Pagina 1
Gebruikershandleiding Voor een veilig en correct gebruik dient u de afzonderlijk meegeleverde Veiligheidsinformatie te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken.
De Instellingen gebruiken ....................24 De displaytaal wijzigen ....................27 Basisbediening van toepassingen ..................28 Functies controleren die zijn toegevoegd aan RICOH Always Current Technology ..28 Het Kopieerscherm gebruiken ..................28 Het Faxscherm gebruiken ....................32 Het Scannerscherm gebruiken ..................34 Het scherm Documentserver gebruiken .................
Pagina 4
2. Kopiëren Eenvoudige kopieën maken ....................81 Basisprocedure voor het kopiëren van documenten ............81 Vergrote of verkleinde kopieën maken ................87 Dubbelzijdig kopiëren ...................... 93 Een origineel met meerdere pagina's combineren en op een vel papier kopiëren ..95 Kopiëren op enveloppen ....................
Pagina 5
Documenten scannen en de gescande gegevens verzenden per e-mail ..... 141 Documenten scannen en de gescande gegevens naar een map verzenden ....145 Een origineel met de juiste kwaliteit en belichting scannen ........157 Instellingen voor e-mail en scangegevens ............... 160 Het bestandstype of de bestandsnaam opgeven bij het scannen van een document 160 7.
Pagina 6
De server voorbereiden op het gebruik van gebruikersverificatie ....... 303 Inloggen bij het apparaat met behulp van een IC-kaart of een smartphone/tablet ... 308 Beschikbare functies beperken ..................312 Een afdruktaak alleen uitvoeren met verificatie-informatie ........314 Een inlog-/uitlogbeleid instellen ................... 316 Toegangscontrole ......................
Pagina 7
Functiecompatibiliteit ....................428 Juridische informatie en contactgegevens ............... 431 Milieuvoorschriften ......................431 Opmerkingen over draadloos LAN en Bluetooth ............436 Copyrightgegevens over geïnstalleerde software ............436 Handelsmerken (Gebruikershandleiding) ..............437 11. Installatiehandleiding stuurprogramma Het printerstuurprogramma installeren ................441 Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren .. 441 Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding (Windows) ..
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Over deze handleiding Afgekorte namen van opties In de handleidingen worden de afgekorte namen van opties gebruikt Hier volgen de afgekorte namen en de bijbehorende productnamen: Opties die kunnen worden aangesloten op het apparaat verschillen per type. Pag.
Pagina 10
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Afgekorte naam Productnaam Faxverbindingseenheid Fax Connection Unit Type M54 OCR-eenheid OCR Unit Type M54 Apparaatserveroptie Device Server Option Type M54 SSD-optie SSD Option Type M54 256GB HDD-optie HDD Option Type M54 320GB Faxgeheugenmodule FAX Memory Unit Type M54 64MB Draadloze LAN-kaart IEEE 802.11a/b/g/n Interface Unit Type M54...
Basisbediening van het apparaat Basisbediening van het apparaat Apparaat in- en uitschakelen Als u het apparaat wilt in- of uitschakelen, drukt u op de hoofdstroomschakelaar links voorop het apparaat. Het apparaat aanzetten • Druk niet herhaaldelijk op de hoofdstroomschakelaar. Wanneer u de stroom in- of uitschakelt, wacht u minimaal 10 seconden nadat u hebt bevestigd dat de hoofdstroomindicator op de rechterkant van het bedieningspaneel is in- of uitgeschakeld.
Pagina 12
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Het apparaat uitzetten • Zet het apparaat niet uit als het apparaat bezig is met een bewerking. Als u de stroom wilt uitschakelen, bevestigt u dat de bewerking is voltooid. • Houd de hoofdstroomschakelaar niet ingedrukt als de stroom uitgeschakeld wordt.
Basisbediening van het apparaat Uitmodus fuseereenheid In deze stand brandt het Aan/uit-indicatielampje. Omdat de verwarming van de fuseereenheid wordt uitgeschakeld, maar het scherm van het bedieningspaneel nog wel wordt weergegeven, neemt het stroomverbruik wel af, maar kunt u toch snel aan de slag.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Inkomende gegevens brandt of knippert als gevolg van het ontvangen van faxen of het opslaan van documenten) • In de volgende gevallen gaat het apparaat niet over op de slaapstand: • Tijdens communicatie met externe apparatuur •...
Pagina 15
Basisbediening van het apparaat Aanzicht vanaf de voor- en linkerkant 1. Geleider interne lade Open de geleider om te voorkomen dat het papier eraf valt. 2. Ventilatieopening De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt. Nadat u grote hoeveelheden hebt afgedrukt, kan de ventilator langer blijven draaien om de temperatuur in het apparaat te verlagen.
Pagina 16
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Pag. 165 "De toner vervangen" Pag. 168 "De tonerafvalfles vervangen" 8. Papierlade (lade 1) Standaardpapierladen. Hier plaatst u het papier in. Pag. 57 "Papier in de papierlade plaatsen" 9. Onderste papierladen (laden 2-4) Optionele papierladen. Hier plaatst u het papier in. Pag.
Pagina 17
Basisbediening van het apparaat 4. Papiergeleiders Als u papier in de handinvoer plaatst, zorg er dan voor dat de papiergeleiders tegen het papier aan staan. 5. Handinvoer Gebruik deze invoer om te kopiëren of af te drukken op etiketten of papier dat niet in de papierladen kan worden geplaatst.
(voornamelijk Europa) Wanneer u de machine aanraakt, kunt u een statische schok krijgen. Deze is niet gevaarlijk voor mensen. Ga voor meer informatie naar de volgende website: https://www.ricoh-europe.com/support/environmental-health-safety- product-information/ricoh-static-shock Namen en functies van het bedieningspaneel Het touchscreen (Smart Operation Panel) waarop het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven, wordt het "bedieningspaneel"...
Pagina 19
Pag. 22 "Intuïtieve schermbediening met uw vingers" 3. Touchsymbool Wordt gebruikt om het apparaat en een smartphone/tablet aan te sluiten op de RICOH Smart Device Connector. Zie "De apparaatfuncties gebruiken via een mobiel apparaat", User Guide in het Engels. Pag. 42 "Inloggen met behulp van een mobiel apparaat"...
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen LED-indicatielampjes 1. Indicatielampje fax Geeft de toestand van de faxfunctie aan. • Knipperend: er worden gegevens verzonden en ontvangen • Brandend: er worden gegevens ontvangen (Vervangend ontvangstbestand/Geheugenbeveiliging ontvangst/Persoonlijke box) 2. Indicatielampje Data In Knippert wanneer het apparaat gegevens ontvangt die zijn verzonden via het printerstuurprogramma of het stuurprogramma LAN-Fax.
Pagina 21
Basisbediening van het apparaat • Pas geen overmatige druk of kracht toe op het scherm, want dan kan het beschadigen. Maximaal toelaatbare kracht is ongeveer 30 N (ongeveer 3 kgf). (N = Newton, kgf = kilogramkracht. 1 kgf = 9,8N.) •...
Pagina 22
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 3. Help Als het apparaat is verbonden met internet en Help beschikbaar is voor het scherm dat wordt weergegeven of voor de fout die is opgetreden, drukt u op dit pictogram om een Help-scherm weer te geven. Vink het vakje [Cookies aanvaarden] aan in het bedieningspaneel van de browser om de Help-inhoud goed weer te geven.
Pagina 23
Basisbediening van het apparaat Zie "Weergave/Invoer", User Guide in het Engels. 7. Toepassingen Druk hierop om toepassingen weer te geven die niet in het Home-scherm worden weergegeven. Pag. 46 "Een veelgebruikte toepassing of widget toevoegen aan het Home-scherm" 8. Huidige weergavepositie Geeft aan welk van de vijf schermen momenteel wordt weergegeven.
Pagina 24
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen • Onderhoudsinformatie van apparaat Zie "De apparaatstatus controleren vanaf het bedieningspaneel", User Guide in het Engels. 15. Pictogramweergavegebied Geeft de pictogrammen en widgets weer. • U kunt bij [Functieprioriteit (standaard weergegeven toepassing)] het scherm wijzigen dat wordt weergegeven wanneer de stroom wordt ingeschakeld. Zie "Veelgebruikte functies weergeven op het eerste scherm", User Guide in het Engels.
Basisbediening van het apparaat Lang tikken (om het beschikbare menuscherm weer te geven) Houd een leeg gebied op het scherm ingedrukt om het menuscherm weer te geven. In het Home-scherm kunt u een map toevoegen of de achtergrond van het menu wijzigen.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen volledige weergave. Deze functie is handig als u voorvertoningen van bestanden en afbeeldingen bekijkt. De Instellingen gebruiken Druk op [Instellingen] op het Home-scherm om de instellingen van het apparaat te wijzigen, het adresboek te bewerken of verschillende gegevens te controleren. Het scherm "Instellingen"...
Pagina 27
Basisbediening van het apparaat 2. Adresboek Beheer de bestemming waar gegevens van de fax of scanner naartoe worden verzonden of beheer de verificatiegegevens voor inloggen op het apparaat. Zie "How to Use the Address Book", User Guide in het Engels. 3.
Pagina 28
Afhankelijk van het type apparaat, kunt u het apparaat registreren of de registratie ervan opheffen met [Cloud Settings] in RICOH Smart Integration. Instellingen die te maken hebben met Cloudservices kunt u wijzigen in Cloud Settings.
Basisbediening van het apparaat • Als beheerdersverificatie is ingesteld, neemt u contact op met de beheerder om de instellingen te wijzigen. • Wanneer u klaar bent met het uitvoeren van een bewerking, drukt u op [Home] ( om terug te gaan naar het normale scherm. De displaytaal wijzigen U kunt de taal die op het display wordt gebruikt, wijzigen.
Current Technology. U kunt na aankoop de nieuwste functies en beveiligingsupdates toepassen. Om de nieuwste versie van RICOH Always Current Technology te installeren, opent u de website met toepassingen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. • Voor meer informatie over het installeren van RICOH Always Current Technology raadpleegt u de gebruiksaanwijzing voor de website met toepassingen.
Basisbediening van toepassingen Standaard weergave De basisfuncties die vaak worden gebruikt, worden aangegeven door middel van grote toetsen. Blader omlaag in het scherm om de grote toetsen te bekijken die worden gebruikt om de functies voor afwerken of bewerken te configureren. Volledige weergave U kunt alle functietoetsen op één scherm bekijken.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Het Kopieerscherm gebruiken (Standaard) 1. Toetsen van de kopieerfunctie Druk op een toets om de functie te selecteren die u aan de toets wilt toewijzen. Veeg op en neer over het scherm om de toetsen buiten het zichtbare gebied weer te geven.
Pagina 33
Basisbediening van toepassingen 5. [Testafdruk] Druk hierop om bij wijze van test een gedeeltelijke kopie te maken voordat u de rest van het origineel gaat afdrukken. Zie "Een gedeeltelijke kopie maken als test en de rest van het origineel kopiëren", User Guide in het Engels.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 1. Toetsen van de kopieerfunctie Druk op een toets om de functie te selecteren die u aan de toets wilt toewijzen. De toetsen met toegewezen functies worden weergegeven in het geel. Als u het weergavegebied wilt bekijken in de onderstaande illustratie, drukt u op of veegt u naar links of naar rechts.
Pagina 35
Basisbediening van toepassingen 1. Type bestemming selecteren U kunt voor het soort bestemming kiezen tussen [Faxen] (inclusief IP-Fax), [Internetfax], [E-mail] en [Map]. De items in het adresboek en in het scherm voor het handmatig invoeren van bestemmingen veranderen ook wanneer u het type bestemming wijzigt.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Het Scannerscherm gebruiken Er zijn vijf soorten functies en instellingen in het Scanscherm. 1. Type bestemming selecteren U kunt schakelen tussen [Scannen naar e-mail] en [Scannen naar map]. De items die worden weergegeven in het adresboek en het scherm voor handmatige invoer van bestemmingen veranderen ook wanneer u het type bestemming wijzigt.
Basisbediening van toepassingen 5. Aanbevolen instellingen U kunt de vooraf ingestelde instellingen op het apparaat bekijken. Het scherm Documentserver gebruiken Op het scherm [Documentserver] kunt u de documenten op het apparaat opslaan door ze te scannen. Gescande documenten worden opgeslagen in een map op de documentserver. U kunt de gegevens van opgeslagen bestanden afdrukken en bevestigen.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Druk nogmaals op dezelfde sorteertoets om te wisselen tussen een oplopende of aflopende volgorde. 2. Zoektoets Druk hierop om naar de map te zoeken. 3. Status van de documentserver Geeft het beschikbare geheugen op de documentserver weer. 4.
Pagina 39
Basisbediening van toepassingen 1. [Geselecteerd:] Geeft het aantal geselecteerde documenten weer. 2. Sorteertoetsen Druk hierop om de documenten te sorteren op [Datum/Tijd], [Gebruikersnaam] of [Bestandsnaam]. Druk nogmaals op dezelfde sorteertoets om te wisselen tussen een oplopende of aflopende volgorde. 3. Zoektoets Druk hierop om naar het document te zoeken.
Pagina 40
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 11. De toets [Terug] Druk om terug te keren naar het scherm met de lijst met mappen.
Gebruikersverificatie Gebruikersverificatie Inloggen via het bedieningspaneel Wanneer het apparaat door de beheerder is geconfigureerd om gebruik door onbevoegde gebruikers te beperken, moet u uw inloggegevens verifiëren voordat u de bewerking start. De verificatiemethoden worden hieronder beschreven. • Wanneer Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie is geconfigureerd op het apparaat, geeft u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor verificatie op om in te loggen op het apparaat voordat u de bewerking start.
Pagina 42
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Log altijd uit als u klaar bent met het gebruik van het apparaat om te voorkomen dat een onbevoegd persoon het apparaat gebruikt. Wanneer een gebruiker is ingelogd, wordt de naam van de gebruiker weergegeven in het systeembericht. •...
Pagina 43
Gebruikersverificatie 1. Druk op [Inloggen] in de rechterbovenhoek van het scherm. 2. Druk op [Gebruikersnaam]. 3. Voer een inloggebruikersnaam in en druk dan op [Done] (Gereed). 4. Druk op [Wachtwoord]. 5. Voer een inlogwachtwoord in en druk dan op [Done] (Gereed). 6.
Pagina 44
Inloggen met behulp van een mobiel apparaat Log in bij het apparaat met behulp van de app RICOH Smart Device Connector op uw mobiele apparaat. U hebt een mobiel apparaat nodig dat ondersteuning biedt voor...
Pagina 45
Gebruikersverificatie 1. Schakel de Bluetooth-functie op uw mobiele apparaat in. 2. Start de toepassing RICOH Smart Device Connector op het mobiele apparaat en veeg vervolgens naar links of rechts om het inlogscherm weer te geven. Als het inlogscherm niet wordt weergegeven, drukt u op [Instellingen] [Navigatieweergave-item] en schakelt u de weergave van [Inloggen op MFP] in RICOH Smart Device Connector in.
Pagina 46
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Verificatie met behulp van de gebruikerscode Wanneer Verificatie met behulp van de gebruikerscode is opgegeven als verificatiemethode op het apparaat, dient u de gebruikerscode op te geven voordat u een toepassing gebruikt. 1. Voer de gebruikerscode in en druk op [OK]. •...
Pagina 47
Gebruikersverificatie 3. Selecteer de inloggebruiker in het adresboek en druk op [Bewerken]. 4. Druk op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige] [Gebruikersbeheer]. 5. Voer een nieuw wachtwoord in bij [Log-in wachtwoord] en typ hetzelfde wachtwoord ter bevestiging bij [Log-in wachtwoord bevestigen]. U kunt maximaal 128 tekens invoeren. 6.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Apparaatinstellingen personaliseren Een veelgebruikte toepassing of widget toevoegen aan het Home- scherm U kunt een veelgebruikt pictogram of veelgebruikte widget eenvoudig gebruiken door het item aan het Home-scherm toe te voegen. U kunt de pictogrammen in het Home-scherm ordenen zoals u wilt door de volgorde te wijzigen of mappen te gebruiken.
Pagina 49
Apparaatinstellingen personaliseren Een pictogram/widget aan het Home-scherm toevoegen 1. Druk op het pictogram Lijst met toepassingen in het Home-scherm. 2. Houd het pictogram of de widget ingedrukt die u aan de lijst met toepassingen wilt toevoegen. • Selecteer het tabblad [Widget] om een widget toe te voegen of selecteer het tabblad [Programmeren] om een programma toe te voegen.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 1. Druk op [Menu] ( ) in het midden onderaan het Home-scherm. 2. Druk op [Home-scherm resetten] en daarna op [OK]. Een map aanmaken om pictogrammen te ordenen 1. Houd een plek op het Home-scherm ingedrukt waar u een map wilt aanmaken. 2.
Pagina 51
Apparaatinstellingen personaliseren • Wanneer u op het pictogram van een programma op het Home-scherm drukt, past het apparaat de instellingen toe en wordt de functie die in het programma is geregistreerd, automatisch uitgevoerd. • U kunt het volgende aantal items als programma registreren. •...
Pagina 52
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 1. Druk op het Home-scherm op [Kopiëren], [Faxen], [Scanner] of [Documentserver]. Als het pictogram niet wordt weergegeven op het Home-scherm, voegt u het pictogram toe vanuit de toepassingslijst. Pag. 46 "Een veelgebruikte toepassing of widget toevoegen aan het Home-scherm" 2.
Pagina 53
Apparaatinstellingen personaliseren 8. Druk op [OK]. Het geselecteerde pictogram wordt op het Home-scherm weergegeven. Zelfs wanneer u [Annuleren] selecteert, kunt u nog snelkoppelingen naar het programma toevoegen aan het Home-scherm nadat de programmaregistratie is voltooid. Sneltoetsen naar programma's die zijn opgeslagen in de modus Documentserver kunnen niet worden geregistreerd op het [Home]-scherm.
Pagina 54
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 2. Druk op [Menu] ( ) en daarna op [Programma oproepen]. 3. Druk op het nummer van het programma dat u wilt wijzigen. 4. Wijzig de scan- en uitvoerinstellingen. 5. Druk op [Menu] ( ) en daarna op [Huidige inst. op program. instellen]. 6.
Een origineel plaatsen en papier laden Een origineel plaatsen en papier laden Een origineel op de glasplaat leggen Gebruik de glasplaat om originelen te scannen die niet in de automatische documentinvoer (ADF) kunnen worden geplaatst, zoals boeken en licentiekaarten. • Wanneer u de ADF omlaag brengt, raak de scharnieren en belichtingsplaat dan niet aan.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Pag. 389 "Aanbevolen origineelformaten en -gewichten" Pag. 390 "Herkenbare formaten voor automatische papierselectie" 3. Laat de ADF zakken. • Wanneer u een dik boek of driedimensionaal origineel op de glasplaat legt en de ADF sluit, dan zal de achterkant van de ADF omhoog komen om het origineel te ondersteunen.
Pagina 57
Een origineel plaatsen en papier laden • Voor meer informatie over het formaat van originelen die u in de ADF kunt plaatsen, zie: Pag. 389 "Aanbevolen origineelformaten en -gewichten" Pag. 390 "Herkenbare formaten voor automatische papierselectie" • Als de originelen die hieronder worden beschreven in de ADF worden geplaatst, kunnen deze verkeerd worden ingevoerd, kunnen er witte of zwarte strepen ontstaan, of kan er schade aan de originelen ontstaan.
Pagina 58
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen genoemd wordt, vormen. Waaier de originelen zorgvuldig uit voordat u originele met bramen plaatst. • Plaats geen originelen die nog nat zijn van de correctievloeistof of van inkt. De glasplaat van de scanner wordt dan vuil en dit vuil wordt zichtbaar als het origineel wordt gescand.
Een origineel plaatsen en papier laden 2. Leg de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADF voor dubbelzijdig scannen . Plaats de originelen met de eerste pagina boven. Blader door de vellen voordat u ze plaatst, zodat er niet meerdere originelen aan elkaar blijven plakken en niet tegelijkertijd worden ingevoerd.
Pagina 60
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen • Als de onderste papierlade is geïnstalleerd, trek dan niet meer dan één lade tegelijkertijd uit. Als er hard op het bovenste oppervlak van het apparaat wordt geduwd, kan het apparaat mogelijk omvallen, wat tot letsel kan leiden. •...
Pagina 61
Een origineel plaatsen en papier laden • Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Papier plaatsen in lade 1 tot 4 Pas de zij- en eindafscheiding aan het papierformaat aan. • Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Als u papier boven de limietmarkering plaatst, worden de afbeeldingen mogelijk schuin afgedrukt of ontstaat er een papierstoring.
