Klimaatinstellingen
N.B.
Bij activering van de ECO-functie worden
enkele parameters in de instellingen van de
klimaatregeling gewijzigd en gelden functie-
beperkingen voor bepaalde elektrische ver-
bruikers. Bepaalde instellingen zijn handmatig
te herstellen, maar de volledige functionaliteit
is alleen te verkrijgen door de ECO-functie te
deactiveren of de rijmodus
Individual
passen met maximale functionaliteit op kli-
maatregelingsgebied.
Druk bij problemen met beslagen ruiten op de
knop voor maximale ontwaseming met normale
functionaliteit.
Gerelateerde informatie
•
Zuinig rijden (p. 435)
•
Start/Stop (p. 407)
•
Rijmodi* (p. 411)
•
Ontwaseming van ruiten en buitenspiegels
activeren/deactiveren (p. 195)
Niveauregeling* en schokdemping
De niveauregeling en schokdemping van de auto
worden automatisch geregeld.
Dankzij de niveauregeling aan achterzijde blijft de
achterkant van de auto ongeacht de lading op
dezelfde hoogte staan. Ook nadat de auto is
geparkeerd kan enige niveauregeling plaatsvin-
den.
Schokdemping (Four-C)
* aan te
De schokdemping is afgestemd op de gekozen
rijmodus en de actuele rijsnelheid van de auto.
De schokdemping staat normaal ingesteld op
optimaal comfort en wordt continu bijgeregeld op
basis van de ondergrond, de mate van versnel-
ling/vertraging en de vraag of de auto op rechte
stukken of in bochten rijdt.
Instellingen voor niveauregeling
Vering en niveauregeling uitschakelen
In bepaalde gevallen moet u het systeem uit-
schakelen, zoals wanneer u de auto opneemt op
een krik*. Het niveauverschil dat ontstaat bij
opname op een krik kan anders problemen met
de luchtvering veroorzaken.
Schakel het systeem uit via het middendisplay:
1. Druk op
Instellingen
2. Druk op
My Car
3. Kies
Reg. ophanging+vering uitsch.
Bij het transporteren
Bij het transport van de auto op een veerboot,
autotrein of autotransporter mag u de spanban-
den alleen rond de banden vastzetten en niet om
andere chassisonderdelen halen. Eventuele wijzi-
gingen in de luchtvering tijdens het transport
kunnen de verankering negatief beïnvloeden.
Gerelateerde informatie
•
•
op het hoofdscherm.
Ophanging
.
.
STARTEN EN RIJDEN
Rijmodi* (p. 411)
Bagage vervoeren (p. 229)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
415