTER . stemd. De tekst geeft aan dat de functie – Ga naar TP zoeken Programmatype, PTY actief is. Als de zender waarop u hebt afge- Met de functie PTY is het mogelijk Nieuws stemd verkeersinformatie kan doorgeven, staat verschillende programmatypes te Bij activering van deze functie wordt...
Pagina 218
10 Infotainment Radiofuncties Als de radio een uitzending van een van de voor een bepaalde radiozender. Soms moet de voor uitzendingen van een bepaald program- gekozen programmatypes vindt, verschijnt radio de gehele FM-band doorzoeken om een matype. sterk zendersignaal te vinden. In dat geval valt >| Om te zoeken op het display.
10 Infotainment Cd-functies Bediening cd-functies cd in de invoeropening en schakel over op de Pauzeren stand CD door op MODE te drukken. Wanneer u het volume helemaal omlaagdraait, wordt de weergave van de cd-speler gepau- Weergave starten (cd-wisselaar) zeerd. Bij het verhogen van het volume wordt Als er een cd-sleuf met een muziek-cd is geko- er verder gespeeld.
10 Infotainment Cd-functies den in een bepaalde map zijn afgespeeld, willekeurig gekozen tracks op de cd op de – Ga naar Enkele disc Alle discs en druk op ENTER . wordt er automatisch van map gewisseld. gebruikelijke manier doorbladeren. Het alternatief Alle discs geldt alleen voor de Druk op de pijl-links/pijl-rechts van de naviga-...
10 Infotainment Menusysteem – audiosysteem Menu FM Menu AUX Nieuws AUX-volume Nieuws Radiotekst Audio-instellingen Geavanc. radio-instellingen Audio-instellingen Menu AM Audio-instellingen Menu CD Willekeurige afspeelvolgorde Nieuws Disctekst Audio-instellingen Menu cd-wisselaar Willekeurige afspeelvolgorde Nieuws Disctekst Audio-instellingen Bepaalde systeemuitvoeringen...
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Onderdelen van het telefoonsysteem...
Pagina 223
• Schakel het systeem uit in gebieden waar Simkaart met explosieven wordt gewerkt. • Laat reparatiewerkzaamheden aan het tele- 1. Antenne foonsysteem over aan een erkende Volvo- werkplaats. 2. Toetsenset op stuurwiel (optie) Noodoproepen Met de toetsenset kunt u de meeste functies...
Pagina 224
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Twee simkaarten Bediening telefoon Toetsenset op stuurwiel Veel netwerkproviders bieden een extra sim- kaart voor hetzelfde telefoonnummer aan. De extra simkaart kunt u in de auto gebruiken. Simkaart aanbrengen – Schakel het telefoonsysteem uit en open het dashboardkastje.
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Aan/uit Telefoon stand-by zetten Gesprekken weigeren U kunt de telefoon alleen vanuit de actieve – Druk op EXIT . Wanneer het telefoonsysteem actief is of stand stand-by zetten. stand-by staat, staat er een hoorn op het dis- Wisselgesprek –...
229). Deze mogelijkheid geldt alleen g h i 4 ì voor het geïntegreerde telefoonsysteem van – Begin twee telefoongesprekken. Volvo. j k l 5 – Druk op MENU . m n o 6 ñ ö ò Ø Tekst invoeren en druk op ENTER .
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) en druk op ENTER . en druk op ENTER . de simkaart en in het telefoongeheugen wor- – Ga naar Telefoonboek – Ga naar Telefoonboek den vastgelegd. – Ga naar Alles kopie en druk op ENTER . –...
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) en druk op ENTER . – Ga naar Telefoonboek Sms (Short Message Service) Specificaties Alle posten in het telefoonboek worden weer- Vermogen gegeven. U kunt het aantal weergegeven pos- Sms lezen Simkaart Klein ten verkleinen door een deel van de naam van –...
10 Infotainment Menusysteem – telefoon Overzicht 3. Telefoonboek 5. Instellingen 3.1. Nieuwe invoer 5.1. Netwerk 1. Logboek 3.2. Zoeken 5.1.1. Automatisch 1.1. Gemist 3.3. Alles kopie 5.1.2. Handm. kiezen 1.2. Ontvangen 3.3.1. SIM naar tel 5.2. Taal 1.3. Gebeld 3.3.2. Tel naar SIM 5.2.1.
Pagina 230
10 Infotainment Menusysteem – telefoon 5.5.3. Radio mute Beschrijving van menu-opties 1.5.3. Totale tijd 5.5.4. Berichttoon 1.5.4. Reset timers 1. Logboek 5.6. Rij veilig 1.1. Gemist 5.6.1. Menuvergrend. 2. Berichten Lijst met gemiste oproepen. U kunt de bijbe- 5.6.2. IDIS 2.1.
Pagina 231
10 Infotainment Menusysteem – telefoon 3.2. Zoeken 4. Belopties 4.5.6. Data-gesprek Namen in het telefoonboek zoeken. 4.5.7. Alles annul. 4.1. Nummer verz. Aangeven of uw eigen telefoonnummer wel of 3.3. Alles kopie 5. Instellingen niet op het display van de gebelde persoon Telefoonnummers en namen op de simkaart moet verschijnen.
Pagina 232
10 Infotainment Menusysteem – telefoon 5.3. SIM beveil. u tijdens het rijden toegang tot Aangeven of de invoer van de pincode actief alle delen van het of inactief moet zijn of automatisch moet ver- menusysteem. lopen. 5.6.2. IDIS. Als u de functie IDIS uitschakelt, worden inkomende 5.3.1.
