Pagina 1
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G...
Pagina 3
VÄLKOMMEN! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ont- Om nog meer plezier van uw Volvo te hebben, adviseren we u om de werp hebben veiligheid en comfort van u en uw passagiers vooropge- instructies en de onderhoudsinformatie in deze gebruikershandleiding staan.
Whiplash Protection System play gebruiken handleiding Pedestrian Protection System Gebruikershandleiding op mobiele Veiligheidsgordel apparaten Gordelspanners Supportsite van Volvo Cars Veiligheidsgordel omdoen/afdoen Gebruikershandleiding doornemen Portier- en gordelwaarschuwing Vastlegging van gegevens Airbags Belangrijke informatie over accessoi- res, extra uitrusting en de diagno-...
Pagina 5
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Plaatsingstabel voor i-Size-kinderzitjes Stembediening van radio en media Instrumenten en bediening, auto met Geïntegreerd kinderzitje* Klimaatregeling met stembediening stuur links Stembediening bij kaartnavigatie Geïntegreerd kinderzitje uitklappen* Instrumenten en bediening, auto met Handmatig bediende voorstoel Geïntegreerd kinderzitje inklappen* stuur rechts Elektrisch bediende voorstoel* Bestuurdersdisplay...
Pagina 6
KLIMAAT Lichtbundel van koplampen aanpassen Verbruiksinfo weergeven op het Klimaatregeling bestuurdersdisplay Mistlampen voor/bochtverlichting* Klimaatsensoren Verbruiksinfo weergeven op het mid- Gevoelstemperatuur Mistachterlicht dendisplay Remlichten Luchtkwaliteit Instellingsscherm Alarmlichten Interieurfilter Categorieën op instellingsscherm Richtingaanwijzers gebruiken Clean Zone Interior Package* Systeeminstellingen wijzigen op instellingsscherm Interieurverlichting Interior Air Quality System* Instellingen resetten op instellings-...
Pagina 7
LAAD- EN SLOTEN EN ALARM OPBERGMOGELIJKHEDEN Transpondersleutel Elektrische stoelventilatie* activeren/ deactiveren Auto-interieur Bereik transpondersleutel Elektrische stuurverwarming* active- Tunnelconsole Red Key - Transpondersleutel met ren/deactiveren beperkte functionaliteit* Stroomaansluitingen Parkeerklimaat* Locatie antennes voor start- en ver- Aansteker gebruiken* grendelingssysteem Preconditioning* inschakelen/ Asbakken* legen uitschakelen Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buitenzijde...
Pagina 8
RIJONDERSTEUNING Alarm deactiveren zonder werkende Snelheidsafhankelijke stuurkracht Beperkingen van afstandswaarschuwing* transpondersleutel elektronische stabiliteitsregeling Adaptieve cruisecontrol* Typegoedkeuring voor transponders- Sportstand voor elektronische stabili- Adaptieve cruisecontrol activeren en leutels teitsregeling starten* Symbolen en meldingen voor Elek- Snelheidsfuncties voor adaptieve tronische stabiliteitsregeling cruisecontrol* Roll Stability Control Tijdsverschil instellen voor de adap- tieve cruisecontrol*...
Pagina 9
Symbolen en meldingen voor Pilot Assist-2* Blind Spot Information* bescherming bij bermongelukken Pilot Assist-2* activeren en starten Blind Spot Information* activeren/ Parkeerhulp* deactiveren Snelheidsfuncties voor Pilot Assist-2* Parkeerhulp activeren/deactiveren* Beperkingen van Blind Spot Information* Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-2* Beperkingen van parkeerhulp* Cross Traffic Alert* Pilot Assist-2 deactiveren/heractiveren* Meldingen voor Parkeerhulp*...
Pagina 10
STARTEN EN RIJDEN Remversterker Alcoholslot* Specificaties van de trekhaak* Automatisch remmen na een aanrijding Rijden met aanhanger Alcoholslot* omzeilen Parkeerrem Alvorens een motor met alcoholslot Rijden met een aanhanger in speci- te starten ale omstandigheden Parkeerrem gebruiken Contactslotstanden Aanhangerstabilisering* Bij een parkeerremfout Motor starten Sleepoog Hellingrem...
Pagina 11
AUDIO EN MEDIA WIELEN EN BANDEN Audio en media Banden Instellingen voor Apple CarPlay* Apps Technische specificaties voor media De draairichting van de banden. Audio-instellingen Slijtage-indicator van banden Telefoon Radio Verbinding met telefoon Bandenspanning controleren Van radiozender wisselen en radio- Telefoon aansluiten/loskoppelen Bandenspanningscontrolesysteem zender zoeken...
Pagina 12
ONDERHOUD EN SERVICE Maataanduiding voor banden Serviceprogramma van Volvo Vulopening voor sproeiervloeistof Autostatus Startaccu Afspraak maken voor servicebeurt en Symbolen op de accu's reparatie Hulpaccu Externe updates Zekeringen Systeemupdates Zekering vervangen Gegevensoverdracht tussen auto en Zekeringen in motorruimte werkplaats Zekeringen onder dashboardkastje...
Pagina 13
SPECIFICATIES ALFABETISCH REGISTER Typeaanduidingen Alfabetisch register Maten Gewichten Trekgewicht en kogeldruk Motorspecificaties Specificaties van de motorolie Ongunstige rijomstandigheden voor motorolie Specificaties van de koelvloeistof Specificaties van de versnellingsbakolie Specificaties van de remvloeistof Brandstoftank - inhoud Specificaties van de airconditioning Brandstofverbruik en CO2-uitstoot Goedgekeurde bandenspannings- waarden...
De informatie is door- Cars. In het dashboardkastje ligt een Quick gebruik en het bezit van uw Volvo. De site is zoekbaar en ook beschikbaar in een indeling in Guide en een supplement bij de gebruikers- beschikbaar voor de meeste markten.
(p. 18) gen. Taalinstelling wijzen voor het • Supportsite van Volvo Cars (p. 19) middendisplay Wanneer u de taalinstelling voor het middendis- • Gebruikershandleiding doornemen (p. 20) play wijzigt, is het mogelijk dat bepaalde gebrui-...
Pagina 18
INLEIDING U kunt op verschillende manieren informatie vin- Symbolen in het menu van de gebruikers- Symbolen in het menu van de gebruikers- den in de digitale gebruikershandleiding. Deze handleiding en hun betekenis handleiding en hun betekenis alternatieven zijn beschikbaar vanaf de startpa- gina van de gebruikershandleiding en vanaf het Overzichtsbeelden (exteri- Voert naar korte instructie-...
INLEIDING Navigeren in de digitale Zoeken met behulp van categorieën 1. Druk op en kies daarna Exterieur gebruikershandleiding De artikelen van de gebruikers- Interieur handleiding zijn geordend naar De digitale gebruikershandleiding is vanaf het > Er verschijnen afbeeldingen van exterieur/ hoofdcategorieën en subcate- middendisplay in de auto te openen.
Het toetsenbord in het middendisplay QR-code hiernaast leidt recht- gebruiken (p. 50) streeks naar de app. Of zoek anders naar "Volvo manual" in Informatie App Store of Google Play. Druk op het symbool voor infor- De app bevat video's alsook afbeeldingen van...
Volvo. foon wordt aangesloten op internet. Maak een persoonlijke Volvo ID aan en log in op My Volvo web voor een overzicht van zaken zoals onderhoud, contracten en garanties. Op My Volvo Geldt voor bepaalde markten.
INLEIDING Gebruikershandleiding doornemen web vindt u ook informatie over modelspecifieke bepaalde accessoires (ingebouwde extra uitrus- accessoires en softwareproducten voor uw Volvo. ting) beschreven. Een goede manier om vertrouwd te raken met uw nieuwe auto is om de gebruikershandleiding Alle soorten opties staan aangegeven met een...
INLEIDING Voetnoot Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade Op verschillende plekken in de gebruikershand- leiding treft u informatie aan in voetnoten onder aan een pagina of onder aan een tabel. Deze informatie vormt een aanvulling op de tekst waar het nummer van de voetnoot naar verwijst.
Pagina 24
(p. 18) passing is. weergegeven objecten. • Supportsite van Volvo Cars (p. 19) Procedurelijsten Opsommingslijsten Procedures met handelingen die in een bepaalde Bij opsommingen in de gebruikershandleiding volgorde moeten worden uitgevoerd, staan wordt gebruik gemaakt van een opsommingslijst.
Deze kunnen in normale rijomstandigheden Volvo. Volvo ziet erop toe dat de gegevens, die in ken gegevens vastlegt die verband houden met gegevens vastleggen, maar vooral wanneer deze...
INLEIDING Belangrijke informatie over Volvo ID accessoires, extra uitrusting en de Een Volvo ID biedt toegang tot een breed scala diagnoseaansluiting aan persoonlijke Volvo-diensten online. Een verkeerde aansluiting en montage van Het is mogelijk een Volvo ID te registreren vanuit...
3. Volg de instructies op die automatisch ver- Volvo ID aanmaken en registreren voor stuurd worden naar het opgegeven e-maila- Als er al eerder een Volvo ID is aangemaakt, bij- de auto dres. voorbeeld in een andere auto: zie verderop bij 1.
Volvo Car Corporation werkt voortdurend aan de ontwikkeling van veiliger en effectievere produc- Milieuzorg is een van de kernwaarden van Volvo milieu heeft de volle aandacht van Volvo - de van de samenwerkingspartners dat ze aan deze Cars die van invloed is op alle activiteiten. De lucht in een Volvo is door de klimaatregeling bij- normen voldoen.
Een zuinige auto levert niet alleen een beperking De gebruikte materialen voor het interieur van van de milieu-effecten op, maar betekent ook een Volvo zijn zorgvuldig geselecteerd en uitvoe- Efficiënte uitlaatgasreiniging lagere kosten voor de eigenaar van de auto. Als rig getest op comfort en hypoallergeniteit.
Pagina 30
INLEIDING tact op te nemen met een dealer voor de locatie van een gecertificeerd/erkend recyclingbedrijf. Gerelateerde informatie • Rijmodi* (p. 411) • Milieu-aspecten van de gebruikershandlei- ding (p. 33) • Zuinig rijden (p. 435) • Brandstofverbruik en CO2-uitstoot (p. 583) •...
IntelliSafe-rijondersteuning ding bestaat, kan City Safety de auto automati- sche remmen. IntelliSafe staat voor de manier waarop Volvo Cars tegen veiligheid in de auto aankijkt. Het Lane Keeping Aid (LKA)* is een ander voorbeeld bestaat uit een aantal systemen die hun bijdrage...
INLEIDING Sensus - connectiviteit en schijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie entertainment is voor u als bestuurder. Sensus biedt u de mogelijkheid om te internet- ten, diverse apps te gebruiken en een Wi-Fi-hot- spot van uw auto te maken. Dit is Sensus Sensus biedt een intelligente bedieningsinterface en contact met de digitale wereld.
Pagina 33
INLEIDING Waar welke informatie verschijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie is. formatie en informatie over snelheid en naviga- Bestuurdersdisplay Head-updisplay* tie*. Ook informatie over verkeersborden en tele- foonoproepen verschijnen op het head-updisplay. Dergelijke informatie is te hanteren met de rech- ter stuurknoppenset en vanaf het middendisplay.
Pagina 34
INLEIDING • Een groot aantal van de primaire functies van de Head-updisplay* (p. 113) auto wordt aangestuurd vanaf het middendisplay, • Bestuurdersdisplay (p. 93) een touchscreen dat reageert bij aanraking. Dit • Stembediening (p. 116) houdt een beperking in van het aantal fysieke •...
INLEIDING • Milieu-aspecten van de Ruiten, lampglazen en spiegels Ruitenwissers gebruiken (p. 149) gebruikershandleiding • Ruiten- en koplampsproeiers (p. 151) In de auto zitten bedieningselementen voor rui- De gebruikershandleiding is gedrukt op papier ten, lampglazen en spiegels. Een aantal ruimten waarvoor de grondstoffen afkomstig zijn uit van de auto is gelamineerd, waardoor bijvoor- gecontroleerde bossen.
INLEIDING Overzicht van het middendisplay Vanaf het middendisplay zijn tal van autofuncties te regelen. Een overzicht krijgen van het midden- display en de mogelijkheden daarvan.
Pagina 37
INLEIDING Drie van de basisschermen van het middendisplay. Veeg naar rechts of naar links om het functie- of appscherm te openen Functiescherm - autofuncties die met één functies zijn ook zogeheten triggerfuncties, druk te activeren/deactiveren zijn. Sommige die vensters met instelmogelijkheden ope- Voor een auto met het stuur rechts zijn de schermen in spiegelbeeld.
Pagina 38
INLEIDING nen. Voorbeelden hiervan zijn Camera Het extra deelscherm - laatst gebruikte parkeerfuncties. apps/autosystemen die niet thuishoren in een van de overige deelschermen. Druk op Homescherm - het eerste scherm dat ver- het scherm om het uit te vouwen. schijnt bij het inschakelen van display. Klimaatveld - informatie en rechtstreekse Het applicatiescherm (appscherm) - apps die interactie voor het instellen van temperatuur,...
INLEIDING Bedieningsfuncties middendisplay scherm bladeren, objecten markeren, scrollen in BELANGRIJK een lijst en apps verplaatsen door het scherm op Veel autofuncties zijn te bedienen en regelen Raak het scherm niet met scherpe voorwer- verschillende manieren aan te raken. vanaf het middendisplay. Het middendisplay is pen aan om krassen te voorkomen.
Pagina 40
INLEIDING Methode Uitvoering Resultaat Vegen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Ingedrukt houden en verslepen om apps of kaartpunten op de kaart te verplaatsen*. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen. Snel vegen/slepen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen.
INLEIDING Scherm uitschakelen en weer activeren 2. Display opnieuw inschakelen - kort op de Apps en knoppen voor autofuncties homeknop drukken. verplaatsen > U ziet dan weer hetzelfde als toen het De apps en de knoppen voor autofuncties op het scherm werd uitgeschakeld.
INLEIDING • In een lijst, artikel of scherm bladeren Bediening op middendisplay gebruiken Apps downloaden, bijwerken of verwijderen (p. 481) Wanneer een bladerindicator zichtbaar is op het scherm, kunt u omhoog- of omlaagbladeren. • Het toetsenbord in het middendisplay Veeg op een willekeurige plaats op het scherm gebruiken (p.
INLEIDING Navigeren in schermen op het vier deelschermen: Navigatie Media Telefoon N.B. middendisplay en een extra deelscherm. De eerste keer dat u de auto gebruikt, zijn Het middendisplay heeft vijf verschillende basis- Een app/autofunctie die gekozen wordt vanuit bepaalde tegels van het homescherm nog schermen: homescherm, hoofdscherm, klimaat- het app-/functiemenu, start in het desbetref- leeg.
Pagina 44
INLEIDING Een deelscherm uitvouwen vanuit standaardstand Standaardstand en uitgevouwen stand van het deelscherm van het middendisplay.
INLEIDING Deelscherm uitvouwen: Om de app vanuit uitgevouwen Statusbalk stand te maximaliseren – druk Boven aan het scherm staan de activiteiten in de – Druk op een willekeurige plaats op het deel- op het symbool. auto. Links op de statusbalk verschijnt netwerk-/ scherm.
Pagina 46
INLEIDING Hoofdscherm verlaten – druk op een punt buiten gebruikte klimaatinstellingen worden gedaan, Applicatiescherm het hoofdscherm of druk onder aan het hoofd- zoals het instellen van de temperatuur, stoelver- scherm en sleep het omhoog. Het onderliggende warming en ventilator. scherm wordt dan weer zichtbaar zodat u het Druk op het symbool midden in het kli- kunt gebruiken.
Pagina 47
INLEIDING rechtstreeks op het appscherm, zoals het aantal Functiescherm Afhankelijk van het aantal functies kunt u ook ongelezen sms-berichten voor Berichten omlaagbladeren in het scherm. U doet dat door van onder naar boven te vegen/slepen. Druk op een app om deze te openen. Deze opent dan in het deelscherm waar hij bij hoort, bijvoor- In tegenstelling tot het appscherm waar bij een beeld...
INLEIDING Symbolen op de statusbalk van het Instellingen wijzigen voor het Symbool Betekenis middendisplay middendisplay Externe diagnose actief. Overzicht van de symbolen die mogelijk op de Bij het openen van het bestuurdersportier wordt statusbalk van het middendisplay verschijnen. het middendisplay automatisch ingeschakeld. Proces gaande.
Pagina 49
INLEIDING Als aanvulling hierop is het mogelijk om te kiezen tussen Normaal Helder . Bij Normaal is de achtergrond op het scherm donker en zijn de tek- sten licht. Dit is de standaardinstelling voor alle thema's. Desgewenst kan een lichte variant wor- den gekozen, waarbij het uiterlijk zo wordt gewij- zigd dat de achtergrond licht wordt en de teksten donker.
INLEIDING Functiescherm met knoppen voor Verschillende soorten knoppen autofuncties. Navigeer vanuit het homescherm autofuncties Er zijn drie verschillende soorten knoppen voor naar het functiescherm door van links naar autofuncties, zie hieronder: rechts over het display te vegen. In het functiescherm, een van de basisschermen van het middendisplay, liggen alle knoppen voor Soort knop Eigenschap...
INLEIDING Verschillende standen van de knoppen Het systeem is gedeactiveerd, wanneer het led- lampje is gedoofd. Wanneer het groene led-lampje brandt van een functie- of parkeerknop, is de desbetreffende functie geactiveerd. Bij het activeren van functies verschijnt voor sommige functies een extra tekst over wat deze inhouden.
INLEIDING Het toetsenbord in het middendisplay gebruiken Met het toetsenbord van het middendisplay kunt u met toetsen tekst invoeren op het scherm, maar ook handmatig door letters en tekens "in te tekenen" op het scherm. Tekst invoeren met toetsenbord Met het toetsenbord kunnen tekens, letters en cijfers worden ingevoerd, bijvoorbeeld om tekst- berichten van de auto in te voeren, wachtwoor- den in te vullen en naar artikelen te zoeken in de...
Pagina 53
INLEIDING De afbeelding laat een overzicht zien van een aantal van de knoppen die op het toetsenbord kunnen verschijnen. Het uiterlijk wisselt, al naar gelang de taalinstellingen en in welk verband het toetsenbord wordt gebruikt.
Pagina 54
INLEIDING Regel met suggesties voor woorden of ken als hoofdletter geschreven. Dit geldt ook de knop ingedrukt om meerdere tekens in voor de eerste letter in het tekstveld. In tekst- sneller tempo te verwijderen. tekens . De voorgestelde woorden worden velden die bestemd zijn voor namen of aangepast naarmate er nieuwe letters wor- Vervangt de toetsenbordstand om in plaats...
INLEIDING 2. Kies de gewenste taal. Als er onder Handmatig tekens/letters invoeren op Taal toevoegen/verwijderen in instellingen Instellingen meer dan vier talen zijn gese- Het toetsenbord is automatisch ingesteld op het scherm lecteerd, is het mogelijk om op het toetsen- dezelfde taal als de systeemtaal.
INLEIDING Verberg het toetsenbord. Als dat niet moge- Tekens/letters verwijderen/wijzigen die Van regel wisselen in het vrije tekstveld met lijk is, verschijnt de knop niet. handmatig zijn ingevoerd handgeschreven tekst Wijzig de taal voor de tekstinvoer. Handmatig tekens/letters invoeren 1. Voer een teken/letter in in de ruimte voor handgeschreven letters (1).
Volvo adviseert u om zo spoedig moge- groot deel van de kracht bij een aanrijding wordt lijk contact op te nemen met een erkende verdeeld over de balken, de stijlen, de vloer, het Volvo-werkplaats.
VEILIGHEID Veiligheid tijdens de zwangerschap Whiplash Protection System Zithouding Naarmate de zwangerschap vordert moeten Het is belangrijk dat zwangere passagiers hun Whiplash Protection System (WHIPS) biedt zwangere bestuurders de stoel en het stuurwiel veiligheidsgordel op de juiste manier dragen en bescherming tegen whiplash-letsel.
Handmatig bediende voorstoel (p. 122) WHIPS aan en probeer deze nooit zelf te geklemd zitten tussen het zitgedeelte van de repareren. Volvo adviseert u om contact op te achterbank en de rugleuning van de voorstoe- • Elektrisch bediende voorstoel* (p. 123) nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING gordel vast te maken rond haken of andere • er wordt automatisch alarm geslagen via Volvo adviseert u contact op te nemen met delen van het interieur, omdat de veiligheids- een erkende Volvo-werkplaats bij schade aan Volvo On Call*.
Breng nooit zelf wijzigingen in de veiligheids- gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- reren. Volvo adviseert u om contact op te 2. Zet de gordel vast door de borglip in de bij- nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 64
VEILIGHEID 3. Voorin kunt u de gordel hoger of lager zetten. WAARSCHUWING Elke veiligheidsgordel is bedoeld voor slechts één persoon. WAARSCHUWING Denk eraan geen clips te gebruiken of de gordel vast te maken rond haken of andere delen van het interieur, omdat de veiligheids- gordel daardoor niet goed aansluit.
VEILIGHEID Portier- en gordelwaarschuwing De grafische voorstelling verdwijnt automatisch Voorstoel na 30 seconden rijden of eerder bij een druk op Er worden visuele signalen en geluidssignalen Het systeem herinnert inzittenden eraan de vei- de O-knop van de rechter stuurknoppenset. afgegeven, wanneer u en een eventuele voorpas- ligheidsgordel om te doen en waarschuwt ook sagier niet in de gordel zitten.
WAARSCHUWING enkele tienden van een seconde in beslag. Als aanvulling op de veiligheidsgordel is de auto Volvo adviseert u om voor reparatie contact voorzien van airbags aan de bestuurders- en op te nemen met een erkende Volvo-werk- N.B.
VEILIGHEID WAARSCHUWING WAARSCHUWING Plaats geen voorwerpen vóór of bovenop het Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zit- dashboard op de plek waar de airbag voor de ten of staan. passagiersstoel zit. Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich- ting in geplaatst kinderzitje op de passagiers- stoel voorin, wanneer de passagiersairbag Sticker voor passagiersairbag geactiveerd is.
VEILIGHEID Passagiersairbag* activeren/ kinderzitje kunnen veilig op de passagiers- Passagiersairbag activeren deactiveren stoel zitten. De passagiersairbag is te deactiveren als de WAARSCHUWING auto is voorzien van een speciale schakelaar, Passenger Airbag Cut Off Switch (PACOS). Als de auto niet is uitgerust met een schake- laar voor activering/deactivering van de pas- PACOS-schakelaar sagiersairbag (PACOS), is de passagiersair-...
Pagina 70
VEILIGHEID 2. Bevestig de melding door de O-knop van de Passagiersairbag deactiveren 2. Bevestig de melding door de O-knop van de rechter stuurknoppenset in te drukken. rechter stuurknoppenset in te drukken. Trek de schakelaar naar buiten en draai deze vanuit ON (A) naar OFF (B). >...
Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • Stuur- en passagiersairbag (p. 65) De SIPS-airbags aan bestuurders- en passa- Volvo adviseert u om voor reparatie contact • Gordelspanners (p. 60) gierszijde beschermen bij een aanrijding borst- op te nemen met een erkende Volvo-werk- kas en heupen.
Safety Mode heeft gestaan. Dit de buitenste plaatsen. De panelen zijn voorzien kan aanleiding geven tot letsel of een slechte functie van de auto. Volvo adviseert u de auto van het opschrift IC AIRBAG. WAARSCHUWING altijd in een erkende Volvo-werkplaats te laten...
Safety mode staat. De auto moet male modus te activeren. deze nog steeds starten en naar een veiliger op een bergingsvoertuig worden afgevoerd. Volvo adviseert u hem te laten afvoeren naar plek rijden. een erkende Volvo-werkplaats. BELANGRIJK...
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot zit- ten. Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te vervoeren in een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje (in ieder geval tot een leeftijd van 3–4...
VEILIGHEID Kinderzitje Plaats tegen de rijrichting in geplaatste kinderzi- Kinderzitje monteren tjes op de achterbank, als de passagiersairbag Let bij het monteren van een kinderzitje in de Het gewicht en de lengte van het kind zijn bepa- geactiveerd is. Als de airbag wordt opgeblazen, auto op het volgende.
• De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met bag geactiveerd is. ISOFIX-systeem en goedgekeurd voor i- • Gebruik alleen door Volvo geadviseerde kin- Size derzitjes met een universele of semi-univer- • De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met sele goedkeuring waarbij uw auto op de lijst bevestigingspunten bovenaan.
VEILIGHEID Bovenste bevestigingspunten voor Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • kinderzitjes Kinderen en veiligheid (p. 72) Haal de bovenste bevestigingsband van het • Bovenste bevestigingspunten voor kinderzi- De auto is voorzien van bovenste bevestigings- kinderzitje door de opening in de ene poot tjes (p.
VEILIGHEID Onderste bevestigingspunten voor De bevestigingspunten voorin zijn alleen gemon- kinderzitjes teerd als de auto is voorzien van een schakelaar voor het activeren/deactiveren van de passa- De auto is voorzien van onderste bevestigings- giersairbag *. punten voor kinderzitjes voorin* en op de achter- bank.
