9. Beveiliging
1. In het menu [Start] wijst u [Alle toepassingen] aan en klikt u vervolgens op
[Beheer van Internet Information Services (IIS)] onder [Systeembeheer].
2. In de linkerkolom klikt u op [Servernaam] en vervolgens dubbelklikt u op
[Servercertificaat].
3. In de rechterkolom klikt u op [Certificaataanvraag maken...].
4. Voer alle informatie in en klik op [Volgende].
5. In [Cryptografieprovider:] kiest u een provider en klikt u op [Volgende].
6. Klik op [...] en geef een bestandsnaam voor de certificaataanvraag op.
7. Geef een locatie op waar het bestand moet worden opgeslagen en klik op
[Openen].
8. Klik op [Voltooien].
Inloggen bij het apparaat met behulp van een IC-kaart of een
smartphone/tablet
Wanneer gebruikersverificatie op het apparaat is opgegeven, kunt u een IC-kaart
(FeliCa/NFC) of een smartphone/tablet gebruiken in plaats van uw log-in
gebruikersnaam en het log-in wachtwoord in te voeren voor gebruikersverificatie.
Registreer de IC-kaart of het smartphone/tablet van de gebruiker om die te koppelen
9
met de gebruikersinformatie in het adresboek en verifieer de gebruiker. De gebruiker kan
zowel een IC-kaart als een smartphone/tablet instellen om te gebruiken voor verificatie.
• Om een IC-kaart te verifiëren, gebruikt u de IC-kaartlezer die op het apparaat is
aangesloten.
• Om een smartphone of tablet te verifiëren, installeert u de app RICOH Smart Device
Connector op de smartphone of tablet zodat de Bluetooth-functie die in het
bedieningspaneel van het apparaat is ingebouwd de smartphone of tablet kan
verifiëren.
• Snelle verificatie met behulp van een kaart kan niet worden gebruikt om een
beheerder te verifiëren. De beheerder moet de log-in gebruikersnaam en het log-in
wachtwoord invoeren op het bedieningspaneel om in te loggen op het apparaat.
308