11. Installatiehandleiding stuurprogramma
1. Selecteer [Systeemvoorkeuren...] uit het Apple-menu.
2. Klik op [Printers en scanners].
3. Selecteer het apparaat uit de lijst en klik op [Options & Supplies...].
4. Klik op [Opties], selecteer de optie die op het apparaat is geïnstalleerd en klik
vervolgens op [OK].
• Indien de bruikbare opties niet worden weergegeven, is het IP-adres onjuist
opgegeven of is het PPD-bestand niet juist geregistreerd. Als u het IP-adres wilt
invoeren of het PPD-bestand wilt registreren, raadpleegt u Pag. 452 "Apparaat
registreren in [Printers en scanners] (netwerkverbinding)".
5. Sluit het scherm Systeemvoorkeuren af.
• Als de optie die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, zijn de PPD-bestanden
mogelijk niet goed geconfigureerd. Om de configuratie te voltooien, controleert u of
de naam van het PPD-bestand wordt weergegeven in het dialoogvenster.
• Als voorbeeld voor de instelprocedures wordt macOS 12.2 gebruikt. De werkelijke
procedure kan anders zijn afhankelijk van de versie die u gebruikt.
• Wilt u een optionele Adobe PostScript opgeven als u een PostScript 3-
printerstuurprogramma gebruikt, selecteer dan [Adobe PostScript] in de lijst
"PostScript:" op het tabblad [Opties].
11
454