VEILIGHEID Plaatsingstabel voor kinderzitjes die N.B. de veiligheidsgordel in de auto Neem, voordat u een kinderzitje in de auto gebruiken monteert, altijd het hoofdstuk "Kinderzitjes" De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- door. ken kinderzitjes op de verschillende zitplaatsen en voor de desbetreffende gewichtsgroepen.
Pagina 80
Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Volvo adviseert: in de rijrichting geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04191); verhogingskussen met of zonder rugleuning (typegoedkeuring E5 04216); Volvo-kinderzitje met rugleuning (type- goedkeuring E1 04301169); Volvo-kinderzitje (typegoedkeuring E1 04301312).
VEILIGHEID i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten Klap de afdekkingen omhoog om bij de bevesti- gingspunten te komen. De auto is voorzien van i-Size/ISOFIX -bevesti- gingspunten voor kinderzitjes op de achterbank. Gerelateerde informatie • Kinderzitje (p. 73) i-Size/ISOFIX is een bevestigingssysteem voor • kinderzitjes dat gebaseerd is op een internatio- Bovenste bevestigingspunten voor kinderzi- nale norm.
VEILIGHEID Plaatsingstabel voor ISOFIX- Het kinderzitje moet zijn goedgekeurd conform N.B. kinderzitjes UN Reg R44 en de producent van het zitje moet Neem, voordat u een kinderzitje in de auto het desbetreffende automodel op de lijst met De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- monteert, altijd het hoofdstuk "Kinderzitjes"...
Pagina 83
VEILIGHEID Gewicht Afmetingscate- Type kinderzitje Voorstoel (met Voorstoel (met geac- Buitenste zitplaats Middelste zit- gedeactiveerde air- tiveerde airbag, alleen achterbank plaats achterbank gorie bag, alleen tegen de in de rijrichting rijrichting in geplaatste geplaatste kinderzi- kinderzitjes) tjes) In rijrichting geplaatst kinder- zitje In rijrichting geplaatst kinder- B, E...
Pagina 84
Volvo adviseert: Volvo-babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem (typegoedkeuring E1 04301146). Geldt bij een auto zonder ISOFIX-console. Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Volvo adviseert: BeSafe iZi Kid X3 ISOfix (typegoedkeuring E5 04200). WAARSCHUWING N.B.
Pagina 85
Geschikt voor i-Size-kinderzitje met "universele" goedkeuring dat in of tegen de rijrichting in geplaatst is. X: Niet geschikt voor kinderzitjes met universele goedkeuring. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Gerelateerde informatie •...
Pagina 86
WAARSCHUWING 36 kg en een lengte van minimaal 97 cm. Volvo adviseert u reparatie- en vervangings- werk over te laten aan een erkende Volvo- werkplaats. Verricht geen wijzigingen in of aanpassingen aan het geïntegreerde kinder- zitje. Als een geïntegreerd kinderzitje aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tij- dens een aanrijding, moet u het geïnte-...
Pagina 87
VEILIGHEID Geïntegreerd kinderzitje uitklappen* Bovenste stand, met de onderste stand als uit- gangspunt: Om de geïntegreerde kinderzitjes op de beide buitenste zitplaatsen van de achterbank te gebruiken moet u ze eerst uitklappen. Het geïntegreerde kinderzitje is in twee standen uit te klappen. Welke stand u moet gebruiken hangt af van het gewicht van het te vervoeren kind.
Pagina 88
VEILIGHEID Geïntegreerd kinderzitje inklappen* Gerelateerde informatie • Geïntegreerd kinderzitje* (p. 84) De geïntegreerde kinderzitjes op de beide bui- • tenste zitplaatsen van de achterbank moeten na Geïntegreerd kinderzitje inklappen* (p. 86) gebruik weer worden ingeklapt. N.B. Het geïntegreerde kinderzitje is vanuit de bovenste stand niet in één keer in de onder- ste stand te zetten.
Pagina 89
VEILIGHEID Duw het zitje met uw hand omlaag om het zitje te vergrendelen. BELANGRIJK Controleer voordat u het kinderzitje weer neerklapt of er geen losse voorwerpen (zoals stukken speelgoed) in het gebied onder het zitje liggen. N.B. Bij het inklappen van rugleuningen achter moet eerst het kinderzitje worden neerge- klapt.
Pagina 91
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIE- NING...
Pagina 92
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto Display/functie/bediening Display/functie/bediening met stuur links Leeslampjes en interieurverlichting voorin Wissers en sproeiers, regensensor* In de overzichten wordt aangegeven waar dis- plays en bedieningselementen dicht bij de Rechter stuurknoppenset Panoramadak* bestuurder zitten. Stuurwielafstelling Display in plafondconsole Claxon Handmatige dimfunctie van achteruitkijk-...
Pagina 93
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto Display/functie/bediening Display/functie/bediening met stuur rechts Startknop Elektrisch bedienbare ruiten, buitenspie- In de overzichten wordt aangegeven waar dis- gels plays en bedieningselementen dicht bij de Rijmodi* bestuurder zitten. Instelling van voorstoel Parkeerrem Automatische rem bij stilstand Display/functie/bediening Stadslicht, dagrijlicht, dimlicht, groot licht, richtingaanwijzers, mistlampen vóór/...
Pagina 94
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Display/functie/bediening Display/functie/bediening Display/functie/bediening Leeslampjes en interieurverlichting voorin Startknop Wissers en sproeiers, regensensor* Rechter stuurknoppenset Panoramadak* Rijmodi* Displayverlichting, kofferklep openen, Display in plafondconsole Parkeerrem kofferklep* openen/sluiten Handmatige dimfunctie van achteruitkijk- Automatische rem bij stilstand Motorkap openen spiegel Claxon Stuurwielafstelling Linker stuurknoppenset...
Pagina 95
• Verkeersbordinformatie WAARSCHUWING Maak geen gebruik van de auto, als het bestuurdersdisplay na de activering/start dooft of niet oplicht of als het bestuurdersdis- play of delen ervan onleesbaar zijn. Bezoek onmiddellijk een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 96
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bestuurdersdisplay, 8 inch In het midden In het midden • • Controle- en waarschuwingssymbolen Meldingen, in bepaalde gevallen met grafi- sche voorstellingen • Buitentemperatuur • Verkeersbordinformatie • Klok • Snelheidsmeter • Meldingen, in bepaalde gevallen met grafi- •...
Pagina 97
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Controlesymbolen op als het enige tijd niet wordt gebruikt. Om het De systeemtaal is te wijzigen in Instellingen bestuurdersdisplay weer te activeren moet u het volgende doen: Systeem Systeemtaal selecteren. Een wijzi- • ging werkt door op de taal op alle niveaus. De controlesymbolen attenderen u erop dat de Bedien het rempedaal, bijbehorende functies ingeschakeld zijn, de des-...
Automatisch groot licht uit Mistachterlicht aan Rijd voor een controle naar een werkplaats. Volvo adviseert u con- Het symbool brandt met wit licht Het symbool brandt, wanneer het tact op te nemen met een erkende als het automatisch groot licht uit mistachterlicht is ingeschakeld.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Gerelateerde informatie Symbool Betekenis Symbool Betekenis • Bestuurdersdisplay (p. 93) Regensensor aan Rijbaanassistent • Waarschuwingssymbolen op bestuurdersdis- Dit symbool brandt, wanneer de Wit symbool: Rijbaanassistent aan play (p. 98) regensensor aanstaat. en wegbelijning is waargenomen. • Portier- en gordelwaarschuwing (p.
Het remvloeistofverlies moet door een werk- den in combinatie met andere sym- zet. plaats worden gecontroleerd. Volvo adviseert bolen. u daarvoor contact op te nemen met een Een knipperend symbool houdt in erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 101
Vul zo nodig olie bij. Als het lampje oplicht terwijl het oliepeil in orde is, moet u contact opnemen met een werkplaats. Volvo adviseert u con- tact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Dynamo laadt niet bij...
Pagina 102
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Klok Instelling van de Stel de tijd en datum in door op de pijlen omhoog of omlaag op het touchscreen te drukken. buitentemperatuurmeter De klok is zichtbaar op zowel bestuurders- als Wijzig de eenheid voor o.a. de temperatuurmeter middendisplay.
Pagina 103
Engelse versie van de overeenkomst REGENTS AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND of conditions and the following disclaimer in tussen Volvo en producenten/ontwikkelaars. ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, the documentation and/or other materials INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE provided with the distribution.
Pagina 104
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (Independent JPEG Group) licenses, which OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, all encourage inclusion and use of free OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR software in commercial and freeware THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF...
Pagina 105
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING license applies to all files distributed in the that you understand and accept all the terms `FreeType Project', `FreeType Engine', original FreeType archive, including all source of this license. `FreeType library', or `FreeType Distribution'. code, binaries and documentation, unless 2.
Pagina 106
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Tom Lane The PNG Reference Library is supplied "AS IS". COPYRIGHT NOTICE, DISCLAIMER, and The Contributing Authors and Group 42, Inc. LICENSE: Glenn Randers-Pehrson disclaim all warranties, expressed or implied, If you modify libpng you may insert additional Willem van Schaik including, without limitation, the warranties of notices immediately following this sentence.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING A "png_get_copyright" function is available, for LIMITED TO THE WARRANTIES OF misrepresented as being the original convenient use in "about" boxes and the like: MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A software. PARTICULAR PURPOSE AND 3. This notice may not be removed or altered printf("%s",png_get_copyright(NULL));...
Pagina 108
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Applicatiemenu op CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, Functies bestuurdersdisplay WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, Boord- Dagteller kiezen, kiezen wat op TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT Via het applicatiemenu (appmenu) van het computer het bestuurdersdisplay moet OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE bestuurdersdisplay krijgt u snel toegang tot de worden weergegeven en derge-...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Applicatiemenu op Appmenu openen/sluiten Gerelateerde informatie bestuurdersdisplay gebruiken • – Druk op Openen/sluiten (1). Applicatiemenu op bestuurdersdisplay (p. 106) Het applicatiemenu (appmenu) op het bestuur- (Het appmenu kan niet worden geopend als • dersdisplay is te gebruiken via de knoppenset Meldingsfuncties op bestuurders- en mid- er nog een onbevestigde melding op het rechts op het stuurwiel.
Pagina 110
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingen op bestuurders- en Servicemeldingen middendisplay Hier volgt een greep uit de belangrijke service- meldingen en hun betekenis. Op het bestuurders- en middendisplay kunnen in uiteenlopende situaties meldingen verschijnen om u te informeren of helpen. Melding Betekenis Bestuurdersdisplay Breng de auto tot stilstand...
Deel van een melding, verschijnt samen met gegevens over de hoofdscherm van het middendisplay. locatie van de storing. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De meldingen kunnen er verschillend uitzien en worden mogelijk gecombineerd met grafische voorstellingen, symbolen of een knop om bijvoor- beeld een functie die aan de melding is gekop- peld, te activeren/deactiveren.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingsfuncties op bestuurders- 2. Bevestig uw keuze door te drukken op en middendisplay bevestigen (2). > De melding verdwijnt van het bestuurders- De meldingen op het bestuurdersdisplay en mid- display. dendisplay zijn te hanteren met de knoppenset rechts op het stuurwiel en op de schermen van Voor meldingen zonder knoppen: het middendisplay.
Pagina 113
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingen opgeslagen vanuit het Middendisplay Als een melding moet worden opgeslagen, wordt bestuurders- en middendisplay deze bewaard op het hoofdscherm van het mid- dendisplay. hanteren Meldingen die zijn opgeslagen vanuit het Gerelateerde informatie bestuurders- en middendisplay worden in beide •...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Onderhoud reserveren voor een opgeslagen mel- Meldingen opgeslagen vanuit het Opgeslagen melding lezen ding: Lees de opgeslagen melding direct: middendisplay – Druk in de uitgevouwen stand van de mel- – Druk op de knop rechts van de melding ding op AfspraakverzoekBel voor een Bericht auto opgesl.
Pagina 115
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Head-updisplay* Een opgeslagen melding hanteren BELANGRIJK Bepaalde meldingen hebben een knop om bij- Het head-updisplay projecteert waarschuwingen De displaymodule die de informatie project- voorbeeld een functie te activeren/deactiveren en informatie met betrekking tot snelheid, cruise- eert zit in het dashboard. Leg geen voorwer- die aan de melding is gekoppeld.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Licht het waarschuwingssymbool op - Via het functiescherm N.B. lees de waarschuwingsmelding op het Head-up Druk op de knop U kunt de informatie op het head-updisplay bestuurdersdisplay. display mogelijk minder goed zien bij: Licht het informatiesymbool - lees de •...
2. Kies My Car Displays Head-up erkende Volvo-werkplaats. display kalibreren. Voorruit vervangen 3. Kalibreer de horizontale stand van de afbeel- Lichtsterkte verlagen Auto's met een head-updisplay hebben een spe- ding met de rechter stuurknoppen.
Bluetooth aangesloten telefoon, de klimaatrege- gemonteerd is. ling en Volvo's navigatiesysteem* met stemcom- mando's te bedienen. Gerelateerde informatie • Functiescherm met knoppen voor autofunc- Het gebruik van stemcommando's biedt bedie- ties (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Gerelateerde informatie Stembediening gebruiken het systeem spreekt de stuurknop voor stembe- • Stembediening gebruiken (p. 117) diening indrukken. Basisinstructies voor gebruik van de stembedie- • Stembediening telefoon (p. 119) ning. Voorbeelden van stembediening • Stembediening van radio en media (p. 119) Druk op de stuurknop voor Bel [Voornaam] Druk op...
Pagina 120
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Instellingen voor stembediening Stembediening telefoon (p. 119) Cijfers Geef de cijfercommando's aan, afhankelijk van • Stembediening van radio en media (p. 119) Er zijn meerdere instellingen voor stembediening welke functie moet worden aangestuurd: mogelijk. • Klimaatregeling met stembediening (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Stembediening van radio en Stembediening telefoon Gerelateerde informatie • Stembediening (p. 116) media Commando voor stembediening van een mobi- • Stembediening gebruiken (p. 117) ele telefoon met Bluetooth-verbinding om bij- Commando's voor stembediening van de radio voorbeeld een contactpersoon of een nummer en de mediaspeler.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • • " Verhoog stuurwielverwarming " / Stembediening bij kaartnavigatie " Ga naar [Postcode] " - Een postcode aan- Verlaag stuurwielverwarming geven als bestemming. Bijvoorbeeld "Rij naar " " - ver- Commando's voor stembediening van de radio 1 2 3 4 5".
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Handmatig bediende voorstoel " Herhaal stembegeleiding " - De laatst uit- WAARSCHUWING gesproken aanwijzing herhalen. Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen Stel de stand van de bestuurdersstoel in voor- • " Pauzeer begeleiding " - Een pauze in de verschillende instelmogelijkheden.
Pagina 125
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Elektrisch bediende voorstoel* Elektrisch bediende voorstoel* In- en uitstapfunctie bestuurdersstoel* verstellen (p. 129) Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen verschillende instelmogelijkheden. De elektrisch Stel de gewenste zitstand in met behulp van de bediende stoel is naar voren/achteren en handgreep op het zitgedeelte van de voorstoel.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Geheugenfunctie gebruiken van U kunt slechts één verstelfunctie van de stoel 2. Druk de M-knop in en laat deze weer los. Het elektrisch bediende voorstoel* tegelijk activeren (vooruit/achteruit/omhoog/ controlelampje in de knop brandt. omlaag). De geheugenfunctie slaat instellingen op voor 3.
Pagina 127
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Multifunctionele voorstoel* het middendisplay staan, verschijnen deze instel- Voorportier dicht ling in het midden van het scherm. Wanneer er – Houd een van de geheugenknoppen 1 of 2 Gebruik de multifunctionele bediening om het genoeg ruimte is om de instellingen voor beide ingedrukt, totdat de stoel, de buitenspiegels zitcomfort te verhogen.
Pagina 128
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Multifunctionele voorstoel* 3. Om een van de verschillende massagefunc- verstellen ties te activeren maakt u een keuze op het touchscreen of u beweegt de cursor Voor verstelling kunt u zowel de multifunctionele omhoog/omlaag met de knop omhoog/ bediening op de stoel als het middendisplay omlaag van de multifunctionele bediening.
Pagina 129
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 2. Kies Zijsteunen op het stoelverstellings- Massagefunctie herstarten scherm. • Druk op de voorste stoelknop voor meer zijsteun. • Druk op de achterste stoelknop voor min- der zijsteun. Lendensteun* voorstoel instellen De lendensteun kan omhoog/omlaag/vooruit/ achteruit worden versteld. Knop op het middendisplay voor het herstarten van de massagefunctie.
Pagina 130
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Zo verstelt u de lendensteun: Gerelateerde informatie • Multifunctionele voorstoel* (p. 125) 1. Activeer de multifunctionele bediening door • de knop omhoog/omlaag te draaien. Het Meldingen opgeslagen vanuit het bestuur- stoelverstellingsscherm verschijnt nu op het ders- en middendisplay hanteren (p. 111) middendisplay.
Pagina 131
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING In- en uitstapfunctie Passagiersstoel verstellen vanaf Eenvoudig in- en uitstappen activeren/ bestuurdersstoel* bestuurdersstoel* deactiveren 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm Eenvoudige in- en uitstap kunt u als De voorste passagiersstoel is vanaf de bestuur- van het middendisplay. bestuurder gemakkelijker in- en uitstappen.
Pagina 132
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achterbank Hoofdsteunen achterbank verstellen De auto heeft 5 zitplaatsen. De tweede zitrij bestaat uit twee ongelijke delen, met respectie- Stel de hoofdsteun van de middelste zitplaats af velijk één en twee zitplaatsen. aan de hand van de lengte van de passagier. Klap de hoofdsteun* van de buitenste zitplaatsen omlaag voor een beter zicht naar achteren.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitenste hoofdsteunen achterbank 3. Kies Hoofdst. omlaag stoelen 2e rij de hoofdsteunen op de buitenste zitplaatsen elektrisch omklappen* achterin om te klappen. WAARSCHUWING Zet de buitenste hoofdsteunen niet naar beneden als er passagiers op de buitenste plaatsen zitten.
Pagina 134
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Rugleuning achterbank* omklappen De achterstoelen zijn alleen om te klappen, wan- N.B. neer de auto stilstaat en minstens een van de De achterbank bestaat uit twee delen. De twee U moet mogelijk de voorstoelen naar voren achterportieren openstaat.
Pagina 135
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Stuurwiel Claxon Applicatiemenu op bestuurdersdisplay gebruiken (p. 107) Op het stuurwiel zitten bedieningselementen • Meldingsfuncties op bestuurders- en mid- voor onder meer claxon, rijhulp en stembedie- dendisplay (p. 110) ning. • Telefoon (p. 469) De claxon zit in het midden van het stuurwiel. Gerelateerde informatie •...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Stuurwiel verstellen Met knie-airbag Zonder knie-airbag Het stuurwiel is in verschillende standen te zet- ten. Stuurwiel verstellen. Stuurwiel verstellen. 1. Beweeg de hendel naar voren om het stuur- 1. Trek de hendel naar achteren om het stuur- wiel te ontkoppelen.
Automatisch groot licht aan/uit. Grootlichtsignalering mogelijk. Ook bij een stilstaande, ingeschakelde auto, mits de draairing vanuit een andere stand in deze stand wordt gezet. Volvo adviseert om stand te gebruiken als er met de auto wordt gereden. Geldt voor auto's met halogeenkoplampen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Koplamphoogteregeling Aanpassen van de lichtsterkte in het WAARSCHUWING interieur De koplamphoogte is te regelen met een van Het verlichtingssysteem van de auto kan niet Afhankelijk van de contactslotstand gaat de ver- de duimwielen op het dashboard. in elke situatie bepalen of het daglicht te lichting in de auto verschillend branden.
Pagina 139
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING stadslichten gebeurt altijd, ongeacht de stand van de draairing Beladingssituatie Duim- of de contactslotstand van het elektrische sys- Stadslichten gaan aan via de draairing van de wielstand teem van de auto. stuurhendel. Alleen bestuurder. Gerelateerde informatie Bestuurder en voorpassagier.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Dagrijlicht Dimlicht Als u bij een ingeschakelde en stilstaande auto de draairing vanuit een willekeurige andere Wanneer de draairing van de stuurhendel in Bij ritten met de draairing van de stuurhendel in stand naar de stand voor de stadslichten, stand staat terwijl het stand...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Groot licht activeren/deactiveren u activeert de mistlampen voor* Groot licht Het groot licht is te activeren met de draairing • u activeert het mistachterlicht Groot licht is te activeren met de stuurhendel. van de stuurhendel in stand •...
Pagina 142
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Wanneer de camerasensor geen invallend licht Wanneer automatisch groot licht geactiveerd is, Auto met led -koplampen* van voor-/tegenliggers waarneemt, schakelt de Wanneer bij automatisch groot licht met automa- licht het symbool op het bestuurdersdis- verlichting enkele seconden later weer over naar play wit op.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Handmatige bediening WAARSCHUWING BELANGRIJK Actief groot licht is een systeem dat u helpt Voorbeelden van situaties waarin u mogelijk N.B. om in ongunstige omstandigheden de opti- moet wisselen tussen groot licht en dimlicht: male verlichting te kiezen. Houd de voorruit in het gebied vóór de came- •...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Actieve bochtverlichting De functie wordt automatisch ingeschakeld bij Gerelateerde informatie • het starten van de motor. Wanneer de functie Instellingsscherm (p. 170) Actieve bochtverlichting is ontworpen om in een storing vertoont, brandt het symbool • bochten en op kruisingen voor maximale verlich- Mistlampen voor/bochtverlichting* (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Lichtbundel van koplampen Mistlampen voor/bochtverlichting* N.B. aanpassen De mistlampen vóór hebben bochtverlichting die De voorschriften voor het gebruik van een Als de auto is uitgerust met adaptieve led- schuin omlaag is gericht. mistlicht verschillen per land. koplampen, moet u de lichtbundelinstelling aan- passen wanneer u een auto voor rechtsrijdend Bochtverlichting...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Mistachterlicht Remlichten Druk op de knop voor aan/uit. Het symbool op het bestuurdersdisplay brandt, wanneer Bij een beperkt zicht door mist kunt u de mis- De remlichten gaan automatisch branden wan- het mistachterlicht brandt. tachterlichten gebruiken om achterliggers tijdig neer u remt.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Alarmlichten Richtingaanwijzers gebruiken N.B. De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui- De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie- • Deze reeks automatische knipperingen is kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig nen met de linker stuurhendel. De richtingaanwij- te onderbreken door de stuurhendel knipperen, wanneer deze functie actief is.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Interieurverlichting Automatische bediening voor interieurverlich- blijft twee minuten branden wanneer een van ting de portieren openstaat. De interieurverlichting is te activeren/deactiveren Leeslampje rechterzijde met de knoppen op de bedieningspanelen aan Verlichting achterin het plafond voor- en achterin*. In het achterste deel van de auto zitten leeslamp- Leeslampjes voorin jes, die ook als interieurverlichting dienen.
Pagina 149
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Verlichting make-upspiegel 2. Druk op My Car Lichten De verlichting van de make-upspiegel in de zon- Interieurverlichting neklep wordt bij het openen en sluiten van het Stemmingsverlichting interieur. spiegelklepje in- en uitgeschakeld. 3. Kies onder Intensiteit sfeerverlichting Grondverlichting Laag Hoog...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Follow Me Home-verlichting – Draai aan het duimwiel om de lichtsterkte Verlichtingskleur wijzigen aan te passen. 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm Het is mogelijk om een deel van de buitenver- van het middendisplay. lichting enige tijd ingeschakeld te houden en als Verlichting in portiervakken Follow Me Home-verlichting dienst te laten doen 2.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Approach-verlichting Ruitenwissers gebruiken Intervalstand Met het duimwiel kunt u het aantal wis- De Approach-verlichting wordt geactiveerd als De ruitenwissers reinigen de voorruit. Met de slagen per eenheid van tijd instellen wan- de auto wordt ontgrendeld en wordt gebruikt om rechter stuurhendel zijn verschillende instellin- neer u de intervalstand hebt geselecteerd.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Regensensor activeren/deactiveren contactslotstand I of II staan en de ruitenwisser- BELANGRIJK hendel in stand 0 of die voor een enkele wisslag. De regensensor registreert de hoeveelheid In de wasstraat kunnen de ruitenwissers van regen op de voorruit en schakelt automatisch de Activeer de regensensor door op de regensen- de voorruit starten en beschadigd raken.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruiten- en koplampsproeiers Elektrisch bediende ruiten Verwarmde sproeikoppen* De sproeikoppen worden bij vorst automatisch De ruiten- en koplampsproeiers reinigen de Vanaf het bedieningspaneel van het bestuur- verwarmd om te voorkomen dat de sproeiervloei- voorruit en de koplampen. Via de rechter stuur- dersportier zijn alle elektrisch bedienbare ruiten stof bevriest.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Elektrisch bedienbare ruiten Bediening ging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmo- gelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, is de Vanaf het bedieningspaneel van het bestuur- inklembeveiliging op te heffen. Wanneer de zijrui- dersportier zijn alle elektrisch bedienbare ruiten ten tweemaal achtereen niet konden worden te bedienen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Zonnescherm gebruiken Transpondersleutel (p. 234) Bediening met transpondersleutel, portierhandgreep of knop voor centrale • Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buiten- De beide achterportieren zijn voorzien van geïn- vergrendeling zijde (p. 239) tegreerde zonneschermen. Voor het vanaf de buitenzijde bedienen van de •...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitenspiegels instellen Achterruit beweegt het scherm automatisch omlaag. Wan- neer u de auto uit de achteruitversnelling hebt Stel de stand van de buitenspiegels bij met het gehaald of vooruit wegrijdt, beweegt het zonne- hendeltje op het bedieningspaneel van het scherm weer omhoog.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Geheugenfunctie van elektrisch 2. Druk op 3. Herhaal de bovenstaande procedure zo My Car Spiegels. nodig. bedienbare voorstoel* 3. Kies onder Buitenspiegel kantelen bij De standen van de buitenspiegels zijn op te slaan De spiegels staan daarmee weer in de neutrale achteruit voor Best.