Pagina 62
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 4. Druk de vrijgavehendels van de eindafscheiding in en schuif de eindafscheiding vervolgens naar buiten. 5. Maak een mooie rechte stapel van het papier en plaats het met de afdrukzijde naar boven in de lade. Blader door de vellen papier voordat u ze plaatst, zodat er geen vellen papier aan elkaar blijven plakken en niet tegelijkertijd worden ingevoerd.
Pagina 63
Een origineel plaatsen en papier laden Papier in de handinvoer plaatsen Gebruik de handinvoer om papier te plaatsen van een formaat dat niet in lade 1 - 4 kan worden geplaatst, zoals etiketten (zelfklevende labels). Het maximale aantal vellen dat u in één keer kunt plaatsen, is afhankelijk van het type papier.
Pagina 64
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Pag. 386 "Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen" 3. Stel de papiergeleiders in op het papierformaat. • Als u papier in de handinvoer wilt plaatsen, is het beter om het papier in de richting te leggen.
Een origineel plaatsen en papier laden 3. Druk op [Papierformaat/Papiertype]. 4. Druk op één lade om in te stellen. 5. Druk op [Papierformaat]. Als u instellingen wilt opgeven voor de handinvoer, drukt u op [Papierformaat: Printer]. 6. Kies één papierformaat uit de weergegeven lijst en druk op [OK]. 7.
Pagina 66
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 2. Druk op [Lade-/papierinstellingen]. 3. Druk op [Papierformaat/Papiertype]. 4. Druk op één lade om in te stellen. 5. Druk op [Papierformaat]. Als u instellingen wilt opgeven voor de handinvoer, drukt u op [Papierformaat: Printer].
Een origineel plaatsen en papier laden 6. Druk op [Aangepast] in de weergegeven lijst. 7. Druk op de waarde in de velden "A" of "B" en geef vervolgens de nieuwe waarde Geef de waarden op tussen de nummers "< >" en druk vervolgens op [Gereed]. 8.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen In het printerstuurprogramma Controleer de instellingen van de papierlade en de papiersoort in het printerstuurprogramma en zorg dat de instellingen overeenkomen met het geplaatste papier. Op het bedieningspaneel 1. Druk op [Instellingen] op het Home-scherm. 2. Druk op [Lade-/papierinstellingen]. 3.
Pagina 69
Een origineel plaatsen en papier laden 5. Druk op [Papiertype/-dikte]. 6. Kies één papiertype en papierdikte uit de weergegeven lijst en druk vervolgens op [OK]. 7. Druk op [OK]. 8. Als de configuratie is voltooid, drukt u op [Home] (...
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Adresboek Faxnummers in het adresboek registreren, wijzigen of verwijderen Door de bestemmingen waarnaar u regelmatig faxen verzendt samen met de verzendvoorwaarden in het adresboek te registreren, kunt u eenvoudig faxen verzenden. Een faxnummer en de verzendvoorwaarden registreren 1.
Pagina 71
Adresboek 4. Druk op het tabblad [Bestemm.] [Faxen]. 5. Geef de faxbestemmingen en verzendvoorwaarden op. • Lijn selecteren: Selecteer de lijn die u wilt gebruiken. • Faxbestemming: de faxbestemming registreren. • Internationale verzendmodus: Geef op of u het aantal fouten wilt verminderen wanneer u faxen naar het buitenland verzendt.
Pagina 72
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Zie "De beschermingsfunctie gebruiken om misbruik van adressen te voorkomen", User Guide in het Engels. 7. Druk op [OK]. 8. Als de procedure is voltooid, drukt u op [Home] ( 9. Als er een bericht wordt weergegeven met het advies om een back-up van het adresboek te maken, drukt u op [Ga nr Mk back-up] om een back-up van het adresboek te maken.
Pagina 73
Adresboek 3. Druk op [Bewerken] of [Verwijderen] om de gegevens van de bestemming te wijzigen of te verwijderen. 4. Als u klaar bent, drukt u op [Home] ( 5. Als er een bericht wordt weergegeven met het advies om een back-up van het adresboek te maken, drukt u op [Ga nr Mk back-up] om een back-up van het adresboek te maken.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Het apparaat bedienen of configureren vanaf een computer (Web Image Monitor) Web Image Monitor is een hulpprogramma waarmee u vanaf uw computer de status van het apparaat kunt controleren en instellingen voor het apparaat kunt configureren. Als het apparaat en uw computer met een netwerk kunnen worden verbonden, kunt u Web Image Monitor openen door het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in te voeren in de adresbalk van uw internetbrowser.
Pagina 75
Het apparaat bedienen of configureren vanaf een computer (Web Image Monitor) Functie-overzicht Procedure en naslag Lijst/geschiedenis van afdruktaken • Takenlijst weergeven en afdruktaken annuleren Ga hiervoor naar [Status/Informatie] U kunt de afdrukstatus en de in Web Image Monitor [Taak] afdrukgeschiedenis van het apparaat [Takenlijst] [Huidige/wachtende controleren vanaf uw computer.
Pagina 76
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Functie-overzicht Procedure en naslag De tijd instellen voor het inschakelen Ga voor meer informatie naar van de slaapstand [Apparaatbeheer] in de Help van Web Image Monitor [Configuratie] U kunt de tijdinstellingen configureren [Apparaatinstellingen] [Timer] voor de functie "Slaapstand", waarmee [Timer slaapstand].
Het apparaat bedienen of configureren vanaf een computer (Web Image Monitor) Functie-overzicht Procedure en naslag Documentbewerkingen op de Zie "Documenten openen in de documentserver documentserver vanuit een internetbrowser", User Guide in het U kunt documenten weergeven, bewerken Engels. en downloaden op de documentserver. Bewerkingen op ontvangen en Zie "De opgeslagen documenten opgeslagen faxen...
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen • Wanneer u niet bent ingelogd De apparaatstatus, de instellingen en de taakstatus worden weergegeven. U kunt door de instellingen van het apparaat bladeren, maar u kunt ze niet wijzigen. • Wanneer u bent ingelogd (als gebruiker) Inloggen als gebruiker die is geregistreerd in het adresboek.
Pagina 79
Het apparaat bedienen of configureren vanaf een computer (Web Image Monitor) Voorbeeld: wanneer het IP-adres van het apparaat "192.168.1.10" is • Als SSL is opgegeven https://192.168.1.10/ • Als SSL niet is opgegeven http://192.168.1.10/ Als u niet weet of SSL is opgegeven op het apparaat, geeft u het adres op dat begint met https.
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen Scherm Web Image Monitor 1. Menu De hieronder beschreven menu-opties worden weergegeven. • Status/Informatie: Toont de apparaatstatus, de configuratie van opties, de teller en de taakstatus. • Apparaatbeheer: Hiermee beheert u de apparaatinstellingen en het adresboek. •...
Het apparaat bedienen of configureren vanaf een computer (Web Image Monitor) Help van Web Image Monitor opgeven Web Image Monitor heeft een Help-functie waarin de functie van de verschillende instellingsitems worden beschreven. Wanneer u de Help voor de eerste keer gebruikt, kunt u ervoor kiezen het Help-bestand online te lezen of het te downloaden.
Pagina 82
1. Apparaatoverzicht en basishandelingen 3. Klik op [Internetpagina] in de categorie "Internetpagina". 4. Selecteer bij "Download Help-bestand" het besturingssysteem en de weergavetaal, en klik vervolgens op [Downloaden]. 5. Pak het gedownloade ZIP-bestand uit en sla het op de internetserver op. 6.
2. Kopiëren Eenvoudige kopieën maken Basisprocedure voor het kopiëren van documenten Plaats het origineel op de glasplaat of in de automatische documentinvoer (ADF) om een kopie te maken. • Als de vorige instelling nog actief is, drukt u op [Resetten] voordat u gaat kopiëren.
Pagina 84
2. Kopiëren • Wanneer originelen op de glasplaat worden geplaatst Het liggende origineel groter dan A5 of 8 " × 5 " (LT) (A4 of 8 " × 11"(LT)) • Bij het plaatsen van originelen in de ADF Het staande origineel groter dan A4 of 8 "...
Pagina 85
Eenvoudige kopieën maken Als dit scherm niet hoeft te worden weergegeven wanneer u op [Starten] drukt, laat u het selectievakje [Controleer de origineelrichting elke keer nadat u op [Starten] heeft gedrukt.] leeg. Het plaatsen van het origineel is voltooid. 5. Druk op [ ] of [ ] bij [Aantal] om het aantal kopieën op te geven. U kunt dit aantal ook invoeren met behulp van het toetsenbord nadat u op [Aantal] of een cijfer heeft gedrukt.
Pagina 86
2. Kopiëren Een aangepast formaat selecteren voor het origineel Om een origineel van aangepast formaat te kopiëren, geeft u de horizontale en verticale formaten van het origineel op in numerieke waarden. • U kunt Automatische papierselectie niet samen met deze functie gebruiken. Als Automatische papierselectie wordt gebruikt, drukt u op de keuzetoets voor de papierlade en selecteert u het te gebruiken papier.
Pagina 87
Eenvoudige kopieën maken 5. Druk op [Aangepast formaat]. 6. Voer de waarden van X en Y in die u in stap 1 heeft gemeten en ga verder naar het volgende scherm. 7. Controleer of de richting van het origineel goed is opgegeven en druk op [OK]. 8.
Pagina 88
2. Kopiëren 1. Druk op [Reserveren] op het scherm met de gegevens van de taak die wordt gekopieerd. 2. Plaats een nieuw te scannen origineel op het apparaat. Pag. 81 "Basisprocedure voor het kopiëren van documenten" 3. Geef waarden op voor Dubbelzijdig, Combineren, Sorteren en eventuele andere kopieerinstellingen.
Eenvoudige kopieën maken 1. Druk op [Onderbreken] op het scherm met de gegevens van de taak die wordt gekopieerd. 2. Verwijder het origineel dat wordt gekopieerd wanneer het scannen stopt. 3. Plaats een nieuw te scannen origineel op het apparaat. Pag.
Pagina 90
2. Kopiëren • Vergroten of verkleinen volgens het papierformaat (Automatisch verkleinen/vergroten) • Enigszins verkleinen (Marge creëren) Een kopieerverhouding of -formaat opgeven 1. Druk op [Kopiëren] op het Home-scherm. 2. Plaats het origineel. Pag. 81 "Basisprocedure voor het kopiëren van documenten" Het basispunt voor verkleinen/vergroten is verschillend voor de glasplaat en de automatische documentinvoer (ADF), zoals in de volgende tabel wordt weergegeven:...
Eenvoudige kopieën maken 3. Druk op [Kopieerverhouding] en selecteer een kopieerverhouding of -formaat. Als u de kopieerverhouding of het kopieerformaat wilt wijzigen, drukt u op [Overige] en voert u de volgende procedure uit. Een kopieerverhouding opgeven (Zoomen/Verkleinen/Vergroten) Voer een waarde in of selecteer de kopieerverhouding. Een formaat opgeven (Vergrotingsformaat) Scrol omlaag op het scherm [Kopieerverhouding] en druk op [Kopieerform.
Pagina 92
2. Kopiëren De verticale en horizontale lengtes opgeven (X/Y-asvergroting) Scrol omlaag op het scherm [Kopieerverhouding] en druk op [Directionele vergr.(mm)] of [Directionele vergr.(inch)]. Voer de lengte van het origineel en de gekopieerde afbeelding in, en druk op [OK]. U kunt de afbeelding afzonderlijk in de verticale lengte en horizontale lengte vergroten of verkleinen.
Pagina 93
Eenvoudige kopieën maken Zie "Verkleinen/vergroten", User Guide (Engels). Vergroten of verkleinen aan de hand van het papierformaat Het origineel wordt vergroot of verkleind zodat het op het opgegeven papierformaat past (Vergroting aanpassen aan papierformaat). Als u een document wilt kopiëren waarvan het formaat niet kan worden vastgesteld, geeft u op het scherm Kopie [Origineelformaat] op.
Pagina 94
2. Kopiëren 4. Selecteer de lade waarin het te gebruiken papier is geplaatst. Wanneer de richtingen van het origineel en het papier in de papierlade niet overeenkomen, draait het apparaat de gekopieerde afbeelding automatisch. Om bijvoorbeeld een origineel van A4-formaat (8 ×...
Eenvoudige kopieën maken Zie "Aangepaste functie", User Guide (Engels). 4. Druk op [Starten]. • U kunt de kopieerverhouding van [Marge creëren] wijzigen in een andere waarde dan 93%. Zie "Verkleinen/vergroten", User Guide (Engels). Dubbelzijdig kopiëren U kunt twee eenzijdige pagina's of één dubbelzijdige pagina op de voor- en achterkant van één vel papier kopiëren.
Pagina 96
2. Kopiëren Dubbelzijdig kopiëren met andere instellingen dan de instellingen die worden weergegeven op de toetsen 1. Druk op [Dubbelzijdig/Combineren]. 2. Geef instellingen op voor de origineelzijde en de afdrukzijde. • Origineelrichting: Geef de afdrukrichting op voor het plaatsen van de originelen.
Eenvoudige kopieën maken • Gebruik de functie [Reeks] om de voor- en achterkant van een dubbelzijdig origineel per pagina op één kant van een vel papier te kopiëren. Zie "Een tweezijdig origineel scheiden in enkelzijdige kopieën", User Guide (Engels). Een origineel met meerdere pagina's combineren en op een vel papier kopiëren U kunt meerdere vellen van een origineel op één kant of beide kanten van een vel papier kopiëren om papier te besparen.
Pagina 98
2. Kopiëren Om te combineren met de andere instellingen, die niet op de toetsen worden weergegeven 1. Druk op [Dubbelzijdig/Combineren]. 2. Geef instellingen op voor de origineelzijde, de afdrukzijde en combineren. • Origineelrichting: Geef de afdrukrichting op voor het plaatsen van de originelen.
Eenvoudige kopieën maken Afdrukstand Resultaat 5. Druk op [Starten]. Wanneer u de originelen op de glasplaat legt, drukt u indien nodig op [Scan volt.] nadat alle originelen zijn gescand, afhankelijk van het aantal originelen. • De minimale kopieerverhouding bij de functie Combineren is 25%. Als u bijvoorbeeld een origineel A4-formaat (8 ×...
Pagina 100
2. Kopiëren 1. Druk op [Kopiëren] op het Home-scherm. 2. Leg de envelop in de handinvoer met de kopieerzijde naar beneden. Enveloprichting en aanbevolen staat Het scherm "Papierinstellingen handinvoer" wordt weergegeven. 3. Druk op [Instelling wijzigen]. 4. Selecteer [Envelop] en ga verder naar het volgende scherm. Als u het gewicht van de envelop wilt wijzigen, drukt u op [Dikte wijzigen] om het gewicht op te geven.
Pagina 101
Eenvoudige kopieën maken 5. Selecteer het envelopformaat dat u wilt instellen en druk vervolgens op [OK]. Als u [Aangepast formaat] selecteert, voert u het formaat van de envelop in. Wanneer de envelop wordt geplaatst met de klep geopend, dient u rekening te houden met de breedte van de klep.
2. Kopiëren Speciale kopieën maken Kopiëren in paginavolgorde Wanneer u twee of meer kopieën maakt van originelen met meerdere pagina's, kunt u de paginavolgorde opgeven. Sorteren Hiermee wordt gekopieerd in de volgorde van het origineel. 1. Druk op [Kopiëren] op het Home-scherm. 2.
Pagina 103
Speciale kopieën maken 5. Druk op [Starten]. Wanneer u een origineel op de glasplaat legt, wordt er één set kopieën gemaakt. Nadat alle originelen zijn gescand, drukt u op [Scan volt.] om de overige sets te kopiëren.
3. Document Server Documenten opslaan Documenten op de documentserver opslaan U kunt documenten die door het apparaat zijn gescand opslaan in de documentserver. U kunt ze tevens opslaan met behulp van het printerstuurprogramma. Zie "Af te drukken documenten opslaan in het apparaat", User Guide (Engels). •...
Pagina 106
3. Document Server 3. Geef de map waarin documenten moeten worden opgeslagen, de bestandsnaam en de overige instellingen op. • Map: Selecteer de map "Shared Folder" die tijdens de standaardconfiguratie is aangemaakt of de gebruikersmap die door een gebruiker is aangemaakt om het document op te slaan.
Pagina 107
Documenten opslaan • Wanneer u een document scant waarvan het formaat niet automatisch wordt gedetecteerd, wordt het gescande document mogelijk opgeslagen in een formaat dat verschilt van het origineel. • U kunt opgeven of andere gebruikers het opgeslagen document mogen openen en bewerken.
3. Document Server Documenten afdrukken Documenten op de documentserver afdrukken U kunt de documenten die op de documentserver zijn opgeslagen, afdrukken met dezelfde instellingen, kleurenmodus, papiergrootte en andere instellingen die zijn opgegeven toen de documenten werden gescand. U kunt tevens de afdrukinstellingen wijzigen of een pagina opgeven om af te drukken.
Pagina 109
Documenten afdrukken 3. Selecteer een map. • Druk op [Zoekmap] om naar een map te zoeken op mapnaam of -nummer. • Als u een map selecteert die met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK]. 4.
Pagina 110
3. Document Server • Als u [Afdrukvolgorde] selecteert in het menu rechts naast de mapnaam wanneer er meerdere documenten zijn geselecteerd, worden de geselecteerde documenten weergegeven in de volgorde waarin ze worden afgedrukt. • Druk op Ges. best. om alleen de documenten weer te geven die u heeft geselecteerd.
Pagina 111
Documenten afdrukken 2. Druk op het scherm Documentserver op [Bestand afdrukken]. 3. Selecteer een map. • Druk op [Zoekmap] om naar een map te zoeken op mapnaam of -nummer. • Als u een map selecteert die met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op [OK].
Pagina 112
3. Document Server 6. Druk op [Starten]. Een af te drukken pagina opgeven 1. Druk op het Home-scherm op [Documentserver]. 2. Druk op het scherm Documentserver op [Bestand afdrukken]. 3. Selecteer een map. • Druk op [Zoekmap] om naar een map te zoeken op mapnaam of -nummer. •...
Pagina 113
Documenten afdrukken 5. Druk op [Gespecificeerde pagina afdrukken]. 6. Geef de pagina op die u wilt afdrukken. • Pagina specificeren: Geef de pagina op die u wilt afdrukken. • Bereik specificeren: Geef het paginanummer waar het afdrukken moet beginnen op bij "Startpagina" en de pagina waar het afdrukken moet stoppen bij "Eindpagina".
4. Faxen Faxverzending Basisprocedure voor het verzenden van faxen Het apparaat scant een origineel om het per fax naar het geheugen van het apparaat over te brengen voordat een communicatie met de bestemming tot stand wordt gebracht (geheugenverzending). U kunt ook een fax verzenden en tegelijkertijd de status van de faxbestemming bevestigen.
Pagina 116
4. Faxen 4. Druk op [Instellingen] en geef de scaninstellingen op. Zie "Een fax verzenden met de beeldkwaliteit die geschikt is voor het origineel", User Guide (Engels). 5. Geef de bestemming op. • Als u het faxnummer handmatig wilt invoeren, selecteert u de bestemming uit de bestemmingsgeschiedenis of zoekt u naar de bestemming in het adresboek van het apparaat en de geregistreerde LDAP-server.
Pagina 117
Faxverzending • Als u de gegevens van de bestemming wilt wijzigen of een nieuwe bestemming wilt opslaan, drukt u op en selecteert u [Adresbk toev./bewerken] om de bestemming te wijzigen of toe te voegen op het scherm Adresboek. Faxnummers in het adresboek registreren, wijzigen of verwijderen Als u [Adresbk toev./bewerken] selecteert, worden de ingevoerde instellingen ongedaan gemaakt.
Pagina 118
4. Faxen 7. Druk op [Starten]. Nadat u de originelen hebt gescand, kunt u de originelen die nog niet zijn verzonden en zijn opgeslagen in het geheugen controleren en bewerken totdat de verzending voltooid is. Zie "Een document in de faxwachtrij bevestigen en verzenden", User Guide (Engels). Druk op [Taaksts/Stoppen] [Verzendresultaat] om te controleren of het faxdocument zonder problemen is verzonden.
Faxverzending (toepassing) Faxverzending (toepassing) Gescande afbeelding controleren vóór verzenden als fax U kunt een voorbeeldweergave van het gescande document weergeven op de display van het apparaat om te controleren of het op de juiste manier is gescand. Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u een fax verstuurt met behulp van: •...
Pagina 120
4. Faxen 5. Geef op het faxscherm de bestemming op en druk vervolgens op [Starten]. 6. Controleer de voorvertoning. • Veeg de afbeelding naar links of rechts om tussen de pagina's te wisselen. • Knijp met uw vingers op de afbeelding om in of uit te zoomen. 7.
