11. Installatiehandleiding stuurprogramma
2. Selecteer op het scherm "Afdrukvoorkeuren" een poortnaam in de lijst
"Poortnaam" en klik op [Volgende].
De installatie van het printerstuurprogramma begint.
Voor meer informatie over de procedure van het opgeven van het IP-adres
nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zie de volgende sectie:
Zie "Als u geen documenten kunt afdrukken, zelfs niet wanneer het
printerstuurprogramma is geïnstalleerd", User Guide (Engels).
3. Wanneer u wordt gevraagd of u Device Software Manager wilt installeren,
selecteert u of u Device Software Manager wilt installeren.
Om Device Software Manager te installeren, schakelt u het selectievakje [Device
Software Manager installeren] in en klikt u op [Volgende]. Volg de instructies op het
scherm om Device Software Manager te installeren.
Als u Device Software Manager niet wilt installeren, schakelt u het selectievakje
[Device Software Manager installeren] uit en klikt u op [Volgende].
4. Als de installatie is voltooid, klikt u op [Voltooien].
Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding
(macOS)
11
Installeer het PPD-bestand (printerstuurprogramma) onder macOS en registreer het
apparaat vervolgens via Systeemvoorkeuren op de computer.
• U heeft een beheerdersnaam en een wachtwoord (zin) nodig. Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor meer informatie.
• Als voorbeeld voor de instelprocedures wordt macOS 12.2 gebruikt. De werkelijke
procedure kan anders zijn afhankelijk van de versie die u gebruikt.
450