Pagina 158
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achteruitkijkspiegel 2. Druk op Autodimfunctie* My Car Spiegels. Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te De achteruitkijkspiegel is te dimmen met een 3. Kies onder Spiegels automatisch fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automatisch knopje aan de onderzijde van de spiegel.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kompas* – Druk met een recht gebogen paperclip of N.B. iets dergelijks het knopje aan de onderzijde In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- Bij aanpassing van het gevoeligheidsniveau van de achteruitkijkspiegel in. spiegel zit een display waarop wordt aangege- van de autodimfunctie is de wijziging pas na ven in welke richting de voorkant van de auto Gerelateerde informatie...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kompas kalibreren* 7. Auto's met elektrische voorruitverwar- ming*: Als bij activering van de elektrische De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld. voorruitverwarming het teken op het dis- Het kompas dient te worden gekalibreerd als u play verschijnt, kalibreer dan volgens punt 6 met de auto meerdere magnetische zones door- hierboven met de elektrische voorruitverwar-...
Pagina 161
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Schuif-/kanteldak* Windscherm WAARSCHUWING Het schuif-/kanteldak is aan de achterkant verti- Kinderen, andere passagiers of voorwerpen caal (ventilatiestand) of horizontaal (geopende kunnen bekneld raken door de bewegende stand) te openen. delen van het schuifdak. • Het binnenste zonnescherm is handmatig te slui- Let altijd op bij bediening van het schuif- dak.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Schuif-/kanteldak* bedienen Het schuif-/kanteldak komt tot stilstand, als u de bedieningsknop loslaat of als het dak de comfort- stand heeft bereikt of maximaal geopend of WAARSCHUWING gesloten is. Kinderen, andere passagiers of voorwerpen Sluit het schuif-/kanteldak door de voorgaande kunnen bekneld raken door de bewegende delen van het schuifdak.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING stand bereikt bij het sluiten vanuit de maximaal Sluiten met transpondersleutel, knop portier of het passagiersportier* gebruiken om geopende stand. het schuif-/kanteldak te sluiten. voor centrale vergrendeling of portiergreep – Druk lang op de knop voor centrale vergren- Ventilatiestand een transpondersleutel deling...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • van het schuif-/kanteldak. Pak de handgreep Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de bin- Portiergrepen vast en schuif het scherm naar voren om het te nenzijde (p. 243) Auto's uitgerust met passieve vergrendeling/ sluiten. ontgrendeling* hebben een aanrakingsgevoelige • Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buiten- verdieping aan de buitenkant van de portiergre- zijde (p.
Pagina 165
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING ® ® HomeLink Let erop dat u de originele afstandsbedieningen vervangt. HomeLink wordt geleverd in een uit- goed bewaart voor eventuele programmering in voering die ingebouwd is in de achteruitkijkspie- ® HomeLink is een programmeerbare afstands- een later stadium (zoals bij aankoop van een ®...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING ® ® HomeLink programmeren 2. Richt de afstandsbediening op de te pro- 5. Druk de geprogrammeerde HomeLink -knop ® grammeren HomeLink -knop en houd de in en controleer de led. ® Instructie voor programmeren van HomeLink afstandsbediening op 2-8 cm van de knop.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING ® Bediening 1. Druk knop 1 en 3 op HomeLink in en laat ® deze pas na ca. 10 seconden los als de led Zodra HomeLink geprogrammeerd is, vormt het groen gaat knipperen. een vervanging voor de afzonderlijke originele afstandsbedieningen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer Gerelateerde informatie • ® * (p. 163) HomeLink De boordcomputer van de auto registreert en berekent waarden zoals afgelegde afstand, brandstofverbruik en gemiddelde snelheid tij- dens het rijden. Om eenvoudiger zuinig te kunnen rijden, worden het momentane en het gemiddelde brandstofver- bruik geregistreerd.
Pagina 169
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Verbruiksinfo weergeven op het Gemiddelde snelheid Een zuinige rijstijl betekent doorgaans een lan- bestuurdersdisplay gere actieradius. • Gemiddeld brandstofverbruik. De door de boordcomputer geregistreerde en De waarden zijn berekend op basis van de waar- Toerist (alternatieve snelheidsmeter) berekende waarden kunnen worden weergege- den sinds de laatste reset.
Een wijziging van deze eenheden is niet (Het appmenu kan niet worden geopend als alleen van toepassing op de boordcomputer er nog een onbevestigde melding op het maar ook op Volvo’s RTI-navigatiesysteem*. bestuurdersdisplay staat. De melding moet eerst worden bevestigd voordat het appmenu Gerelateerde informatie kan worden geopend.)
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Verbruiksinfo weergeven op het 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm. middendisplay 2. Druk op Systeem Eenheden. De verbruiksinfo van de boordcomputer ver- 3. Kies onder Eenheden de gewenste een- schijnt in grafische vorm op het middendisplay heidsnorm: Metr.
Pagina 172
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instellingsscherm Een instelling wijzigen Soort Beschrijving In het instellingsscherm van het middendisplay instelling Instellingen kunt u en informatie hanteren voor Trigger- Start een app of een afzonderlijk tal van autofuncties. functie scherm voor geavanceerdere Het instellingsscherm openen en instellingen door op de tekst te sluiten en hierin bladeren drukken, bijvoorbeeld om een...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Categorieën op instellingsscherm My Car Soort Beschrijving Het instellingsscherm heeft een aantal hoofdca- instelling Subcategorie Instellingen tegorieën en subcategorieën waarin instellingen voorbeeld om het geluidsniveau Displays Persoonlijk en informatie voor tal van functies van de auto te kiezen.
Pagina 174
Subcategorie Instellingen • Instellingsscherm (p. 170) Subcategorie Instellingen Internet via automodem Algemeen • Systeeminstellingen wijzigen op instellings- Kaart Persoonlijk scherm (p. 173) Volvo On Call Route Persoonlijk Volvo-servicenetwerken Algemeen Verkeer Persoonlijk Klimaatregeling De hoofdcategorie Klimaat heeft geen subcate- Begeleiding Persoonlijk gorieën.
Pagina 175
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Systeeminstellingen wijzigen op 2. Druk op 2. Druk op Systeem Eenheden Systeem Opslag. instellingsscherm Eenheden. > De opslaginformatie voor de harde schijf Systeem De categorie in het instellingsscherm van de auto verschijnt - met onder andere 3.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instellingen resetten op Bestuurdersprofielen 4. Druk op om de reset te bevestigen. instellingsscherm Tal van instellingen in de auto zijn naar wens aan Persoonlijke instell. Voor de optie Alle gewijzigde instellingen in het instellings- te passen en op te slaan in een of meer bestuur- resetten wordt de reset bevestigd door op scherm kunnen in één keer worden gereset naar...
Pagina 177
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bestuurdersprofiel kiezen Alternatief 2: Algemene instellingen De algemene instellingen en de parameters wijzi- Bij het starten van de auto wordt automatisch 1. Sleep het hoofdscherm van het middendis- gen niet als het ene bestuurdersprofiel wordt ver- het laatst gebruikte bestuurdersprofiel gekozen.
Pagina 178
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bestuurdersprofiel bewerken 2. Druk op het vakje Profielnaam 3. Sla de optie om het profiel te vergrendelen/ ontgrendelen op door te drukken op Terug > Er verschijnt een toetsenbord, waarna u U kunt de voor de auto gebruikte bestuurder- Sluiten sprofielen omdopen en ze vergrendelen.
Pagina 179
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Transpondersleutel koppelen aan Gerelateerde informatie 3. Markeer het gewenste profiel. Het profiel • bestuurdersprofiel Gast kan niet aan een sleutel worden Bestuurdersprofielen (p. 174) gekoppeld. • Instellingen resetten op instellingsscherm U kunt uw sleutel koppelen aan een bestuurder- (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bestuurdersprofiel importeren/ 6. Druk op 4. Kies Profiel importeren van USB Profiel exporteren via USB exporteren naar USB > De huidige sleutel is nu gekoppeld aan het bestuurdersprofiel en blijft gekoppeld De persoonlijke instellingen die zijn opgeslagen N.B.
USB-geheugen niet goed geplaatst is of Apps van derden hebben op de ingebouwde functies van de auto tijdens het importeren werd verwijderd; Apps van derden zoals Volvo-id zijn bij aflevering zijn te wijzigen vanuit het hoofdscherm van het • er geen bestuurdersprofiel in het USB- van de auto niet voorgeïnstalleerd en moeten...
Reset bij doorver- koop alle gebruikersgegevens en systeeminstel- lingen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellin- gen. Bij verkoop van de auto is het ook belangrijk om de doorverkoop te registreren in Volvo On Call* te wijzigen. Gerelateerde informatie •...
KLIMAAT • Klimaatregeling 4-zoneregeling* Klimaatregeling met stembediening (p. 120) De auto is voorzien van elektronische klimaatre- geling. De klimaatregeling zorgt ervoor dat de lucht in het interieur gekoeld, verwarmd of van vocht ontdaan wordt. 2-zoneregeling Klimaatzones bij 4-zoneregeling. Bij 4-zoneregeling zijn de interieurtemperaturen voor de zones linksvoor, rechtsvoor, linksachter en rechtsachter elk apart in te stellen.
Pagina 185
KLIMAAT Klimaatsensoren Gevoelstemperatuur Bij het Interior Air Quality System* is er ook een luchtkwaliteitssensor, die in de luchtinlaat van de De klimaatregeling beschikt over enkele senso- De klimaatregeling regelt het autoklimaat op klimaatregeling zit. ren voor de regeling van het autoklimaat. basis van de gevoelstemperatuur en niet de wer- kelijke temperatuur.
(p. 187) schoon te maken. Als niet is voldaan aan de voorwaarden verschijnt Gebruik de door Volvo geadviseerde schoon- de tekst Clean Zone in het wit. Wanneer is vol- maakmiddelen en autoverzorgingsproducten voor daan aan alle voorwaarden, verandert de kleur het reinigen van het interieur.
Pagina 187
IAQS maakt deel uit van Clean Zone Interior ven moet u het filter op gezette tijden vervangen. Package (CZIP) en ontdoet de lucht in de passa- Raadpleeg het Serviceprogramma van Volvo voor • Een geavanceerde ventilatorfunctie die aan- giersruimte van verontreinigingen in de vorm van het aanbevolen vervangingsinterval.
KLIMAAT • Klimaatregelingsbediening 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm Klimaatregelingsbediening achter op de tun- van het middendisplay. nelconsole* (p. 188) De klimaatregelingsfuncties zijn te bedienen via • Ontwaseming van ruiten en buitenspiegels het middendisplay, de fysieke knoppen op de 2.
KLIMAAT Klimaatregelingsbediening op het Klimaatscherm middendisplay Bij eenmaal indrukken van de middelste knop in het klimaatveld opent u het klimaatscherm. Het Via het klimaatveld en het klimaatscherm van het klimaatscherm is opgesplitst in de tabbladen middendisplay zijn alle klimaatfuncties te rege- * en Hoofd klimatisering Achter klimatisering...
KLIMAAT Klimaatregelingsbediening achter Klimaat achterin* Parkeerklimaat* op de tunnelconsole* Op het tabblad Achter klimatisering zijn alle kli- Op het tabblad Standklimatisering is het par- maatfuncties voor achterin te regelen. keerklimaat van de auto te regelen. Via het klimaatregelingspaneel achter op de tun- nelconsole zijn de klimaatfuncties voor achterin Gerelateerde informatie te regelen.
KLIMAAT Automatische klimaatregeling Gerelateerde informatie 2. Druk kort of lang op AUTO • Klimaatregelingsbediening (p. 186) > De automatische klimaatregeling wordt Bij automatische klimaatregeling regelt de kli- • geactiveerd/gedeactiveerd en de knop maatregeling automatisch meerdere klimaatfunc- Elektrische stoelverwarming* activeren/deac- gaat branden/dooft. ties.
KLIMAAT Airconditioning activeren/ Temperatuur regelen N.B. deactiveren De temperaturen voor de linker en rechter zone Sluit alle zijruiten voor de optimale werking De airconditioning koelt en droogt zo nodig de zijn elk apart in te stellen. Bij 4-zoneregeling* zijn van de airconditioning. binnenkomende lucht.
Pagina 193
KLIMAAT Temperatuur voorin regelen Temperatuur synchroniseren Temperatuurbediening. Synchronisatieknop op temperatuurbediening bestuur- Temperatuurknoppen in het klimaatveld. 2. Regel de temperatuur door: derszone. 1. Druk op de temperatuurknop voor de linker • de bediening naar de gewenste tempera- 1. Druk op de temperatuurknop voor de of rechter zone in het klimaatveld op het mid- tuur te slepen, of bestuurderszone in het klimaatveld op het...
KLIMAAT Temperatuur achterin* regelen Vanaf de achterbank Vanaf de voorstoelen Temperatuurbediening. Temperatuurregeling op klimaatpaneel achter op tunnel- 4. Regel de temperatuur door: console. Temperatuurknoppen op tabblad Achter klimatisering • de bediening naar de gewenste tempera- – < > Druk op de -knoppen voor de linker of op klimaatscherm.
KLIMAAT Ventilatorstand regelen Gerelateerde informatie BELANGRIJK • Klimaatregelingsbediening (p. 186) De ventilator is in te stellen op zeven verschil- Als de ventilator volledig uitstaat, start de air- • Klimaatregelingsbediening op het midden- lende automatische ventilatorstanden alsook op conditioning niet, waardoor er mogelijk con- display (p.
Pagina 196
KLIMAAT Ventilatorstand achterin* regelen Vanaf de achterbank N.B. Vanaf de voorstoelen De klimaatregeling past de luchtstroom zo nodig automatisch aan, wat betekent dat de ventilatorsnelheid kan veranderen ondanks dat de ventilatorstand ongewijzigd is. Gerelateerde informatie • Klimaatregelingsbediening op het midden- display (p.
KLIMAAT Ontwaseming van ruiten en Auto's met elektrische voorruitverwarming: buitenspiegels activeren/ – Druk meerdere keren op de knop (1) om de deactiveren drie standen te doorlopen: De drie klimaatregelingsfuncties maximale ont- • elektrische voorruitverwarming geacti- waseming, elektrische voorruitverwarming* en veerd elektrische achterruit- en buitenspiegelverwar- •...
KLIMAAT Vanuit klimaatscherm op middendisplay 2. Druk op Elektrische voorruitverwarming* activeren/ deactiveren > De maximale ontwaseming wordt geacti- Maximale ontwaseming activeren/ veerd/gedeactiveerd en de knop gaat deactiveren branden/dooft. Bij maximale ontwaseming worden de automatische klimaatregeling en de lucht- recirculatie gedeactiveerd, wordt de air- conditioning geactiveerd, de ventilator- stand gewijzigd in en de temperatuur in...
KLIMAAT 2. Druk op Achter Gerelateerde informatie N.B. • Klimaatregelingsbediening (p. 186) > De elektrische achterruit- en buitenspie- De elektrische voorruitverwarming kan de gelverwarming worden geactiveerd/ • Klimaatregelingsbediening op het midden- prestaties van transponders en andere com- gedeactiveerd en de knop gaat branden/ display (p.
KLIMAAT Luchtrecirculatie activeren/ Luchtverdeling N.B. deactiveren De klimaatregeling verdeelt de binnenkomende De luchtrecirculatie is niet te activeren, wan- De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas- lucht over uiteenlopende blaasmonden verspreid neer u de maximale ontwaseming hebt inge- sen en dergelijke buiten het interieur door geen over het interieur.
KLIMAAT • Luchtverdeling wijzigen Automatische klimaatregeling (p. 189) De luchtverdeling is desgewenst handmatig te wijzigen. Positie van instelbare blaasmonden in interieur. Bij 2-zoneregeling zitten er vier blaasmonden in het dashboard en twee in de portierstijlen (in elk van beide één) tussen voor- en ach- Luchtverdelingsknoppen op klimaatscherm.
KLIMAAT Blaasmonden openen/sluiten en Gerelateerde informatie Blaasmonden openen/sluiten • richten Luchtverdeling (p. 198) Blaasmonden voorin: • Blaasmonden openen/sluiten en richten Sommige blaasmonden in het interieur zijn apart (p. 200) te openen, sluiten en richten. • Tabel met luchtverdelingsstanden (p. 202) Als u de blaasmonden in de portierstijlen en aan •...
KLIMAAT Blaasmonden achterin: Blaasmonden richten Hendeltje van blaasmond Duimwiel van blaasmond – Beweeg de hendel naar links/rechts of – Draai aan het duimwiel om de luchtaanvoer omhoog/omlaag om de luchtstroom uit de uit de blaasmond te openen/sluiten. blaasmond te richten. De luchtaanvoer neemt toe naarmate er Gerelateerde informatie meer van de witte lijnen op het duimwiel...
Pagina 204
KLIMAAT Tabel met luchtverdelingsstanden De luchtverdeling is desgewenst handmatig te wijzigen. De volgende standen zijn in te stellen. Luchtverdeling Doel Bij deactivering van alle luchtverdelingsknoppen in de handmatige stand schakelt de klimaatregeling weer over op automatische klimaat- regeling. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen. Er komt een bepaalde hoeveel- Gaat condens- en ijsvorming tegen (om dat te heid lucht uit de overige blaasmonden.
Pagina 205
KLIMAAT Luchtverdeling Doel De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en blaasmonden in het dash- Voor voldoende comfort bij warm en droog board. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden. weer. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en de blaasmonden bij de vloer. Voor voldoende comfort en ontwaseming bij Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden.
KLIMAAT Elektrische stoelverwarming* 2. Druk meerdere keren op de knop voor de 3. Druk meerdere keren op de knop voor de activeren/deactiveren elektrische stoelverwarming om de vier stan- elektrische stoelverwarming om de vier stan- den te doorlopen: Hoog Middel den te doorlopen: Hoog Middel De stoelverwarming is te activeren om het com-...
Pagina 207
KLIMAAT Met 4-zoneregeling*: Vanaf de achterbank WAARSCHUWING Met 2-zoneregeling: Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor- den gebruikt door personen die niet goed kunnen voelen dat de temperatuur toeneemt of die om een andere reden moeilijkheden hebben om de elektrisch verwarmde stoel te bedienen.
KLIMAAT Elektrische stoelventilatie* Gerelateerde informatie Elektrische voorstoelventilatie • activeren/deactiveren Klimaatregelingsbediening (p. 186) activeren/deactiveren • Klimaatregelingsbediening op het midden- De stoelventilatie is in te schakelen om bijvoor- display (p. 187) beeld vochtige kleding te drogen. • Klimaatregelingsbediening achter op de tun- Het ventilatiesysteem bestaat uit ventilatoren in nelconsole* (p.
Pagina 209
KLIMAAT Elektrische stuurverwarming* 2. Druk meerdere keren op de knop voor de N.B. activeren/deactiveren elektrische stuurverwarming om de vier stan- Wie tochtgevoelig is dient de stoelventilatie den te doorlopen: Hoog Middel De stuurverwarming is te activeren om het stuur- met beleid te gebruiken. Voor langdurig Laag comfort te verhogen, wanneer het koud is.
KLIMAAT Parkeerklimaat* Preconditioning is direct in te schakelen of via De functie maakt afhankelijk van de situatie een timer te programmeren. gebruik van uiteenlopende systemen: Het interieurklimaat is vooraf te regelen middels • preconditioning of te handhaven nadat u de auto De functie maakt afhankelijk van de situatie Bij koud weer wordt het interieur met de geparkeerd hebt.
Via een mobiele telefoon met de mobiele app > De preconditioning wordt ingeschakeld/ Volvo On Call* is het mogelijk de preconditioning uitgeschakeld en de knop gaat branden/ De preconditioning verwarmt het interieur en de in te schakelen én informatie te krijgen over de dooft.
KLIMAAT Timer voor preconditioning* Timer voor preconditioning* 3. Druk op Timer toevoegen instellen > Er verschijnt een pop-upvenster. U kunt de timer dusdanig instellen dat de pre- conditioning gereed is op een bepaald tijdstip. De timer voor preconditioning kan tot 8 verschil- lende tijdstippen hanteren.
Pagina 213
KLIMAAT 7. Druk op Bevestig om het ingestelde tijdstip 4. Bewerk het tijdstip op dezelfde manier als bij Gerelateerde informatie • toe te voegen. "Tijdstip toevoegen" hierboven. Timer voor preconditioning* (p. 210) > Het ingestelde tijdstip wordt toegevoegd • Timer voor preconditioning* activeren/deacti- Ingesteld tijdstip verwijderen aan de lijst en geactiveerd.
Pagina 214
KLIMAAT Handhaving klimaatcomfort Timer voor preconditioning* WAARSCHUWING activeren/deactiveren inschakelen/uitschakelen* Gebruik preconditioning niet als de auto is Zo nodig kunt u een timertijdstip voor de pre- Bij handhaving van het klimaatcomfort wordt na uitgerust met verwarming*: conditioning activeren of deactiveren. afloop van een rit het interieurklimaat nog enige •...
Pagina 215
KLIMAAT N.B. Het is niet mogelijk om de functie voor hand- having van het klimaatcomfort te starten, als de restwarmte in de motor niet volstaat om het interieurklimaat op peil te houden of als de buitentemperatuur hoger is dan zo'n 20 °C.
Pagina 216
Standklimatisering Parkeerklimaat is defect. Bezoek een werkplaats om de werking zo spoedig mogelijk te laten con- troleren. Service vereist Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. • • Gerelateerde informatie Handhaving klimaatcomfort inschakelen/ Meldingsfuncties op bestuurders- en mid- •...
KLIMAAT Verwarming* Accu en opladen Wanneer u de auto op een steile helling parkeert, moet u ervoor zorgen dat de voorkant van de De verwarming wordt aangedreven door de star- Dankzij de verwarming komen motor en interieur auto omlaagwijst. Zo krijgt de verwarming altijd taccu van de auto.
Pagina 218
Volvo adviseert u om voor reparatie con- tact op te nemen met een erkende Volvo- De verwarming werkt maximaal 40 minuten ach- werkplaats.
Achter in de auto is ook een tikkend geluid vanuit de N.B. brandstofpomp waar te nemen. Dit is volko- Volvo adviseert u om de automatische start men normaal. van de extra verwarming uit te schakelen tij- dens korte ritten.
Pagina 222
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Auto-interieur WAARSCHUWING Overzicht van het auto-interieur en de opberg- Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele mogelijkheden. telefoon, camera, afstandsbediening voor extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of Voorstoel andere opbergruimten. Bij krachtig afremmen of een botsing kunnen deze anders inzitten- den verwonden.
Pagina 223
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Tunnelconsole Gerelateerde informatie • Auto-interieur (p. 220) De tunnelconsole zit tussen de voorstoelen. • Stroomaansluitingen (p. 222) • Aansteker gebruiken* (p. 226) • Asbakken* legen (p. 226) • Media aansluiten via AUX/USB-poort (p. 462) • Klimaatregelingsbediening achter op de tun- nelconsole* (p.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Stroomaansluitingen Elektrische 230V-aansluiting* 3. Ontkoppel het accessoire door de stekker eruit te trekken. Trek niet aan de kabel. Achter in de tunnelconsole zitten twee 12V-aan- sluitingen plus een 230V-aansluiting* en in de Trek de afdekking omhoog als de aansluiting kofferbak zit ook nog een 12V-aansluiting*.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN een vergelijkbare veiligheidsaanduiding hebben. Statusindicatie • Laat aansluiting, contact of accessoires Een led op de aansluiting geeft de status van de nooit in aanraking komen met water of aansluiting aan: een andere vloeistof. Gebruik de aanslui- ting niet en raak deze niet aan als hij beschadigd lijkt of in aanraking is geweest met water of een andere vloei- stof.