Bevestiging van overdrachtsgegevens Bevestiging van overdrachtsgegevens De verzendresultaten van verzonden faxen bekijken U kunt het resultaat van een faxoverdracht bekijken op het faxscherm, in verschillende rapporten of op het scherm van een computer. De volgende rapporten worden afgedrukt op basis van het verzendresultaat of de instellingen: •...
Pagina 122
4. Faxen 2. Druk op [Taaksts/Stoppen] op het faxscherm. 3. Druk op [Verzendresultaat] en selecteer het verzendresultaat dat u wilt bekijken. • Alles weergeven Toont de verzendresultaten uit het totale aantal verzendingen en ontvangsten, maximaal 1000. • Weergeven per gebruiker Druk op deze knop om het resultaat te bekijken van verzendingen die door een specifieke gebruiker zijn uitgevoerd.
Bevestiging van overdrachtsgegevens • In een veld voor een e-mail die gecodeerd is verzonden of doorgestuurd, word het pictogram voor codering ( ) weergegeven. • Om de resultaten te bekijken van de verzending die werd uitgevoerd terwijl de verzendresultaten werden weergegeven, moet u het scherm sluiten en opnieuw openen.
4. Faxen vr autom. afdrukken van rapport] en er een fout is opgetreden tijdens Directe verzending. • Als er een fout is opgetreden tijdens het ontvangen van een document of een e-mail. Er wordt geen foutenrapport afgedrukt als de fout optreedt tijdens het ontvangen van een SEP-code.
Pagina 125
Bevestiging van overdrachtsgegevens Zie "E-mailadressen in het adresboek registreren, wijzigen of verwijderen", User Guide (Engels). • Wanneer een login-gebruiker het apparaat bedient, wordt de login-gebruiker de afzender. 4. Schakel het selectievakje [Melding van resultaat] in en druk op [OK]. 5. Als u per e-mail een melding wilt sturen naar een andere bestemming dan de afzender, drukt u op [Melding van resultaat] op het scherm [Instellingen] en geeft u de bestemming van de e-mail op.
Pagina 126
4. Faxen Het verzendresultaat bevestigen in Web Image Monitor In Web Image Monitor kunt u maximaal 200 van de meest recente totale resultaten bekijken uit de verzend- en ontvangstgeschiedenis. 1. Log in bij Web Image Monitor als apparaatbeheerder. Als er beheerders met aangepaste bevoegdheden zijn geregistreerd, kan een beheerder met bevoegdheden voor het uitvoeren van taken ook inloggen op het apparaat en instellingen wijzigen.
5. Afdrukken Algemene afdruktaken Basisprocedure voor het afdrukken van documenten U kunt het printerstuurprogramma opgeven en het documentformaat, papiertype en andere instellingen configureren om een document af te drukken. Als u een document wilt afdrukken vanaf een computer, moet u het printerstuurprogramma installeren op de computer.
Pagina 128
5. Afdrukken 2. Geef het documentformaat, het papiertype, de invoerlade en andere instellingen U kunt de basisinstellingen configureren met behulp van alleen het tabblad [Standaard]. • Taaksoort: Selecteer [Normale afdruk] om onmiddellijk af te drukken. U kunt de taak gedeeltelijk afdrukken als test en daarna verdergaan met het afdrukken van de rest van het document (Testafdruk).
Pagina 129
Algemene afdruktaken • Documentformaat: Selecteer hier het formaat van het af te drukken document. • Afdrukken op: Selecteer het formaat van het papier waarop wordt afgedrukt. • Kopieën: Voer het aantal kopieën in. • Afdrukrichting: Geef de afdrukrichting van het document op. Selecteer staand of liggend.
Pagina 130
5. Afdrukken • Wanneer u het stuurprogramma gebruikt dat vanaf de printserver wordt gedistribueerd, worden [Standaardinstellingen] die in de printserver zijn opgegeven, standaard weergegeven. Een document afdrukken in macOS In de volgende voorbeeldprocedure wordt macOS 12.2 gebruikt. De procedure kan variëren voor verschillende versies.
Algemene afdruktaken Papierinvoer • All Pages From: Selecteer hier de papierlade die het papier bevat dat u wilt gebruiken. Als u [Automatisch selecteren] selecteert, wordt er automatisch een geschikte papierlade geselecteerd aan de hand van het opgegeven papierformaat en papiertype. Wanneer het papier van het opgegeven formaat niet in het apparaat is geplaatst, wordt het afdrukken uitgevoerd volgens de instellingen van het apparaat.
5. Afdrukken 3. Geef bij [Dubbelzijdig:] op het tabblad [Standaard] de inbindzijde op en het openingstype van het papier. Afdrukrichting van het origineel en het openingstype Richting Lange zijde: Korte zijde: links/boven boven/links Staand Liggend 4. Als de configuratie is voltooid, klikt u op [OK] om af te drukken. Dubbelzijdig afdrukken opgeven (macOS) U kunt dubbelzijdig afdrukken opgeven via het menu [Lay-out].
Pagina 133
Algemene afdruktaken U kunt bijvoorbeeld een origineel van A4-formaat verkleinen naar A5-formaat en twee pagina's afdrukken op een A4-vel. U kunt de functies Dubbelzijdig afdrukken en 2 originelen combineren tegelijkertijd gebruiken om papier te besparen. U kunt tot 16 pagina's op één vel afdrukken en zelf de volgorde aangeven om de pagina's op het vel te rangschikken.
5. Afdrukken 1. Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en ga naar het instellingenscherm van het printerstuurprogramma vanuit het afdrukmenu in de toepassing. 2. Geef waarden op voor Paper Size, Afdrukstand, Papiertype en voor andere instellingen. Pag.
Pagina 135
Algemene afdruktaken Enveloptypen en -richtingen Handinvoer Flap: Gesloten Onderzijde van de envelop: Achter Afdrukoppervlak: Onderzijde Als u de liggende afdrukstand wilt gebruiken, geeft u [180 graden draaien] op in stap 11. 2. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 3. Druk op het scherm Instellingen op [Lade-/papierinstellingen]. 4.
Pagina 136
5. Afdrukken 8. Druk tweemaal op [OK]. 9. Als de configuratie is voltooid, drukt u op [Home] ( 10. Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en ga vanuit het afdrukmenu naar het instellingenscherm van het printerstuurprogramma. 11.
Pagina 137
Algemene afdruktaken macOS • Papierformaat: Hier kunt u het envelopformaat selecteren. Als het envelopformaat niet tussen de mogelijkheden staat, kunt u [Manage Custom Sizes] selecteren en de waarde invoeren. • Papiertype: Envelop Als u in de liggende stand wilt afdrukken, selecteert u [Aan] voor [180 graden draaien] bij [Basis] in "Functiesets".
5. Afdrukken Documenten opslaan en afdrukken Op de printer opgeslagen documenten afdrukken vanaf het bedieningspaneel Om een document af te drukken dat via het printerstuurprogramma is opgeslagen op het apparaat, drukt u af met Afdrukken snel vrijgeven op het bedieningspaneel. De bestandsbeheerder kan ook onnodige documenten verwijderen en documenten ontgrendelen die zijn vergrendeld door een ongeldig wachtwoord in te voeren.
Pagina 139
Documenten opslaan en afdrukken Zie "Afdrukinstellingen geconfigureerd op het bedieningspaneel", User Guide (Engels). • Bestand. beh.: Wijzig de afdruktijd van een uitgestelde afdruktaak of het wachtwoord dat is opgegeven voor het document. Als u meerdere documenten selecteert, is het item niet beschikbaar. 4.
5. Afdrukken Afdrukken vanaf opslagmedia Rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-geheugenopslagapparaat U kunt een geheugenopslagapparaat aansluiten op de mediapoort van het apparaat en de bestanden die daarop staan afdrukken. Gebruik dit om eenvoudig externe gegevens af te drukken. • Houd SD-kaarten en USB-geheugenopslagapparaten buiten bereik van kinderen. Als een kind per ongeluk een SD-kaart of USB-memorystick inslikt, moet u onmiddellijk een dokter raadplegen.
Pagina 141
Afdrukken vanaf opslagmedia *1 Het apparaat ondersteunt de volgende functies niet: Color Space van Crypt Filter of DeviceN (meer dan acht componenten), watermerk, optionele inhoud (versie 1.6), AcroForm • Het PDF-bestand met een aangepast formaat wordt mogelijk niet afgedrukt. Afdrukken vanaf een geheugenopslagapparaat of vanuit een scantoepassing 1.
Pagina 142
5. Afdrukken 5. Druk indien nodig op [Afdrukinstell.] om de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken of afwerking op te geven. • Kopieerverhouding: Hier kunt u selecteren of u in het origineelformaat wilt afdrukken of het bestand wilt vergroten of verkleinen zodat het op het papierformaat past.
6. Scannen Eenvoudig scannen Documenten scannen en de gescande gegevens verzenden per e-mail Scan een document en voeg de gescande gegevens toe aan een e-mail en verzend deze vanaf het apparaat. • Configureer van tevoren de SMTP-server en netwerkinstellingen. Zie "De instellingen configureren voor het verzenden van e-mails vanaf het apparaat", User Guide (Engels).
Pagina 144
6. Scannen 2. Selecteer [Scannen naar e-mail] op het scannerscherm. 3. Plaats het origineel in de scanner. Zie "Een origineel plaatsen om te scannen", User Guide (Engels). 4. Druk op [Verzendinstell.] op het scannerscherm. 5. Druk op [Afzender] en geef de afzender op. •...
Pagina 145
Eenvoudig scannen • Om het e-mailadres handmatig in te voeren, selecteert u de bestemming uit de bestemmingsgeschiedenis of zoekt u naar de bestemming in het adresboek van het apparaat of op de geregistreerde LDAP-server. Druk vervolgens op geef de bestemming op. •...
Pagina 146
6. Scannen • Als u de gegevens van de bestemming wilt wijzigen of een nieuwe bestemming wilt opslaan, drukt u op en selecteert u [Adresbk toev./bewerken] om een bestemming te wijzigen of toe te voegen op het scherm Adresboek. Zie User Guide (Engels). Als u [Adresbk toev./bewerken] selecteert, worden de ingevoerde instellingen ongedaan gemaakt.
Eenvoudig scannen • Als de opgegeven bestemming wordt bijgewerkt met behulp van de functie Centraal beheer, worden de gespoolde documenten na het bijwerken naar de bestemming verzonden. • Als u gaat zoeken naar een bestemming in het adresboek van het apparaat en op de geregistreerde LDAP-server en het te lang duurt, drukt u op [Annuleren] om de zoekopdracht te stoppen.
Pagina 148
6. Scannen 3. Voer "ipconfig/all" in en druk op [Enter]. 4. Controleer de hostnaam, activeer/deactiveer de status van de DHCP-server en het IP-adres, en noteer de informatie bij [1] op het controlevel. Wanneer het bovenstaande scherm wordt weergegeven, vult u het blad als volgt in: 5.
Pagina 149
Eenvoudig scannen 7. Controleer het log-in wachtwoord op de computer en noteer de informatie bij [3] op het controlevel. De vereiste informatie op de computer is bevestigd. Maak nu een gedeelde map op de computer en geef de toegangsrechten van de map op. •...
Pagina 150
6. Scannen 5. Vink het selectievakje [Deze map delen] aan en klik op [Machtigingen]. Na het voltooien van de procedure verwijdert u Iedereen (niet-opgegeven gebruiker) en voegt u een gebruiker toe die toegang heeft tot de map. De gebruiker van wie de informatie op het controlevel staat, wordt in het onderstaande voorbeeld gebruikt.
Pagina 151
Eenvoudig scannen 12. Klik op [OK]. 13. Selecteer de toegevoegde gebruiker en schakel vervolgens het selectievakje [Toestaan] in bij [Wijzigen] onder [Machtigingen]. 14. Klik op [OK]. 15. Klik op [OK] [Sluiten]. Het configureren van de toegangsrechten voor de map is gelukt. Als u toegangsrechten wilt opgeven voor de map om andere gebruikers en groepen toegang tot deze map te geven, kunt u de map als volgt configureren:...
6. Scannen 1. Klik met de rechtermuisknop op de gemaakte map en klik vervolgens op [Eigenschappen]. 2. Klik op [Bewerken...] op het tabblad [Beveiliging]. 3. Klik op [Toevoegen] [Geavanceerd]. 4. Selecteer [Objecttypen] of [Locaties] en klik op [Nu vinden]. 5. Selecteer de gebruiker of groep om machtigingen toe te wijzen en klik op [OK]. 6.
Pagina 153
Eenvoudig scannen 7. Klik op het Apple-menu en selecteer [Systeemvoorkeuren]. 8. Klik bij [Netwerk] op de naam van een ethernetverbinding of op [Wi-Fi] en noteer het IP-adres dat wordt weergegeven bij [1] op het controlevel. De vereiste informatie op de computer is geconfigureerd. Maak nu een gedeelde map aan.
Pagina 154
6. Scannen 4. Vink de selectievakjes aan of [Bestanden en mappen delen met SMB] en het te gebruiken account voor het delen van de bestand en klik vervolgens op [Gereed]. Wanneer het scherm [Authenticeren] wordt weergegeven, voert u het wachtwoord van het geselecteerde account in en klikt u op [OK].
Pagina 155
Eenvoudig scannen • Als u een gedeelde map wilt registreren in het adresboek van uw computer, heeft u zowel het IP-adres van de computer nodig als de naam en het wachtwoord van de gebruiker die toegang heeft tot de gedeelde map. De gemaakte gedeelde map in het adresboek registreren In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het registreren van een gedeelde map die is gemaakt in Windows met behulp van de informatie op het controlevel als...
6. Scannen 4. Druk op het tabblad [Bestemm.] en druk vervolgens op [Map]. 5. Selecteer [SMB (verzenden naar gedeelde map op computer)] bij [Protocol]. 6. Selecteer onder [Mapverificatie-informatie] de optie [Andere verificatie- informatie opgeven] en voer de naam en het wachtwoord in van de inloggebruiker die toegang moet hebben tot de gedeelde map.
Pagina 157
Eenvoudig scannen 9. Druk tweemaal op [OK]. 10. Druk indien nodig op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige] en geef de instellingen op. 11. Druk op [OK]. 12. Druk op [Home] ( ) als u de instellingen heeft opgegeven. 13. Als een bericht wordt weergegeven met het advies om een back-up van het adresboek te maken, drukt u op [Ga nr Mk back-up] om een back-up van het adresboek te maken.
Pagina 158
6. Scannen 2. Selecteer [Naar map] op het scannerscherm. 3. Plaats het origineel in de scanner. Zie "Een origineel plaatsen om te scannen", User Guide (Engels). 4. Druk op [Verzendinstell.] en configureer de scaninstellingen volgens de functie van de gescande gegevens. Pag.
Eenvoudig scannen 6. Druk op [Starten]. • Als een van de beveiligingsfuncties van het apparaat is ingeschakeld, selecteert u de bestemming alleen uit de geregistreerde map wanneer u bestanden verzendt met Scannen naar map. • Wanneer de firewall of een antivirusprogramma actief is, kunt u mogelijk niet een gedeelde map op de computer als de bestemmingsmap opgeven.
Pagina 160
6. Scannen Origineeltype Geschikt voor • Drop-out kleur Het apparaat scant het origineel waarbij de opgegeven kleur wordt gewist (Chromatische kleur, Rood, Groen, Blauw). Als u nauwkeuriger wilt opgeven welke kleur u wilt wissen, verplaatst u het schuifblokje meer in de richting van [Smal] in het te wissen kleurbereik.
Eenvoudig scannen De belichting aanpassen • Verplaats naar links of rechts om de belichting aan te passen. De kleuren in de gescande afbeelding worden donkerder naarmate u de schuifregelaar naar rechts verplaatst. • Druk op [Belichting] en schakel het selectievakje [Autom. belichting] in om de belichting automatisch aan te passen bij het scannen van een origineel met een niet-witte achtergrond, zoals een krant of een document dat doorschijnend is.
6. Scannen Instellingen voor e-mail en scangegevens Het bestandstype of de bestandsnaam opgeven bij het scannen van een document Geef de instellingen op bij [Verzendinstell.] op het scannerscherm. 1. Druk op [Scanner] op het Home-scherm. 2. Plaats het origineel in de scanner. Zie "Een origineel plaatsen om te scannen", User Guide (Engels).
Pagina 163
Instellingen voor e-mail en scangegevens Bestandstype Beschrijving JPEG Deze indeling voor afbeeldingsbestanden is geschikt voor foto's en afbeeldingen met subtiele overgangen. • U kunt kiezen uit de volgende bestandstypen: • Enkele pagina: PDF, Hoge compressie PDF, PDF/A, TIFF, JPEG Als u een bestandstype van een enkele pagina selecteert bij het scannen van meerdere originelen, wordt voor elke pagina één apart bestand gemaakt en is het aantal verzonden bestanden even groot als het aantal gescande pagina's.
Pagina 164
6. Scannen 6. Geef de scaninstellingen op volgens het doel van de gescande gegevens. Pag. 157 "Een origineel met de juiste kwaliteit en belichting scannen" 7. Als u het gescande document naar een e-mailadres wilt verzenden, drukt u op [Afzender] en geeft u de afzender op. Wanneer een aangemelde gebruiker het apparaat gebruikt, wordt de aangemelde gebruiker de afzender.
Pagina 165
Instellingen voor e-mail en scangegevens Opmerkingen en beperkingen van bestandstypen Afhankelijk van het bestandstype dat u selecteert, zijn de volgende beperkingen van toepassing. TIFF Als u TIFF selecteert als bestandsindeling, worden de gegevens niet gecomprimeerd en zijn de bestanden dus groter. Hoge compressie PDF In de volgende gevallen kunt u [Hoge compr.
7. Onderhoud Vervanging en aanvulling van verbruiksartikelen De toner vervangen De procedure voor het vervangen van de toner kunt u bekijken in een film die wordt weergegeven op het bedieningspaneel. • Vervang de toner nadat het bericht hierover wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
Pagina 168
7. Onderhoud 1. Druk op [Video bekijken]. Druk op [Status controleren] en druk daarna op [Contr.] op het tabblad [Apparaatstatus]. 2. Druk op de afspeelknop ( 3. Vervang de toner volgens de procedure die getoond wordt in het filmpje. • Met de fax- of scannerfunctie kunt u zelfs gegevens versturen als de toner op is. Het is echter niet mogelijk om een fax te versturen wanneer er meer dan 1000 faxen ontvangen of verstuurd zijn nadat de toner op was, of wanneer het aantal keer dat de communicatie niet kon worden opgeslagen in het systeem de 1000 overschrijdt.
Pagina 169
Vervanging en aanvulling van verbruiksartikelen Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen van toner • Gooi de volgende artikelen niet in het vuur. Toner ontvlamt onmiddellijk bij contact met open vuur, wat brandwonden kan veroorzaken. • Toner (nieuw of gebruikt) • Containers die toner bevatten •...
(voornamelijk Europa en Azië) Als u uw gebruikte tonercartridge wilt weggooien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde verkooppunt van Ricoh. Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. (voornamelijk Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen.
Pagina 171
Vervanging en aanvulling van verbruiksartikelen • De tonerafvalfles kan niet worden hergebruikt. • Om te voorkomen dat de toner vanuit de afvalfles op de vloer, tafel of een ander voorwerp wordt gemorst, dient u deze voorwerpen te bedekken met kranten. 1.
7. Onderhoud • Laat de volgende artikelen niet achter op een plaats waar kinderen erbij kunnen: • Toner (nieuw of gebruikt) • Containers die toner bevatten • Onderdelen waaraan toner bevestigd wordt • Als het volgende optreedt wanneer u de toner aanraakt, neem dan eerst noodmaatregelen en raadpleeg daarna een arts indien nodig.
Pagina 173
Vervanging en aanvulling van verbruiksartikelen (voornamelijk Europa en Azië) Als u de gebruikte tonerafvalfles wilt weggooien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde verkooppunt van Ricoh. Als u de toner zelf weggooit, moet u het beschouwen als plastic afvalmateriaal. (voornamelijk Noord-Amerika) Raadpleeg de lokale Ricoh website voor meer informatie over het recyclen van verbruiksartikelen.
8. Problemen oplossen Snel aan de slag Waarschuwingsgeluiden Het apparaat brengt u door middel van een waarschuwingsgeluid op de hoogte als het papier geblokkeerd is, het origineel op het apparaat wordt achtergelaten of bij andere problemen. Luister naar het waarschuwingsgeluid voor het onderscheiden van een van de hieronder beschreven patronen en voer de overeenkomstige vereiste procedure uit.