Pagina 233
Type-aanduiding ..................234 Maten en gewichten ................235 Motorspecificaties .................. 237 Motorolie ....................239 Vloeistoffen en smeermiddelen .............. 243 Brandstof ....................245 Katalysator ..................... 249 Elektrisch systeem ................. 250 Typegoedkeuring ..................252...
11 Specificaties Type-aanduiding Wanneer u contact opneemt met de erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om de type-aanduiding, het chassisnum- mer en het motornummer bij de hand te heb- ben. 1. Type-aanduiding, chassisnummer, maxi-...
11 Specificaties Maten en gewichten Gewichten Geremde aanhanger Max. aanhangerge- Max. Bij het rijklaar gewicht zijn het gewicht van de wicht (kg) kogeldruk (kg) bestuurder, dat van de brandstoftank die voor 90 % gevuld is en dat van de resterende oliën/ 1.6 1200 vloeistoffen e.d.
Volvo adviseert olieproducten van Castrol. Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motorolie die niet voldoet aan de voorgeschreven kwali- teits- en viscositeitseisen.
Pagina 241
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 234 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A3/B3/B4 Viscositeit: SAE 0W–30 Engine oil quality: ACEA A3/B3/B4 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden Viscosity: SAE 0W-30 ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken.
Pagina 242
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 234 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: WSS-M2C913-B Viscositeit: SAE 5W–30 Engine oil quality: WSS-M2C913-B Viscosity: SAE 5W-30 Bij ritten onder ongunstige omstandigheden ACEA A5/B5 SAE 0W-30 gebruiken. Bij te vullen hoeveelheid tussen Hoeveelheid Motortype...
Pagina 243
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 234 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 0W–30 Engine oil quality: ACEA A5/B5 Viscosity: SAE 0W-30 Bij te vullen hoeveelheid tussen Hoeveelheid Motortype MIN–MAX (liter)
(zie gen. Neem contact op met de dichtstbijzijn- pagina 239). de erkende Volvo-werkplaats voor service, als er een andere oliesoort werd gebruikt.
Pagina 245
4-cil. benzine/diesel Bij vorst wordt u geadviseerd een door Volvo aanbevolen antivries aangelengd met water te 5-cil. benzine gebruiken. Brandstoftank Zie pagina 245 Het gewicht hangt af van het motortype. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor de juiste gegevens.
11 Specificaties Brandstof Verbruik, uitstoot en tankinhoud Uitstoot van kooldioxide Verbruik Tankinhoud Motor Versnellingsbak ) in g/km liter/100 km liter B4164S3 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (IB5) B4184S11 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) 1.8F B4184S8 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) B4204S3 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (MTX75) B5244S5 Automatische versnellingsbak (AW55-50/51) 2.4i B5244S4 Handgeschakelde vijfversnellingsbak (M56H)
Pagina 247
11 Specificaties Brandstof Uitstoot van kooldioxide Verbruik Tankinhoud Motor Versnellingsbak ) in g/km liter/100 km liter 1.6D D4164T (EURO3) (EURO4) Handgeschakelde vijfversnel- lingsbak (MTX75) 2.0D D4204T (EURO3) Handgeschakelde zesversnel- lingsbak (MMT6) (EURO4) D5244T8 Automatische versnellingsbak (AW55-51) 2.4D Automatische versnellingsbak D5244T9 (AW55-51) België...
Pagina 248
Bij extreme weersomstandigheden, gebruik en de Volvo-garantie vervalt. van een aanhanger of ritten op grote hoogte kan, afhankelijk van de gebruikte brandstof- kwaliteit, het prestatievermogen van de Dieselolie auto te wensen overlaten.
Pagina 249
BELANGRIJK Gebruik van andere brandstoffen kan aan- leiding geven tot motorschade en slechtere prestaties. Ook de Volvo-garanties en even- tuele aanvullende onderhoudsovereenkom- sten vervallen dan. Om corrosie tegen te gaan dient u de tank met benzine te vullen, voordat u de auto langdurig parkeert.
11 Specificaties Katalysator Algemene informatie Lambdasonde (zuurstofsensor) De lambdasonde maakt deel uit van het regel- De katalysator heeft tot taak de uitlaatgassen systeem dat tot taak heeft de uitstoot te te reinigen. De katalysator is dicht bij de motor beperken en de energie-inhoud van de brand- in het uitlaatsysteem gemonteerd om snel op stof beter te benutten.
11 Specificaties Elektrisch systeem Algemene informatie 12V-systeem met wisselstroomdynamo en spanningsregelaar. Enkelpolig systeem waar- bij het chassis en het motorblok als geleiders worden gebruikt. Accu Spanning 12 V 12 V 12 V Koudestartcapaciteit (SAE) 590 A 600 A 700 A Reservecapaciteit (RC) 100 min.
Pagina 252
11 Specificaties Elektrisch systeem Gloeilampen Verlichting Vermogen W Soort Dimlicht Groot licht (specifiek voor halogeenlampen) Extra groot licht (specifiek voor Bi-Xenon- en ABL-lampen) Remlichten, achteruitrijlichten, mistachterlicht P21W Richtingaanwijzers voor (specifiek voor Bi-Xenon- en PY21W halogeenlampen), richtingaanwijzers achter Richtingaanwijzers voor (specifiek voor ABL-lampen) PY24W Achterlichten/parkeerlichten en sidemarkers (bovenste P21/5W...
11 Specificaties Typegoedkeuring Afstandsbedieningssysteem Hierbij verklaart Delphi dat het gebruikte afstandsbedieningssysteem in overeenstemming Land is met de essentiële eigenschappen en overige relevante bepalingen zoals beschreven in de EU-richtlijn 1999/5/EG. A, B, CY, CZ, USA-FCC ID: KR55WK48952, KR55WK48964 D, DK, E, EST, F, FIN, GB, GR, N.B.