Volvo-werkplaats. WAARSCHUWING Breng nooit zelf wijzigingen in de 230 V-aan- sluiting aan en probeer deze nooit zelf te repareren. Volvo adviseert u om contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. 12V-aansluiting in tunnelconsole, achterbank. 12V-aansluiting in tunnelconsole, voorin.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN 2. Verwijder de stekker van het accessoire en plaats de plug weer terug (tunnelconsole) of klap de afdekking omhoog (kofferbak), als de aansluiting niet wordt gebruikt of als u de aansluiting zonder toezicht achterlaat. Gerelateerde informatie • Auto-interieur (p.
Pagina 228
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Aansteker gebruiken* Asbakken* legen 1. Druk de knop op de aansteker in. > Als de aansteker eenmaal gloeit, springt De aansteker kan een aanvulling zijn op de elek- Een auto met een aansteker is voorzien van uit- de knop omhoog.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Dashboardkastje gebruiken 3. Plaats de asbak terug en laat deze omlaag- glijden in de zijgroeven. Het dashboardkastje zit aan de passagierszijde. Opbergplek voor de sleutel 4. Druk lichtjes op de twee korte kanten van de In het dashboardkastje kunt u bijvoorbeeld de asbak.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Zonnekleppen Op de achterkanten van de zonnekleppen zit een make-upspiegel met kaarthouder. Dashboardkastje vergrendelen: Koeling geactiveerd Duw de sleutel in de slotcilinder van het Koeling gedeactiveerd dashboardkastje. Activeer/deactiveer de koeling door de hen- – Draai de sleutel 90 graden rechtsom. Make-upspiegel met verlichting en kaarthouder.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Bagageruimte en kofferbak Bagage vervoeren WAARSCHUWING Eventuele lading in de kofferbak is vast te zetten Er zijn enkele dingen waar u rekening mee moet Een los voorwerp van 20 kg kan zich bij een zodat deze niet kan bewegen tijdens het rijden. houden bij het inladen van de auto.
Pagina 232
• Naarmate u meer lading op het dak vervoert, • Draagtashouders (p. 231) vangt de auto meer wind en neemt het brandstofverbruik toe. De lastdragers van Volvo zijn te verkrijgen bij erkende Volvo-dealers. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Draagtashouders Doorsteekluik in achterbank* Met de draagtashouders kunt u draagtassen U kunt het luik in de rugleuning van de achter- vastzetten om te voorkomen dat ze omvallen en bank openen om lange en smalle voorwerpen te hun inhoud over de vloer van de kofferbak ver- vervoeren, zoals ski's.
Een nieuwe sleutel zonder knoppen is broekzak of in de bekerhouder in de tunnelcon- linker- en drie aan de rechterkant. te bestellen bij een erkende Volvo-werkplaats. sole om de auto te kunnen starten.. Zie het arti- Vergrendelen - Bij eenmaal indrukken kel "Motor starten".
N.B. sluiten door lang indrukken - er klinken waar- pondersleutel of via Volvo On Call* wordt een schuwingssignalen. Zie het artikel "Elektri- eventuele transpondersleutel/Key Tag in de Zorg ervoor dat er geen andere autosleutels, sche kofferklepbediening".
SLOTEN EN ALARM Bereik transpondersleutel naar de werkplaats. Ter preventie van diefstal Om de portieren of de kofferklep te kunnen ver- moet de code van de zoekgeraakte sleutel uit het grendelen en passief te kunnen ontgrendelen Voor een goede werking van de transponder- systeem worden gewist.
De functies van deze sleutel zijn verder gelijk aan die van een standaardtranspondersleutel. U kunt een of meer Red Keys bestellen bij een Volvo-dealer. Er zijn in totaal elf transpondersleu- tels met beperkte functionaliteit te programme- * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
SLOTEN EN ALARM Locatie antennes voor start- en Rijhulpsystemen Snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) (Aan/ vergrendelingssysteem De volgende rijhulpsystemen zijn altijd actief voor Uit): gebruikers met een Red Key: • Instelinterval: 50-250 km/h (30-160 mph) De auto heeft een passief start- en vergrende- •...
Pagina 241
Als de auto wordt vergrendeld en het alarm wordt ingeschakeld met een geldige trans- Om de ontgrendelingsprocedure te kunnen acti- pondersleutel of via Volvo On Call* wordt een veren moet het bestuurdersportier zijn gesloten - eventuele transpondersleutel/Key Tag in de als een van de overige portieren of de kofferklep auto gedeactiveerd.
Pagina 242
SLOTEN EN ALARM kingsgevoelige verdieping aan de buitenkant van WAARSCHUWING de portiergreep totdat de zijruiten en het panora- Laat niemand in de auto zitten zonder eerst madak* worden gesloten. de Safelock-functie te deactiveren om te voorkomen dat u iemand opsluit. Passieve vergrendeling/ontgrendeling* Als de auto is voorzien van passieve vergrende- ling/ontgrendeling* is het voldoende om de...
Deze functie beperkt de kans dat u de auto per onge- luk onvergrendeld kunt laten staan. Ontgrendeling op afstand De auto kan op afstand worden ontgrendeld met de app Volvo On Call*. Gerelateerde informatie • Transpondersleutel (p. 234) •...
SLOTEN EN ALARM Indicatie exterieur Indicatie in de vergrendelingsknoppen Aanduiding op het dashboard • Bij vergrendeling knipperen de alarmlichten Vergrendelingsknoppen alleen op van de auto eenmaal en daarnaast worden voorportieren de buitenspiegels ingeklapt • Bij ontgrendeling knipperen de alarmlichten van de auto tweemaal en daarnaast worden de buitenspiegels uitgeklapt Om een vergrendelde auto aan te geven, moeten alle portieren, de kofferklep en de motorkap...
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen vanaf Meer over de aanduiding bij vergrendeling/ In alle portieren* de binnenzijde ontgrendeling kunt u lezen onder "Approach-ver- lichting" en "Buitenspiegels instellen". De portieren en de kofferklep zijn te vergrende- len en ontgrendelen met de knop voor centrale Gerelateerde informatie vergrendeling op de voorportieren.
SLOTEN EN ALARM Voort meer informatie over Ontgrendelen op Om een achterportier te ontgrendelen: Bij lang indrukken van knop worden alle zijrui- afstand , zie het artikel "Vergrendelen/ontgren- ten tegelijkertijd geopend - de zogeheten door- – Trek aan de openingsgreep - het achterpor- delen vanaf de buitenzijde".
Als de auto wordt mobiele app Volvo On Call (VOC)* als de Safe- ontgrendeld en weer wordt vergrendeld, moet de lock-functie geactiveerd is. Het linker voorportier...
SLOTEN EN ALARM Kofferklep vergrendelen/ Kofferklep passief ontgrendelen* 1. Druk op de knop op de transponder- ontgrendelen sleutel. De kofferklep is op verschillende manieren te > De slot- en alarmindicatie op het dash- vergrendelen/ontgrendelen en te openen, afhan- board dooft om aan te geven dat het kelijk van het uitrustingsniveau van de auto.
SLOTEN EN ALARM 2. Til de buitenste handgreep helemaal omhoog Ontgrendelen vanaf de binnenzijde Gerelateerde informatie • om de klep te openen. Transpondersleutel (p. 234) • Elektrische kofferklepbediening* (p. 252) BELANGRIJK • Kofferklep openen/sluiten met schopbewe- • Het kofferdeksel is met heel weinig kracht ging* (p.
SLOTEN EN ALARM Privacy locking activeren/ 2. Geef de gewenste beveiligingscode aan. Privacy locking activeren deactiveren 1. De functie is te activeren vanaf het functie- > De beveiligingscode is opgeslagen. De scherm of het instellingsscherm: Privacy locking is daarmee klaar voor acti- De achterklep en de achterbank zijn te vergren- vering.
De transpondersleutel bevat een afneembaar Als Privacy locking is geactiveerd en de auto tiescherm of het instellingsscherm: metalen sleutelblad, waarmee u een aantal func- wordt ontgrendeld via Volvo On Call* of de • ties kunt activeren en bepaalde handelingen Private Locking...
Houd de transpondersleutel met de voor- pondersleutel. Zet de behuizing terug en zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de schuif deze terug. juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring aan de onderkant naar rechts. Schuif de >...
Pagina 253
SLOTEN EN ALARM Ontgrendelen tel: bij stroomuitval bijvoorbeeld of als de batterij N.B. in de transpondersleutel leeg is. Wanneer u het portier met het sleutelblad Het linker voorportier is te vergrendelen met de ontgrendelt en vervolgens opent, gaat het bijbehorende slotcilinder en het afneembare alarm af.
Pagina 254
SLOTEN EN ALARM Elektrische kofferklepbediening* – Verwijder het afneembare sleutelblad uit de Open de kofferklep op een van de volgende transpondersleutel. Steek het sleutelblad in manieren: De kofferklep van de auto is elektrisch te ope- de vergrendelopening en druk de sleutel er •...
Pagina 255
SLOTEN EN ALARM transpondersleutel of met de knoppen aan de Sluiten en vergrendelen N.B. onderzijde van de kofferklep. – Druk op de knop op de onderkant van De knop is 24 uur actief nadat de klep is de kofferklep om de klep te sluiten en tege- Sluit de kofferklep op een van de volgende opengelaten.
SLOTEN EN ALARM Sluiting onderbreken N.B. WAARSCHUWING – Het sluiten is vijf manieren te onderbreken: Let op het gevaar voor beknelling tijdens het De knop is 24 uur actief nadat de klep is • Druk op knop op het dashboard. sluiten.
SLOTEN EN ALARM Kofferklep openen/sluiten met Bediening Openen/sluiten schopbeweging* N.B. Om de bediening van de kofferklep te vereen- voudigen kunt u, als u uw handen vol hebt, de De achterklep met voetbediening is verkrijg- kofferklep ook openen/sluiten met een gerichte baar in twee uitvoeringen: voorwaartse schopbeweging onder de achter- •...
SLOTEN EN ALARM Batterij in transpondersleutel de knop(pen) aan de onderzijde van de koffer- N.B. vervangen klep. Zie voor meer informatie het artikel "Elektri- Bedenk dat het systeem kan worden geacti- sche kofferklepbediening". Vervang de batterij in de transpondersleutel veerd tijdens het wassen van de auto en der- wanneer deze leeg is.
Houd de transpondersleutel met de voor- meter omhoog. zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring De behuizing komt los en kan van de aan de onderkant naar rechts.
Pagina 260
SLOTEN EN ALARM Gebruik bijvoorbeeld een schroevendraaier Plaats een nieuwe batterij met de pluszijde De +-kant van de batterij wijst naar om het batterijklepje linksom te kunnen (+) omhoog. Vermijd de batterijcontacten van boven. Wrik vervolgens de batterij voorzichtig draaien, zodat deze markering uitkomt bij de de transpondersleutel met uw vingers aan te los zoals op de afbeelding.
Pagina 261
SLOTEN EN ALARM N.B. Volvo adviseert u om batterijen voor de trans- pondersleutel te gebruiken die voldoen aan UN Manual of Test and Criteria, Part III, sub- section 38.3. Voor batterijen die in de fabriek zijn geplaatst of in een erkende Volvo-werk- plaats zijn vervangen is dit het geval.
Neem contact op met de dichtstbij- Alleen bepaalde markten en in combinatie met Volvo On Call*. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
SLOTEN EN ALARM 2. Druk op de bijbehorende knop van het Het portier is niet vanaf de binnenzijde te Symbool Melding Betekenis bedieningspaneel op het bestuurdersportier. openen. Kinderslot ach- Het kinderslot > Op het bestuurdersdisplay staat de mel- Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als is geactiveerd.
- geadviseerd wordt een zen. U kunt ook gebruik maken van het erkende Volvo-werkplaats. beperkte alarmniveau – zie het gedeelte ver- • op het met rubber beklede drukplaatje op de derop in dit artikel.
SLOTEN EN ALARM Geactiveerd alarm uitschakelen een autotrein of een veerverbinding, moet u de bewegingsmelder en de niveausensoren tijdelijk – Druk op de ontgrendelingsknop op de trans- deactiveren. De te volgen procedure is identiek pondersleutel of zet de auto in contactslot- aan die bij tijdelijke uitschakeling van de Safe- stand I door de draaiknop naar START te lock-functie.
SLOTEN EN ALARM Automatische activering/ Alarm deactiveren zonder Gerelateerde informatie • heractivering van het alarm werkende transpondersleutel Alarm (p. 262) • Automatische activering/heractivering van De automatische heractivering van het alarm Ook als de transpondersleutel niet werkt, bij- het alarm (p. 264) voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm- voorbeeld als de batterij leeg is, kan de auto systeem uit te schakelen.
SLOTEN EN ALARM Typegoedkeuring voor Passief starten (Passive Start) en transpondersleutels passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*) De typegoedkeuring voor de transpondersleutels staat in de tabel. CEM-markering voor transpondersleutels. Zie de onder- staande tabel voor aanvullende typegoedkeuringsnum- mers. Land/regio Typegoedkeuring Jordanië TRC/LPD/2014/250 Servië...
Pagina 268
SLOTEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Brazilië MT-3245/2015 Indonesië Nomor: 38301/SDPPI/2015 Maleisië RAAT/37A/0315/S(15-0663) Mexico IFETEL: RLVDEVO15-0396 Rusland Verenigde Arabische Emiraten ER37847/15 DA0062437/11 Voor meer informatie over de typegoedkeuring voor transpondersleutels, zie support.volvocars.com.
Pagina 269
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel Land/regio Typegoedkeuring Jordanië TRC/LPD/2015/104 Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Numéro d’agrément: MR 10668 ANRT 2015 Date d’agrément: 24/07/2015 Mexico IFETEL Marca: HUF Modelo (s): HUF8423 NOM-121-SCT1-2009 La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Pagina 270
SLOTEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Servië Verenigde Arabische Emiraten Key Tag Land/regio Typegoedkeuring Jordanië TRC/LPD/2015/107 Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Numéro d’agrément: MR 10667 ANRT 2015 Date d’agrément: 24/07/2015...
Pagina 271
SLOTEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Mexico IFETEL Marca: HUF Modelo (s): HUF8432 NOM-121-SCT1-2009 La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Pagina 272
SLOTEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Servië Verenigde Arabische Emiraten Gerelateerde informatie • Transpondersleutel (p. 234)
Pagina 274
RIJONDERSTEUNING Snelheidsafhankelijke stuurkracht elektronische stabiliteitsregeling Antislipregeling Deze regeling controleert de aandrijfkracht en De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging De elektronische stabiliteitsregeling (Electronic remkracht van elk van de afzonderlijke wielen om zorgt ervoor dat de stuurbekrachtiging afneemt Stability Control - ESC) helpt de bestuurder de auto op die manier te stabiliseren.
Gerelateerde informatie • elektronische stabiliteitsregeling (p. 272) • Snelheidsbegrenzer* (p. 277) Trailer Stability Assist is inbegrepen bij installatie van een originele trekhaak van Volvo. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 276
RIJONDERSTEUNING • Cruisecontrol (p. 284) • Adaptieve cruisecontrol* (p. 291) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Tijdelijk uit Het ESC-systeem is defect. • Service vereist Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 278
RIJONDERSTEUNING Gerelateerde informatie • elektronische stabiliteitsregeling (p. 272) • Sportstand voor elektronische stabiliteitsre- geling (p. 273) • Meldingsfuncties op bestuurders- en mid- dendisplay (p. 110)
RIJONDERSTEUNING Roll Stability Control Snelheidsbegrenzer* Markering voor opgeslagen maximumsnel- heid Roll Stability Control (RSC) is een stabiliteitssys- Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) is Actuele rijsnelheid teem dat de kans verkleint op kantelen en over te beschouwen als een omgekeerde cruisecon- de kop slaan bij bijvoorbeeld heftige uitwijkma- trol - u regelt de snelheid met het gaspedaal, ter- Opgeslagen maximumsnelheid...
RIJONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer activeren en – N.B. Als het symbool/de functie wordt starten Er verschijnen tekstmeldingen over overschrij- weergegeven – druk op de stuurknop Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst ding van de maximumsnelheid, als de snel- (2). de snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) kie- heid met minimaal 3 km/h (zo'n 2 mph) is >...
RIJONDERSTEUNING Snelheidsfuncties voor de Snelheidsbegrenzer deactiveren/ Gerelateerde informatie snelheidsbegrenzer • heractiveren Snelheidsbegrenzer* (p. 277) • De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) is in De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) kan Snelheidsbegrenzer activeren en starten te stellen op verschillende snelheden. tijdelijk worden gedeactiveerd en stand-by wor- (p.
RIJONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer uitschakelen Snelheidsbegrenzer heractiveren vanuit 2. Haal uw voet van het gaspedaal, wanneer de tijdelijke acceleratie voltooid is. stand-bystand De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) kan > De auto wordt vervolgens automatisch – Druk op de stuurknop (1). worden uitgeschakeld. afgeremd tot een snelheid onder de laatst >...
Pagina 283
RIJONDERSTEUNING Automatische snelheidsbegrenzer* Gerelateerde informatie Is SL of ASL actief? • Symbolen op het bestuurdersdisplay geven aan Snelheidsbegrenzer* (p. 277) De automatische snelheidsbegrenzer (Automatic welke snelheidsbegrenzer actief is: • Speed Limiter - ASL) helpt u om de maximum- Snelheidsbegrenzer activeren en starten snelheid van de auto af te stemmen op de op (p.
RIJONDERSTEUNING Automatische snelheidsbegrenzer Zie ook onder de rubriek "Beperkingen van Ver- ASL-symbool activeren/deactiveren keersbordenherkenning". Het bordsymbool (naast de opgesla- gen snelheid "70", in het midden van De functie automatische snelheidsbegrenzer Gerelateerde informatie de snelheidsmeter) kan drie kleuren (Automatic Speed Limiter - ASL) kan worden •...
RIJONDERSTEUNING Tolerantie voor automatische Automatische snelheidsbegrenzer snelheidsbegrenzer wijzigen deactiveren – Druk op de knop Hulp max. snelheid De automatische snelheidsbegrenzer (Automatic het functiescherm. Speed Limiter - ASL) is in te stellen op verschil- lende tolerantieniveaus. > ASL wordt uitgeschakeld en de kleur van de indicatie op de knop verandert in Het is mogelijk om de op snelheidsborden geba- GRIJS - SL wordt in plaats daarvan geac-...
RIJONDERSTEUNING Cruisecontrol De tolerantie is op dezelfde manier aan te pas- Actuele rijsnelheid sen als bij het instellen van de snelheid voor de De cruisecontrol (Cruise Control - CC) helpt u Opgeslagen snelheid snelheidsbegrenzer. een gelijkmatige snelheid te houden, wat zorgt Bij een auto met de optie adaptieve cruisecontrol voor een comfortabeler rijervaring tijdens lange N.B.
RIJONDERSTEUNING Cruisecontrol activeren en starten Snelheidsfuncties voor – Als het symbool/de functie wordt cruisecontrol Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst weergegeven – druk op de stuurknop de cruisecontrol (Cruise Control - CC) kiezen en De cruisecontrol (Cruise Control - CC) is in te (2).
RIJONDERSTEUNING Cruisecontrol deactiveren/ ken op de knop opgeslagen, op voorwaarde dat u heractiveren bij het drukken op de knop uw voet op het gas- pedaal houdt. De cruisecontrol (Cruise Control - CC) kan tijde- lijk worden gedeactiveerd en stand-by worden Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals gezet en vervolgens weer worden geactiveerd.
RIJONDERSTEUNING Cruisecontrol uitschakelen Cruisecontrol heractiveren vanuit stand- Stand-by vanwege ingreep van bestuurder De cruisecontrol wordt tijdelijk gedeactiveerd en bystand De cruisecontrol (Cruise Control - CC) kan wor- stand-by gezet in de volgende gevallen: – Druk op de stuurknop (1). den uitgeschakeld. •...
RIJONDERSTEUNING Afstandswaarschuwing* Gerelateerde informatie Head-updisplay* • Cruisecontrol (p. 284) De afstandswaarschuwing (Distance Alert) waar- • Cruisecontrol activeren en starten (p. 285) schuwt u, als het tijdsverschil ten opzichte van de voorligger te klein wordt. • Snelheidsfuncties voor cruisecontrol (p. 285) •...
RIJONDERSTEUNING Afstandswaarschuwing activeren/ Gerelateerde informatie Tijdsverschil instellen voor • deactiveren en tijdsverschil Afstandswaarschuwing activeren/deactiveren afstandswaarschuwing instellen* en tijdsverschil instellen* (p. 289) U kunt verschillende tijdsver- schillen ten opzichte van voor- • Beperkingen van afstandswaarschuwing* De afstandswaarschuwing (Distance Alert) kan liggers kiezen en deze worden (p.
Pagina 292
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van Gerelateerde informatie • afstandswaarschuwing* Afstandswaarschuwing* (p. 288) • Beperkingen van afstandswaarschuwing* De afstandswaarschuwing (Distance Alert) kent (p. 290) in bepaalde situaties beperkingen. • Adaptieve cruisecontrol* (p. 291) N.B. In de felle zon en bij lichtschitteringen of grote variaties in de lichtsterkte alsook het gebruik van een zonnebril is het op de voor- ruit geprojecteerde waarschuwingslampje soms moeilijk waar te nemen.
RIJONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* Gerelateerde informatie neer de weg voor u weer vrij is, hervat de auto de • ingestelde snelheid. Afstandswaarschuwing* (p. 288) De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise • Control - ACC) helpt u om een gelijkmatige Afstandswaarschuwing activeren/deactiveren WAARSCHUWING snelheid en een bepaald tijdsverschil ten en tijdsverschil instellen* (p.
óf deactiveert de werkplaats – geadviseerd wordt een erkende adaptieve cruisecontrol Volvo-werkplaats. Verlaagt de opgeslagen snelheid Vergroot het tijdsverschil ten opzichte van de voorligger Verkleint het tijdsverschil ten opzichte van de voorligger NB De afbeelding is schematisch –...
RIJONDERSTEUNING Doelvoertuigindicatie: ACC heeft een doel- rubriek "Symbolen en meldingen voor de adap- wingslampje en een waarschuwingssignaal op voertuig ontdekt en volgt deze met een tieve cruisecontrol". attent gemaakt dat u onmiddellijk moet ingrijpen. vooraf gekozen tijdsverschil Waarschuwing bij een dreigende WAARSCHUWING Symbool voor tijdsverschil ten opzichte van aanrijding...
RIJONDERSTEUNING • Adaptieve cruisecontrol activeren Tijdsverschil instellen voor de adaptieve Head-updisplay* en starten* cruisecontrol* (p. 296) • Van doelvoertuig veranderen en automatisch De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise remmen met de adaptieve cruisecontrol Control - ACC) moet, om de snelheid en het (p.
RIJONDERSTEUNING Snelheidsfuncties voor adaptieve Adaptieve cruisecontrol starten Gerelateerde informatie • cruisecontrol* Om ACC te kunnen starten, is het volgende ver- Adaptieve cruisecontrol* (p. 291) eist: De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise • Control - ACC) is in te stellen op verschillende U moet de veiligheidsgordel om hebben en snelheden.
RIJONDERSTEUNING Tijdsverschil instellen voor de ken op de knop opgeslagen, op voorwaarde dat u adaptieve cruisecontrol* bij het drukken op de knop uw voet op het gas- pedaal houdt. Voor de adaptieve cruisecontrol (Adaptive Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals Cruise Control - ACC) kunnen verschillende bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling onge- tijdsverschillen worden ingesteld.
RIJONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol N.B. deactiveren/heractiveren* Houd alleen een volgtijd aan die niet in strijd De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise is met de geldende verkeersregels. Control - ACC) kan tijdelijk worden gedeacti- Als de adaptieve cruisecontrol bij activering veerd en stand-by worden gezet en vervolgens niet lijkt te reageren, kan dat komen doordat weer worden geactiveerd.
RIJONDERSTEUNING • Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals de parkeerrem wordt geactiveerd schakelen en stand-by te zetten: bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling onge- • de radarsensor wordt gehinderd door natte wijzigd –...
RIJONDERSTEUNING Inhaalassistent bij de adaptieve Gerelateerde informatie Inhaalassistent starten • cruisecontrol* of Pilot Assist-2* Om de inhaalassistent te kunnen activeren, is het Adaptieve cruisecontrol* (p. 291) volgende vereist: • Afstandswaarschuwing* (p. 288) De adaptieve cruisecontrol Adaptive Cruise • Control - ACC of Pilot Assist kan u helpen bij er is een voorligger (doelvoertuig) aanwezig het inhalen van andere voertuigen.
RIJONDERSTEUNING Van doelvoertuig veranderen en Het is daarom zaak bepaalde situaties te vermij- WAARSCHUWING automatisch remmen met de den. Voorbeelden daarvan zijn: Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rij- adaptieve cruisecontrol • u nadert een afslag om af te slaan in de rich- dende voorligger volgt bij snelheden hoger ting die normaal voor inhaalmanoeuvres De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise...