Pagina 176
8. Problemen oplossen Voorwaarde Oplossing Geluidspatroon Twee lange pieptonen Warm-up Het apparaat is klaar voor gebruik nadat het apparaat werd aangezet of het apparaat ontwaakt uit de slaapstand. Vijf lange pieptonen Let op Controleer of het origineel niet op het glas is blijven liggen en (vier keer herhaald) Kopiëren: Origineel dat er papier aanwezig is in de...
Snel aan de slag De indicatielampjes, pictogrammen en berichten op het bedieningspaneel controleren Het apparaat informeert u over de toestand van het apparaat of de status van een toepassing via het indicatielampje [Status controleren] of via een melding op het bedieningspaneel.
8. Problemen oplossen Pictogram Voorwaarde Oplossing en verwijzing Pag. 165 "De toner vervangen" • Als wordt weergegeven terwijl er nog veel toner is, trek de printcartridge er dan uit en volg de tonervervangingsprocedure die op het scherm wordt weergegeven. Plaats de cartridge vervolgens weer terug.
Snel aan de slag 1. Druk op [Status controleren]. 2. Druk op [Contr.] om de details te bekijken en voer de vereiste procedure uit. Pag. 175 "Als er een pictogram wordt weergegeven bij een bericht" : Het apparaat kan niet worden gebruikt. : Een aantal functies kan niet worden gebruikt of de toner is bijna op.
Pagina 180
8. Problemen oplossen Als het apparaat niet op de juiste manier reageert op een bediening via het bedieningspaneel Voorwaarde Oorzaak Oplossing en verwijzing Het scherm van het Het apparaat staat in de Raak het scherm aan. bedieningspaneel is niet slaapstand. verlicht.
Pagina 181
Snel aan de slag Voorwaarde Oorzaak Oplossing en verwijzing Er worden slechts een De andere functies De tijd die nodig is om een paar menu-items worden ook opgestart. functie op te starten, is weergegeven als u op afhankelijk van de functie. Er [Instellingen] drukt worden meer items weergegeven nadat u het apparaat...
Pagina 182
8. Problemen oplossen Voorwaarde Oorzaak Oplossing en verwijzing Als er een back-up van het adresboek wordt gemaakt met Web Image Monitor of een andere methode, wordt de volgende functie uitgevoerd na het voltooien van de back-up. De toets reageert niet of Een functie van het Zet het apparaat uit, wacht 10 er is een andere toets...
Pagina 183
Snel aan de slag Voorwaarde Oorzaak Oplossing en verwijzing wordt grijs De Help-functie kan niet worden weergegeven, omdat de gebruikt als de gebruiker geen gebruiker geen rechten rechten heeft om de heeft om de browserfunctie te gebruiken. Als browserfunctie te altijd grijs wordt weergegeven, raadpleegt u de gebruiken.
Pagina 184
8. Problemen oplossen Voorwaarde Oorzaak Oplossing en verwijzing Het apparaat schakelt Het apparaat kon niet Druk opnieuw op de aan/uit- meer dan vier minuten normaal worden knop. na het indrukken van de uitgeschakeld. Overweeg het repareren van het aan/uit-knop niet uit. apparaat als het bericht blijft staan, zelfs na het uit en aan zetten van het apparaat.
Pagina 185
Snel aan de slag Voorwaarde Oorzaak Oplossing en verwijzing U heeft geen toegang tot Er is een probleem met Controleer de kabel die het het apparaat via Web de verbinding tussen apparaat met de computer Image Monitor. het apparaat en de verbindt, koppel deze af en sluit computer.
8. Problemen oplossen Als er berichten worden weergegeven Als er meldingen worden weergegeven en het apparaat niet kan worden bediend Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Service-oproep" Het apparaat moet Overweeg het repareren van het apparaat. worden SCXXX-XX gerepareerd. "Contact" "Serienummer apparaat"...
Pagina 187
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Even geduld Het apparaat Wacht even. Zet het apparaat uit als het a.u.b." ontwaakt uit de bericht na vijf minuten nog altijd wordt slaapmodus. weergegeven, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Bezig met Het apparaat werd Wacht tot het apparaat uit staat. afsluiten... uitgezet tijdens opstart of in de Een ogenblik stand-bymodus. geduld. Het apparaat wordt automatisch uitgezet. Maximale wachttijd: 4 minute(n)" • Als het probleem niet verholpen is na het uitvoeren van de acties die worden weergegeven in het volgende bericht, kan het apparaat tijdelijk niet naar behoren werken.
Pagina 189
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing Een origineel met Wanneer u een origineel scant met een moeilijk te moeilijk te detecteren formaat, geeft u de detecteren formaat, papierlade op in [Papier selecteren]. zelfs een gangbaar Selecteer bij het maken van een kopie in formaat, zoals een vergroot of verkleind formaat een ander transparant of...
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Plaats volgende Duplex kopiëren is Als u niet op beide zijden van het papier orig. binnen gespecificeerd. wilt kopiëren, schakelt u de selectievakjes volgend aantal sec. [Enkelzijdig→Dubbelz.] en [Dubbelz. → en druk op [Start]." Dubbelz.] uit.
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing Er is een origineel Als u een origineel met een aangepast met een aangepast formaat scant, geef dan het formaat op het origineelformaat op in [Origineelformaat] apparaat geplaatst. [Aangepast formaat]. "Kan geen De indeling van de Druk op [Bevestig.] om het...
Pagina 192
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing Een origineel met Geef [Scanformaat] op bij [Instellingen]. moeilijk te detecteren formaat, zelfs bij een normaal formaat, zoals een doorzichtig exemplaar of een blad met kleefbriefjes of een origineel met aangepast formaat, werd op het apparaat geplaatst.
Pagina 193
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Functioneel De voeding van het Zelfs als u de voeding onmiddellijk terug probleem apparaat werd inschakelt, zult u het ontvangen niet opgetreden. onderbroken kunnen hernemen totdat de periode van Verwerking is tijdens het time-out verlopen is, afhankelijk van de gestopt."...
Pagina 194
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing • Controleer of het apparaat juist is verbonden met het netwerk. "Controleer of er U heeft geen Controleer de instellingen voor toegang netwerkproblemen toegang tot de tot de gedeelde map op de computer op zijn."...
Pagina 195
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Controleer of er De bestemming Registreer de bestemmingsmap in het netwerkproblemen waarnaar de adresboek. zijn." [14-51] mapoverdracht Zie "De bestemmingsmap registreren voor moest worden gebruik met Verzenden naar map", User overgebracht is Guide (Engels).
Pagina 196
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic Het apparaat op de Een fax verzenden met de functie IP-fax is atie is mislukt. Kan bestemming kan niet mogelijk. Verzend de fax via de G3- niet op de normale geen verbinding lijn indien mogelijk.
Pagina 197
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic De DNS-server kon Controleer [DNS-configuratie] in atie is mislukt. Kan niet worden [Instellingen] [Systeeminstellingen] geen verbinding gevonden. [Netwerk/Interface]. maken met de Het apparaat is niet Controleer of het apparaat juist is bestemming.
Pagina 198
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic De SMTP-server of Controleer of de SMTP-server en de atie is mislukt. Kan de computer die computer die werd gespecificeerd als niet verzenden. werd bestemming voor de overdracht normaal Controleer de gespecificeerd als werken.
Pagina 199
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic De SMTP-server, de Controleer of de SMTP-server en de atie is mislukt. Kan computer die werd computer op de bestemming normaal niet verzenden. gespecificeerd als werken. Controleer de de bestemming status en de voor instellingen van het...
Pagina 200
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing De gebruikersnaam Selecteer de doorstuurbestemming in het en/of wachtwoord adresboek, druk op [Bewerken] en geef die zijn tabblad [Bestemm.] [Map] geregistreerd in het [Mapverificatie-informatie] opnieuw op. adresboek zijn Zie "De bestemmingsmap registreren voor ongeldig voor het gebruik met Verzenden naar map", User uitvoeren van een...
Pagina 201
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic Er is geen • Geef een hostnaam of een IP-adres atie is mislukt. Kan domeinnaam op als bestemming en verzend de e- niet verzenden. Het opgegeven toen u mail opnieuw. opgegeven adres is een e-mail verzond •...
Pagina 202
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic Het apparaat op de • Controleer of de computer die werd atie is mislukt. Er bestemming gespecificeerd als de bestemming komt geen reageerde niet. normaal werkt en met het netwerk is antwoord van de verbonden.
Pagina 203
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic Controleer of het wachtwoord dat is atie is mislukt. SIP- authenticatiewacht geregistreerd op de SIP-server en bij samenvattingsverifi woord op de SIP- "Wachtwoord" in SIP Digest-verificatie catie is mislukt. server en het onder [Instellingen] Controleer de...
Pagina 204
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic Er is een IP-fax Een fax verzenden met de functie IP-fax is atie is mislukt. De verzonden naar een niet mogelijk. Verzend de fax via de G3- bestemming bestemming die IP- lijn indien mogelijk.
Pagina 205
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Netwerkcommunic Als er een Controleer of het e-mailadres voor atie is mislukt. Het handtekening is verificatie overeenkomt met het adres dat e-mailadres voor gespecificeerd, is is opgegeven in [Instellingen] verificatie komt niet het e-mailadres [Systeeminstellingen] [Verzenden (e-...
Pagina 206
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Verbinding maken Er is een ander Registreer het apparaat in met apparaat op hoofdapparaat [Instellingen] afstand is mislukt. geregistreerd bij het [Systeeminstellingen] Probleem met apparaat op afstand op [Apparaat] [Overige] structuur van apparaat het sub-apparaat.
Pagina 207
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "Controleer of er Het apparaat is niet op Controleer of het apparaat juist netwerkproblemen het netwerk is verbonden met het netwerk. zijn." aangesloten. [16-00] "Verbinding maken Het hoofdapparaat Zet het hoofdapparaat aan. met apparaat op staat uit of werkt niet Controleer na aanzetten of het...
8. Problemen oplossen Meldingen Voorwaarde Oplossing en verwijzing "De registratie van het Het hoofdapparaat kan Controleer of het IP-adres of de apparaat op afstand is niet worden gevonden. hostnaam van het onjuist. Neem contact hoofdapparaat goed is op met de beheerder." opgegeven in [Instellingen] [Systeeminstellingen] [Apparaat]...
Pagina 209
Als er berichten worden weergegeven Berichten die verschijnen zonder foutcodes Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Adresboek is Het adresboek Probeer het later opnieuw. momenteel in wordt nog door een gebruik door een andere functie andere functie. gebruikt en een Verificatie is authenticatieverzoe mislukt."...
Pagina 210
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Zie "Verschillende afdrukinstellingen "Fout opgetreden toepassen per bestandstype", User tijdens verwerken Guide (Engels). ongeautoriseerde • Werden er enkel spatie(s) ingegeven kopieerpreventie- als tekst om te gebruiken voor de taak. De taak is achtergrond in de functie voor het geannuleerd."...
Pagina 211
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Kan geen toegang Een USB- • Controleer of de externe media is verkrijgen tot het flashgeheugen kan geformatteerd in FAT16 of FAT32 en geheugenopslagap niet worden dat beveiliging tegen schrijven niet is paraat."...
Pagina 212
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Opdrachtfout" Er was een Controleer of het apparaat juist kan probleem met de communiceren met de computer. gegevens vanwege communicatiestatu s of een andere reden. Er werd een Gebruik de juiste printerdriver voor het printerdriver apparaat.
Pagina 213
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Fout met Een document Overweeg het repareren van het apparaat gegevensopslag." afdrukken af als als het bericht blijft staan, zelfs na het uit testafdruk, en aan zetten van het apparaat. vergrendelde afdruk, bewaarde afdruk, opgeslagen...
Pagina 214
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Zie "Documenten van de documentserver verwijderen", User Guide (Engels). "Max. aantal Wis een document in de wachtrij voor bestanden maximumaantal afdrukken (Auto) dat niet langer nodig is. overschreden. opgeslagen (automatisch afdruktaken of het Zie "Documenten die zijn opgeslagen in opslaan)"...
Pagina 215
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Max. aantal Een fout van • Verminder het aantal af te drukken pagina's "maximumaantal pagina's. overschreden. pagina's • Wis documenten die niet langer nodig (automatisch overschreden" zijn. opslaan)" deed zich voor Zie "Documenten die zijn opgeslagen tijdens het opslaan in het apparaat verwijderen", User...
Pagina 216
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Bestandssysteem Wis documenten die niet langer nodig zijn. is vol." bestandssysteem is Zie "Documenten die zijn opgeslagen in vol en het PDF- het apparaat verwijderen", User Guide bestand kan niet (Engels). worden afgedrukt. Zie "Documenten van de documentserver verwijderen", User Guide (Engels).
Pagina 217
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Onvoldoende Er is onvoldoende Verlaag de waarde voor [Resolutie] in het geheugen" geheugen printerstuurprogramma. beschikbaar. Zie "Verschillende afdrukinstellingen toepassen per bestandstype", User Guide (Engels). "Het papier in de Er bevindt zich geen •...
Pagina 218
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Geen respons van Er deed zich, in • Raadpleeg de beheerder van de de server. LDAP- of Windows- authenticatieserver. Verificatie is authenticatie, een • Bij gebruik van Active Directory op de mislukt." time-out fout voor Windows-server voor LDAP- tijdens het ingeven...
Pagina 219
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing • Om af te drukken op het opgegeven papier, laad u het papier en controleert u of het formaat en type papier juist zijn opgegeven in [Instellingen] [Lade- /papierinstellingen]. Pag. 57 "Papier in de papierlade plaatsen_1"...
Pagina 220
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Afdruktaak is Het aantal Wis documenten die niet langer nodig zijn. geannuleerd, omdat documenten Zie "Documenten van de documentserver vastgelegde opgeslagen op het verwijderen", User Guide (Engels). bestand(en) niet apparaat is groten opgeslagen konden dan het worden: Max.
Pagina 221
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "U heeft de rechten Authenticatie- Specificeer de authenticatie-informatie in niet om deze informatie is niet de printerdriver. Neem voor de functie te juist geregistreerd verificatiegegevens contact op met de gebruiken. in de printerdriver.
Pagina 222
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "98: Fout" De toegang tot de Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 interne opslag is seconden of meer na bevestiging dat de mislukt. aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan. Pag.
Pagina 223
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "BA4: Achtergrondnumme Sluit de externe harde schijf aan. Als de Achtergrondnumme ring is uitgevoerd situatie niet verbetert na het aansluiten ring is niet zonder de externe van de externe harde schijf, neemt u beschikbaar omdat harde schijf aan te contact op met uw...
Pagina 224
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "CB: De taak is Het ingevoerde Controleer het juiste wachtwoord voor het geannuleerd, omdat wachtwoord is document en voer dit in. het wachtwoord onjuist, waardoor onjuist is." het afdrukken is geannuleerd door de functie voor automatisch taak annuleren.
Pagina 225
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "CK: De taak is Er is een fout Controleer of het apparaat juist kan geannuleerd opgetreden bij communiceren met de pc. vanwege een fout afdrukken van een met XPS." XPS-bestand, waardoor het afdrukken is geannuleerd door...
Pagina 226
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "CO: De taak is Er is een Registreer de vereiste lettertypen. geannuleerd lettertypefout vanwege een opgetreden bij het lettertypefout met afdrukken van een PS3/PDF." PostScript 3- of PDF-bestand, waardoor het afdrukken is geannuleerd door de functie voor automatisch taak...
Pagina 227
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "EB: De taak is Een afdruktaak is Neem contact op met de geannuleerd, omdat ingesteld voor apparaatbeheerder (of beheerder met [Directe annuleren, aangepaste bevoegdheden die afdruktaken waardoor het vergelijkbare machtigingen heeft). beperken] is afdrukken is De apparaatbeheerder kan de instelling...
Pagina 228
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "EE: Er zijn Er zijn twee of meer Wanneer u [Tijdschrift] opgeeft, moet u gemengde papierformaten papier van hetzelfde formaat gebruiken. papierformaten, gebruikt en waardoor afwerken als tijdschriftafwerking [Tijdschrift] was niet beschikbaar is. niet beschikbaar.
Als er berichten worden weergegeven Wanneer er een bericht verschijnt tijdens het gebruik van de scannerfunctie • Als u de instellingen controleert of wijzigt in [Instellingen], drukt u op [Home] ( nadat u [Instellingen] heeft gesloten. Berichten die verschijnen op het bedieningspaneel Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing...
Pagina 230
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie van de Selecteer de bestemming in het bestemming is gebruikersnaam/he adresboek, druk op [Bewerken] en mislukt. Controleer t wachtwoord voor controleer de instelling in tabblad de instellingen. Om SMTP-verificatie die [Bestemm.] [E-mailadres].
Pagina 231
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Er is een origineel Geef bij het scannen van een origineel met met een aangepast aangepast formaat het oorspronkelijke formaat op het formaat op bij [Verzendinstell.] apparaat geplaatst. [Scanformaat] [Aangepast formaat]. "Kan het specifieke Het apparaat of de Controleer of het apparaat of de computer...
Pagina 232
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing De computernaam Registreer de computernaam en de of bestandsnaam bestandsnaam opnieuw. die is gespecificeerd in de naam van het pad is onjuist. De firewall-functie Registreer, in de firewall-functie op de is uitgeschakeld op computer, het IP-adres van het apparaat en de poort die wordt gebruikt voor het de computer.
Pagina 233
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Max. Een origineel met • Verlaag de waarde voor gegevenscapaciteit groot formaat is [Verzendinstell.] [Resolutie]. overschreden." gescand met hoge • Geef een kleiner formaat op in resolutie en de "Controleer de [Verzendinstell.] [Scanformaat].
Pagina 234
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Kan geen Er is een e-mail Neem contact op met de verbinding maken verzonden naar de netwerkbeheerder (of een beheerder met met bestemming. bestemming zonder aangepaste bevoegdheden die Neem contact op een geïnstalleerd vergelijkbare machtigingen heeft) en met beheerder om certificaat van de...
Pagina 235
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Geprogrammeerd. Een map Registreer de bestemming in het Kan geen gespecificeerd door adresboek van het apparaat en registreer bestemming(en) handmatige invoer het daarna in een programma. programmeren die is opgenomen niet in het tussen de adresboek zijn...
Pagina 236
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Zie "De beschermingsfunctie gebruiken om misbruik van adressen te voorkomen", User Guide (Engels). "De grootte van de De gegevens die • Verhoog de waarde voor gescande gegevens zijn gescand door [Verzendinstell.] [Resolutie]. is te klein.
Pagina 237
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie van de De gebruikersnaam • Controleer de gebruikersnaam en het bestemming is of het wachtwoord wachtwoord voor SMTP-verificatie. mislukt. Controleer is onjuist. • Controleer de ID en het wachtwoord de instellingen.
Pagina 238
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Authentificatie is De aangemelde Neem contact op met de succesvol. De gebruiker heeft gebruikersbeheerder (of beheerder met toegangsprivileges geen aangepaste bevoegdheden die voor de toegangsrechten vergelijkbare machtigingen heeft). De scannerfunctie zijn om de gebruikersbeheerder kan de scannerfunctie te toegangsrechten in het adresboek...
Pagina 239
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Er is een origineel Als u een origineel scant met een moeilijk met moeilijk te te detecteren formaat, geeft u detecteren formaat, [Verzendinstell.] [Scanformaat] op. zelfs in het normale Pag. 390 "Herkenbare formaten voor formaat, op het automatische papierselectie"...
Pagina 240
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Er is een fout De scantoestand Specificeer de scantoestand binnen het opgetreden in de die is bereik dat kan worden gespecificeerd op scanner." gespecificeerd in de het apparaat. toepassing Pag. 394 "Lijst van specificaties" overschrijdt het bereik dat kan worden...
Pagina 241
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing • Als er na het starten van de computers hetzelfde bericht wordt weergegeven terwijl er geen andere toepassingen zijn geopend, maak de installatie van de TWAIN-driver dan ongedaan, start de computer opnieuw op en installeer de TWAIN- driver opnieuw.
Pagina 242
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Het IPv6-adres kon Log als beheerder in bij Web Image niet verkregen Monitor en selecteer [Actief] bij [IPv4] worden als alleen "LLMNR" onder [Apparaatbeheer] IPv6 is [Configuratie] "Netwerk". ingeschakeld op het apparaat. "Scanner is niet De TWAIN- De TWAIN-scannerfunctie kan niet...
Pagina 243
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Er komt geen De firewall-functie Configureer de firewall-functie op de reactie van de is uitgeschakeld op computer om communicatie toe te laten scanner. Hier de computer. met de gebruikte toepassing of schakel de kunnen een aantal firewall-functie uit.
