6. Druk op [Aangepast] in de weergegeven lijst.
7. Druk op de waarde in de velden "A" of "B" en geef vervolgens de nieuwe waarde
op.
Geef de waarden op tussen de nummers "< >" en druk vervolgens op [Gereed].
8. Druk driemaal op [OK].
9. Als de configuratie is voltooid, drukt u op [Home] (
De instellingen voor de papiersoort en de papierdikte configureren
Als de afdrukinstellingen en het geplaatste papier die voor de afdruktaak worden
gebruikt niet overeenkomen, treedt er een discrepantiefout op.
Controleer de papierinstellingen en configureer ze voordat u begint met afdrukken.
• Voordat u de instellingen wijzigt, bevestigt u de prioriteit van de
papierinstellingen voor afdrukken (prioriteit voor het printerstuurprogramma of
voor het bedieningspaneel).
[Instellingen]
[Lade-instellingsprioriteit]
• [Selecteer Automatisch papier selecteren/Automatisch lade selecteren
toepassen] is alleen beschikbaar voor functies van het kopieerapparaat of de
printer.
[Printereigenschappen]
Een origineel plaatsen en papier laden
).
[Systeem]
[Papier in/uit]
1
65