RIJONDERSTEUNING • Beperkingen van de adaptieve De adaptieve cruisecontrol kunt u op een van u zet de adaptieve cruisecontrol stand-by. – cruisecontrol* de volgende manieren heractiveren: Automatische activering van de • De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise Druk op de stuurknop parkeerrem Control - ACC) kent in bepaalde situaties beper- •...
RIJONDERSTEUNING Wisselen tussen cruisecontrol en Gerelateerde informatie 3. Druk op de stuurknop adaptieve cruisecontrol* • Cruisecontrol (p. 284) > De cruisecontrol wordt gestart en de • Bij een auto met adaptieve cruisecontrol (ACC) actuele snelheid wordt opgeslagen. Adaptieve cruisecontrol* (p. 291) kunt u wisselen tussen cruisecontrol (CC) en ACC.
RIJONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor de houden van een snelheid van 110 km/h en dat Op de voorgaande afbeelding ziet u dat de adaptieve cruisecontrol* het systeem voorliggers volgt die op dezelfde adaptieve cruisecontrol is ingesteld op het aan- snelheid rijden. houden van een snelheid van 110 km/h en dat Op het bestuurdersdisplay en/of head-updis- er geen voorliggers zijn die het systeem kan vol-...
Pagina 306
Melding Betekenis Adaptieve cruise Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Voorruitsensor Reinig de voorruit vóór de sensoren van de gecombineerde camera en radarsensor. Sensor afgedekt, zie handleiding Gerelateerde informatie •...
RIJONDERSTEUNING Pilot Assist* Pilot Assist-1* afstand tot de voorligger af en waar de zijmarke- ringen van de weg zich bevinden. Het vooraf Pilot Assist helpt u om tussen de zijmarkeringen Pilot Assist helpt u om tussen de zijmarkeringen ingestelde tijdsverschil wordt aangehouden via van de rijbaan te blijven rijden en een vooraf van de rijbaan te blijven rijden en een vooraf automatische aanpassing van de snelheid, terwijl...
Pagina 308
Pilot Assist over aan een werkplaats – geadvi- remmen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij grote heden aankan. seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. snelheidsverschillen of als de voorligger krachtig Houd altijd rekening met de heersende ver- remt. Door beperkingen van de gecombineerde...
RIJONDERSTEUNING Overzicht Functiesymbool Waarschuwing bij een dreigende aanrijding Bediening Symbolen voor doelvoertuig en tijdsverschil ten opzichte van voorligger Bestuurdersdisplay Waarschuwingslampje Knoppen en symbolen voor desbetreffende functies Pilot Assist gebruikt zo'n 40 % van de capaciteit Heractiveert Pilot Assist na automatische van de bedrijfsrem.
RIJONDERSTEUNING • Pilot Assist-1* activeren en starten Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-1 Head-updisplay* (p. 309) Pilot Assist moet, om de snelheid en het tijdsver- • Pilot Assist-1 deactiveren/heractiveren* schil te kunnen regelen en stuurhulp te kunnen (p. 310) bieden, eerst worden geactiveerd en vervolgens worden gestart.
RIJONDERSTEUNING Tijdsverschil instellen voor De beschikbaarheid van de auto actief te sturen. Als dat niet gebeurt, klinkt Pilot Assist-1 functie wordt weergegeven met een akoestisch waarschuwingssignaal. de kleur van het symbool (WIT Voor Pilot Assist kunnen verschillende tijdsver- Als u dan nog niet de handen naar het stuur = beschikbaar) wanneer Pilot schillen worden ingesteld.
RIJONDERSTEUNING Pilot Assist-1 deactiveren/ N.B. heractiveren* Houd alleen een volgtijd aan die niet in strijd Pilot Assist is tijdelijk te deactiveren en stand-by is met de geldende verkeersregels. te zetten en vervolgens weer te activeren. Als Pilot Assist bij activering niet lijkt te rea- geren, kan dat komen doordat de volgtijd ten opzichte van de voorligger een snelheidstoe- name belet.
RIJONDERSTEUNING Druk op ◀ (3). – Bij automatische deactivering klinkt een signaal Pilot Assist heractiveren vanuit stand- en op het bestuurdersdisplay verschijnt een mel- bystand > Pilot Assist wordt uitgeschakeld en scha- ding. U moet in dat geval zelf ingrijpen om de kelt over naar de adaptieve cruisecontrol snelheid en afstand ten opzichte van de voorlig- in actieve stand.
RIJONDERSTEUNING • Automatisch remmen met Annulering van automatische Pilot Assist-1* activeren en starten (p. 308) Pilot Assist-1 remfunctie • Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-1 In bepaalde situaties wordt het automatisch rem- (p. 309) Automatisch remmen met Pilot Assist werkt als men bij stilstand geannuleerd en wordt Pilot volgt.
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van Pilot Assist-1 slechte lichtomstandigheden, tegenlicht, BELANGRIJK een natte rijbaan et cetera. In bepaalde situaties gelden mogelijk beperkin- In bepaalde situaties heeft de stuurassistentie Let er ook op dat Pilot Assist de volgende gen voor de werking van Pilot Assist. van Pilot Assist moeite om u op de juiste beperkingen heeft: manier te helpen of wordt de stuurassistentie...
Pagina 316
RIJONDERSTEUNING • Pilot Assist-2* Steile wegen en/of zware belading Pilot Assist-1* activeren en starten (p. 308) Let erop dat Pilot Assist in eerste instantie • Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-1 Pilot Assist helpt u om tussen de zijmarkeringen bestemd is voor gebruik tijdens ritten op vlakke (p.
Pagina 317
RIJONDERSTEUNING en de zijlijnen van de rijstrook. U kunt op elk WAARSCHUWING gewenst moment het stuuradvies van Pilot Assist Pilot Assist is een hulpmiddel dat niet alle rij- negeren en in een andere richting sturen, bijvoor- situaties, verkeers-, weers- en wegomstandig- beeld om van rijstrook te wisselen of om obsta- heden aankan.
Pilot Assist kan stuurhulp bieden bij snelhe- Pilot Assist over aan een werkplaats – geadvi- Activeert/deactiveert Pilot Assist den van om en nabij stilstand tot 140 km/h seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Schakelt over van Pilot Assist op adaptieve (87 mph). cruisecontrol...
Pagina 319
RIJONDERSTEUNING Functiesymbool Waarschuwing bij een dreigende WAARSCHUWING aanrijding Symbolen voor doelvoertuig plus tijdsverschil Pilot Assist waarschuwt alleen voor voertui- gen die door de camera- en radareenheid zijn ten opzichte van voorligger ontdekt - daarom kan een waarschuwing uit- Symbool voor geactiveerde/gedeactiveerde blijven of met een bepaalde vertraging wor- stuurhulp den doorgegeven.
RIJONDERSTEUNING • Pilot Assist-2* activeren en starten Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-2* Head-updisplay* (p. 321) Pilot Assist moet, om de snelheid en het tijdsver- • Van doelvoertuig veranderen en automatisch schil te kunnen regelen en stuurhulp te kunnen remmen met Pilot Assist-2* (p. 324) bieden, eerst worden geactiveerd en vervolgens worden gestart.
Pagina 321
RIJONDERSTEUNING • Met de adaptieve cruisecontrol in stand-by: Handen aan het stuur Inhaalassistent bij de adaptieve cruisecon- trol* of Pilot Assist-2* (p. 299) Pilot Assist werkt alleen, wanneer u de handen 1. Druk op ▶ (6). aan het stuur houdt. Het systeem controleert dit •...
Pagina 322
RIJONDERSTEUNING Snelheidsfuncties voor ken op de knop opgeslagen, op voorwaarde dat u Pilot Assist-2* bij het drukken op de knop uw voet op het gas- pedaal houdt. Pilot Assist is in te stellen op verschillende snel- heden. Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling onge- wijzigd –...
Pagina 323
RIJONDERSTEUNING • Tijdsverschil instellen voor Inhaalassistent bij de adaptieve cruisecon- Pilot Assist-2* trol* of Pilot Assist-2* (p. 299) • Beperkingen van Pilot Assist-2* (p. 325) Voor Pilot Assist kunnen verschillende tijdsver- schillen worden ingesteld. • Symbolen en meldingen voor Pilot Assist-2* (p.
Pagina 324
RIJONDERSTEUNING Pilot Assist-2 deactiveren/ Druk op ◀ (3). – N.B. heractiveren* > Pilot Assist wordt uitgeschakeld en scha- Houd alleen een volgtijd aan die niet in strijd kelt over naar de adaptieve cruisecontrol Pilot Assist is tijdelijk te deactiveren en stand-by is met de geldende verkeersregels.
Pagina 325
RIJONDERSTEUNING Automatische deactivering is mogelijk in de vol- Pilot Assist heractiveren vanuit stand- Stand-by vanwege ingreep van bestuurder gende gevallen: Pilot Assist wordt tijdelijk gedeactiveerd en bystand stand-by gezet in de volgende gevallen: • u rijdt langzamer dan 5 km/h (3 mph) en •...
Pagina 326
RIJONDERSTEUNING • Van doelvoertuig veranderen en Snelheidsfuncties voor Pilot Assist-2* WAARSCHUWING automatisch remmen met (p. 320) Wanneer de Pilot Assist een rijdende voorlig- Pilot Assist-2* • Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-2* ger volgt bij snelheden boven zo'n 30 km/h (p. 321) Pilot Assist kan bij auto's met een automatische (20 mph), van doelvoertuig verandert en ver- volgens een stilstaand voertuig volgt, zal Pilot...
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van Pilot Assist-2* Pilot Assist kunt u op een van de volgende Automatische activering van de – manieren heractiveren: parkeerrem In bepaalde situaties gelden mogelijk beperkin- In bepaalde situaties wordt de parkeerrem aan- • gen voor de werking van Pilot Assist. Druk op de stuurknop gezet om te zorgen dat de auto blijft stilstaan.
Pagina 328
RIJONDERSTEUNING slechte lichtomstandigheden, tegenlicht, Steile wegen en/of zware belading BELANGRIJK een natte rijbaan et cetera. Let erop dat Pilot Assist in eerste instantie In bepaalde situaties heeft de stuurassistentie bestemd is voor gebruik tijdens ritten op vlakke Let er ook op dat Pilot Assist de volgende van Pilot Assist moeite om u op de juiste weggedeelten.
Pagina 329
RIJONDERSTEUNING • Symbolen en meldingen voor Pilot Assist-2* activeren en starten (p. 318) Pilot Assist-2* • Snelheidsfuncties voor Pilot Assist-2* (p. 320) Op het bestuurdersdisplay en/of head-updis- play* kunnen enkele symbolen en meldingen ver- • Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist-2* schijnen ten aanzien van Pilot Assist.
Pagina 330
RIJONDERSTEUNING • Van doelvoertuig veranderen en automatisch remmen met Pilot Assist-2* (p. 324) • Pilot Assist-2 deactiveren/heractiveren* (p. 322) • Inhaalassistent bij de adaptieve cruisecon- trol* of Pilot Assist-2* (p. 299) • Beperkingen van Pilot Assist-2* (p. 325) • Verkeersbordinformatie* (p. 359) Op de voorgaande afbeelding ziet u dat Pilot Op de voorgaande afbeelding...
Pagina 331
RIJONDERSTEUNING Radarsensor Gerelateerde informatie • Beperkingen van de radarsensor (p. 330) De radarsensor wordt door meerdere rijhulpsys- • temen gebruikt en heeft tot taak om andere voer- Typegoedkeuring voor radarsensoren tuigen te detecteren. (p. 334) • Afstandswaarschuwing* (p. 288) • Adaptieve cruisecontrol* (p.
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van de radarsensor De radarsensor zit aan de binnenkant op het Als op het bestuurdersdisplay dit sym- bovenste deel van de voorruit, samen met de bool en de melding Voorruitsensor De radarsensor kent een aantal beperkingen, die camera van de auto. Sensor afgedekt, zie handleiding ook beperkingen met zich meebrengen voor de verschijnen, betekent dit dat de...
Er is vuil tussen de binnenkant van de voorruit en de gecombineerde camera Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behui- en radarsensor gekomen. zing van de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. beeld als een inhalend voertuig invoegt tus- N.B.
• starten van de motor mogelijk tijdelijk worden uit- Volvo adviseert u scheurtjes, krassen of N.B. geschakeld gedurende zo'n 15 minuten om de sterren in het gebied vóór de gecombi- elektronica te beschermen. Als de temperatuur...
Pagina 335
RIJONDERSTEUNING Gerelateerde informatie • Radarsensor (p. 329) • Beperkingen van de camera (p. 338) • Beperkingen van afstandswaarschuwing* (p. 290) • Beperkingen van de adaptieve cruisecontrol* (p. 301) • Beperkingen van City Safety (p. 348) • Pilot Assist* (p. 305) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
RIJONDERSTEUNING Typegoedkeuring voor radarsensoren De typegoedkeuringen voor de radarsensoren van de auto staan in de volgende tabel. Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário.
Pagina 337
RIJONDERSTEUNING Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS 37295/POSTEL/2014 ✓ 4927 Indonesië 38806/SDPPI/2015 ✓ 4927 Type Approval No.: TRC/LPD/2014/255 ✓ Equipment Type: Low Power Device (LPD) Jordanië Type Approval No.: TRC/LPD/2015/3 ✓ Equipment Type: Low Power Device (LPD) AGREE PAR L’ANRT MAROC ✓ ✓...
Pagina 338
RIJONDERSTEUNING Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS TA-2014/1824 ✓ APPROVED Zuid-Afrika TA-2014/2390 ✓ APPROVED ✓ CCAB15LP0560T3 Taiwan ✓ CCAB15LP0680T0 ACC = Adaptive Cruise Control BLIS = Blind Spot Information Gerelateerde informatie • Radarsensor (p. 329) • Beperkingen van de radarsensor (p. 330) •...
Pagina 339
RIJONDERSTEUNING • Camera Automatisch groot licht* De camera wordt gebruikt door meerdere rij- Gerelateerde informatie hulpsystemen en heeft tot taak om bijvoorbeeld • Beperkingen van de camera (p. 338) de zijlijnen van de weg of verkeersborden te • Adaptieve cruisecontrol* (p. 291) detecteren.
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van de camera Geblokkeerde eenheid Als op het bestuurdersdisplay dit sym- De camera kent een aantal beperkingen, die ook bool en de melding Voorruitsensor beperkingen met zich meebrengen voor de func- Sensor afgedekt, zie handleiding ties die gebruik maken van de eenheid. verschijnen, betekent dit dat de Beperkt zicht gecombineerde camera en radarsensor geen...
Pagina 341
Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behuizing van camera en radarsensor gekomen. de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Fel tegenlicht Valt niets aan te doen. In betere lichtomstandigheden wordt de camera automa- tisch opnieuw geactiveerd.
Pagina 342
Beperkingen van Verkeersbordinformatie* van alle op de camera en radar gebaseerde (p. 363) systemen van de auto te garanderen. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Onderhoud De gecombineerde radarsensor en camera werkt alleen naar behoren wanneer u vuil, ijs en...
Pagina 343
RIJONDERSTEUNING City Safety peld aan onoplettendheid tot bijna-ongelukken geheel voorkomen, maar wel de gevolgen ervan kunnen leiden. beperken. City Safety waarschuwt u met visuele, haptische en akoestische signalen voor voetgangers, fiet- Het systeem helpt u door automatisch te rem- Bij gevaar voor een botsing met groot wild kan sers, grotere dieren en voorliggers –...
RIJONDERSTEUNING Collision Warning Zoekpad in hoofdmenu: Instellingen My Car WAARSCHUWING Eerst wordt u gewaarschuwd voor een dreigende IntelliSafe City Safety is een hulpmiddel en werkt niet in aanrijding. alle rijsituaties en verkeers-, weers- en weg- Overzicht omstandigheden. City Safety kan voetgangers, fietsers of voertui- gen voor uw auto ontdekken, die stilstaan of in Er wordt alleen gewaarschuwd, wanneer het dezelfde richting als u rijden.
RIJONDERSTEUNING Waarschuwingsafstand instellen Wanneer City Safety ingrijpt en remt, verschijnt Auto Brake voor City Safety op het bestuurdersdisplay de melding dat het In allerlaatste instantie wordt de automatische systeem actief is/was. remfunctie geactiveerd. City Safety is altijd actief, maar het is wel moge- lijk om een waarschuwingsafstand te kiezen voor Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit- WAARSCHUWING...
RIJONDERSTEUNING Obstakeldetectie met City Safety™ Als u vindt dat er te vaak wordt gewaarschuwd en N.B. de signalen als storend ervaart, kunt u de waar- De obstakels die City Safety kan detecteren, zijn De waarschuwing met de richtingaanwijzers schuwingsafstand verkleinen. Het systeem waar- voertuigen, fietsers, grotere dieren en voetgan- voor Rear Collision Warning wordt gedeacti- schuwt dan minder snel en minder vaak.
Pagina 347
RIJONDERSTEUNING Voor optimale prestaties van het systeem moet Voetganger City Safety kan dankzij de koplampen van de auto de systeemfunctie die verantwoordelijk is voor ook in het donker voetgangers detecteren. identificatie van fietsers zo uniform mogelijke informatie over de lichaams- en fietscontouren WAARSCHUWING ontvangen –...
RIJONDERSTEUNING City Safety bij kruisend verkeer Grotere dieren WAARSCHUWING City Safety kan u helpen als uw auto tijdens het City Safety is slechts een hulpmiddel dat niet afslaan op een kruising het pad van een tegen- altijd alle grotere dieren kan detecteren en ligger kruist.
RIJONDERSTEUNING • City Safety bij ontoereikende Bovendien moet aan de volgende criteria zijn vol- het zicht op tegenliggers wordt belemmerd uitwijkmanoeuvre daan: door een ander voertuig • • tegenliggers voeren geen koplampen City Safety kan u helpen door de auto automa- de snelheid van uw auto is minimaal 4 km/h tisch eerder te remmen, wanneer een botsing (3 mph)
Onderhoud en vervanging van onderdelen in visuele waarschuwingssignaal aan de binnenkant City Safety mogen uitsluitend door een werk- van de voorruit mogelijk niet werkt. plaats worden uitgevoerd - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
RIJONDERSTEUNING Plaats, plak of bevestig niets aan de buiten- Ingreep van bestuurder WAARSCHUWING of binnenkant van de voorruit, vóór of rond de Achteruitrijden Als de gecombineerde radarsensor en gecombineerde radarsensor en camera – dat Wanneer u achteruitrijdt, is City Safety tijdelijk camera op grond van de verkeerssituatie of kan storingen veroorzaken in de op de gedeactiveerd.
Automatische interventie City Safety Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service vereist Gerelateerde informatie • City Safety (p. 341)
RIJONDERSTEUNING Rear Collision Warning Beperkingen Gerelateerde informatie • In bepaalde gevallen kan het voor RCW moeilijk City Safety (p. 341) De Rear Collision Warning (RCW) kan u helpen zijn om u te helpen bij een dreigende aanrijding. • om aanrijdingen van achteren door naderende Waarschuwingsafstand instellen voor City Dat kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen zijn: achterliggers te voorkomen.
Pagina 354
RIJONDERSTEUNING Blind Spot Information* trolelampje over van constant branden op knippe- ren met een feller licht. Het Blind Spot Information (BLIS) dient om u te waarschuwen voor naderende achterliggers N.B. schuin achter en naast u bij ritten in druk verkeer op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde Het lampje gaat branden aan de kant van de richting.
Pagina 355
RIJONDERSTEUNING Blind Spot Information* activeren/ lelampjes op de buitenspiegels één keer knippe- WAARSCHUWING deactiveren ren. Het systeem is een aanvulling op, en vormt Het Blind Spot Information (BLIS) is te active- Als BLIS bij het uitschakelen van de motor geen vervanging voor, een veilige rijstijl en het ren/deactiveren.
Pagina 356
Reparaties aan de componenten van de BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- plaats wordt aanbevolen. NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
Pagina 357
RIJONDERSTEUNING Cross Traffic Alert* Cross Traffic Alert* activeren/ Als CTA heeft gedetecteerd dat er van de zijkant deactiveren iets aankomt, wordt dit aangegeven met: Cross Traffic Alert (CTA) is een hulpmiddel om u • voor kruisend verkeer te waarschuwen als u ach- een geluidssignaal - het geluid komt uit de De Cross Traffic Alert (CTA) kan worden geacti- teruitrijdt met de auto.
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van Cross Traffic Alert Gerelateerde informatie • Cross Traffic Alert* (p. 355) De Cross Traffic Alert (CTA) kent in bepaalde • situaties beperkingen. Beperkingen van Cross Traffic Alert (p. 356) • Meldingen voor Blind Spot Information* en CTA werkt niet in alle situaties optimaal, maar Cross Traffic Alert* (p.
Pagina 359
BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de bord/bumper. De sensoren worden tevens bumper mogen uitsluitend in een werkplaats gebruikt door het Blind Spot Information (BLIS). worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- plaats wordt aanbevolen. Gerelateerde informatie • Cross Traffic Alert* (p. 355) •...
Pagina 360
Melding Betekenis Dodehoeksensor Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Dodehoeksysteem uit BLIS en CTA zijn gedeactiveerd, omdat er een aanhanger op het elektrische systeem van de auto is aangesloten.
RIJONDERSTEUNING Bordweergave van Verkeersbordinformatie* WAARSCHUWING verkeersbordinformatie De verkeersbordinformatie (Road Sign RSI werkt niet in alle situaties, maar is uitslui- Information - RSI) helpt u bij het in acht nemen De verkeersbordinformatie (Road Sign tend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel. van snelheidsspecifieke verkeersborden en Information - RSI) registreert en toont verkeers- Als bestuurder bent u er altijd verantwoorde- bepaalde verbodsborden die u passeert.
RIJONDERSTEUNING Samen met het symbool voor Einde snelheidsbeperkingen. Soms kent een en dezelfde weg verschillende de geldende snelheidsbeper- snelheidsbeperkingen – een aanvullend bord king kan ook een aanvullend geeft dan aan onder welke omstandigheden de bord worden weergegeven, bij- snelheden gelden. Het kan dan bijvoorbeeld gaan voorbeeld voor een inhaalver- om een gevaarlijke weg bij bijvoorbeeld regen bod.
RIJONDERSTEUNING Informatie over snelheidscamera's Sensus Navigation kopje "Snelheidswaarschuwing activeren/deacti- veren" in de paragraaf "Verkeersbordinformatie Bij een auto met Sensus Navigation, wordt er in Auto's uitgerust met Sensus Navigation kunnen activeren/deactiveren" en de paragraaf "Beper- de volgende gevallen snelheidsspecifieke infor- op het bestuurdersdisplay informatie geven over kingen voor Verkeersbordinformatie".
RIJONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie activeren/ De snelheidswaarschuwing 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm deactiveren bestaat uit een tijdelijk knippe- van het middendisplay. rend symbool op het bestuur- De verkeersbordinformatie (Road Sign 2. Druk op My Car IntelliSafe Road dersdisplay voor de maximum- Information - RSI) is te activeren/deactiveren.
Pagina 365
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van Driver Alert Control N.B. Verkeersbordinformatie* Driver Alert Control (DAC) dient om uw aan- De RSI-functie kan sommige soorten fiets- dacht te trekken, wanneer de auto op ongecon- De verkeersbordinformatie (Road Sign drager (aangesloten op de elektrische aan- troleerde wijze bestuurd wordt (omdat u bijvoor- Information - RSI) kent in bepaalde situaties sluiting voor aanhangers)interpreteren als een...
RIJONDERSTEUNING Driver Alert Control activeren/ WAARSCHUWING deactiveren Neem een waarschuwing altijd serieus, omdat De Driver Alert Control (DAC) is te activeren/ u bij slaperigheid uw lichamelijke conditie deactiveren. vaak minder goed kunt inschatten. Breng bij een waarschuwing of een gevoel Driver Alert Control activeren/ van vermoeidheid de auto zo spoedig mogelijk deactiveren...
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van Driver Alert Rijbaanassistent 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm Control van het middendisplay. De rijbaanassistent moet op snelwegen, hoofd- De Driver Alert Control (DAC) kent in bepaalde 2. Druk op My Car IntelliSafe Driver wegen en dergelijke het risico beperken dat uw situaties beperkingen.
Pagina 368
RIJONDERSTEUNING geringe stuurbeweging actief terug de rij- Als u uw handen niet aan het baan in sturen. stuur houdt, verschijnt op het bestuurdersdisplay het vol- 2. Bij een geactiveerde waarschuwing: Als de gende symbool samen met de auto een zijlijn dreigt te passeren, wordt u melding om actief te sturen: gewaarschuwd met geluid of stuurtrillingen.
RIJONDERSTEUNING • Lane Keeping Aid activeren/ Rijbaanassistent grijpt niet in slecht weer met beperkt zicht deactiveren • randen of andere lijnen dan de zijlijnen van de rijstrook Het is mogelijk de rijbaanassistent Lane Keeping • wegen met onduidelijke of ontbrekende belij- Aid (LKA) te activeren/deactiveren en enkele ning.
RIJONDERSTEUNING 3. Kies onder Waarschuwende feedback Lane Keeping Aid de waarschuwingsme- thode: • Geluid - u wordt gewaarschuwd met geluid. • Trilling - u wordt gewaarschuwd met stuurtrillingen. Assistentie-opties voor Lane Keeping U kunt kiezen hoe LKA moet handelen als de auto de eigen rijbaan verlaat.
RIJONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor Rijbaanassistent tast de ene zijlijn of beide zijlij- Aanduiding van stuurhulp/waarschuwing rijbaanassistent nen van de rijstrook af. Niet beschikbaar Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- bolen en meldingen verschijnen ten aanzien van de rijbaanassistent. Symbool op het bestuurdersdisplay De rijbaanassistent wordt gevi- sualiseerd met een symbool op het bestuurdersdisplay.
Pagina 372
Betekenis Best.onderst.systeem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service vereist Voorruitsensor Het vermogen van de camera om de rijbaan vóór de auto af te tasten is beperkt.
RIJONDERSTEUNING Bescherming bij bermongevallen Remingrepen helpen in situaties waar stuurhulp Bescherming tegen bermongelukken met Run-off Mitigation alleen niet voldoende is. De remkracht wordt stuurhulp automatisch afgestemd op de situatie waarin een De bescherming tegen bermongelukken helpt bermongeluk dreigt. het risico beperken dat uw auto onbedoeld van de weg raakt door de auto in het gegeven geval Instellingen voor de bescherming tegen actief weer de weg op te sturen.
Pagina 374
RIJONDERSTEUNING Voorbeelden daarvan: Gerelateerde informatie • Symbolen en meldingen voor bescherming • wegwerkzaamheden bij bermongelukken (p. 373) • winterse wegomstandigheden • Rijbaanassistent (p. 365) • smalle wegen • Beperkingen van de camera (p. 338) • slecht wegdek • zeer sportief rijgedrag •...
Automatische interventie Best.onderst.systeem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service vereist Voorruitsensor Het vermogen van de camera om de rijbaan vóór de auto af te tasten is beperkt.
Pagina 376
RIJONDERSTEUNING Parkeerhulp* ondertussen het audiosysteem beluistert, wordt WAARSCHUWING het volume daarvan tijdelijk verlaagd. De parkeerhulp helpt u bij het parkeren in • Hoewel de Park Assist handig is bij het krappe ruimten door de afstand tot obstakels Bij obstakels voor en naast de auto worden er parkeren, bent u nog altijd schadeplichtig aan te geven met geluidssignalen in combinatie zolang de auto rijdt geluidssignalen gegeven,...
Gerelateerde informatie haak – zonder een originele aanhangerkabel • Parkeerhulp activeren/deactiveren* (p. 376) van Volvo – moet u de Park Assist mogelijk • Beperkingen van parkeerhulp* (p. 376) handmatig uitschakelen om te voorkomen dat de sensoren erop reageren.
Pagina 378
RIJONDERSTEUNING Parkeerhulp activeren/deactiveren* Beperkingen van parkeerhulp* BELANGRIJK De parkeerhulp is te activeren/deactiveren. De functie parkeerhulp kent in bepaalde situaties Obstakels zoals kettingen, smalle glanzende beperkingen. palen of lage obstakels kunnen "afgescha- De voor- en zijsensoren van de parkeerhulp wor- duwd" worden en worden in dat geval tijdelijk den automatisch geactiveerd bij het starten van N.B.
RIJONDERSTEUNING De parkeerhulp werkt alleen optimaal, wanneer u BELANGRIJK de bijbehorende sensoren regelmatig reinigt met In bepaalde omstandigheden kan het par- water en autoshampoo. keerhulpsysteem ten onrechte waarschu- wingssignalen afgeven. Dit komt door externe N.B. geluidsbronnen met ultrasone geluidssigna- Vuil, sneeuw en ijs op de sensoren kunnen len van dezelfde frequentie als de sensoren aanleiding geven tot onterechte waarschu- van het systeem.
Betekenis Parkeerhulpsysteem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Niet beschikbaar Service vereist Parkeerhulpsysteem Een of meer van de sensoren van het systeem zijn geblokkeerd. Controleer dit en verhelp de storing zo spoedig mogelijk.
RIJONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera* CTA* - Cross Traffic Alert activeren/deacti- Camera 360°-aanzicht* veren De parkeerhulpcamera helpt u bij het parkeren in krappe ruimten door obstakels weer te geven Zoomen - in-/uitzoomen met camerabeelden en grafische voorstellingen op het middendisplay. WAARSCHUWING Overzicht • De parkeercamera is alleen bedoeld als De parkeerhulpcamera is een hulpsysteem dat, al hulpmiddel en zodat de bestuurder eind-...
Pagina 382
RIJONDERSTEUNING Achterzijde Voorzijde N.B. Voor automatische heractivering van de front- camera bij snelheidsdaling moet u Automatische achteruitrijcamera activeren hebben gekozen in Instellingen My Car Parkeerhulp. Naar zijkanten De achtercamera zit boven de kentekenplaat. De parkeerhulpcamera vooruit zit in de grille. De camera beslaat een breed gebied achter de De frontcamera kan handig zijn bij het invoegen auto.
RIJONDERSTEUNING • Hulplijnen en velden voor de Beperkingen van de parkeerhulpcamera* De hulplijnen zijn inclusief de uitstekende delen parkeerhulpcamera* (p. 384) van de auto, zoals de trekhaak, buitenspiegels en hoeken. • Parkeerhulp* (p. 374) De parkeerhulpcamera geeft met lijnen in het camerabeeld aan waar de auto zich ten opzichte •...
RIJONDERSTEUNING Hulplijnen in 360°-weergave* Hulplijn voor trekhaak BELANGRIJK Let op: als u het camerabeeld naar achteren hebt gekozen, toont het middendisplay alleen het gebied achter de auto - let dan zelf op de zijkanten en voorkant van de auto als u bij het achteruitrijden aan het stuur draait.
RIJONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera starten* Er zijn niet tegelijkertijd hulplijnen weer te geven Veldkleur achteruit en voor- Afstand (meter) voor de auto en de trekhaak. De parkeerhulpcamera kan automatisch starten bij het inschakelen van de achteruitversnelling of Sensorveld van parkeerhulp* Oranje 0,6-1,5 handmatig via het middendisplay.
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van de Automatische start parkeerhulpcamera 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm parkeerhulpcamera* van het middendisplay. activeren/deactiveren De automatische start van de parkeerhulpcamera 2. Druk op De functie parkeerhulpcamera kent in bepaalde My Car Parkeerhulp. bij inschakeling van de achteruitversnelling is te situaties beperkingen.
Pagina 387
RIJONDERSTEUNING Onderhoud Maak cameralenzen regelmatig schoon met lauw water en autoshampoo. Wees voorzichtig zodat er geen krassen op de lens komen. N.B. Houd voor optimale werking de cameralens vrij van vuil, sneeuw en ijs. Dit is vooral van belang in slechte lichtomstandigheden. Gerelateerde informatie •...
RIJONDERSTEUNING Actieve parkeerhulp* 3. De auto wordt netjes in het midden van het WAARSCHUWING vak geparkeerd door voor-/achteruit te rijden. De actieve parkeerhulp (Park Assist Pilot - PAP) PAP werkt niet in alle situaties, maar is uitslui- Uitparkeren kan een parallel geparkeerde helpt u bij het parkeren in en het wegrijden uit tend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel.
RIJONDERSTEUNING Parkeren met actieve parkeerhulp* Gerelateerde informatie Achteruit insteken • Parkeren met actieve parkeerhulp* (p. 387) De actieve parkeerhulp (Park Assist Pilot - PAP) • helpt u in drie fasen bij het parkeren. De functie Beperkingen van de Actieve parkeerhulp* kan u ook helpen om uit een parkeervak te rij- (p.
RIJONDERSTEUNING 2. Druk op de knop Inparkeren op het functie- N.B. scherm. De afstand tussen de auto en parkeervakken > PAP zoekt een parkeervak en meet of dit moet 0,5–1,5 meter bedragen, wanneer PAP vak groot genoeg is. de omgeving aftast op zoek naar een pas- 3.
RIJONDERSTEUNING 2. Rijd langzaam en voorzichtig achteruit en Achteruit in het parkeervak rijden Auto netjes in het midden van het raak het stuurwiel niet aan – rijd niet sneller parkeervak parkeren dan 7 km/h (4 mph). > PAP zal de auto het parkeervak insturen. 3.
RIJONDERSTEUNING Beperkingen van de Actieve 2. Let op het middendisplay. Stop de auto als U activeert Uitparkeren op het parkeerhulp* dit met grafische voorstellingen en een mel- functiescherm van het midden- ding van u verlangd wordt. display. De actieve parkeerhulp (Park Assist Pilot – PAP) 3.
Pagina 393
Informeer bij een werkplaats – geadviseerd • Voorwerpen boven het detectiegebied van de claxons, natte banden op asfalt, pneumati- wordt een erkende Volvo-werkplaats. sensoren worden niet meegenomen bij het sche remmen en uitlaatgeluid van motorfiet- berekenen van de parkeermanoeuvre, waar- sen.
Pagina 394
RIJONDERSTEUNING Gerelateerde informatie • Actieve parkeerhulp* (p. 386) • Parkeren met actieve parkeerhulp* (p. 387) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Een of meer van de sensoren van de systemen zijn geblokkeerd. Controleer dit en verhelp de storing zo spoedig mogelijk. Sensoren afgedekt, schoonmaken vereist Parkeerhulpsysteem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Niet beschikbaar Service vereist Gerelateerde informatie • Actieve parkeerhulp* (p. 386) •...
Zo'n 5 minuten voor de blaastest niet eten of N.B. De auto heeft een interface voor elektrische aan- drinken. sluiting van de door Volvo goedgekeurde alcohol- Alle activering met bypass wordt geregis- • De voorruit niet te lang sproeien – de alcohol slotmerken en -modellen.
STARTEN EN RIJDEN Contactslotstanden Niveau Functies Niveau Functies Het elektrische systeem van de auto is in ver- • Kilometerteller, klok en tempera- • Panoramadak, elektrisch bedien- schillende standen te zetten voor gebruik van tuurmeter worden verlicht. bare ruiten, 12V-aansluitingen in verschillende autosystemen.
STARTEN EN RIJDEN Motor starten Contactslotstand kiezen volgens knop los, die automatisch terugveert naar de uitgangspositie. De auto is te starten via de transpondersleutel • Terug naar contactslotstand 0 - Om terug en met de startknop op de tunnelconsole. te gaan naar contactslotstand 0 vanuit stand I en II moet u de startknop naar stand STOP draaien en de knop loslaten.
Pagina 401
STARTEN EN RIJDEN 3. Trap het rempedaal volledig in N.B. N.B. 4. Draai de startknop naar stand START en laat Zorg ervoor dat er geen andere autosleutels, Voor bepaalde motortypen kan het stationaire de knop weer los. De knop veert automatisch metalen voorwerpen of elektronische appara- toerental bij een koude start duidelijk hoger terug naar de uitgangspositie.
STARTEN EN RIJDEN Auto afzetten Stuurslotfout Starthulp met andere accu U zet de auto af met de startknop op de tunnel- Het stuurslot bemoeilijkt de besturing zoals bij Als de startaccu uitgeput is, kunt u de auto star- console. gebruik van de auto door onbevoegden. Er is ten met stroom van een hulpaccu.
Pagina 403
STARTEN EN RIJDEN 4. Bevestig de ene klem van de rode startkabel 11. Start de motor in de auto met de uitgeputte Gerelateerde informatie • aan de pluspool (1) van de hulpaccu. accu. Startaccu (p. 546) • Contactslotstanden (p. 397) BELANGRIJK BELANGRIJK •...
STARTEN EN RIJDEN Versnellingsbak Schakelstanden van automatische Symbool Betekenis versnellingsbak De versnellingsbak is een onderdeel van de aan- Informatie- of foutmelding voor de drijflijn (krachtoverbrenging) tussen motor en Een automatische versnellingsbak biedt comfort, versnellingsbak. Volg het gegeven aandrijfwielen. De versnellingsbak heeft tot taak omdat u zich op het verkeer op de weg kunt advies op.
Pagina 405
STARTEN EN RIJDEN Schakelstanden naar de eerstvolgende hogere versnelling en Neutrale stand - N laat de hendel weer los. In deze stand kunt u de motor starten en er is Parkeerstand - P geen versnelling ingeschakeld. Zet de parkeer- • Duw de keuzehendel naar achteren in de Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat rem aan, wanneer de auto stilstaat en de keuze-...
STARTEN EN RIJDEN bak automatisch terug naar een lagere versnel- Schakelindicator ling. Dit is de zogeheten kickdown. De schakelindicator op het bestuurdersdisplay Wanneer u het gaspedaal uit de kickdownstand geeft aan welke versnelling er ingeschakeld is in loslaat, schakelt de versnellingsbak automatisch de stand voor handmatig schakelen en wanneer u voor optimale zuinigheid beter kunt schakelen.
STARTEN EN RIJDEN Keuzehendelblokkering Automatische schakelblokkering Automatische schakelblokkering De automatische keuzehendelblokkering kent deactiveren De keuzehendelblokkering voorkomt onbedoeld verschillende beveiligingsfuncties. schakelen tussen schakelstanden bij een auto- matische versnellingsbak. Vanuit de parkeerstand - P Om de keuzehendel uit stand P te kunnen halen De keuzehendelblokkering is verkrijgbaar in twee moet u in contactslotstand II het rempedaal uitvoeringen: een mechanische en een automati-...
STARTEN EN RIJDEN Schakelen met stuurpaddles* Gerelateerde informatie • Schakelstanden van automatische versnel- De stuurpaddles vormen een aanvulling op de lingsbak (p. 402) keuzehendel en bieden u de mogelijkheid om • Contactslotstanden (p. 397) handmatig te schakelen zonder uw handen van het stuurwiel te hoeven nemen.
STARTEN EN RIJDEN Start/Stop Automatische uitschakeling In schakelstand D worden de stuurpaddles na Het Start/Stop-systeem zet de motor tijdelijk af enige tijd van inactiviteit automatisch uitgescha- wanneer de auto stilstaat voor bijvoorbeeld ver- keld. Het feit dat het cijfer voor de ingeschakelde keerslichten of in een file en start de motor ver- versnelling verdwijnt bevestigt dit.
STARTEN EN RIJDEN Start/Stop-systeem gebruiken Zie ook artikel "Voorwaarden voor Start/Stop- Symbolen op bestuurdersdisplay systeem". Het Start/Stop-systeem zet de motor tijdelijk af, Met 12 inch bestuurdersdisplay • als de auto stilstaat en start hem vervolgens De melding READY verschijnt op de toeren- Autostart weer als u uw weg vervolgt.
STARTEN EN RIJDEN • Voorwaarden voor Start/Stop- het opnieuw wordt geactiveerd Met 8 inch bestuurdersdisplay systeem Het symbool verschijnt onder aan de snelheids- • u de rijmodus wijzigt in Comfort meter. Het Start/Stop-systeem werkt alleen, wanneer • de auto een volgende keer wordt gestart. aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
STARTEN EN RIJDEN • de temperatuur van de startaccu ligt onder of Autostart zonder dat u het rempedaal Gerelateerde informatie • boven de toelaatbare grenswaarden. loslaat Start/Stop (p. 407) • In de volgende gevallen vindt autostart plaats, • u maakt grote stuurbewegingen. Start/Stop-systeem gebruiken (p.
STARTEN EN RIJDEN Rijmodi* Rijmodus kiezen Mogelijke rijmodi De gekozen rijmodus past de rijeigenschappen COMFORT • van de auto aan om de rijbeleving te verbeteren Dit is de normale modus van de auto. en ondersteuning te bieden in bepaalde omstan- Bij het starten van de auto staat deze in de digheden.
STARTEN EN RIJDEN 3. Kies een van de rijmodi als uitgangspunt: INDIVIDUAL • Comfort Dynamisch Deze stand biedt de mogelijkheid om uw eigen rijinstellingen op te slaan. Instellingen die kunnen worden aangepast, Kies een van de rijmodi als uitgangspunt en pas zijn instellingen voor de instellingen voor de rijeigenschappen geheel •...
STARTEN EN RIJDEN Rijmodus ECO – Druk voor activering van de functie herhaalde Met de rijmodusknop* malen op de knop. Rijmodus ECO optimaliseert de rijeigenschap- > Een brandend lampje in de knop geeft pen van de auto om zuiniger en milieuvriendelij- aan dat de functie geactiveerd is.
STARTEN EN RIJDEN • Wissel van rijmodus* of schakel de Beperkingen Rijmodus ECO Het uitrolsysteem is niet beschikbaar in de vol- uit op het functiescherm. gende gevallen: Ook zonder het uitrolsysteem is het mogelijk om kortere stukken uit te rollen. En dat draagt bij aan •...
STARTEN EN RIJDEN Niveauregeling* en schokdemping Klimaatinstellingen Bij het transporteren Bij het transport van de auto op een veerboot, De niveauregeling en schokdemping van de auto autotrein of autotransporter mag u de spanban- N.B. worden automatisch geregeld. den alleen rond de banden vastzetten en niet om Bij activering van de ECO-functie worden Dankzij de niveauregeling aan achterzijde blijft de andere chassisonderdelen halen.
STARTEN EN RIJDEN Remsystemen Rempedaal Vierwielaandrijving* Bij vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive), De remmen van de auto worden gebruikt om Het rempedaal wordt gebruikt om de rijsnelheid worden alle vier de wielen van de auto tegelijk snelheid te minderen of om te voorkomen dat tijdens het rijden te verlagen.
Pagina 419
U moet dan in het remsysteem en het ABS tegelijkertijd door harder op het rempedaal te trappen. Volvo harder op de rem trappen. Houd daarom meer branden, is er mogelijk een fout opgetreden in raadt aan uitsluitend remblokken te monteren die afstand tot voorliggers.
STARTEN EN RIJDEN Noodremlichten Remversterker Gerelateerde informatie • Remsystemen (p. 416) De noodremlichten worden geactiveerd om ach- Het systeem van een remversterker, BAS (Brake • Remversterker (p. 418) terliggers erop te attenderen dat u krachtig remt. Assist System), helpt om bij afremmen de rem- Daarbij knipperen de remlichten in plaats van dat kracht te verhogen en het verkort daarmee de •...
STARTEN EN RIJDEN • Automatisch remmen na een Parkeerrem Rear Collision Warning (p. 351) aanrijding De parkeerrem voorkomt met behulp van mecha- Bij een aanrijding waarbij het activeringsniveau nische blokkering/vergrendeling van twee wielen voor pyrotechnische gordelspanners of airbags dat een stilstaande auto kan wegrollen. wordt bereikt, of als er een aanrijding met groot wild wordt gedetecteerd, worden de remmen van de auto automatisch geactiveerd.
STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem gebruiken Gerelateerde informatie Symbool op bestuurdersdisplay • Remsystemen (p. 416) Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat Symbool Betekenis • Parkeerrem gebruiken (p. 420) een stilstaande auto kan wegrollen. Het symbool brandt wanneer de • Bij een parkeerremfout (p. 422) Parkeerrem aanzetten parkeerrem is aangezet.
STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem lossen Op een helling parkeren 2. Druk op My Car Elektrische parkeerrem Parkeerrem en markeer de functie automatisch activeren of juist niet. WAARSCHUWING Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op Gerelateerde informatie een hellende ondergrond - een ingescha- •...
STARTEN EN RIJDEN Bij een parkeerremfout Hellingrem Symbolen op bestuurdersdisplay Neem contact op met een erkende Volvo-werk- De hellingrem, Hill Start Assist (HSA), voorkomt Symbool Betekenis plaats als het na meerdere pogingen niet lukt om dat de auto achteruitrolt bij het starten op een Als het symbool knippert, betekent de parkeerrem aan te zetten of te lossen.
STARTEN EN RIJDEN Automatische rem bij stilstand Schakelaar voor automatische rem Symbolen op bestuurdersdisplay Dankzij de automatische rem bij stilstand (Auto Symbool Betekenis Hold) kunt u bij stilstand voor verkeerslichten of Het symbool brandt als het sys- een kruising het rempedaal loslaten zonder dat teem het rempedaal gebruikt om dit gevolgen heeft voor de remwerking.
STARTEN EN RIJDEN Lagesnelheidsregeling* Afdalingsremregeling* Lagesnelheidsregeling (LSC) activeren De lagesnelheidsregeling Low Speed Control Afdalingsremregeling, Hill Descent Control Op het functiescherm van het middendisplay (LSC) biedt ondersteuning bij terreinritten en rij- (HDC), is een systeem dat op lage snelheden De auto heeft een functieknop den op een gladde ondergrond.
STARTEN EN RIJDEN Doorwaaddiepte bedienen. Bij activering van het systeem gaan de N.B. remlichten branden. Met doorwaden wordt bedoeld dat de auto door Wanneer het LSC met HDC geactiveerd is, een diepere plas water op een met water Met het rempedaal kunt u de auto altijd remmen veranderen het gaspedaalgevoel en de bedekte rijbaan rijdt.
- geadvi- motor een tijdje werkt nadat de motor is uit- Stop veilig . Breng de auto in dat geval zo seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. geschakeld. spoedig mogelijk tot stilstand en laat de Kans op motorschade.
STARTEN EN RIJDEN Overbelasting van de startaccu Symbolen op bestuurdersdisplay Gerelateerde informatie • Contactslotstanden (p. 397) De elektrische functies van de auto belasten de Symbool Betekenis • startaccu in verschillende mate. Laat het con- Startaccu (p. 546) Hoge motortemperatuur. Volg het tactslot niet te lang achtereen in stand II staan, gegeven advies op.
STARTEN EN RIJDEN • Voorbereidingen voor een lange rit Rijden tijdens de winter Informatie over snelheidscamera's (p. 361) • Rijden met aanhanger (p. 439) Voor aanvang van een autovakantie of een lan- Bij rijden in de winter is het belangrijk om gere autorit is het belangrijk om de functies en bepaalde controles op de auto uit te voeren, •...
Nieuwe auto's en gladde wegen Op het bestuurdersdisplay Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs wordt met de pijl naast het adviseert Volvo u om de auto rondom van winter- tanksymbool aangegeven aan banden te voorzien. welke kant van de auto de tankvulklep zit.
STARTEN EN RIJDEN Tanken bij een tankstation 3. Giet de tank niet te vol door het vulpistool na de eerste afslag uit de vulopening te halen. > De tank is vol. N.B. Een overvolle tank kan bij warm weer over- stromen.
Gebruik geen brandstof met een kwaliteit die Op de grond gemorste brandstof kan vlam • Zuinig rijden (p. 435) slechter is dan de kwaliteit die door Volvo wordt vatten. aanbevolen, omdat dit een negatief effect heeft Schakel de verwarming op brandstof uit voor- op het motorvermogen en het brandstofverbruik.
Het gebruik van brandstof met metaalad- pijp goed schoon. Voorkom morsen op gelakte ditieven is niet toegestaan. oppervlakken. Maak als u gemorst hebt het • Gebruik geen toevoegingen die niet door gebied met water en zeep schoon. Volvo zijn aanbevolen.
START. Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- N.B. leiding tot verhoogde vormen van slijtage en motorschade die niet worden gedekt door de Alvorens brandstof te tanken bij een leegge- garanties van Volvo.
STARTEN EN RIJDEN Roetfilter Waar u op moet letten bij het vullen van N.B. brandstof uit een jerrycan Auto's op diesel zijn uitgerust met een roetfilter, Tijdens de regeneratie kan zich het volgende Gebruik voor het bijvullen van dieselolie uit een waardoor een nog effectievere uitlaatgasreini- voordoen: jerrycan de trechter die onder het vloerluik in de...
Neem geen spullen in de auto mee die u niet de rijmodus ECO. krijgbaar voor de auto – neem voor informatie gebruikt - hoe groter de belading, hoe hoger contact op met een Volvo-dealer. • Gebruik het uitrolsysteem Eco Coast . Er het verbruik.
STARTEN EN RIJDEN In- en uitklapbare trekhaak* N.B. De in-/uitklapbare trekhaak is altijd gemakkelijk Wanneer een koppeling met trillingsdemper bereikbaar en eenvoudig uit of in te klappen als wordt gebruikt, mag de trekkogel niet worden dat nodig is. In de ingeklapte stand is de trek- gesmeerd.
STARTEN EN RIJDEN Trekhaak inklappen BELANGRIJK Zorg dat er geen aansluitcontact of adapter in de elektrische aansluiting zit bij het inklappen van de trekhaak. 1. Open de achterklep Druk de knop rechtsach- ter in de bagageruimte in en laat hem weer 2.
Pagina 440
STARTEN EN RIJDEN Specificaties van de trekhaak* Afmetingen, bevestigingspunten (mm) Afmetingen en bevestigingspunten voor de trek- 1229 haak. 111,8 437,5 Zie afbeelding boven 2. Vergrendel de trekhaak door deze terug te 310,5 bewegen naar zijn ingeklapte positie. Daar Middelpunt kogel wordt hij vergrendeld.
Gebruik een aanzien van de toelaatbare snelheden en en hoe u de aanhanger laadt. door Volvo goedgekeurde adapter. Zorg dat de gewichten. Het laadvermogen is afhankelijk van het rijklaar kabel niet over de grond sleept.
