4. Druk op [Instellingen voor beheerder]
[Coderingsinstellingen apparaatgegevens].
5. Druk op [Coderen].
• Wanneer de gegevens gecodeerd zijn, kunt u de gegevens decoderen of een
back-up van de gegevens maken.
• Codering annuleren: Schakelt codering uit.
• Back-up van coderingssleutel maken: Maakt een back-up van de
coderingssleutel. De coderingsinstelling wordt niet gewijzigd.
6. Selecteer de locatie waar de coderingssleutel moet worden opgeslagen.
• Opslaan op media: Hiermee wordt de coderingssleutel opgeslagen op een USB-
geheugenopslagapparaat. Plaats een USB-geheugenopslagapparaat in de
mediasleuf en druk op [Opslaan op media]
• Afdrukken op papier: Hiermee drukt u de coderingssleutel af op een vel papier.
Druk op [Afdrukken op papier]
7. Druk op [OK].
8. Als het bevestigingsdialoogvenster wordt weergegeven, drukt u op [Afsluiten].
9. Druk op [Home] (
10. Zet de hoofdvoedingsschakelaar van het apparaat uit en zet deze vervolgens
weer aan.
Wanneer het apparaat opnieuw ingeschakeld is, begint het apparaat met het
converteren van de gegevens in het geheugen. Wacht totdat het bericht
"Geheugenconversie is voltooid. Schakel de stroomschakelaar uit." wordt
weergegeven. Daarna schakelt u de hoofdstroomschakelaar weer in.
[Afdrukken].
) en log vervolgens uit bij het apparaat.
Informatielekken voorkomen
[Bestandsbeheer]
[OK].
9
365