8. Problemen oplossen Wanneer er andere meldingen worden weergegeven • Als u de instellingen controleert of wijzigt in [Instellingen], drukt u op [Home] ( nadat u [Instellingen] heeft gesloten. Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Beheerderverif. De toegang tot Als u basis-, Windows- of LDAP-verificatie voor gebruikersbeheer is opgeeft, configureert u het privilege...
Pagina 245
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Lezen van het De gebruiker heeft De webbrowser van het apparaat PDF-bestand is geprobeerd een ondersteunt de PDF-versies en de mislukt." PDF-bestand te coderingsniveaus die hieronder worden openen dat niet vermeld.
Pagina 246
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Afdrukken is • Gebruik van een andere gestopt vanwege te voedingsspanning of frequenties dan lage spanning van aangegeven in de specificaties stopcontact. Zet de • Gebruik van meervoudige hoofdschakelaar uit stekkerdozen of verlengsnoeren. en weer aan.
Pagina 247
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Bijwerken van Er is een Controleer de verbinding tussen het bestemmingslijst netwerkfout apparaat en de computer. mislukt. Opnieuw opgetreden. proberen?" Anti-virussoftware Voeg de lijst met bestemmingen toe aan of een firewall- de lijst met uitzonderingen in de anti- functie zijn actief op virussoftware op de computer of...
Pagina 248
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie is Een operatie in de Controleer of er een andere gebruiker is mislukt. Om als" door TWAIN aangemeld op het apparaat en voer de ondersteunde operatie uit. B/W/L0103-000 toepassing werd uitgevoerd vanop de computer terwijl een gebruiker was aangemeld op het...
Pagina 249
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Een gebruiker heeft De gebruiker moet aanmelden vanuit het geprobeerd zich aanmeldscherm van de toepassing. aan te melden bij functies die alleen toegankelijk zijn voor de beheerder, zoals [Instellingen], terwijl [Verificatiebeheer voor toepassingen] is opgegeven.
Pagina 250
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie is Kerberos- Controleer of de server normaal werkt. mislukt. Om als" authenticatie is mislukt omdat de W0400-102 server niet reageerde. "Verificatie is Er zijn onvoldoende Probeer het later opnieuw. mislukt. Om als" middelen beschikbaar omdat W0400-200...
Pagina 251
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie is ":" of andere tekens • Voer de juiste gebruikersnaam in. mislukt. Om als" die niet gebruikt • Wijzig de gebruikersnaam als deze mogen worden in W/L0406-003 een spatie, ":" of andere onbruikbare tekens bevat.
Pagina 252
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie is Er waren te veel Probeer het later opnieuw. Controleer of mislukt. Om als" aanvragen voor het apparaat een authenticatie-aanval authenticatie ondergaat als het probleem blijft L0406-200 tegelijkertijd. aanhouden. De status van de aanval kan gecontroleerd worden door het berichtenscherm.
Pagina 253
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie is Kerberos- Controleer of de werkelijke naam op de mislukt. Om als" authenticatie is klok van het KDC (key distribution center) mislukt. en de klok op het apparaat L0406-204 gesynchroniseerd zijn.
Pagina 254
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Verificatie is Het aantal Vraag de gebruikersbeheerder (of mislukt. Om als" gebruikers die zijn beheerder met aangepaste bevoegdheden geregistreerd in het die vergelijkbare machtigingen heeft) om W/L0612-005 adresboek heeft de gebruikers te verwijderen uit het bovenlimiet bereikt adresboek die niet langer nodig zijn.
Pagina 255
Als er berichten worden weergegeven gebruikersgroep die werd gecreëerd. Als er meer dan één DC bestaat, controleer dan of er een betrouwbare relatie tussen DC's werd aangemaakt. *2 Om de domeinnaam op te halen, zie: • Controleer of [Domeinnaamconfiguratie] en [DNS-configuratie] goed zijn opgegeven in [Instellingen] [Systeeminstellingen] [Netwerk/Interface].
Pagina 256
8. Problemen oplossen Zie "De LDAP-server registreren", User Guide (Engels). • Als de verbindingstest mislukt, controleert u of [Domeinnaamconfiguratie] en [DNS- configuratie] goed zijn opgegeven bij [Instellingen] [Systeeminstellingen] [Netwerk/Interface]. Berichten die verschijnen als het aanmelden op het apparaat via een IC-kaart mislukt Meldingen Oorzaak...
Pagina 257
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Een functie van het Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 apparaat werkt seconden of meer na bevestiging dat de tijdelijk niet naar aan/uit-indicator uit is, en zet het behoren. apparaat opnieuw aan.
Pagina 258
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing Zie "Een gebruiker in het adresboek registreren en de inloggegevens opgeven", User Guide (Engels). Berichten die verschijnen als er een probleem is met het certificaat Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "De bestemming Installeer een nieuw apparaatcertificaat kan niet worden apparaatcertificaat...
Pagina 259
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "De bestemming kan niet worden apparaatcertificaat geselecteerd, dat wordt gebruikt omdat er een voor digitale probleem is met het ondertekening in apparaatcertificaat PDF of PDF/A dat wordt gebruikt ontbreekt of is voor de S/MIME- ongeldig.
Pagina 260
8. Problemen oplossen Berichten die verschijnen als een toepassingssite niet kan worden gebruikt Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Er is een Er is een • Bekijk de informatie over onderhoud serverfout onverwachte fout van de server in [Informatie]. opgetreden." opgetreden op de •...
Pagina 261
Als er berichten worden weergegeven Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "There is De resterende vrije Verwijder toepassingen die niet insufficient space to ruimte in de interne noodzakelijk zijn. store internally, opslag is delete any onvoldoende. unnecessary applications." Berichten die worden weergegeven wanneer back-up/herstel van gebruikersgegevens mislukt Meldingen Oorzaak...
Pagina 262
8. Problemen oplossen Meldingen Oorzaak Oplossing en verwijzing "Onvoldoende Het USB- Schakel over op een USB- ruimte vrij op USB- geheugenopslagap geheugenopslagapparaat dat voldoende geheugen voor paraat heeft geheugen heeft voor de back-upfunctie. back-up. Controleer onvoldoende het USB-geheugen geheugen. en probeer het opnieuw."...
9. Beveiliging Inleiding Maatregelen tegen beveiligingsrisico's Geschikte beveiligingsmaatregelen zijn nodig om het risico op informatielekken en gebruik door onbevoegde personen te voorkomen. De persoonsgegevens die in het adresboek zijn opgeslagen en zeer vertrouwelijke bestanden die door het apparaat worden verwerkt, zijn belangrijke informatiemiddelen. Die moeten worden beschermd tegen diefstal of misbruik.
9. Beveiliging De beheerder van het apparaat bepalen Selecteer een beheerder voor het uitvoeren van het onderhoud en het beheer van het apparaat. De beheerder stelt belangrijke beveiligingsinstellingen in. Pag. 265 "Beheerders met standaardrechten registreren" Pag. 275 "Beheerders met aangepaste rechten registreren" Onbevoegd gebruik voorkomen door de gebruikers te beheren die dit apparaat of het verbonden netwerk mogen gebruiken De beheerder beperkt de gebruikers die het apparaat mogen...
Inleiding Pag. 329 "Netwerkcommunicatie coderen" Informatielekken voorkomen met bestandsverwerking Beperk het bladeren door bestanden die in het apparaat of het adresboek zijn opgeslagen, zodat informatie niet via onbevoegde personen uitlekt. Zie "Toegangsrechten opgeven voor documenten die zijn opgeslagen op de documentserver", User Guide in het Engels.
Pagina 266
9. Beveiliging • Om te voorkomen dat dit apparaat wordt gestolen of opzettelijk wordt beschadigd, dient u het apparaat op een veilige plaats te zetten. • Als de beveiligingsinstellingen niet zijn geconfigureerd, zijn de gegevens in het apparaat kwetsbaar voor aanvallen. •...
Inleiding Beheerders met standaardrechten registreren Er zijn vier soorten standaardrechten voor beheerders op basis van de beschikbare functiecategorieën. De rechten worden toegewezen aan Beheerder 1 tot en met Beheerder 4 (ingebouwde beheerders). U kunt alle vier de rechten aan één persoon toewijzen of een specifiek recht aan een bepaalde persoon toewijzen.
9. Beveiliging 3. Voeg ingebouwde beheerders toe of wijzig de rechten. Wijs de rechten aan elke beheerder toe. U kunt maximaal vier ingebouwde beheerders registreren. Pag. 270 "Ingebouwde beheerders toevoegen of de rechten wijzigen" Workflow voor de registratie van externe beheerders 1.
Pagina 269
Inleiding 1. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 2. Druk op [Systeeminstellingen]. 3. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Beheerdersverificatiebeheer]. 4. Selecteer voor elk standaardrecht voor beheerders waarvoor u beheerdersverificatie wilt activeren [Aan] in de lijst. • Gebruikersbeheer: Selecteer [Aan] om de gegevens te beheren die in het adresboek zijn geregistreerd.
Pagina 270
9. Beveiliging Gebruikersbeheer • Beheerderstoepassingen: Hiermee beperkt u voornamelijk de instellingen voor het adresboek. Apparaatbeheer Druk op [Niet geselecteerd] naast Beschikbare instellingen, selecteer op het scherm Beschikbare instellingen de opties die moeten worden beheerd en druk vervolgens op [OK]. • Algemene eigenschappen: Hiermee beperkt u de instellingen voor het bedieningspaneel en de papieruitvoerlade.
Inleiding gebruikersnaam en het wachtwoord voor inloggen. Voer het log-in wachtwoord in dat tijdens de eerste keer opstarten is ingesteld als het log-in wachtwoord. Inloggen bij het apparaat met behulp van het bedieningspaneel 1. Druk in het Home-scherm op [Inloggen]. 2.
9. Beveiliging • Zie Pag. 289 "Tekens die zijn toegestaan in gebruikersnamen en wachtwoorden" voor de tekens die mogen worden gebruikt in gebruikersnamen en wachtwoorden voor inloggen. Inloggen op het apparaat met Web Image Monitor 1. Start de internetbrowser. 2. Voer "http://(IP-adres van het apparaat of de hostnaam)/" in de adresbalk van de internetbrowser in en druk vervolgens op Enter.
Pagina 273
Inleiding • Zorg dat u de gebruikersnamen en wachtwoorden voor inloggen van de toegevoegde ingebouwde beheerders niet vergeet. • Een ingebouwde beheerder kan de gebruikersnaam en het wachtwoord voor inloggen van andere ingebouwde beheerders niet wijzigen. 1. Log via het bedieningspaneel in bij het apparaat als een beheerder met alle standaardrechten.
9. Beveiliging 7. Als u de instellingen heeft opgegeven voor alle beheerders, drukt u op [Sluiten] en daarna op [Beheerdersrechten instellen]. 8. Selecteer een ingebouwde beheerder aan wie u een of meer standaardrechten voor beheerders wilt toewijzen en druk op [OK]. •...
Pagina 275
Inleiding Als u een Windows-serveraccount wilt registreren als een externe beheerder, registreert u een groep met externe beheerders met dezelfde naam als de globale account waarbij de doelaccount hoort en waarvoor ze beheerdersrechten hebben. Controleer eerst de naam van de globale groep waarbij de doelaccount hoort. Pag.
Pagina 276
9. Beveiliging 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Beheerder registreren/wijzigen]. 5. Druk op [Inloginstelling externe beheerder] onder Externe beheerder. 6. Selecteer [Aan] in de lijst naast Externe beheerder en druk op [OK]. 7. Druk op [Beheer groep met externe beheerders] onder Externe beheerder. 8.
Inleiding • Als u de naam of het standaardrecht voor beheerders van de geregistreerde groep met externe beheerders wilt wijzigen, selecteert u een groepsnaam in stap 8 en drukt u op [Registreren/Wijzigen]. • Als u de geregistreerde groep met externe beheerders wilt verwijderen, selecteert u een groepsnaam in stap 8 en drukt u op [Verwijderen].
Pagina 278
9. Beveiliging Toewijzing van aangepaste beheerdersrechten Workflow voor de registratie van externe beheerders als beheerders met aangepaste rechten 1. Activeer beheerdersverificatie. Activeer de functie Beheerdersverificatie van het apparaat vanuit [Instellingen]. Pag. 266 "Beheerdersverificatie activeren" 2. Log in op het apparaat als beheerder. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van een ingebouwde beheerder in om in te loggen bij het apparaat.
Pagina 279
Inleiding Zie "Overige (Systeeminstellingen)", User Guide in het Engels. 1. Log via het bedieningspaneel in bij het apparaat als een beheerder met alle standaardrechten. Pag. 268 "Inloggen op het apparaat als beheerder" Als er beheerders met aangepaste toegangsrechten zijn ingesteld, kunt u als beheerder met aangepaste toegangsrechten ook met het toegangsrecht Verificatie/Kosten inloggen bij het apparaat.
Pagina 280
9. Beveiliging Selecteer een recht uit de volgende aangepaste beheerdersrechten. U kunt desgewenst meerdere rechten selecteren. Categorieën Aangepaste beheerdersrechten Systeeminstellingen Weergave/Invoer, Uitvoerlade, Apparaat, Datum/Tijd/Timer, Geluid, Netwerk/Interface, Verzenden (e-mail/map), Toegankelijkheid, Apparaat- /bedieningspaneelinformatie Instellingen voor Beveiligingspatroon/-stempel, Gegevensbeheer, beheerder Bestandsbeheer, Beveiliging, Paneelbesturing op afstand, Intelligente spraakbesturing, Functiebeperking, Verificatie/Kosten, Automatische firmware-update Instellingen...
Pagina 281
Inleiding externe beheerders. Registreer groepen met externe beheerders en wijs aangepaste rechten voor beheerders toe. Als u Windows-serveraccounts wilt registreren als externe beheerders, registreert u dezelfde groepsnamen als die van de globale groepen met de beheerdersrechten waarbij de doelaccounts horen op de Windows-server. Zoek vooraf de namen op van de globale groepen waarbij de doelaccounts horen.
Pagina 282
9. Beveiliging 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Beheerder registreren/wijzigen]. 5. Druk op [Inloginstelling externe beheerder] onder Externe beheerder. 6. Selecteer [Aan] in de lijst naast Externe beheerder en druk op [OK]. 7. Druk op [Beheer groep met externe beheerders] onder Externe beheerder. 8.
Pagina 283
Inleiding • Als u de naam of de sjabloon voor aangepaste rechten van de geregistreerde groep met externe beheerders wilt wijzigen, selecteert u een groepsnaam in stap 8 en drukt u op [Registreren/Wijzigen]. • Als u de geregistreerde groep met externe beheerders wilt verwijderen, selecteert u een groepsnaam in stap 8 en drukt u op [Verwijderen].
Pagina 284
9. Beveiliging informatie over de instelling raadpleegt u Pag. 312 "Beschikbare functies beperken". 3. Druk in het Home-scherm op [Beheerdersmodus]. 4. Als de bevestigingsmelding wordt weergegeven, drukt u op [OK]. Als het apparaat in de Beheerdersmodus staat, worden de pictogrammen en instellingsitems weergegeven volgens de toegewezen rechten.
Inleiding U kunt via het bedieningspaneel rechten configureren voor het gebruiken van een toepassing. Voor meer informatie over de instelling raadpleegt u Pag. 312 "Beschikbare functies beperken". 5. Klik op [Modus voor aangepaste bevoegdheden]. Als het apparaat in de Beheerdersmodus staat, wordt [Modus voor aangepaste bevoegdheden] vervangen door het bericht “Ingelogd met modus voor aangepaste bevoegdheden”.
9. Beveiliging 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Beheerder registreren/wijzigen] [Lijst van rechten van ingelogde gebruiker]. De lijst met rechten wordt weergegeven. Er staat een vinkje bij elk toegewezen recht. 5. Als u klaar bent, drukt u op [Sluiten]. 6.
Pagina 287
Inleiding Supervisorinstellingen wijzigen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de log-in gebruikersnaam en het wachtwoord van de supervisor kunt wijzigen. Raadpleeg de meegeleverde handleiding voor de standaardwaarden voor de gebruikersnaam en het wachtwoord waarmee de supervisor kan inloggen. • Het is belangrijk dat u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor inloggen als supervisor niet vergeet.
Pagina 288
9. Beveiliging [Beheerder registreren/wijzigen] [Log-in gebruikersnaam/wachtwoord van beheerder instellen]. 5. Druk op [Supervisor]. 6. Geef bij Log-in gebruikersnaam de gebruikersnaam voor inloggen op. 7. Druk op [Wijzigen] naast Log-in wachtwoord. 8. Geef bij Nieuw wachtwoord het wachtwoord voor inloggen op. 9.
Pagina 289
Inleiding 2. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Beheerder registreren/wijzigen] [Log-in gebruikersnaam/wachtwoord van beheerder instellen]. 5. Druk op de gewenste ingebouwde beheerder ([Beheerder 1] t/m [Beheerder 4]). 6.
Pagina 290
9. Beveiliging • Zie Pag. 289 "Tekens die zijn toegestaan in gebruikersnamen en wachtwoorden" voor de tekens die mogen worden gebruikt in gebruikersnamen en wachtwoorden voor inloggen. • U kunt voor de supervisor en de beheerders niet dezelfde log-in gebruikersnaam gebruiken.
Inleiding 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Beheerder registreren/wijzigen] [Instelling beheerderslogin]. 5. Selecteer [Toestaan] of [Verbieden] in de lijst naast Beheerderslogin. 6. Druk tweemaal op [OK]. Als de instellingen voltooid zijn, wordt u automatisch door het apparaat uitgelogd. Tekens die zijn toegestaan in gebruikersnamen en wachtwoorden De volgende tekens kunnen voor log-in gebruikersnamen en wachtwoorden gebruikt worden: Namen en wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Pagina 292
9. Beveiliging Supervisor/ingebouwde Externe beheerders beheerders/gebruikers Log-in • De maximale lengte voor • De maximale lengte wachtwoord wachtwoorden van beheerders en voor wachtwoorden supervisors is 32 tekens. is 128 tekens. • Voor gebruikers is dit 128 tekens. • Voor de overige voorwaarden wordt •...
Onbevoegde toegang voorkomen Onbevoegde toegang voorkomen Maatregelen nemen tegen onbevoegde toegang Stel het apparaat juist in en voorkom toegang door anderen vanuit een willekeurige locatie, om uw informatie te beschermen. U kunt onbevoegde toegang voorkomen door de gebruikers te beperken die het apparaat kunnen gebruiken, door codering of door het netwerk te beperken.
9. Beveiliging De netwerkverbinding beperken Om bij TCP-/IP-communicatie de toegang vanaf een onbevoegde computer te blokkeren, beperkt u het bereik van IP-adressen dat toegang heeft tot het apparaat. Geef tevens de ongebruikte protocollen op om het risico op een inbreuk te verkleinen.
Pagina 295
Onbevoegde toegang voorkomen Gebruikersverificatiemethode Er zijn vier verschillende methoden voor gebruikersverificatie, waaronder basisverificatie. Deze vorm van verificatie beperkt het gebruik van het apparaat en methoden die een verificatieserver in het netwerk gebruiken. Selecteer een methode op basis van de gebruiksvoorwaarde of het aantal gebruikers. U kunt niet meer dan één verificatiemethode tegelijkertijd gebruiken.
9. Beveiliging • In Windows- of LDAP-verificatie kunt u uw gebruikersgegevens centraal in de server beheren. U kunt ook altijd het adres van de server gebruiken als de afzender (van) van e-mails die vanuit het apparaat worden verzonden. Deze functie is handig om gegevenslekken te vermijden door foutieve invoer van gegevens of vervalsing van adresgegevens door een onbevoegde gebruiker.
Pagina 297
Onbevoegde toegang voorkomen 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Gebruikersverificatiebeheer]. 5. Selecteer [Gebruikerscodeverificatie] in de lijst naast Gebruikersverificatiebeheer. 6. Selecteer onder Te beperken functies de functies waarvoor u gebruiksbeperkingen wilt instellen. • Geef op of u Gebruikerscodeverificatie op voor elke functie. •...
Pagina 298
9. Beveiliging Basisverificatie opgeven Registreer de standaardwaarden van de functies die beschikbaar zijn voor elke gebruiker met behulp van Basisverificatie. 1. Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat. Pag. 268 "Inloggen op het apparaat als beheerder" 2. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 3.
Onbevoegde toegang voorkomen 7. Druk op [OK]. 8. Druk op [Home] ( 9. Wanneer het bevestigingsvenster wordt weergegeven, drukt u op [OK] om uit te loggen bij het apparaat. Wanneer de registratie van de gebruikersinformatie niet voltooid is, registreert u de gebruiker in het adresboek en geeft u de inloggegevens op.