Pagina 442
De automatische controlefunctie is uit te schake- Automatische controle De vermelde maximaal toegestane aanhange- len op het middendisplay. Na aansluiting van een aanhanger is de werking rgewichten zijn door Volvo toegestaan. Natio- van de aanhangerverlichting te controleren aan 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
STARTEN EN RIJDEN • Rijden met een aanhanger in Goedgekeurde bandenspanningswaarden 3. Parkeerrem lossen. speciale omstandigheden (p. 585) 4. Haal uw voet van het rempedaal en rijd weg. • Trekhaak* (p. 435) Wanneer u bij warm weer een aanhanger sleept Gerelateerde informatie in heuvelachtig terrein, bestaat er mogelijk •...
STARTEN EN RIJDEN Aanhangerstabilisering* De functie van Trailer Stability Assist Wanneer de stabilisatorrege- ling werkt, knippert op het Het TSA-systeem houdt continu de bewegingen Trailer Stability Assist (Trailer Stability Assist - bestuurdersdisplay het symbool van de auto in de gaten en in het bijzonder de TSA) heeft tot taak een auto met aanhanger/ ESC.
STARTEN EN RIJDEN Sleepoog Gebruik het sleepoog bij het slepen. Schroef het sleepoog vast in een draadbus achter een afdekking in de bumper, voor of achter. N.B. Als de auto met een trekhaak is uitgerust, is er geen achterbevestiging voor het sleepoog aanwezig.
Pagina 446
STARTEN EN RIJDEN Slepen BELANGRIJK BELANGRIJK Bij het slepen wordt de auto met behulp van een Het is belangrijk het sleepoog goed vast te Het sleepoog is alleen bedoeld voor het sle- sleepkabel voortgetrokken door een ander voer- schroeven – dat wil zeggen, helemaal tot aan pen over de weg en niet geschikt voor ber- tuig.
Pagina 447
STARTEN EN RIJDEN Auto bergen 6. Houd, wanneer de slepende auto afremt, de Starten met hulpaccu sleepkabel altijd strak door met uw voet Probeer de motor niet aan te slepen. Gebruik een Bij het bergen wordt de auto met behulp van lichte druk op het rempedaal uit te oefenen - hulpaccu als de startaccu dusdanig ontladen is een ander voertuig weggesleept.
Pagina 448
STARTEN EN RIJDEN BELANGRIJK Het sleepoog is alleen bedoeld voor het sle- pen over de weg en niet geschikt voor ber- ging wanneer de auto bijvoorbeeld in een sloot is gereden of vast is komen te zitten. Roep professionele hulp in voor berging. BELANGRIJK Berg de auto altijd zo dat de wielen in de rij- richting draaien.
AUDIO EN MEDIA Audio en media Apps Gerelateerde informatie • Mediaspeler (p. 456) Het audio- en mediasysteem bestaat uit de Applicaties (apps) zijn programma's die worden • mediaspeler, de radio en de Bluetooth-verbin- Radio (p. 450) gebruikt voor bediening van bepaalde autofunc- ding met de telefoon.
AUDIO EN MEDIA Audio-instellingen Sommige apps kunt u alleen gebruiken, als de auto een internetverbinding heeft. Het audiosysteem is vooraf ingesteld voor opti- male geluidsweergave, maar is geheel naar – Druk op een app op het appscherm om deze wens aan te passen. te starten.
AUDIO EN MEDIA Radio Van radiozender wisselen en De radio is te bedienen via radiozender zoeken stemcommando's, de stuur- Het is mogelijk de radiofrequentiebanden voor knoppen of via het middendis- AM, FM en digitale radio (DAB)* te beluisteren. De radio maakt automatisch een zenderlijst met play.
AUDIO EN MEDIA Van lijst wisselen op de radioband Genres - uitsluitend radiozenders beluisteren die Radiofavorieten het gekozen genre/programmatype uitzenden, Radiofavorieten laten de opge- bijvoorbeeld pop en klassieke muziek. slagen favorieten van alle radio- banden zien. Van radiozender wisselen in gekozen lijst –...
AUDIO EN MEDIA Van radioband wisselen Radiozender zoeken 2. Druk op > Er verschijnt een zoekscherm met toets- enbord. 3. Voer de zoekterm in. > Naarmate u meer letters invoert wordt de zoekopdracht verfijnd. De treffers staan per categorie geordend. Handmatig zenders zoeken –...
AUDIO EN MEDIA RDS-radio Wanneer u handmatig zenders zoekt, schakelt de audiobron en het vorige volume terug wanneer radio bij een slechte ontvangst niet meer auto- het ingestelde programmatype ophoudt met uit- Met RDS (Radio Data System) kan de radio matisch over op een andere frequentie.
AUDIO EN MEDIA Digitale radio Schakelen tussen de radiobanden van tijdelijke aard en kunnen bijvoorbeeld uit ver- FM en DAB talingen van het hoofdprogramma bestaan. Sub- Digitale radio (Digital Audio Broadcasting, DAB) kanalen worden aangegeven met een pijlsymbool is een systeem voor digitale overdracht van radi- Dankzij deze functie kan de digitale radio over- in het kanaaloverzicht.
AUDIO EN MEDIA • • Instellingen voor radio Lokale onderbrekingen - lopende media- Types mededelingen kiezen - aangeven weergave onderbreken voor informatie over welk type meldingen moet worden ontvangen Instellingen voor de verschillende radiobanden. verkeersproblemen in de nabije omgeving. als DAB bezig is. Bij de gekozen meldingen Een lopende uitzending van bijvoorbeeld ver- De weergave van de voorgaande mediabron wordt de lopende mediaweergave onderbro-...
AUDIO EN MEDIA Mediaspeler Gerelateerde informatie • Radio (p. 450) De mediaspeler kan geluidsbestanden weerge- • Digitale radio (p. 454) ven via de CD*, op externe mediabronnen die via de AUX/USB-poort zijn aangesloten of geluids- • Symbolen op de statusbalk van het midden- bestanden op externe media 'streamen' via display (p.
AUDIO EN MEDIA • Media afspelen Radio (p. 450) 2. Open de app vanuit het appscherm. • Cd-speler* (p. 461) De mediaspeler wordt bediend via het midden- 3. Kies wat er moet worden afgespeeld. display. Verschillende functies zijn ook te bedie- •...
AUDIO EN MEDIA Media regelen en van media wisselen penset drukken om het volume te verhogen of te Eenheid met Bluetooth-verbinding verlagen. 1. Activeer Bluetooth op de desbetreffende De mediaspeler is te bedienen mediabron. via stembediening, de stuur- Afspelen/pauzeren - op de afbeelding van de knoppen of via het middendis- desbetreffende track drukken, op de knop onder 2.
AUDIO EN MEDIA • ® Ander app. - op de knop drukken om te wisse- Media aansluiten via Bluetooth (p. 461) Gracenote len tussen meerdere aangesloten USB-eenhe- • Media aansluiten via AUX/USB-poort Gracenote geeft bij het afspelen van muziek de den.
AUDIO EN MEDIA Media zoeken Gracenote bijwerken 3. Druk op Zoeken De inhoud van de Gracenote-database wordt > De gekoppelde eenheden worden door- U kunt artiesten, componisten, tracks (titels), voortdurend bijgewerkt. Download de nieuwste zocht en de treffers verschijnen per cate- albums, video's, luisterboeken, speellijsten en bij update voor optimale functionaliteit.
AUDIO EN MEDIA Media via Bluetooth Media aansluiten via Bluetooth Cd-speler* De mediaspeler kan cd's met audiobestanden De mediaspeler in de auto is uitgerust met Bluetooth-eenheid koppelen aan de auto om afspelen. Zie de Technische specificaties voor Bluetooth en kan draadloos 'streaming audio'- media te streamen en de eenheid te gebruiken de ondersteunde formaten.
AUDIO EN MEDIA • Media via AUX/USB-aansluiting Media aansluiten via AUX/USB- Technische specificaties voor media (p. 468) poort Op het audiosysteem is een externe media zoals een iPod of mp3-speler aan te sluiten. Via een van de aansluitingen op de tunnelcon- sole is het mogelijk een externe audiobron (zoals Een mediabron met oplaadbare batterijen wordt een iPod of mp3-speler) aan te sluiten op het...
AUDIO EN MEDIA Video Audio-instellingen voor media 2. Druk op Geluid en kies instellingen: • Videobestanden op een eenheid verbonden met Personalisering van audio-instellingen voor * - meerdere opties om Geluidsbeleving de USB-aansluiting zijn via de mediaspeler weer mediaweergave. het geluid aan te passen en bijvoorbeeld te geven.
AUDIO EN MEDIA 2. Druk op Lijst met beschikbare tv-zenders Geluid Systeemvolumes: 1. Druk op Bibliotheek Tv-weergave is uitsluitend mogelijk wanneer de • - bij aansluiting van een externe auto stilstaat. Wanneer de auto rijdt, verdwijnt 2. Kies weergave via TV-kanalen Favorieten audiobron (zoals een mp3-speler of iPod)
Licentieovereenkomst voor audio en media van Apple: www.apple.com/ios/carplay/. Let erop • Stembediening van radio en media (p. 119) (p. 483) dat Volvo niet verantwoordelijk is voor de inhoud • Media afspelen (p. 457) van Apple CarPlay. • Navigeren in schermen op het middendisplay (p.
1. Sluit de telefoon aan op de USB-ingang. Bij Apple CarPlay is alleen te gebruiken als iPhone. Ten aanzien van Volvo Cars bent u een auto met twee USB-ingangen moet u de Bluetooth is uitgeschakeld. Een telefoon of zelf volledig verantwoordelijk voor uw eigen ingang met een witte omlijsting gebruiken.
Pagina 469
AUDIO EN MEDIA Instellingen voor Apple CarPlay* Wisselen tussen Apple CarPlay en iPod Gerelateerde informatie • Apple CarPlay* (p. 465) Instellingen voor een iPhone met geactiveerde Van Apple CarPlay naar iPod • Apple CarPlay. Instellingen resetten op instellingsscherm 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
AUDIO EN MEDIA Technische specificaties voor Bestandsextensie .divx, .avi Formaat Bestandsextensie media .avi Maximale 4 GB Compatibele bestandsformaten, audiospecifica- bestandsgrootte ties en USB. AVI (DivX) .avi, divx Audiocodec MP3, AC3 Audiobestanden .asf, .wmv Ondertiteling XSUB For- Bestandsexten- Codec .mkv maat Speciale functies Alternatieve ondertitels, alternatieve audiotracks,...
Pagina 471
AUDIO EN MEDIA Telefoon Overzicht Maximumaantal Een mobiele telefoon met Bluetooth-functie is Mapniveaus draadloos aan te sluiten op het geïntegreerde handsfreesysteem van de auto. Speellijsten Het audio- en mediasysteem werkt dan als hand- Maximumaantal posten in 1000 sfree en biedt u de mogelijkheid om enkele func- een speellijst ties van uw mobiele telefoon op afstand te bedie- Submappen...
AUDIO EN MEDIA • Verbinding met telefoon Instellingen voor Bluetooth (p. 475) Alternatief 1 - telefoon zoeken vanuit de auto • Stembediening (p. 116) Koppel een telefoon met Bluetooth-functie aan 1. Maak de telefoon identificeerbaar/zichtbaar de auto, zodat u vervolgens vanuit de auto kunt •...
AUDIO EN MEDIA 5. Kies de naam van de auto op de telefoon. Gerelateerde informatie N.B. • Telefoon (p. 469) 6. Controleer of de aangegeven cijfercode in de • Bij sommige telefoons moet de berich- • Telefoon aansluiten/loskoppelen (p. 472) auto overeenkomt met die op de externe tenfunctie geactiveerd worden.
AUDIO EN MEDIA Telefoon aansluiten/loskoppelen Telefoonfuncties Van telefoon wisselen 1. Open het deelscherm voor de telefoon. Gekoppelde telefoon aansluiten, loskoppelen of Verwerking van gesprekken in de auto voor een van telefoon wisselen. telefoon met Bluetooth-verbinding. 2. Druk op Wijzigen Telefoon automatisch aansluiten >...
AUDIO EN MEDIA 2. Geef aan hoe u wilt bellen: via de gesprek- Privégesprek Conferentiegesprek kenlijst, via de contactenlijst of geef het num- Tijdens ruggespraak: – Privacy Druk tijdens een lopend gesprek op mer aan via de knoppenset. U kunt de con- en kies de instelling: 1.
AUDIO EN MEDIA Berichtfuncties • Berichten beantwoorden - op de contact- Verwerking van berichten in de auto voor een persoon drukken wiens bericht moet wor- telefoon met Bluetooth-verbinding. den beantwoord en druk vervolgens op Antwoorden Op sommige telefoons moet de functie 'Berich- •...
AUDIO EN MEDIA Instellingen voor telefoon Instellingen voor tekstbericht Instellingen voor Bluetooth Instellingen voor aangesloten telefoon. Instellingen voor tekstbericht op aangesloten Instellingen voor telefoon met Bluetooth-aanslui- telefoon. ting. Telefoon Melding Bluetooth 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm. 1. Druk op Instellingen op het hoofdscherm.
Systeemupdates (p. 525) De auto maakt een internetverbinding tot stand ondersteuning bieden voor tethering (delen van • Volvo ID (p. 24) via Bluetooth, Wi-Fi, een kabelverbinding met de de internetverbinding) en het abonnement moet • Symbolen op de statusbalk van het midden- USB-aansluiting of via de ingebouwde automo- inclusief dataverkeer zijn.
Instellingen op het hoofdscherm. mobiele telefoon. een andere verbindingsmethode. 3. Druk op Communicatie Internet via > De auto maakt een verbinding tot stand automodem. met het netwerk. Alleen auto's met Volvo On Call. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
AUDIO EN MEDIA Internetverbinding delen via Wi-Fi- 4. Activeer/deactiveer de optie door het vakje De provider (simkaart) moet ondersteuning bie- hotspot voor Internet via automodem aan/uit te den voor tethering (delen van de internetverbin- vinken. ding). Als de auto is aangesloten, is het mogelijk om de internetverbinding te delen, zodat andere 5.
AUDIO EN MEDIA Geen internetverbinding of een Telefoon herstarten N.B. slechte verbinding Verbindingsproblemen zijn soms te verhelpen Het activeren van Wi-Fi-hotspot kan tot ver- door de telefoon te herstarten. Storingen in het netwerk. dere kosten van uw provider leiden. Gerelateerde informatie De uitgewisselde hoeveelheid gegevens is afhan- Informeer bij uw provider naar de kosten voor •...
Controleer uw roamingovereenkomst met betrekking tot dataverkeer in het buiten- land met uw netwerkprovider in uw eigen land. Het kiezen van een frequentie is niet op alle markten mogelijk. Alleen auto's met Volvo On Call. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
AUDIO EN MEDIA • Apps downloaden, bijwerken of Pincode simkaart 3. Druk op een bepaalde app om de lijst uit te verwijderen vouwen en meer informatie over de app te Wijzig krijgen. pincode - maximaal 4 cijfers aangeven. Bij een Connected Car kunt u nieuwe apps downloaden en bestaande apps bijwerken of 4.
AUDIO EN MEDIA Bepaalde apps bijwerken 1. Open de app Download Center 2. Kies Applicatie-updates om een lijst te openen met alle beschikbare updates. 3. Zoek de gewenste app op en kies Install. > De update start. App verwijderen U kunt een app niet verwijderen, wanneer deze gebruikt wordt.
Hier volgen de teksten van de overeenkomsten tus- sen Volvo en producenten/ontwikkelaars. Een groot aantal van deze teksten is in het Engels. Dirac Unison optimaliseert de luidsprekers qua ®...
Pagina 486
AUDIO EN MEDIA ingesloten databases (samen “Gracenote-ser- Gracenote, Inc. volgens deze overeenkomst uit Octrooinummer vers”). De toepassing kan tevens andere functies eigen naam rechtstreeks mag toezien op nale- Beschermd door een of meer van de volgende verrichten. U mag Gracenote-gegevens uitslui- ving van de rechten jegens u.
AUDIO EN MEDIA GRACENOTE WIJST ALLE GARANTIES, UIT- following conditions are met: Redistributions of This software is based in part on the work of the DRUKKELIJK OF STILZWIJGEND, INCLUSIEF source code must retain the above copyright Independent JPEG Group. MAAR NIET BEPERKT TOT STILZWIJGENDE notice, this list of conditions and the following This software uses parts of sources from GARANTIES MET BETREKKING TOT VER-...
Pagina 488
AUDIO EN MEDIA SILICON GRAPHICS, INC. BE LIABLE FOR ANY The website provides the Source Code "As Is" PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, and without warranty of any kind. NO EVENT SHALL NTT BE LIABLE FOR ANY WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, By downloading Source Code, you expressly...
Pagina 489
AUDIO EN MEDIA the above copyright notice(s) and this permission LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER Verklaring van overeenstemming voor notice appear with all copies of the Data Files or IN AN ACTION OF CONTRACT, NEGLIGENCE ® Bluetooth -module Software, (b) both the above copyright notice(s) OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT and this permission notice appear in associated...
Pagina 490
AUDIO EN MEDIA Land/ regio Exportland: Japan Producent: Mitsubishi Electric Corporation Type uitrusting: Audio Navigation Unit Mitsubishi Electric Corporation verklaart hierbij dat Audio Navigation Unit voldoet aan de eisen en bepalingen van de Europese richtlijn 1999/5/EG.
Pagina 491
AUDIO EN MEDIA Land/ regio China: ■ 使用频率 2.4 - 2.4835 GHz ■ 等效全向辐射 率(EIRP) 天线增益 10dBi 时 ≤100 mW 或≤20 dBm ① ■ 最大 率谱密度 天线增益 10dBi 时 ≤20 dBm / MHz(EIRP) ① ■ 载频容限 20 ppm ■ 帯外发射 率(在 2.4-2.4835GHz 頻段以外) ≤-80 dBm / Hz (EIRP) ■...
Pagina 492
AUDIO EN MEDIA Land/ regio B 급 기기 (가정용 방송통신기자재) Korea: 이 기기는 가정용(B 급) 전자파적합기기로서 주로 가정에서 사용하는 것을 적으로 하며, 든 지역에서 사용할 수 있습니다. 해당 무선설비는 전파혼신 가능성이 있으므로 인명안전과 관련된 서비스는 할 수 없습니다. 低功率電波輻射性電機管理辦法 Taiwan: 第十二條...
Pagina 493
AUDIO EN MEDIA Land/ regio Brazilië: Este equipamento opera em caráter secundário isto e, náo tem direito a protecão contra interferéncia prejudicial, mesmo tipo, e não pode causar interferéncia a sistemas operando em caráter primário. Para consultas, visite: www.anatel.gov.br Kazach- stan: Modelnaam: NR-0V Producent: Mitsubishi Electric Corporation...
Pagina 494
AUDIO EN MEDIA Land/ regio Mexico: Verenigde Arabische Emiraten: Gerelateerde informatie • Audio en media (p. 448) • Mediaspeler (p. 456) • Connected Car* (p. 476) • ® Gracenote (p. 459) • Sensus - connectiviteit en entertainment (p. 30) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
• Licentieovereenkomst voor audio en media Servicevoorwaarden (p. 483) Volvo wil u optimale diensten aanbieden om zo • Licentieovereenkomst voor bestuurdersdis- veilig, comfortabel en aangenaam mogelijk in uw play (p. 101) Volvo te kunnen rijden. Volvo stelt een groot •...
Pagina 498
De laatste cijfers van de 10.000 km opnieuw. cijferreeks geven de week en het jaar van pro- Volvo adviseert u contact op te nemen met een ductie aan. Het is de zogeheten DOT-code erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker bent (Department of Transportation) van de band en van de profieldiepte.
Pagina 499
WIELEN EN BANDEN De draairichting van de banden. auto verliest. Daarom is belangrijk dat de achter- N.B. wielen nooit vóór de voorwielen grip verliezen. Bij banden met een speciaal profiel dat alleen Let erop dat u hetzelfde type, dezelfde maat goed werkt wanneer de banden in een bepaalde en ook hetzelfde merk voor beide wielparen WAARSCHUWING...
WIELEN EN BANDEN Slijtage-indicator van banden Bandenspanning controleren staat de juiste bandenspanning voor uw auto aangegeven bij verschillende belading en snel- De slijtage-indicator geeft de status aan van de Het gebruik van de juiste bandenspanning ver- heid. profieldiepte van de band. hoogt de rijveiligheid, bespaart brandstof en komt de levensduur van banden ten goede.
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrolesysteem teem vaststellen of de spanning in een of meer N.B. banden te gering is. Het bandenspanningscontrolesysteem Tyre • Plaats na het oppompen van een band Pressure Monitoring System (TPMS) waar- Bij een te lage bandenspanning gaat het contro- altijd het ventieldopje terug om schade schuwt u met een controlesymbool op het lelampje voor een lage bandenspanning op het...
Pagina 502
WIELEN EN BANDEN • ning niet is bereikt en het controlesymbool daar- Bandenspanningssyst. Service vereist Algemene informatie over het door nog niet is gaan branden. bandenspanningscontrolesysteem Als het systeem niet kan vaststellen welke band Iedere band, ook de reserveband*, moet elke een lage bandenspanning heeft, verschijnt op het De auto is ook voorzien van een indicator voor maand gecontroleerd worden.
Gele band: 2. Druk op Status om de status van de banden een erkende Volvo-werkplaats (wordt geadvi- • De bandenspanning is te laag. Stop onmid- te bekijken. seerd). dellijk om de bandenspanning te controle- Statusindicatie ren/corrigeren.
WIELEN EN BANDEN Lage bandenspanning verhelpen bij 2. Pomp de banden op tot de juiste spanning, N.B. auto's met volgens de bandenspanningssticker aan de Controleer de bandenspanning bij koude ban- binnenkant van de portierstijl aan bestuur- bandenspanningscontrolesysteem den om de verkeerde bandenspanning tegen derszijde.
Pagina 505
• Zo moet u de bandenspanning afstemmen op de Band oppompen met de compressor uit de door Volvo geadviseerde bandenspanningswaar- noodreparatieset voor banden (p. 509) den bij ritten met een zware lading of op hoge snelheden (meer dan 160 km/h (100 mph)).
Als de kalibratie mocht mislukken, ver- N.B. schijnt de melding Kalibreren niet De compressor voor provisorische bandenre- gelukt. Probeer opnieuw paratie is door Volvo getest en goedgekeurd. Positie De noodreparatieset voor banden zit in het blok schuimrubber onder de vloer in de kofferbak.
WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden WAARSCHUWING gebruiken • Wanneer de borgvloeistof op de huid Dicht een lek met de noodreparatieset voor ban- terechtkomt, moet u de vloeistof met een den, Temporary Mobility Kit (TMK). ruime hoeveelheid water en zeep verwij- deren.
De bus is alleen in nooit sneller dan 80 km/h (50 mph). een werkplaats te verwijderen; geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werk- 3. Controleer of de knop in stand 0 staat en plaats. neem de voedingskabel en de luchtslang erbij.
Pagina 509
WIELEN EN BANDEN 6. Draai het ventieldopje van de band los. 8. Schakel de compressor in door de knop in 10. Schakel de compressor uit om de banden- stand I te zetten. spanning van de manometer af te lezen. De Controleer of het drukreduceerventiel van de bandenspanning moet minimaal 1,8 bar en luchtslang volledig vastgeschroefd is en...
Pagina 510
3. Schakel de compressor uit. N.B. Vervang de bus met afdichtmiddel en de slang na gebruik. Volvo adviseert u het ver- vangen over te laten aan een erkende Volvo- werkplaats.
10 minuten werken. De originele banden van de auto zijn op te pom- Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde pen met de compressor uit de noodreparatieset erkende Volvo-werkplaats te rijden om de 5. Pomp de band op tot de spanning die op de voor banden.
*: Bij een auto met luchtve- Neem bij montage van een andere bandenmaat ring moet u de luchtvering uitschakelen, altijd contact op met een erkende Volvo-werk- voordat u de auto opneemt met een krik*. plaats voor een update van de software. Bij mon-...
Pagina 513
WIELEN EN BANDEN 5. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in N.B. WAARSCHUWING de wielsleutel* vast. Leg nooit iets tussen de krik en de onder- De normale krik van de auto is alleen grond en evenmin tussen de krik en het krik- bestemd voor sporadisch en kortstondig steunpunt van de auto.
WIELEN EN BANDEN Wiel monteren WAARSCHUWING Instructie voor het monteren van wielen bij het Kruip nooit onder de auto als deze op een krik verwisselen van wielen. staat. Laat nooit passagiers in de auto zitten als WAARSCHUWING deze op een krik staat. Bij het verwisselen van Kruip nooit onder de auto als deze op een krik een wiel langs de kant van de weg moeten staat.
Nm. Als u ze te strak of niet strak genoeg aanhaalt, kan de boutverbinding beschadigd raken. Gebruik alleen velgen die getest en goedgekeurd zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele accessoires van Volvo. Controleer met een momentsleutel het aanhaal- koppel van de wielbouten.
