9. Beveiliging
4. Selecteer een gebruiker op het scherm Adresboek en druk op [Bewerken].
5. Druk op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige]
6. Geef een gebruikerscode op bij Gebruikerscode.
Wanneer u een gebruikerscode wijzigt, verwijdert u de bestaande gebruikerscode en
geeft u een nieuwe gebruikerscode op.
Wanneer u een gebruikerscode verwijdert, verwijdert u de bestaande
gebruikerscode en gaat u verder met Stap 8.
9
7. Druk op [Beschikbare functies/toepassingen] onder Gebruik beperken en
selecteer de functies die beschikbaar zijn voor de gebruiker.
8. Druk verschillende keren op [OK] tot het scherm Adresboek wordt weergegeven.
9. Druk op [Afsluiten].
10. Wanneer het bevestigingsvenster wordt weergegeven, drukt u op [Sluiten] en logt
u uit bij het apparaat.
Als u een back-up wilt maken van de gewijzigde inhoud, drukt u op [Ga nr Mk back-
up].
Zie "Een back-up van het adresboek maken/adresboek herstellen met het
bedieningspaneel", User Guide in het Engels.
• Als u een gebruikerscode verwijdert, wordt ook het respectievelijke afdrukvolume
gewist.
302
[Gebruikersbeheer].