Pagina 300
9. Beveiliging 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Gebruikersverificatiebeheer]. 5. Selecteer [Windows-verificatie] in de lijst naast Gebruikersverificatiebeheer. 6. Registreer de verificatieserver en geef de bruikbare functies op. • Kerberos-verificatie: Als u Kerberos-verificatie wilt inschakelen, selecteert u [Aan].
Onbevoegde toegang voorkomen Gebruikers die zijn geregistreerd in meerdere groepen, kunnen alle functies gebruiken die beschikbaar zijn voor deze groepen. Een gebruiker die in geen enkele groep geregistreerd is, kan de autoriteit gebruiken die is opgegeven in [* Standaardgroep]. Standaard zijn alle functies beschikbaar voor leden van de standaardgroep.
Pagina 302
9. Beveiliging 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Gebruikersverificatiebeheer]. 5. Selecteer [LDAP-verificatie] in de lijst naast Gebruikersverificatiebeheer. 6. Selecteer de verificatieserver en geef de beschikbare functies op. • LDAP-servers: Selecteer de LDAP-server die u wilt verifiëren. •...
Onbevoegde toegang voorkomen die van een gebruiker die in het apparaat is geregistreerd, wordt beschouwd als dezelfde gebruiker in dat apparaat. Geef bij Uniek kenmerk de eigenschap op die wordt gebruikt voor unieke gegevens op de server. U kunt "cn" of "employeeNumber"...
Pagina 304
9. Beveiliging 4. Selecteer een gebruiker op het scherm Adresboek en druk op [Bewerken]. 5. Druk op het tabblad [Gebruikersbeheer/Overige] [Gebruikersbeheer]. 6. Geef een gebruikerscode op bij Gebruikerscode. Wanneer u een gebruikerscode wijzigt, verwijdert u de bestaande gebruikerscode en geeft u een nieuwe gebruikerscode op. Wanneer u een gebruikerscode verwijdert, verwijdert u de bestaande gebruikerscode en gaat u verder met Stap 8.
Onbevoegde toegang voorkomen De server voorbereiden op het gebruik van gebruikersverificatie Wanneer Windows-verificatie of LDAP-verificatie voor de eerste keer als gebruikersverificatiemethode wordt gebruikt, controleer dan of uw serveromgeving voldoet aan de eisen voor gebruikersverificatie en configureer de noodzakelijke instellingen. Windows-verificatie gebruiken Bereid de server als volgt voor: 1.
Pagina 306
9. Beveiliging Items Uitleg • TLS 1.0, TLS 1.1 en SSL 3.0 zijn standaard uitgeschakeld. Als u TLS 1.0/1.1 of SSL 3.0 wilt gebruiken, kunt u het gewenste protocol inschakelen in Web Image Monitor. • Gegevensverzending tussen het apparaat en de KDC- server (Key Distribution Center) moeten worden gecodeerd als Kerberos-verificatie is ingeschakeld.
Pagina 307
Onbevoegde toegang voorkomen Items Verklaringen Vereisten voor • Voor het gebruik van SSL/TLS moet de server de verificatie coderingsmethode TLS 1.0/1.1/1.2/1.3 of SSL 3.0 ondersteunen. • TLS 1.0, TLS 1.1 en SSL 3.0 zijn standaard uitgeschakeld. Als u TLS 1.0/1.1 of SSL 3.0 wilt gebruiken, kunt u het gewenste protocol inschakelen in Web Image Monitor.
Pagina 308
9. Beveiliging • Als u Beschikbare functies per gebruiker wilt opgeven, registreert u de gebruiker samen met Beschikbare functies in het adresboek of geef Beschikbare functies op voor de gebruiker die automatisch is geregistreerd in het adresboek. De webserver (IIS) en de "Active Directory Certificate Service" installeren Installeer de benodigde service in de Windows-server om gebruikersinformatie die in Active Directory is geregistreerd, automatisch op te halen.
Onbevoegde toegang voorkomen 11. Vink onder Web Server (IIS) de te installeren functieservices aan en klik vervolgens op [Volgende]. 12. Klik op [Installeren]. 13. Als u Windows Server 2019 of Windows Server 2022 gebruikt, klikt u op [Sluiten]. 14. Klik na de installatie op het meldingspictogram voor serverbeheer en klik vervolgens op [Active Directory Certificate Services op de doelserver configureren].
• Om een IC-kaart te verifiëren, gebruikt u de IC-kaartlezer die op het apparaat is aangesloten. • Om een smartphone of tablet te verifiëren, installeert u de app RICOH Smart Device Connector op de smartphone of tablet zodat de Bluetooth-functie die in het bedieningspaneel van het apparaat is ingebouwd de smartphone of tablet kan verifiëren.
Onbevoegde toegang voorkomen Voorbereiding voor het instellen van Snelle configuratie van kaartverificatie Als u snelle verificatie met behulp van een kaart wilt inschakelen, geeft u het type IC- kaartlezer op. Om verificatie met behulp van een smartphone/tablet in te schakelen, schakelt u Bluetooth in.
Pagina 312
9. Beveiliging 6. Om een smartphone of tablet te gebruiken voor verificatie, drukt u op [Software- instellingen Bluetooth] en selecteert u [Bluetooth Authentication Plugin] in de lijst naast Bluetooth. Controleer of het selectievakje [Actief] onder Verificatie is aangevinkt en druk vervolgens op [OK].
Onbevoegde toegang voorkomen 11. Druk op [ ] en daarna op [Bluetooth-instellingen]. 12. Selecteer [AAN] in de lijst naast Bluetooth. 13. Druk op [Afsluiten]. 14. Schakel het selectievakje [Bluetooth verbinding toestaan] in en druk op [Afsluiten]. 15. Druk op [Home] ( 16.
• Houd de smartphone/tablet boven het bedieningspaneel nadat u de volgende stappen heeft uitgevoerd. Vooraf schakelt u de Bluetooth-functie in van de smartphone/tablet. 1. Veeg over het menu van de toepassing RICOH Smart Device Connector en selecteer [Inloggen op MFP]. 2. Tik op [VOLGENDE].
Pagina 315
Onbevoegde toegang voorkomen 1. Log in als gebruikersbeheerder op het bedieningspaneel op het apparaat. Pag. 268 "Inloggen op het apparaat als beheerder" Als er beheerders met aangepaste toegangsrechten zijn ingesteld, kunt u als beheerder met aangepaste toegangsrechten ook met het toegangsrecht Adresboek inloggen bij het apparaat.
9. Beveiliging Zie "Een back-up van het adresboek maken/adresboek herstellen met het bedieningspaneel", User Guide in het Engels. Een afdruktaak alleen uitvoeren met verificatie-informatie Het apparaat verifieert afdruktaken die via het bedieningspaneel zijn opgegeven en ook zijn opgegeven via het netwerk. Om vanuit het printerstuurprogramma af te drukken, geeft u gebruikersverificatie op in [Printereigenschappen].
Onbevoegde toegang voorkomen zonder verificatie-informatie die worden opgegeven vanuit een printerstuurprogramma dat geen gebruikersverificatie ondersteunt of zijn opgegeven via een opdracht, worden zonder verificatie uitgevoerd. Selecteer dit wanneer wordt afgedrukt met een printerstuurprogramma of een apparaat dat niet door het apparaat kan worden geïdentificeerd. Printerstuurprogramma's die Afdruktaakverificatie ondersteunen •...
9. Beveiliging Typen Verificatie-instelling Beveiligingsniveau printerstuurprogramma/ taak Alles Eenvoudig (alles) Coderingssleutel stuurprogramma Log-in gebruikersnaam/log-in wachtwoord Gebruikerscode *1 Afdrukken wordt niet uitgevoerd wanneer de coderingsmethode (het coderingsalgoritme) is ingesteld op AES (Advanced Encryption Standard). *2 Afdrukken wordt niet uitgevoerd wanneer de coderingsmethode (het coderingsalgoritme) is ingesteld op DES (Data Encryption Standard) of AES (Advanced Encryption Standard).
Onbevoegde toegang voorkomen Gebruiker uitsluiten Als meerdere keren achter elkaar een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, voorkomt de uitsluitingsfunctie verdere inlogpogingen van gebruikers met dezelfde gebruikersnaam voor inloggen (uitsluiting). U kunt instellen dat uitgesloten gebruikers na bepaalde tijd weer worden vrijgegeven. Een andere optie is dat de beheerder uitgesloten gebruikers handmatig weer de kans biedt om in te loggen.
9. Beveiliging Aantal onjuiste Wijziging van aantal Status van gebruiker inlogpogingen van pogingen waarna gebruiker uitsluiting 3 pogingen Van 4 naar 6 keer Ongewijzigd (de gebruiker wordt niet uitgesloten.) *1 Na drie onjuiste inlogwachtwoorden, zijn nog twee onjuiste wachtwoorden toegestaan en wanneer de gebruiker voor de derde keer een verkeer wachtwoord invoert, wordt de gebruiker uitgesloten.
Onbevoegde toegang voorkomen Pag. 321 "De periode opgeven waarin gebruikers kunnen inloggen en het apparaat kunnen gebruiken" Gebruikersuitsluiting opgeven Geeft het aantal pogingen voor inloggen met een wachtwoord op voordat de gebruiker wordt uitgesloten en de periode waarna de uitsluiting automatisch wordt opgeheven. 1.
Pagina 322
9. Beveiliging 2. Klik op [Adresboek] in het menu [Apparaatbeheer]. 3. Selecteer de uitsloten gebruikersaccount en klik op [Wijzigen] op het tabblad [Gedetailleerde invoer]. 4. Selecteer [Inactief] voor "Uitsluiting" in "Verificatie-informatie". 5. Klik op [OK]. 6. Log uit bij het apparaat en sluit vervolgens de webbrowser. •...
Pagina 323
Onbevoegde toegang voorkomen 4. Druk op [Datum/Tijd/Timer] [Timer] [Timer voor automatisch uitloggen]. 5. Selecteer [Aan] in de lijst naast Timer voor automatisch uitloggen en geef de periode op waarna het apparaat u automatisch uitlogt. U kunt 10 tot 999 seconden invoeren. 6.
9. Beveiliging 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Verificatie/Kosten] [Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder] [Tijdinstellingen voor bedienen van apparaat na inloggen]. 5. Selecteer [Actief] in de lijst naast Tijdinstellingen voor bedienen van apparaat na inloggen en voer tijdstippen in voor Starttijd en Eindtijd. 6.
Onbevoegde toegang voorkomen Toegang tot apparaat beperken (toegangscontrole) U kunt de IP-adressen beperken waarmee apparaten toegang kunnen krijgen tot het apparaat of de toegang beperken met behulp van een firewall. Als u bijvoorbeeld een IP-adresbereik opgeeft van "192.168.15.1" tot "192.168.15.99", dan kan er géén toegang tot het apparaat worden verkregen vanaf de IP-adressen van 192.168.15.100 tot 255.
9. Beveiliging 2. Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer]. 3. Klik op [Toegangscontrole] in de categorie "Beveiliging". 4. Klik op [Actief] bij "Toegangscontrole bereik" en geef het bereik van IP- adressen op dat toegang heeft tot het apparaat. • Als u een IPv4-adres wilt opgeven, voert u bij Toegangscontrole bereik een bereik in dat toegang tot het apparaat heeft.
Onbevoegde toegang voorkomen • Extern poortnummer: Geef poortnummers op die zijn toegestaan voor uitgaande communicatie. Als u uitgaande communicatie wilt toestaan via alle poorten, selecteert u [Alles]. • Protocol: Selecteer een protocol dat is toegestaan voor communicatie. 5. Klik op [OK]. 6.
Pagina 328
9. Beveiliging Protocol/Poort Instellings Functie die niet kan worden gebruikt wanneer methode Protocol/Poort uitgeschakeld is HTTPS 2, 3 Verzendingen waarvoor HTTP vereist is TCP:443 (U kunt via het bedieningspaneel of Web Image Monitor opgeven dat alleen SSL-verzending toegestaan is en dat niet-SSL-verzending wordt geweigerd.) Toegewezen NetBIOS-functies op de WINS-server UDP:137/UDP:138...
Pagina 330
9. Beveiliging Als er beheerders met aangepaste toegangsrechten zijn ingesteld, kunt u als beheerder met aangepaste toegangsrechten ook met het toegangsrecht Netwerk/Interface inloggen bij het apparaat. Pag. 281 "Inloggen op het apparaat als beheerder met aangepaste rechten" 2. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 3.
Onbevoegde toegang voorkomen Als er beheerders met aangepaste toegangsrechten zijn ingesteld, kunt u als beheerder met aangepaste toegangsrechten ook met het toegangsrecht Beveiliging inloggen bij het apparaat. Pag. 281 "Inloggen op het apparaat als beheerder met aangepaste rechten" 2. Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer]. 3.
Pagina 332
9. Beveiliging Te coderen gegevens Coderingsmethode Procedure/Referentie • E-mail verzonden vanaf het apparaat coderen met S/MIME Apparaatbeheergegeve SNMPv3 Geef een coderingssleutel op. • Gegevens coderen die verzonden zijn met apparaatbeheersoftware via SNMPv3 Verificatie-informatie Coderingssleutel Coderingssleutel van afdruktaken stuurprogramma stuurprogramma opgeven IPP-verificatie Geef IPP-verificatie op.
Onbevoegde toegang voorkomen • Vanaf het bedieningspaneel kunt u alleen een zelfondertekend certificaat installeren. Om meerdere certificaten te installeren of een certificaat dat is uitgegeven door een certificeringsinstantie, geeft u de instellingen op via Web Image Monitor. Een zelfondertekend certificaat via het bedieningspaneel installeren 1.
Pagina 334
9. Beveiliging 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Beveiliging] [Apparaatcertificaat registreren/verwijderen]. 5. Selecteer [Certificaat 1] en druk op [Registreren]. 6. Geef de informatie op die in het certificaat moet worden opgenomen. • Algemene naam: Voer hier de naam in van het apparaatcertificaat dat u wilt maken.
Pagina 335
Onbevoegde toegang voorkomen 1. Selecteer het nummer in de lijst om een zelfondertekend certificaat aan te maken. 2. Klik op [Creëren] om de onderstaande instellingen op te geven. • Algemene naam: Voer hier de naam in van het apparaatcertificaat dat u wilt maken.
Pagina 336
9. Beveiliging 6. Nadat het apparaatcertificaat is uitgegeven door de certificeringsinstantie, selecteert u het nummer van het uitgegeven certificaat in de lijst op het scherm "Apparaatcertificaat" en klikt u vervolgens op [Installeer]. 7. Voer de inhoud van het apparaatcertificaat in de invoervelden in. •...
Onbevoegde toegang voorkomen Verzending coderen met SSL/TLS SSL (Secure Sockets Layer) /TLS (Transport Layer Security) is een methode om netwerkcommunicatie te coderen. SSL/TLS voorkomt dat gegevens worden onderschept, gekraakt of gemanipuleerd. Proces van met SSL/TLS gecodeerde communicatie 1. De computer van de gebruiker vraagt het SSL/TLS-apparaatcertificaat en de openbare sleutel op wanneer toegang tot het apparaat wordt verkregen.
9. Beveiliging • Als u SSL/TLS voor IPP (printerfuncties) inschakelt, worden verzonden gegevens gecodeerd om te voorkomen dat zij onderschept of geanalyseerd worden of dat ermee geknoeid wordt. SSL/TLS activeren 1. Log vanuit Web Image Monitor als netwerkbeheerder in bij het apparaat. Pag.
Onbevoegde toegang voorkomen • DIGEST: Hier kunt u opgeven of SHA1 DIGEST moet worden in- of uitgeschakeld. 5. Klik op [OK]. 6. Log uit bij het apparaat en sluit vervolgens de webbrowser. Om communicatie met de SMTP-server te coderen, volgt u de volgende procedure om [Beveiligde verbinding (SSL) gebruiken] te wijzigen in [SMTP over SSL] or [STARTTLS].
Pagina 340
9. Beveiliging 4. Druk op [Verzenden (e-mail/map)] [E-mail] [SMTP-server]. 5. In de lijst naast Beveiligde verbinding (SSL) gebruiken selecteert u [SMTP over SSL] of [STARTTLS]. • Door [SMTP over SSL] te selecteren, wordt de poort gewijzigd in 465. Met selectie van [STARTTLS] wordt de poort gewijzigd in 578. •...
Pagina 341
Onbevoegde toegang voorkomen • Wanneer u e-mails verstuurt naar zowel gebruikers van wie de clients S/MIME ondersteunen als gebruikers van wie de clients dat niet ondersteunen, worden alleen de e-mails gecodeerd die naar clients worden verstuurd die S/MIME ondersteunen. • De ontvanger moet software gebruiken die S/MIME ondersteunt. •...
9. Beveiliging 5. Klik op [OK]. 6. Log uit bij het apparaat en sluit vervolgens de webbrowser. Gebruik de volgende procedure om de gegevens van de in te schakelen codering in te voeren. • Wanneer u een gebruikerscertificaat installeert in het adresboek via Web Image Monitor, wordt mogelijk een foutmelding weergegeven als het certificaatbestand meer dan één certificaat bevat.
Pagina 343
Onbevoegde toegang voorkomen selecteert. De geldigheidsperiode van een apparaatcertificaat wordt gecontroleerd wanneer u op [Starten] drukt. Het voldoet niet aan de internationale evaluatievoorschriften voor informatiebeveiliging (CC- verificatie), maar het reageert sneller op de gebruiker dan wanneer [Prioriteit: Beveiliging] is geselecteerd. •...
Pagina 344
9. Beveiliging 1. Log in als netwerkbeheerder op het apparaat via het bedieningspaneel. Pag. 268 "Inloggen op het apparaat als beheerder" Als er beheerders met aangepaste toegangsrechten zijn ingesteld, kunt u als beheerder met aangepaste toegangsrechten ook met het toegangsrecht Netwerk/Interface inloggen bij het apparaat.
Onbevoegde toegang voorkomen 6. Druk op [OK]. 7. Druk op [Home] ( ) en log vervolgens uit bij het apparaat. • Als u de instellingen die zijn opgegeven op het apparaat wilt wijzigen vanuit Device Manager NX, geeft u een coderingswachtwoord voor de netwerkbeheerder op in [Beheerder registreren/wijzigen].
Pagina 346
9. Beveiliging 2. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Beveiliging] [Instellingen uitgebreide beveiliging]. 5. Druk op [Wijzigen] naast Coderingssleutel stuurprogramma. 6. Geef het wachtwoord op dat moet worden gebruikt als coderingssleutel voor het stuurprogramma.
Onbevoegde toegang voorkomen • Wanneer een PCL 6-printerstuurprogramma wordt gebruikt, kunt u de coderingssleutel voor het stuurprogramma invoeren in [Printereigenschappen] het tabblad [Geavanceerde opties] [Gebruikersverificatie]. • Raadpleeg de Help-functie van het stuurprogramma voor meer informatie over het opgeven van de coderingssleutel in het printer-, LAN-fax- of TWAIN- stuurprogramma.
Pagina 348
9. Beveiliging 2. Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer]. 3. Klik op [Kerberos-verificatie] in de categorie "Apparaatinstellingen". 4. Selecteer het coderingsalgoritme dat moet worden ingeschakeld. • Alleen Heimdal ondersteunt DES3-CBC-SHA1. • Om DES-CBC-MD5 van Windows Server te gebruiken, schakelt u deze codering in de instellingen van het besturingssysteem in.
Informatielekken voorkomen Informatielekken voorkomen Maatregelen treffen om gegevenslekken te voorkomen Informatielekken kunnen worden veroorzaakt door verlies van documenten of gegevens of door menselijke fouten. De informatie in het apparaat is veiliger door deze problemen te verminderen en betere bewustwording bij gebruikers over bestandsbeheer te bewerkstelligen.
9. Beveiliging heeft afgedrukt op het uitvoerblad wordt afgedrukt, of u kunt bepalen dat het bedieningspaneel moet worden gebruikt om het afdrukken uit te voeren. • Hiermee wordt tevens ingesteld dat ingesloten tekst wordt afgedrukt als waarschuwing voor onbevoegd kopiëren. Pag.
Informatielekken voorkomen Handmatige invoer van bestemmingen beperken (Gebruik van bestemmingen beperken) • Selecteer de bestemming om gegevens te versturen en voorkom verkeerde invoer. Registreren van nieuwe bestemmingen in het adresboek beperken (Toev. van gebr.best. bep.) • Wanneer een verkeerde bestemming is geregistreerd, kunt u meerdere keren gegevens naar een onjuiste bestemming sturen.