Pagina 516
WIELEN EN BANDEN • Reservewiel* Neem de bandenspanning in acht die de 2. Leg de stukken gereedschap terug in het fabrikant van het reservewiel adviseert. blok schuimrubber en til het schuimrubber Het reservewiel van het type Temporary spare is terug in de auto. •...
De bandenmaat is afhankelijk van de tingen zijn toegestaan. Sneeuwkettingen motorvariant. Gebruik altijd het juiste type winter- Volvo adviseert u om bij twijfel over het juiste banden op alle vier de wielen. Volvo adviseert om geen sneeuwkettingen te type sneeuwketting contact op te nemen met gebruiken bij bandenmaten van meer dan een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 518
WIELEN EN BANDEN • Gereedschapsset Gevarendriehoek Gevarendriehoek (p. 516) • EHBO-set (p. 518) In de kofferbak van de auto ligt gereedschap dat Gebruik de gevarendriehoek om medewegge- bijvoorbeeld bij het slepen of bij het verwisselen bruikers te waarschuwen, als u onderweg met van een wiel te gebruiken is.
WIELEN EN BANDEN Krik* Geldt voor auto's met niveauregeling* Bij een auto met luchtvering moet u de luchtve- Gebruik de krik om de auto op te heffen om bij- ring uitschakelen, voordat u de auto met de krik voorbeeld een wiel te verwisselen. opneemt.
WIELEN EN BANDEN EHBO-set Maataanduiding voor wielen Maataanduiding voor banden De EHBO-set bevat materiaal voor het verlenen Wiel- en velgmaten worden aangeduid zoals in Aanduidingen voor de afmetingen, lastindex en van eerste hulp. de onderstaande tabel. snelheidsklasse van de banden. Bewaar de EHBO-set in de ruimte rechts in de Alle wielen hebben een bepaalde maataandui- De typegoedkeuring van de auto geldt in combi-...
Pagina 521
WIELEN EN BANDEN Snelheidsklasse 270 km/h (168 mph) Elke band is berekend op een bepaalde maxi- 300 km/h (186 mph) mumsnelheid. De snelheidsklasse, SS (Speed Symbol), van de banden moet minimaal overeen- komen met de topsnelheid van de auto. In onder- WAARSCHUWING staande tabel staat welke toelaatbare maximum- De minimaal toelaatbare lastindex (LI) en de...
ID". tie (p. 522) • Registreer de Volvo ID voor de auto, zie het artikel "Volvo ID". Als er al een Volvo ID is, gebruikt u hetzelfde e-mailadres als bij het aanmaken van het Volvo ID. Geldt voor bepaalde markten.
Als u de boekingsaanvraag hebt ver- U kunt een werkplaatsbezoek ook later inplannen stuurd, verdwijnt voor bepaalde markten via de webportal My Volvo. Om te zorgen dat uw de melding dat de auto service nodig dealer de laatste informatie over uw auto krijgt, heeft van het bestuurdersdisplay.
U kunt op elk gewenst moment autogegevens • vloeistofpeilen vanuit de auto verzenden, bijvoorbeeld als u • kilometerstand rechtstreeks via de webportal My Volvo een • identificatienummer van de auto (VIN afspraak bij de werkplaats maakt. Uw werkplaats beschikt dan over betere uitgangsinformatie. •...
ONDERHOUD EN SERVICE Externe updates Systeemupdates Gerelateerde informatie • Volvo ID (p. 24) Meerdere systemen in de auto kunnen worden Systeemupdates hebben betrekking op die • bijgewerkt vanaf het middendisplay bij een Con- delen van de auto die de internetverbinding en Connected Car* (p.
ONDERHOUD EN SERVICE Op de achtergrond controleren op beschik- Afzonderlijk systeemsoftwareproduct Gerelateerde informatie • bare software-updates is geactiveerd bij afle- bijwerken Connected Car* (p. 476) vering vanuit de fabriek. – Kies Install. voor het gewenste softwarepro- • Apps downloaden, bijwerken of verwijderen duct.
De auto wordt automatisch verbonden zodra u werkplaats werkplaats het bestuurdersportier opent, als u op knop De vereiste tijd voor een bezoek aan een Volvo- Verbinden van het pop-upvenster drukt. Als u N.B. werkplaats is te bekorten als storingsdiagnose-...
Pagina 530
Ophanging 3. Kies Reg. ophanging+vering uitsch. N.B. Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een andere krik dan door Volvo geadviseerd de aanwijzingen die bij deze krik werden gele- verd.
Pagina 531
ONDERHOUD EN SERVICE De driehoeken in de kunststof afdekking wijzen aan waar de kriksteunpunten/hefpunten (rood gemarkeerd) zitten. Als u de auto opheft met een garagekrik, moet u de krik onder een van de vier hefpunten plaatsen. Let erop dat u de garagekrik dusdanig aanbrengt, dat de auto er niet van af kan glijden.
Trek aan de hendel bij de pedalen om de kap kap goed dicht, ga dan naar een werkplaats - te openen vanuit de volledig gesloten positie. geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Motorkap sluiten 1. Druk de motorkap omlaag tot deze uit zich- zelf verder zakt.
Laat de motorreiniging altijd uitvoeren door een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Als de motor warm is, bestaat er brandgevaar. WAARSCHUWING Motorkap volledig gesloten. Het ontstekingssysteem werkt met een zeer hoge en levensgevaarlijke spanning.
Pagina 534
Volvo Cars wijst garantie- Specificaties van de motorolie (p. 578) aanspraken voor dit type schade af. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Volvo hanteert uiteenlopende systemen om te waarschuwen voor een laag/hoog oliepeil of een lage oliedruk.
Verschijnt dit symbool in combinatie met de melding Motoroliepeil weergegeven oliepeil correct is. Service vereist , bezoek dan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te hoog. Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.
ONDERHOUD EN SERVICE Koelvloeistof bijvullen N.B. De koelvloeistof koelt de verbrandingsmotor af Als niet aan de gestelde voorwaarden voor tot de juiste bedrijfstemperatuur. De warmte die meting van het oliepeil is voldaan (verstreken de motor overdraagt op de koelvloeistof is te tijd na motoruitschakeling, hellingshoek van benutten voor verwarming van de passagiers- de auto, buitentemperatuur e.d.), zal de mel-...
Pagina 537
• Gebruik altijd een koelvloeistof met roest- werende eigenschappen volgens de aan- bevelingen van Volvo. • Let erop dat het koelvloeistofmengsel Draai de dop op de kunststof afdekking los. altijd voor 50 % uit water en voor 50 % uit koelvloeistof bestaat.
Bij zoeken naar lekken moet ultravio- verwijderen. let licht worden gebruikt. Volvo adviseert u om contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Auto's met koudemiddel R134a WAARSCHUWING In de installatie voor airconditioning zit koude- middel R134a onder druk.
Als een foutmelding niet verdwijnt nadat de clips. kapotte gloeilamp is vervangen, wordt geadvi- seerd een erkende Volvo-werkplaats te De gloeilamp in het mistachterlicht is te vervan- bezoeken. gen zonder hulp van een werkplaats.
Pagina 540
Mistachterlicht kan gaan. Achterlicht (led) Richtingaanwijzer Achterlicht (led) Remlicht (led) Achterlicht (led) Achteruitrijlicht Remlicht - derde (led) Lichtdiode (Light Emitting Diode) Neem voor vervanging contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 541
ONDERHOUD EN SERVICE Grootlichtlamp vervangen 3. Steek een schroevendraaier tussen de borg- nok en de kunststof behuizing en werk de U kunt de grootlichtlamp in de halogeenkoplamp borgnok voorzichtig los. zelf vervangen. 4. Koppel de connector van de gloeilamp los. BELANGRIJK 5.
Pagina 542
ONDERHOUD EN SERVICE Dagrijlichtlamp/stadslichtlamp vóór Richtingaanwijzer vóór vervangen N.B. vervangen U kunt de richtingaanwijzer in de halogeenkop- De gloeilamp voor het dagrijlicht/parkeerlicht U kunt de dagrijlichtlamp/stadslichtlamp in de lamp zelf vervangen. vóór is gemakkelijker te bereiken, als u de halogeenkoplamp zelf vervangen. gloeilamp voor het groot licht losneemt.
ONDERHOUD EN SERVICE Gloeilamp mistachterlicht vervangen De gloeilamp voor het mistachterlicht zit achter het binnenpaneel op de bagageklep. Bij een auto met het stuur links zit de gloeilamp voor het mistachterlicht aan de linkerzijde en bij een auto met het stuur rechts aan de rechter- zijde.
• Lampen vervangen (p. 536) optillen (bijvoorbeeld om ijs van de voorruit te krabben). BELANGRIJK Voordat de wisserbladen in de servicestand worden gezet, moet u controleren of ze niet vastgevroren zijn. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 545
ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen vervangen Servicestand activeren Via 'Instellingen' Activering van de servicestand is mogelijk als de 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm op De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en auto stilstaat en de ruitenwissers niet zijn inge- het middendisplay.
Pagina 546
ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen achterruit vervangen Klap de wisserarm omhoog als deze in de servicestand staat. Druk op de knop die op de wisserbladhouder zit en trek het wisser- De wisserbladen zijn niet allebei even lang. blad evenwijdig aan de wisserarm los. 1.
ONDERHOUD EN SERVICE Vulopening voor sproeiervloeistof Gerelateerde informatie Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- • len sproeiervloeistof, met antivries bij koud weer Wisserbladen in servicestand (p. 542) Om de koplampen en ruiten schoon te houden en onder het vriespunt. • Exterieur reinigen (p. 562) wordt sproeiervloeistof gebruikt.
Pagina 548
ONDERHOUD EN SERVICE Startaccu WAARSCHUWING Het elektrische systeem is enkelpolig en • De startaccu kan het zeer explosieve gebruikt het chassis en het motorblok als gelei- knalgas produceren. Eén enkele vonk, ders. veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van een startkabel, kan volstaan om de De startaccu dient voor inschakeling van het accu tot ontploffing te brengen.
Pagina 549
ONDERHOUD EN SERVICE BELANGRIJK N.B. Bij het negeren van het volgende valt na aan- Hoe vaker de accu ontladen raakt, des te sluiting van een externe startaccu of accula- minder lang gaat de accu mee. der de energiebesparingsfunctie voor het De levensduur van de accu wordt bepaald infotainmentsysteem mogelijk tijdelijk uit door uiteenlopende factoren, waaronder de...
Starthulp met andere accu (p. 400) Zie voor meer informatie de Accu H7 AGM. gebruikershandleiding die Volvo adviseert om accu's altijd te laten vervan- bij de auto hoort. gen door een erkende Volvo-werkplaats. BELANGRIJK Bij het vervangen van een start- of hulpaccu...
Pagina 551
ONDERHOUD EN SERVICE Hulpaccu Afmetingen , l×b×h (mm) 150×90×130 Auto's met Start/Stop-systeem hebben behalve Capaciteit (Ah) Vermijd vonken en open de startaccu ook een hulpaccu. vuur. Volgens EN-norm. Een auto met Start/Stop-systeem is voorzien van Cold Cranking Amperes. twee 12V-accu's – één extra krachtige startaccu en een hulpaccu die gebruikt wordt voor de start- BELANGRIJK procedure middels het Start/Stop-systeem.
BELANGRIJK betekent dit dat het bijbehorende onderdeel een startaccu. storing vertoont. Volvo adviseert u om dan voor Bij het negeren van het volgende valt het controle contact op te nemen met een erkende Voor een geslaagde automatische aanslag ná...
ONDERHOUD EN SERVICE Zekering vervangen stuur rechts zit de relais- en zekeringenhouder onder het dashboardkastje aan de andere kant Om te voorkomen dat de elektrische systemen van de auto. van de auto beschadigd raken door kortsluiting of overbelasting, worden alle verschillende elek- Motorruimte trische functies en onderdelen door enkele zeke- Onder dashboardkastje...
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen in motorruimte De zekeringen in de motorruimte beschermen onder meer de motor- en remfuncties.
Pagina 555
Voeding bij ingeschakeld con- tact: Motorregeleenheid; trans- Koplampsproeiers* missiecomponenten; elektrische Ruitenwissers stuurbekrachtiging; centrale elektronicamodule; regeleenheid remsysteem Claxon USB-aansluiting in tunnelcon- sole, voorin* Sirene alarmsysteem* Rechter koplamp 12V-aansluiting in tunnelcon- sole, voorin Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 556
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Functie Magneetkleppen (benzine); Brandstoffilterverwarming (die- kleppen; thermostaat voor sel) motorkoelsysteem (benzine); koelpomp voor EGR (diesel); Regeleenheid voor accu-inscha- regeleenheid gloeibougies (die- keling sel) Airbags Vacuümregelaars; klep; klep voor PowerPulse (diesel) Linker koplamp Regeleenheid spoilerafsluiting; Gaspedaalsensor regeleenheid radiateurafsluiting;...
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen onder dashboardkastje De zekeringen onder het dashboardkastje beschermen onder meer 230 V-aansluitingen, displays en portiermodules.
Pagina 558
ONDERHOUD EN SERVICE Aan de binnenkant van het deksel zit een speci- In de relais- en zekeringenhouder in de ale trekker waarmee u de zekeringen gemakkelij- motorruimte is tevens plaats voor enkele reser- ker kunt verwijderen en aanbrengen. vezekeringen.
Pagina 559
Display op plafondconsole (gordel- Bestuurdersdisplay Middendisplay waarschuwing/indicatie voor pas- Knoppenset op middenconsole sagiersairbag voorin) Ventilatormodule voor klimaatrege- ling voorin Zonnesensor Vochtsensor Portiermodule in portier rechtsach- Stuurwieleenheid Zekeringen in kofferbak Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 560
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Regeleenheid voor Connected Car; Portiermodule in portier linksvoor regeleenheid voor telematica Regeleenheid voor wielophanging Portiermodule in portier linksachter (actieve chassisregeling)* Regeleenheid audio (versterker) (bepaalde varianten) Regeleenheid Sensus Module voor multibandantenne Modules voor stoelcomfort (massa- gefunctie) voorin* Portiermodule in portier rechtsvoor Tv* (bepaalde markten) Regeleenheid voor brandstofpomp...
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen in kofferbak De zekeringen in de kofferbak beschermen onder meer elektrisch bedienbare stoelen*, air- bags en gordelspanners. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 562
ONDERHOUD EN SERVICE Aan de binnenkant van het deksel zit een speci- In de relais- en zekeringenhouder in de ale trekker waarmee u de zekeringen gemakkelij- motorruimte is tevens plaats voor enkele reser- ker kunt verwijderen en aanbrengen. vezekeringen.
Pagina 563
Elektrische kofferklepbediening* Gerelateerde informatie Elektrisch bedienbare passagiers- • Zekering vervangen (p. 551) stoel voor* • Zekeringen onder dashboardkastje (p. 555) Regeleenheid trekhaak* • Zekeringen in motorruimte (p. 552) Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 564
U wordt geadviseerd een dergelijke deactiveert, zal het remsysteem bij stilstand verkleuring te laten herstellen door een blokkeren zodat de auto niet kan rijden. erkende Volvo-werkplaats. N.B. • Spoel het onderstel af. Bij de externe verlichting zoals de koplampen Voor automatische wasstraten waar de auto •...
Pagina 565
Remmen testen dat bij de Volvo-werkplaats verkrijgbaar is. Volg BELANGRIJK Trap zo nu en dan lichtjes op het rempedaal, als bij het gebruik van dit reinigingsmiddel de u lange afstanden in de regen of sneeuwmodder gebruiksvoorschriften nauwkeurig op.
Pagina 566
BELANGRIJK wijzingen op de verpakking nauwkeurig op. Veel Alleen lakbehandelingen uitvoeren die door preparaten bevatten zowel poetsmiddel als was. Volvo geadviseerd worden. Andere behande- lingen zoals lakconservering, verzegeling, bescherming, glansverzegeling e.d. kunnen lakschade veroorzaken. Lakschade als gevolg van dergelijke behandelingen valt niet onder de Volvo-garantie.
à viermaal per jaar (zo omdat zowel de bekleding als de overige de risico's op roestvorming nog verder. Sterk nodig vaker) op te brengen. U kunt de Volvo Lea- interieuronderdelen daarbij beschadigd alkalische of zure reinigingsvloeistoffen moeten ther Care Kit/Wipes kopen bij Volvo-dealers.
Volvo-werk- plaats. Voor vlekken op de vloermat wordt geadviseerd Krab of wrijf nooit over een vlek. Gebruik nooit het speciale reinigingsmiddel voor stoffen bekle- sterke vlekkenmiddelen.
Pagina 569
ONDERHOUD EN SERVICE Lakschade Geringe lakschade herstellen BELANGRIJK Om roestvorming te voorkomen moet u lak- De lak vormt een belangrijk onderdeel van de De microvezeldoek moet bij het schoonma- schade direct herstellen. roestwering van de auto en moet daarom regel- ken van het middendisplay vrij van zand en matig worden gecontroleerd.
Pagina 570
Krassen kunt u op de hierboven beschreven manier herstellen, maar dek ter bescherming de onbeschadigde lak rond de kras af. Bijwerkpennen en spuitbussen zijn verkrijgbaar bij de Volvo-dealer. N.B. Als de steenslag niet tot het metalen opper- vlak (blanke plaat) is doorgedrongen en er...
De afbeelding is schematisch – afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Wanneer u contact opneemt met uw erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om de typeaanduiding, het chassisnummer en het...
Pagina 573
SPECIFICATIES Typeaanduiding, chassisnummer, maximaal Sticker A/C-systeem voor auto's met het Motorcode en serienummer van de motor. toelaatbaar gewicht, kleurcode voor lakwerk en koudemiddel R134a. typegoedkeuringsnummer. De sticker zit op de portierstijl en wordt bij het openen van het rech- ter achterportier zichtbaar. Sticker voor motorolie.
Pagina 574
SPECIFICATIES N.B. De in de gebruikershandleiding afgebeelde stickers hoeven niet per definitie overeen te komen met de stickers die in of op uw auto aanwezig zijn. De afbeeldingen zijn alleen bedoeld om aan te geven hoe de stickers er in grote lijnen uitzien en waar u ze ongeveer kunt aantreffen.
Pagina 575
SPECIFICATIES Maten In de tabel ziet u de maten van de auto wat de lengte, hoogte en dergelijke betreft. Maten Maten Maten Wielbasis 2941 Spoorbreedte vooras Breedte incl. buitenspiegels 2019 1628 Lengte 4963 1617 Breedte incl. ingeklapte buiten- 1895 spiegels Laadlengte, vloer, achterbank 1978 Spoorbreedte achteras...
SPECIFICATIES Gewichten N.B. Het maximale totaalgewicht staat aangegeven Het gedocumenteerde rijklare gewicht geldt op een sticker in de auto. voor een auto in de basisuitvoering, dus een auto zonder extra uitrusting of opties. Dat Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het houdt in dat voor elke optie die wordt toege- gewicht van de bestuurder, dat van de brandstof- voegd, de laadcapaciteit van de auto met het...
SPECIFICATIES Trekgewicht en kogeldruk Max. gewicht geremde aanhanger Het trekgewicht en de kogeldruk voor het rijden N.B. met een aanhanger staan in de tabellen. Voor aanhangers/caravans zwaarder dan 1800 kg wordt een trillingsdemper op de trekhaak geadviseerd. Motor Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max.
SPECIFICATIES Motorspecificaties N.B. De motorspecificaties (vermogen et cetera.) voor Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle de verschillende motoralternatieven staan in de markten. tabel. Motor Vermogen Vermogen Koppel Aantal cilinders Motorcode (kW bij omw/min) (pk bij omw/min) (Nm bij omw/min) B4204T20 183/5500 249/5500...
SPECIFICATIES Specificaties van de motorolie De motoroliekwaliteit en de te hanteren hoeveel- heden voor de verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Volvo adviseert: Motor Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter) B4204T20 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20 ca.
Volvo adviseert: aan de motor gerelateerde onderdelen beschadigd raken. Volvo Cars wijst garantie- aanspraken voor dit type schade af. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Gerelateerde informatie • Specificaties van de motorolie (p. 578) •...
N.B. N.B. In normale rijomstandigheden hoeft de ver- Geadviseerd wordt remvloeistof te laten ver- snellingsbakolie niet te worden ververst. versen of bijvullen door een erkende Volvo- werkplaats. De waterkwaliteit dient te voldoen aan de norm STD 1285,1.
SPECIFICATIES Brandstoftank - inhoud Specificaties van de airconditioning Sticker voor R1234yf De inhoud van de brandstof voor de verschil- De klimaatregeling van de auto maakt, afhanke- lende motoralternatieven staan in de tabel. lijk van de markt, gebruik van het koudemiddel R1234yf of R134a.
Pagina 584
SPECIFICATIES Verdamper Toelichting symbolen R1234yf WAARSCHUWING Symbool Betekenis In de installatie voor airconditioning zit koude- BELANGRIJK middel R134a onder druk. Service en repara- Voorzichtigheid betrachten tie aan het systeem mogen uitsluitend worden Het is niet toegestaan de aircocondensor te uitgevoerd door een erkende werkplaats. repareren of te vervangen door een gebruikte condensor.
SPECIFICATIES Brandstofverbruik en CO2-uitstoot Stadsverkeer handgeschakelde versnellingsbak Het brandstofverbruik voor een auto wordt Snelwegrit Automatische versnellingsbak gemeten in liter per 100 km en de CO2-uitstoot in gram CO2 per km. Combinatierit Uitleg N.B. gram CO Als de gegevens over brandstofverbruik en emissie ontbreken, staan deze in het bijgele- liter/100 km verde supplement.
Pagina 586
SPECIFICATIES tabelwaarden. Daarbij valt te denken aan factoren N.B. als: Extreme weersomstandigheden, rijden met • Uw rijstijl. een aanhanger/caravan of rijden op grote • De grotere rolweerstand als u kiest voor gro- hoogte zijn, in combinatie met de brandstof- tere wielen dan de standaardwielen op de kwaliteit, factoren die het brandstofverbruik basisuitvoering van het model.
Pagina 587
SPECIFICATIES Goedgekeurde N.B. bandenspanningswaarden Alle motoren, banden of combinaties daarvan De goedgekeurde bandenspanningen voor de zijn niet altijd beschikbaar op alle markten. verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Motor Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning (km/h) Voor Achter Voor Achter Voor/achter...
Pagina 589
ALFABETISCH REGISTER ALFABETISCH REGISTER Temperatuur Afdalingsregeling (Hill Descent Control) 1, 2, 3 ... Ventilator Afdichtmiddel Achterportier Afsluitbare wielbouten zonnescherm Afspraak maken voor servicebeurt en repa- Achterruit ratie elektrische verwarming ® Afstandsbediening HomeLink zonnescherm Aandrijflijn programmeerbaar Achteruitkijkspiegel Versnellingsbak Airbag autodimfunctie Aanhanger Activeren/deactiveren Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels kabel...
Pagina 590
ALFABETISCH REGISTER Apple CarPlay Automatische versnellingsbak aanhanger Applicatiemanager Bagageruimte Automatische wasstraat Applicaties bevestigingspunten Instellingen Automatisch geregeld klimaat Banden Approach-verlichting Automatisch groot licht band afdichten Apps Auto met internetaansluiting bandenspanningscontrole downloaden, updaten en deïnstalleren 481 afspraak maken voor servicebeurt en demonteren reparatie draairichting Asbak...
Pagina 591
ALFABETISCH REGISTER Bedrijfsrem 416, 418 Brandstof 431, 432 Collision Warning brandstofverbruik Radarsensor Beglazing voetgangersdetectie Brandstofdampen Behoud van klimaatcomfort Compact reservewiel start/uitschakelen Brandstofgebrek compact reservewiel dieselolie Bekleding Condens Brandstoftank Benzinekwaliteit Condens in koplamp inhoud Bergen Condens in koplamp Brandstof tanken Bestuurdersdisplay Connected Car Buitenmaten applicatiemenu...
Pagina 592
ALFABETISCH REGISTER Dagteller op nul stellen Dagtellers ECO-bandenspanning 498, 585 Fietserdetectie Dakbelasting, max. gewicht ECO-stand Flitskast Dashboardkastje Eerste hulp Follow Me Home-verlichting Data EHBO-kit Four-C opnemen overdracht tussen auto en werkplaats Elektrisch bedienbare ruiten Foutmeldingen resetten Adaptieve cruisecontrol Diagnoseaansluiting zie Meldingen en symbolen 303, 327 Elektrisch bedienbare zijruiten resetten Diesel...
Pagina 593
ALFABETISCH REGISTER Gewichten Hulpaccu Interieur rijklaar gewicht aansteker Hulpverwarming asbak Gladde wegen 428, 429 elektrische aansluiting Gladheid tunnelconsole Glazen Zonneklep gelaagd/versterkt Interieurluchtfilter IAQS (Interior Air Quality System) gloeilampen, specificaties Interieurverlichting IC (Inflatable Curtain) Gordelspanners automatische functie In de was zetten Gordelwaarschuwing Interieurverwarming (Standverwarming) Inflatable Curtain...