10. Specificaties
Papier dat een storing veroorzaakt
Gebruik de volgende papiersoorten niet. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
• Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier
• Geperforeerd papier
• Te glad papier
• Gescheurd papier
• Grof papier
• Dun papier dat niet stevig genoeg is
• Papier met een stoffig oppervlak
Bij gebruik van papier dat is omgekruld door vocht of drogen, kan het papier vast
komen te zitten.
Plaats geen vellen die reeds bedrukt zijn door een ander apparaat. Als u dit doet, kan
dit het plaatsen van papier beïnvloeden, omdat het poeder dat verschuiving moet
voorkomen aan de papierroller kan vastplakken.
• Papierstoring kan ontstaan afhankelijk van de staat van het papier, zelfs bij gebruik
van aanbevolen papier.
Papieropslag
Wanneer u papier bewaart, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen altijd worden
getroffen:
• Bewaar papier niet op een plek waar direct zonlicht naar binnen kan schijnen.
• Bewaar papier in een droge omgeving (luchtvochtigheid: maximaal 70%).
• Bewaar papier op een vlakke ondergrond.
• Bewaar papier niet verticaal.
10
• Bewaar papier na het openen in een plastic zak.
Afdrukken opslaan
• Afdrukken zullen vervagen als ze gedurende langere tijd worden blootgesteld aan fel
licht, vocht of vochtigheid. U kunt dit voorkomen door de kleurenafdrukken in een
map op een donkere, droge plaats te bewaren.
• Indien u afdrukken vouwt, laat de kleur in de vouw los.
• Als afdrukken worden bewaard onder de volgende omstandigheden, kan de toner
smelten:
• Wanneer een droge en natte afdruk op elkaar worden gelegd
382