BELANGRIJK
De dieselolie:
•
moet voldoen aan de norm EN 590,
SS 155435 of JIS K 2204
•
moet een zwavelgehalte hebben van
maximaal 10 mg/kg;
•
mag maximaal 7 vol% FAME (Fatty Acid
Methyl Ester) bevatten.
BELANGRIJK
Maak geen gebruik van de volgende diesel-
olieachtige brandstoffen:
•
speciale toevoegingen (dopes)
•
scheepsolie
•
stookolie
•
12
FAME
(Fatty Acid Methyl Ester) of
plantaardige olie.
Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de
kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan-
leiding tot verhoogde vormen van slijtage en
motorschade die niet worden gedekt door de
garanties van Volvo.
Dieselolie kan max. 7% FAME bevatten. Het is niet toegestaan meer toe te voegen.
12
Gerelateerde informatie
•
Wanneer u de tank leegrijdt van een diesel-
model (p. 433)
•
Roetfilter (p. 434)
STARTEN EN RIJDEN
Wanneer u de tank leegrijdt van een
dieselmodel
Na motoruitval door brandstofgebrek heeft het
brandstofsysteem enige tijd nodig om een con-
trole uit te voeren.
Doe nadat u de brandstoftank hebt bijgevuld met
dieselolie het volgende alvorens de motor te star-
ten:
1. Controleer of de transpondersleutel in de
auto aanwezig is.
2. Zet de auto in contactslotstand II - draai de
startknop naar START zonder het rempedaal
te bedienen en houd de knop
zo'n 4 seconden lang in de START-stand.
Laat vervolgens knop los, die automatisch
terugveert naar de uitgangspositie.
3. Wacht ca. één minuut.
4. Om de motor te starten: Bedien het rempe-
daal en draai de startknop opnieuw naar
START.
N.B.
Alvorens brandstof te tanken bij een leegge-
reden tank:
•
Breng de auto tot stilstand op een zo
egaal/horizontaal mogelijke ondergrond
– als de auto overhelt, bestaat er gevaar
voor luchtbellen in de brandstoftoevoer.
}}
433