9. Beveiliging 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Beveiliging] [Instellingen uitgebreide beveiliging]. 5. Selecteer [Aan] in de lijst naast Gebruik van bestemmingen beperken (fax) of Toevoegen van gebruikersbestemmingen beperken (fax). Als u wilt beperken hoe bestemming kunnen worden opgegeven met de scannerfunctie, selecteert u [Aan] in de lijst naast Gebruik van bestemmingen beperken (scanner) of Toevoegen van gebruikersbestemmingen beperken (scanner).
Pagina 353
Informatielekken voorkomen • De mediasleuf kan worden gebruikt voor het opslaan van gescande documenten op externe opslagmedia of het afdrukken van documenten die op een opslagmedium zijn opgeslagen. U kunt alleen de scanfunctie uitschakelen of zowel de scan- als de afdrukfuncties.
9. Beveiliging 4. Druk op [Apparaat] [Extern apparaat] [Gebruik van mediasleuven toestaan]. 5. Selecteer bij elke voorwaarde of u wilt verbieden dat deze in de lijst wordt geplaatst. • Opslaan op geheugenopslagapparaat: Selecteer [Verbieden] als er geen documenten mogen worden opgeslagen op geheugenopslagapparaten. •...
Informatielekken voorkomen Waarschuwing tegen onbevoegd kopiëren (Ongeautoriseerde kopieerpreventie/gegevensbeveiliging voor kopiëren) U kunt een opgegeven tekst toevoegen aan documenten die met het apparaat worden gekopieerd of afgedrukt. Zie de secties hieronder voor meer informatie over deze functies: • Kopieerapparaat-/documentserverfunctie: Zie "Onbevoegd kopiëren voorkomen door tekst en een patroon in te sluiten", User Guide in het Engels.
Pagina 356
9. Beveiliging 2. Druk in het Home-scherm op [Instellingen]. 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Beveiligingspatroon/-stempel] [Verplichte beveiligingsstempel: Kopieerapparaat]. Als u het verplichte veiligheidsstempel wilt opgeven voor een andere functie dan de kopieerfunctie, drukt u op [Verplichte beveiligingsstempel: Documentserver], [Verplichte veiligheidsstempel: Fax] of [Verplichte beveiligingsstempel: Printer].
Pagina 357
Informatielekken voorkomen • Apparaat-ID: Hiermee wordt het serienummer van het apparaat afgedrukt. U kunt het serienummer weergeven door op [Status controleren] [Apparaatinfo] [Informatie]. Zie "Het serienummer van het apparaat controleren met behulp van het bedieningspaneel", Gebruikershandleiding in het Engels. • IP-adres: Hiermee wordt het IP-adres van het apparaat afgedrukt. •...
Pagina 358
9. Beveiliging 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Beveiligingspatroon/-stempel] [Beveiligd afdr. vr voorkomen v onbevoegd kopiëren: Kopieerappar.]. Als u de functie Ongeautoriseerde kopieerpreventie wilt opgeven voor andere functies dan de kopieerfunctie, drukt u op [Beveiligd afdr. vr voorkomen v onbevoegd kopiëren: Docum.server] of [Beveiligd afdrukken vr voorkomen vn onbevoegd kopiëren: Printer].
Pagina 359
Informatielekken voorkomen Hiermee wordt tekst of een patroon afgedrukt op onbevoegde kopieën van documenten. Wanneer u een patroon voor Ongeautoriseerde kopieerpreventie selecteert, moet u onder andere het effect, het maskerpatroon en de helderheid opgeven. • Patrooneffect voor voorkomen van onbevoegd kopiëren: Geef een combinatie van tekst en een patroon op.
Pagina 360
9. Beveiliging opgegeven zijn via het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma worden toegepast op andere items. • Apparaatinstelling(en).: Hiermee worden de instellingen die op het apparaat zijn opgegeven, toegepast op het afdrukken. • Type van voorkomen van onbevoegd kopiëren: Selecteer het type Ongeautoriseerde kopieerpreventie.
Pagina 361
Informatielekken voorkomen De functie Rechtstreekse afdruktaken beperken opgeven 1. Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat. Pag. 268 "Inloggen op het apparaat als beheerder" Als er beheerders met aangepaste toegangsrechten zijn ingesteld, kunt u als beheerder met aangepaste toegangsrechten ook met het toegangsrecht Printereigenschappen inloggen bij het apparaat.
9. Beveiliging 6. Druk op [OK]. 7. Druk op [Home] ( ) en log vervolgens uit bij het apparaat. Afdrukken van persoonlijke gegevens in faxrapporten voorkomen U kunt ervoor zorgen dat er geen bestemmingen of afzendernamen worden afgedrukt in de rapporten van de faxfunctie, zoals rapporten over communicatieresultaten of - storingen.
Informatielekken voorkomen 4. Druk op [Overige] [Instellingen rapportuitvoer] [Instellingen rapportinhoud]. 5. Selecteer [Uit] in de lijst naast Bestemming(en) opnemen. 6. Selecteer [Uit] in de lijst naast Afzendernaam opnemen. 7. Druk op [OK]. 8. Druk op [Home] ( ) en log vervolgens uit bij het apparaat. Toegang tot onbetrouwbare websites controleren vanaf het bedieningspaneel U kunt instellen dat een waarschuwingsbericht op het scherm wordt weergegeven...
9. Beveiliging • U heeft een basiscertificaat nodig (basis-CA-certificaat). Bereid vooraf een certificaat voor dat is uitgegeven door de certificeringsinstantie die het servercertificaat heeft ondertekend of een certificaat van een hogere certificeringsinstantie. • Een PEM-basiscertificaat (Base 64-codering X.509) kan worden geïmporteerd. •...
Informatielekken voorkomen Gegevens overschrijven om herstel te voorkomen U kunt gegevens verwijderen die van u niet mogen worden hersteld. De functie Instelling geheugen automatisch wissen verwijdert de gegevens die tijdelijk op het apparaat zijn opgeslagen voor kopiëren of afdrukken. De functie Het geheugen wissen verwijdert alle gegevens en initialiseert de interne opslag van het apparaat.
Pagina 366
9. Beveiliging • Om gegevens van het apparaat naar een ander apparaat over te zetten, moet u de gecodeerde gegevens decoderen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger over de gegevensmigratie. • Wanneer u zowel de functie Het geheugen wissen als de coderingsfunctie instelt, wordt de functie Het geheugen wissen eerst uitgevoerd.
Pagina 367
Informatielekken voorkomen 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Bestandsbeheer] [Coderingsinstellingen apparaatgegevens]. 5. Druk op [Coderen]. • Wanneer de gegevens gecodeerd zijn, kunt u de gegevens decoderen of een back-up van de gegevens maken. • Codering annuleren: Schakelt codering uit. • Back-up van coderingssleutel maken: Maakt een back-up van de coderingssleutel.
Pagina 368
9. Beveiliging Instelling geheugen automatisch wissen inschakelen Als er een optionele harde schijf is aangesloten op het apparaat, kunt u taakgegevens overschrijven en wissen die tijdelijk op het apparaat zijn opgeslagen tijdens het gebruik van bepaalde functies. • Wanneer de functie Instelling geheugen automatisch wissen wordt ingesteld op [Aan], worden tijdelijke gegevens die op de harde schijf zijn achtergebleven toen de functie Instelling geheugen automatisch wissen was ingesteld op [Uit], mogelijk niet overschreven.
Pagina 369
Informatielekken voorkomen 3. Druk op [Systeeminstellingen]. 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Gegevensbeheer] [Instelling geheugen automatisch wissen]. 5. Selecteer [Aan] in de lijst naast Instelling geheugen automatisch wissen en selecteer een methode voor wissen. De standaardmethode voor wissen is [Willekeurige cijfers] en het standaard aantal overschrijvingen is [3].
9. Beveiliging 6. Druk op [OK]. 7. Druk op [Home] ( ) en log vervolgens uit bij het apparaat. • Als u zowel de functie Instelling geheugen automatisch wissen inschakelt als gegevenscodering, worden de overschreven gegevens ook gecodeerd. Het overschrijfproces controleren op het bedieningspaneel Wanneer Instelling geheugen automatisch wissen is ingeschakeld, wordt het pictogram Gegevens overschrijven weergegeven in de rechterbenedenhoek van het bedieningspaneel om de status van de gegevens aan te geven die niet overschreven...
Pagina 371
Informatielekken voorkomen Er zijn geen gegevens Het prullenbakpictogram is leeg wanneer er geen achtergebleven. gegevens meer zijn om te overschrijven. Het pictogram wordt ook weergegeven wanneer er gegevens, zoals uitgestelde afdruk/opgeslagen afdruk/vergrendelde afdruk/voorbeeldafdruk, aanwezig zijn op de harde schijf. • Aangezien data die worden gescand met de vooruitleesfunctie van de TWAIN- driver op de HDD worden opgeslagen, kunnen ze worden overschreven.
Pagina 372
9. Beveiliging • Als de methode Willekeurige cijfers is geselecteerd en het overschrijven is ingesteld op drie keer op het apparaat met standaard interne opslag, duurt het proces Het geheugen wissen maximaal 2 uur en 15 minuten. U kunt het apparaat niet bedienen tijdens het overschrijven.
Pagina 373
Informatielekken voorkomen • NSA : Hiermee worden gegevens twee keer overschreven met willekeurige cijfers en één keer met nullen. • DoD (5220.22-M) : Hiermee worden de gegevens overschreven met een willekeurig nummer, na voltooiing met een ander willekeurig nummer, waarna de gegevens worden geverifieerd.
9. Beveiliging • Initialiseer de instellingen in het bedieningspaneel, indien nodig. Druk op [Systeeminstellingen] [Instellingen voor beheerder] [Gegevensbeheer] [Standaardinstellingen bedieningspaneel herstellen] om de gegevens te initialiseren, met inbegrip van de instellingen van afzonderlijke toepassingen en het cachegeheugen. Werkzaamheden van de service engineer beperken zonder toezicht van de apparaatbeheerder Voor de service engineer kunt u de toegang beperken tot de servicemodus voor inspectie of reparatie.
Pagina 375
Informatielekken voorkomen 4. Druk op [Instellingen voor beheerder] [Beveiliging] [Vergrendeling servicemodus]. 5. In de lijst naast Vergrendeling servicemodus selecteert u [Aan]. 6. Druk op [OK]. 7. Druk op [Home] ( ) en log vervolgens uit bij het apparaat.
10. Specificaties Specificaties van papier Aanbevolen papierformaten en -typen De aanbevolen papierformaten en -typen voor elke lade zijn zoals hieronder wordt beschreven. • Als u meerdere vellen invoert, waaiert u de vellen goed los of plaatst u de vellen een voor een in de handinvoer.
Pagina 378
10. Specificaties Lade 1 (gezekerde lade) (voornamelijk Noord-Amerika) Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit Selecteer het papierformaat via 500 vellen (wanneer het 60 - 162 g/m het menu Instellingen gebruikte papier (ongeveer 16 - 40 lb. papierlade: normaal papier is of bankpost) papier van 80 g/m A4 , A5, A6...
Pagina 379
Specificaties van papier “TM-PEDS-CLR”, “TM-SRC-02”, “TM-PLS-102A”, “TM-PLS-WH”, “TM-PLS-102”, “9200-00-PDR”, “WBW31”, “EMARWB1” (PDC) “TMB-3” (CCL) Als u een type etiketpapier wilt gebruiken dat niet hierboven wordt vermeld, dient u het papier eerst te testen voordat u het in het apparaat gebruikt. Lees het volgende voor opmerkingen over de invoer van papier.
Pagina 380
10. Specificaties Papiertype en -gewicht Papierformaat Papiercapaciteit (voornamelijk Europa en Azië)/ (Taiwan) Verticaal: 90,0 - 297,0 mm Horizontaal: 148,0 - 216,0 mm (voornamelijk Noord- Amerika) Verticaal: 3,55 - 11,69 inch Horizontaal: 5,83 - 8,50 inch Etiketten (zelfklevend) Selecteer het papierformaat via Het papier kan worden het menu Instellingen geplaatst tot de...
10. Specificaties Papier dat een storing veroorzaakt Gebruik de volgende papiersoorten niet. Dit kan een papierstoring veroorzaken. • Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier • Geperforeerd papier • Te glad papier • Gescheurd papier • Grof papier • Dun papier dat niet stevig genoeg is •...
Specificaties van papier • Wanneer een oplosmiddelhoudend plakmiddel wordt gebruikt om afdrukken aan elkaar te plakken • Wanneer afdrukken langdurig op matten van gechloreerd plastic worden gelegd op een plek waar een hoge temperatuur heerst • Wanneer afdrukken worden bewaard op plekken waar ze aan extreem hoge temperaturen worden blootgesteld, zoals naast een verwarming Richting van dik papier en aanbevolen staat Als u dik papier van 106 - 216 g/m...
10. Specificaties • Wanneer u op glad, dik papier afdrukt, moet u het papier goed uitwaaieren voordat u het plaatst. Als u dit niet doet, kunnen er papierstoringen optreden en kan papier vastlopen. Als papier ook nadat u het grondig uitgewaaierd heeft, blijft vastlopen of tegelijk wordt ingevoerd, plaatst u het papier vel voor vel in de handinvoer.
Specificaties van papier De kopieerfunctie gebruiken Richting van enveloppen Glasplaat Handinvoer Enveloppen met opening aan de zijkant Flappen: open Flappen: open Te bedrukken zijde: naar Te scannen zijde: naar beneden beneden Onderkant van Onderkant van enveloppen: naar de enveloppen: naar de linkerkant van het linkerkant van het apparaat...
10. Specificaties Richting van enveloppen Handinvoer Onderkant van enveloppen: naar de linkerkant van het apparaat Enveloppen met opening aan de zijkant Flappen: gesloten Te bedrukken zijde: naar beneden Onderkant van enveloppen: naar de achterkant van het apparaat *1 Schakel het selectievakje [180 graden draaien] op het tabblad [Invoer/uitvoer] in en druk af.
Pagina 389
Specificaties van papier Papierrichting Kopieerzijde Laden 1 - 4 Handinvoer Enkelzijdige originelen Dubbelzijdige originelen *1 Bij het afdrukken van de eerste pagina op de briefpapierzijde Afdrukken op briefpapier met het printerstuurprogramma Geef de instellingen van dit apparaat op zoals deze hieronder worden beschreven. •...
Pagina 390
10. Specificaties zijde worden afgedrukt. Om ervoor te zorgen dat al het papier in dezelfde richting uitgevoerd wordt, raden wij u aan om verschillende laden op te geven voor enkelzijdige en dubbelzijdige afdruktaken. Let op dat dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld moet worden voor de lade die is opgegeven voor enkelzijdig afdrukken.
10. Specificaties Orig.loc. Origineel formaat Origineel gewicht Modus voor 11 × 17 × 52 - 128 g/m gemengde (ongeveer 14 - 34 11, 8 × 14 formaten lb. bankpost) × 8 , A3 , A4, A5 , B4 , B5 JIS *1 A5 kan uitsluitend worden gebruikt door de scannerfunctie.
Pagina 393
Specificaties van originelen *4 Als u het waarneembare formaat van A4 , B5 JIS , A5 of B6 JIS wilt omzetten naar 8 × 13, 8 × 13, 8 × 13, or 16K neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. *5 Het A4 -formaat kan alleen worden gedetecteerd in de kopieer- en scannerfuncties.
Pagina 394
10. Specificaties • Originelen met een glanzend oppervlak • Ingebonden originelen met een dikte van meer dan 10 mm, zoals boeken • Als de ADF een origineel scant van een maat die niet automatisch gedetecteerd kan worden, is de afmeting van de gescande afbeelding anders dan het origineel. •...
Apparaatspecificaties en opties Apparaatspecificaties en opties Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd.
• Normale modus: 51 seconden • Snelle modus: 32 seconden (23 °C, nominale spanning) Uitvoersnelhei (voornamelijk Europa) d eerste kopie • IM 370/370F: 4,7 seconden • IM 460F: 4,1 seconden (voornamelijk Azië) • IM 370F: 4,7 seconden • IM 460F: 4,1 seconden (voornamelijk Noord-Amerika)
Pagina 397
(China)/ (Taiwan) • IM 460F: 4,1 seconden Kopieer- (voornamelijk Europa) /afdruksnelhei • IM 370: 37 vellen/minuut d (per minuut) • IM 370F: 37 vellen/minuut • IM 460F: 46 vellen/minuut (voornamelijk Azië • IM 370F: 37 vellen/minuut • IM 460F: 46 vellen/minuut *1 Met uitzondering van China.
Pagina 398
10. Specificaties Onderdeel Specificaties Verticaal: tot 297 mm (11,7 inch) Horizontaal: tot 216 mm (8,6 inch) • ADF Verticaal: 128 tot 297 mm (5,1 tot 11,7 inch) Horizontaal • Kopieerfunctie: 128 tot 1,260 mm (5,1 tot 49,7 inch) • Scannerfunctie: 128 tot 432 mm (5,1 tot 17,1 inch) •...
Pagina 399
Apparaatspecificaties en opties Onderdeel Specificaties Missend afbeeldingsgeb ied (kopiëren) Voorrand: 4,2 ±1,5 mm (0,17 ±0,06 inch) Achterrand: 0,5 - 6,0 mm (0,02 - 0,24 inch) Onderrand (dubbelzijdig): 3,0 - 6,0 mm (0,2 - 0,3 inch) Rechterrand: 0,5 - 4,0 mm (0,02 - 0,16 inch) Linkerrand: 0,5 - 4,0 mm (0,02 - 0,16 inch) Papieruitvoerc of kleiner: 250 vellen (80 g/m...
Pagina 400
(voornamelijk Noord-Amerika) 120 - 127 V, 12 A, 60 Hz (Taiwan) 110V, 13,6 A, 60Hz Stroomverbruik (voornamelijk Europa) (alleen • IM 370/370F hoofdeenheid) Gereed: 26,4 W Tijdens afdrukken: 529 W Maximum: 1780 W • IM 460F Gereed: 26,4 W Tijdens afdrukken: 623 W...
Pagina 401
• IM 460F Gereed: 42,1 W Tijdens afdrukken: 625 W Maximum: 1600 W Elektriciteitsve (voornamelijk Europa) rbruik (volledig • IM 370/370F/460F systeem) Maximum: 1780 W • Het complete systeem van de IM 370/370F/460F bestaat uit de hoofdeenheid en de onderste papierlades.
Pagina 402
910 × 616 mm (35,9 × 24,3 inch) of minder (als de handinvoer en hoofdeenheid uitvoerlades uitgetrokken zijn.) (B x D) Geluidsemissie (voornamelijk Europa) (geluidssterkte • IM 370/370F niveau: alleen Stand-by: 16,6 dB hoofdeenheid) Kopiëren: 61,7 dB • IM 460F Stand-by: 16,5 dB Kopiëren: 63,8 dB...
Pagina 403
Kopiëren: 63,8 dB (China)/ (Taiwan) • IM 460F Stand-by: 16,5 dB Kopiëren: 63,8 dB Geluidsemissie (voornamelijk Europa) (geluidssterkte • IM 370/370F niveau: volledig Stand-by: 17,3 dB systeem) Kopiëren: 66,9 dB • IM 460F Stand-by: 17,3 dB Kopiëren: 67,9 dB (voornamelijk Azië) •...
Pagina 404
Kopiëren: 67,9 dB (China)/ (Taiwan) • IM 460F Stand-by: 17,3 dB Kopiëren: 67,9 dB Geluidsemissie (voornamelijk Europa) (geluidsdrukniv • IM 370/370F eau: alleen Stand-by: 3 dB hoofdeenheid) Kopiëren: 49,8 dB • IM 460F Stand-by: 3,3 dB Kopiëren: 52,5 dB (voornamelijk Azië) •...
Pagina 405
• Geluidssterkteniveaus en geluidsdrukniveaus zijn gemeten volgens ISO 7779. • De geluidsdrukniveaus worden gemeten vanaf de plaats van een omstander. • Het complete systeem van de IM 370/370F bestaat uit de hoofdeenheid, drie onderste papierlades en een tafel met zwenkwielen.
Pagina 406
10. Specificaties Onderdeel Specificaties • Het complete systeem van de IM 460F bestaat uit de hoofdeenheid, drie onderste papierlades en een tafel met zwenkwielen. (voornamelijk Azië) • Geluidssterkteniveaus en geluidsdrukniveaus zijn gemeten volgens ISO 7779. • De geluidsdrukniveaus worden gemeten vanaf de plaats van een omstander.
Apparaatspecificaties en opties Onderdeel Specificaties Gewicht Ongeveer 41 kg Specificaties van de documentserver Onderdeel Specificaties Interne opslag Ongeveer 4 GB (documentserv Maximum: 9000 pagina's (het totaalaantal pagina's dat kan worden opgeslagen wanneer alle functies zijn gecombineerd) Kopiëren/A4-origineel: ongeveer 9000 pagina's Printer/A4/600 dpi, 2 bits: ongeveer 9000 pagina's Scanner/A4/200 dpi, 8 bits/JPEG: ongeveer 9000 pagina's In de printer- en scannermodi is het aantal pagina's dat kan worden...
Pagina 409
Apparaatspecificaties en opties Onderdeel Specificaties POP3, SMTP, IMAP4, TCP/IP E-mailformaat Een onderdeel/meerdere onderdelen, MIME-conversie Toegevoegde bestandsindelingen: TIFF-F (MH, MR , MMR compressie) Internetcomm Zenden en ontvangen van e-mailberichten met een computer die is unicatie voorzien van een e-mailadres Coderingsmeth S/MIME ode (voor doorzenden) Verzendfunctie...
Pagina 410
10. Specificaties Onderdeel Specificaties Compatibele Compatibele IP-faxapparatuur apparatuur Een IP-adres opgeven en faxberichten versturen naar een faxverzendfunc compatibel IP-faxapparaat via een netwerk. Kan ook faxen sturen naar een G3-faxapparaat dat is aangesloten op het telefoonnet via een VoIP-gateway. Faxen ontvangen die zijn verzonden door een compatibel IP- Faxontvangstfu faxapparaat via het netwerk.
Pagina 411
Apparaatspecificaties en opties Onderdeel Specificaties Softwareversie: Ver6.2 • InnovaPhone VoIP-Gateway IP305 Softwareversie: v7 hotfix (09-70300.17) • Siemens HiPath8000 (werking met SIP bevestigd) Softwareversie: Voice redundant v4 • U kunt meerdere adressen van het apparaat toewijzen in de IPv6-omgeving, maar slechts één adres kan IP-fax ontvangen. •...
Pagina 412
10. Specificaties Onderdeel Specificaties Bestandsindeli TIFF (MH-, MR-, MMR-compressie), PDF, PDF/A ngen Als u PDF of PDF/A als bestandsindeling selecteert, kunt u een digitale handtekening bijvoegen. Verificatiemeth SMTP-AUTH, POP voor SMTP oden Coderingsmeth S/MIME Verzendfunctie Documenten automatisch naar e-mailindeling converteren en s voor e-mail verzenden als e-mail Functies voor...
Printerspecificaties Onderdeel Specificaties Afdruksnelheid (voornamelijk Europa) • IM 370/370F: 37 vellen/minute • IM 460F: 46 vellen/minuut (voornamelijk Azië • IM 370F: 37 vellen/minuut • IM 460F: 46 vellen/minuut *1 Met uitzondering van China. (voornamelijk Noord-Amerika) •...
Pagina 414
10. Specificaties Onderdeel Specificaties IEEE 802.11a/b/g/n draadloos-LAN-interface Apparaatserveroptie Netwerkprotoc TCP/IP (IPv4, IPv6) USB-interface • Verzendspecificaties: USB 2.0 standaard • Aansluitbaar apparaat: Apparaten die geschikt zijn voor USB 2.0 standaard Besturingssyst • Windows 8.1/10/11 • Windows Server 2012/2012 R2/2016/2019/2022 • macOS 10.15 of later Lettertypen •...
Apparaatspecificaties en opties Specificaties van scanner • Gebruik een LAN-kabel die 1000BASE-T, 100BASE-TX en 10BASE-T ondersteunt om het apparaat met het netwerk te verbinden. De lengte van de bruikbare kabel is maximaal 100 m. Scannen Onderdeel Specificaties Type Kleurenscanner Scanmethode Flatbed scannen Type CIS-sensor...
Pagina 416
10. Specificaties Onderdeel Specificaties Wanneer u E-mail, Scannen naar map of Scannen naar verwijderbaar apparaat gebruikt (origineelformaat: A4 /8 × 11, resolutie: 200 dpi/300 dpi) • Zwart-wit Origineeltype: Zwart-wit twee waarden, Compressie (MMR): Gecomprimeerd, ITU-T No1 Chart • Kleur Origineeltype: Tekst/Foto, Compressie (Grijstinten/Kleur): Standaard, Origineeldiagram Scansnelheden verschillen afhankelijk van de bedieningsomgeving van het apparaat en de computer, de scaninstellingen en de inhoud...
Pagina 417
Apparaatspecificaties en opties Verzending via e-mail Onderdeel Specificaties Scanresolutie 100 dpi, 200 dpi, 300 dpi, 400 dpi, 600 dpi Protocol POP, SMTP , IMAP4 Uitvoerindeling TIFF, JPEG, PDF, hoge compressie PDF, PDF/A, doorzoekbare *3*4 *1 Ondersteunt verzending van webmail *2 Ondersteunt SMTP over SSL *3 Als u OCR wilt uitvoeren, is de optionele OCR-module vereist.
Pagina 418
10. Specificaties Onderdeel Specificaties • macOS 10.15 of later *1 Als u OCR wilt uitvoeren, is de optionele OCR-module vereist. *2 Het aantal tekens dat optisch kan worden gescand is ongeveer 40.000 tekens per pagina. • Als u [PDF], [Hoge compr. PDF] of [PDF/A] als bestandsindeling selecteert, kunt u een digitale handtekening bijvoegen.
Pagina 419
Apparaatspecificaties en opties WIA-scanner Onderdeel Specificaties Scanresolutie 100 - 1200 dpi (Hoofdscanner × subscanner) Protocol TCP/IP Besturingssyst • Windows 8.1/10/11 • Windows Server 2012/2012 R2/2016/2019/2022 De WIA-scanner kan onder zowel 32- als 64-bits besturingssystemen functioneren. *1 De maximale resolutie hangt af van het scanformaat. Specificaties van de ADF Onderdeel Specificaties...
Apparaatspecificaties en opties Specificaties van de draadloos-LAN-kaart • Let op: De beschikbare kanalen (frequentiebereik) en plaatsen om het draadloos LAN te gebruiken onderworpen zijn aan de wettelijke bepalingen van het land of het gebied waar de printer wordt gebruikt. Zorg ervoor dat u het draadloos LAN gebruikt in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.
10. Specificaties Onderdeel Specificaties Besturingssyst • Windows 8.1/10/11, Windows Server 2012/2012 emen R2/2016/2019/2022 • macOS 10.15 of later Protocol • Poort 9100, IPP, LPR IPP ondersteunt geen SPL. • Op de apparaatserveroptie kunnen maximaal acht verbindingssessies van printerprotocollen tegelijkertijd plaatsvinden. De instellingswaarden van de verzendfunctie De waarden voor elk van de items die kunnen worden ingesteld wanneer u verzendt met de scanfunctie, zijn als volgt.
Pagina 423
Apparaatspecificaties en opties Onderdeel Waarde Opmerkingen Maximumaantal tekens in 128 alfanumerieke tekens Een e-mail; adres een e-mailadres waarnaar is gezocht vanaf de LDAP-server en dat meer dan 128 alfanumerieke tekens bevat, kan niet juist worden opgegeven als de bestemming. Aantal bestemmingen dat Er kunnen tot 50 items in één keer kan worden worden opgegeven...
10. Specificaties Onderdeel Waarde Opmerkingen Maximumaantal tekens in 64 tekens een opgegeven servernaam voor het FTP- protocol Maximumaantal tekens in 256 tekens een opgegeven padnaam voor het FTP-protocol Maximumaantal tekens in 64 alfanumerieke tekens een opgegeven gebruikersnaam voor het FTP-protocol Maximumaantal tekens in 64 alfanumerieke tekens een opgegeven...
Apparaatspecificaties en opties Onderdeel Waarde Opmerkingen Aantal bestemmingen dat kan worden opgegeven bij het verzenden van een document via Verzenden naar map Afdrukbaar gebied en marge 1. Voorrand: 4,2 ±1,5 mm (0,17 ±0,06 inch) 2. Achterrand: 0,5 - 6,0 mm (0,02 - 0,24 inch) Onderrand (dubbelzijdig): 3,0 - 6,0 mm (0,2 - 0,3 inch) 3.
10. Specificaties afbeelding worden afgesneden als de breedte van de afbeelding groter is dan de maximale breedte van een afdrukbaar gebied. • Het bedrukbare gebied kan verschillen door de papiermaat of instellingen van de printerdriver. • De buitenkant van het bedrukbare gebied kan bedrukt worden door de instellingen van de printerdriver of afdrukomstandigheid;...
Pagina 427
Apparaatspecificaties en opties (1) Opties die op de scanner zijn gemonteerd Beschrijving Optie Detecteert of er twee originele documenten Paginadetectiemodule worden ingevoerd wanneer ze in de ADF worden geplaatst. Geleiderklep voor Papier van A4-formaat of groter kan worden documentinvoer ingevoerd. *1 Afhankelijk van het type apparaat, is de ADF standaard aangesloten.
Pagina 428
10. Specificaties Functieoverzicht van interne apparaatopties • Faxgeheugenmodule Biedt 60 MB extra geheugen voor de faxfunctie. (standaard: 4 MB) Hiermee kunt u het aantal vellen van originelen vergroten die in het geheugen worden opgeslagen. • PostScript 3-eenheid Hiermee kunt u afdrukken met het originele Adobe PostScript 3. •...
Apparaatspecificaties en opties Functies waarvoor optionele configuraties vereist zijn Wanneer er opties worden geïnstalleerd, kunnen de functies en interface van dit apparaat worden uitgebreid. • De opties die kunnen worden geïnstalleerd, verschillen per model. Pag. 424 "Apparaatopties" Kopieerfunctie Functie/Verwijzing Optie Resetten Een van de volgende opties is vereist: Een kopieertaak reserveren tijdens het...
10. Specificaties Scannerfunctie Functies Optie PDF-bestanden creëren met OCR- OCR-eenheid tekstinformatie Zie "Een origineel als PDF-bestand scannen met ingesloten tekstgegevens", User Guide in het Engels. Interface Functies Optie Communicatie via draadloos LAN Draadloze LAN-kaart Zie "Verbinding maken met een draadloos LAN-netwerk", User Guide in het Engels.
Pagina 431
Apparaatspecificaties en opties *1 Gelijktijdige bewerkingen zijn pas mogelijk wanneer alle voorgaande documenten zijn gescand en [Reserveren] wordt weergegeven. *2 U kunt een document scannen zodra alle voorgaande documenten zijn gescand. *3 Gelijktijdige bewerkingen zijn mogelijk wanneer er een andere lijn wordt gebruikt. *4 Tijdens parallelle ontvangst worden eventuele volgende opdrachten uitgesteld tot de ontvangst voltooid is.
Juridische informatie en contactgegevens Juridische informatie en contactgegevens Milieuvoorschriften ENERGY STAR-programma(voornamelijk Noord-Amerika) ® Vereisten voor beeldapparatuur van het ENERGY STAR -programma ® Dit bedrijf neemt deel aan het ENERGY STAR -programma. ® Dit apparaat voldoet aan de voorschriften van het ENERGY STAR programma.
Pagina 434
10. Specificaties Modelnaam Stroomverbruik Tijd om te Duplexfunctie herstellen van de slaapstand IM 370 0,45 W 6,2 seconden Standaard IM 370F 0,45 W 6,2 seconden Standaard IM 460F 0,45 W 5,9 seconden Standaard (voornamelijk Azië Modelnaam Stroomverbruik Tijd om te...
Pagina 435
Juridische informatie en contactgegevens • U kunt de tijdsduur tot het apparaat overschakelt naar de slaapstand wijzigen bij [Slaapstandtimer]. Zie "Datum/Tijd/Timer", User Guide in het Engels. • Het kan langer duren dan de aangegeven tijd om tot de Slaapmodus over te gaan naar aanleiding van het type van Ingebouwde Software-architectuur toepassing geïnstalleerd in de machine.
10. Specificaties Üretici: Ricoh Company, Ltd. 3-6, Nakamagome 1-chome, Ohta-ku, Tokyo 143-8555 Japan +81-3-3777-811(English only/Sadece İngilizce) Opmerking over het batterij- en/of accusymbool (alleen voor EU-landen) (voornamelijk Europa) Overeenkomstig de Batterijrichtlijn 2006/66/EC artikel 20, Informatie voor eindgebruikers, bijlage II, wordt het hierboven weergegeven symbool weergegeven op batterijen en accu's.
Opmerkingen voor gebruikers in de staat Californië (Opmerkingen voor gebruikers in de VS) (vooral Noord-Amerika) Perchloormaterialen - speciale behandeling is mogelijk van toepassing. Zie: www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate Informatie over energielabel China (China) Specificatiemodel IM 460F Naam fabrikant Ricoh Company, Ltd. Energie-efficiëntie-index Typisch energieverbruik (kW/h) 2,31 Overeenkomstig de nationale GB21521-2014 standaarden...
10. Specificaties Opmerkingen over draadloos LAN en Bluetooth Dit product is voorzien van functies voor verbinding met een draadloos LAN en Bluetooth. Afhankelijk van het type apparaat, is draadloos LAN of Bluetooth optioneel. Het product gebruikt het frequentiebereik 2,4/5 GHz voor communicatie met een draadloos LAN en het frequentiebereik 2,4 GHz voor Bluetooth-communicatie.
Het woordmerk en logo's van Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van dergelijke merken door Ricoh Company, Ltd. is onder licentie. Citrix is een handelsmerk van Citrix Systems, Inc. en/of een of meer dochtermaatschappijen en is mogelijk geregistreerd bij het Patent and Trademark Office in de Verenigde Staten en in andere landen.
Pagina 440
10. Specificaties ® JAWS is een geregistreerd handelsmerk van Freedom Scientific, Inc., St. Petersburg, Florida en/of andere landen. Google is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Google LLC. Android is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Google LLC. Google Drive is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Google LLC. Google Chrome is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Google LLC.
Pagina 441
Juridische informatie en contactgegevens ® ® Microsoft Windows 11 Education • De productnamen van Windows Server 2012 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows Server 2012 Foundation ® ® Microsoft Windows Server 2012 Essentials ® ® Microsoft Windows Server 2012 Standard •...
Pagina 442
10. Specificaties ® Dit product bevat RSA BSAFE cryptografische software van EMC Corporation. BSAFE is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van EMC Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De SD is een handelsmerk van SD-3C, LLC. Het SD-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. FeliCa is een geregistreerd handelsmerk of een handelsmerk van Sony Group Corporation of haar dochterondernemingen.
11. Installatiehandleiding stuurprogramma Het printerstuurprogramma installeren Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren Device Software Manager is een ondersteunend hulpprogramma voor de installatie van stuurprogramma's in Windows. Met Device Software Manager wordt het nieuwste stuurprogramma via internet automatisch gedetecteerd op basis van de computer die u gebruikt.
Pagina 444
11. Installatiehandleiding stuurprogramma 3. Schakel het selectievakje [Installatieprogramma voor stuurprogramma uitvoeren na installatie] in en klik op [Overeenkomst accepteren en installeren]. 4. Selecteer [Ik wil deelnemen aan het Programma voor kwaliteitsverbetering] of [Ik wil niet deelnemen aan het Programma voor kwaliteitsverbetering] op het scherm "Programma voor kwaliteitsverbetering"...
Pagina 445
Het printerstuurprogramma installeren 8. Selecteer dit apparaat in de lijst met gevonden apparaten en klik op [Volgende]. De installatie van het stuurprogramma wordt gestart. • Raadpleeg de volgende sectie als het apparaat niet wordt gevonden bij het instellen van de netwerkverbinding. Pag.
11. Installatiehandleiding stuurprogramma 9. Als de installatie is voltooid, klikt u op [Voltooien]. • Dubbelklik op het pictogram van Device Software Manager dat is aangemaakt in de Verkenner van de computer, zodat het printerstuurprogramma wordt bijgewerkt. Zie "Het stuurprogramma bijwerken (Windows)", User Guide (Engels). Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding (Windows) Wanneer het apparaat en de computer met hetzelfde netwerk zijn verbonden, zoekt het...
Pagina 447
Het printerstuurprogramma installeren 3. Klik op het scherm "Gebruiksrechtovereenkomst" op [Akkoord en ga naar volgende]. 4. Selecteer [Netwerk] en klik op [Volgende]. • Met de zoekopdracht vindt u apparaten die verbonden zijn met het netwerk. • Als er een foutscherm wordt weergegeven, raadpleegt u Pag. 448 "Als het apparaat niet kan worden gevonden".
Pagina 448
11. Installatiehandleiding stuurprogramma Als u Device Software Manager niet wilt installeren, schakelt u het selectievakje [Device Software Manager installeren] uit en klikt u op [Volgende]. 7. Als de installatie is voltooid, klikt u op [Voltooien]. Het printerstuurprogramma voor Windows installeren 1.
Het zoeken naar een TCP/IP-poort wordt gestart. 11. Wanneer het scherm "Extra poortinformatie vereist" wordt weergegeven, selecteert u [RICOH Network Printer C model] en klikt u daarna op [Volgende]. 12. Klik op [Bladeren...] [Bladeren...] om het stuurprogramma op te geven (INF- bestand) en klik vervolgens op [OK].
Pagina 450
11. Installatiehandleiding stuurprogramma 15. Stel de printer eventueel in als een gedeelde printer en klik op [Volgende] [Voltooien]. Als het apparaat niet kan worden gevonden Het scherm "Fout met netwerkverbinding" wordt weergegeven. Lees de melding, voer tot en met uit en klik op [OK]. Indien het apparaat nog steeds niet kan worden gevonden, geeft u het IP-adres of de apparaatnaam op om het printerstuurprogramma te installeren.
Pagina 451
Het printerstuurprogramma installeren 2. Selecteer [IP-adres van apparaat opgeven] of [Zoeken op apparaatnaam] en klik op [Volgende]. Als u het IP-adres van het apparaat opgeeft 1. Voer het IP-adres van het apparaat in en klik vervolgens op [Zoeken]. Het IP-adres van het apparaat vindt u in [Status controleren] [Netwerk] op het bedieningspaneel.
11. Installatiehandleiding stuurprogramma 2. Selecteer op het scherm "Afdrukvoorkeuren" een poortnaam in de lijst "Poortnaam" en klik op [Volgende]. De installatie van het printerstuurprogramma begint. Voor meer informatie over de procedure van het opgeven van het IP-adres nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zie de volgende sectie: Zie "Als u geen documenten kunt afdrukken, zelfs niet wanneer het printerstuurprogramma is geïnstalleerd", User Guide (Engels).
Het printerstuurprogramma installeren Het PPD-bestand installeren (netwerkverbinding) 1. Download het nieuwste printerstuurprogramma van de website van de fabrikant. 2. Dubbelklik op het gedownloade bestand. 3. Dubbelklik op het pakketbestand. 4. In het scherm "Introductie" klikt u op [Ga door]. 5. In het venster "Licentie" klikt u op [Ga door] en vervolgens op [Akkoord]. •...
11. Installatiehandleiding stuurprogramma 8. Als de installatie klaar is, klikt u op [Sluit]. Apparaat registreren in [Printers en scanners] (netwerkverbinding) Registreer het PPD-bestand van het apparaat in Systeemvoorkeuren om afdrukken mogelijk te maken. 1. Selecteer [Systeemvoorkeuren...] uit het Apple-menu. 2. Klik op [Printers en scanners]. 3.
Pagina 455
Het printerstuurprogramma installeren Als "Standaard-PostScript-printer" wordt weergegeven terwijl het IP- adres correct is Controleer de netwerkverbinding van het apparaat en de computer, en registreer opnieuw. • Als het apparaat is verbonden met een bekabeld LAN. Controleer of de kabel juist op het apparaat is aangesloten. 5.
Pagina 456
11. Installatiehandleiding stuurprogramma 1. Selecteer [Systeemvoorkeuren...] uit het Apple-menu. 2. Klik op [Printers en scanners]. 3. Selecteer het apparaat uit de lijst en klik op [Options & Supplies...]. 4. Klik op [Opties], selecteer de optie die op het apparaat is geïnstalleerd en klik vervolgens op [OK].
12. Deze handleiding gebruiken Navigeren in de handleiding Klik hierop om alle items in de inhoudsopgave in één keer uit of in te klappen. Als u items afzonderlijk wilt uit- of inklappen, klikt u op naast een titel in de inhoudsopgave.
12. Deze handleiding gebruiken Selecteer de titel in de lijst "Verfijnen" op het scherm met zoekresultaten en klik vervolgens opnieuw op de zoekknop ( ) om het zoekbereik te beperken tot de geselecteerde titel. Betekenis van gebruikte symbolen Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die zou kunnen leiden tot een dodelijk ongeluk of zware verwondingen als de instructies niet worden opgevolgd.