Advertenties
9. Beveiliging
7. Als u de instellingen heeft opgegeven voor alle beheerders, drukt u op [Sluiten] en
daarna op [Beheerdersrechten instellen].
8. Selecteer een ingebouwde beheerder aan wie u een of meer standaardrechten
voor beheerders wilt toewijzen en druk op [OK].
• Wijs het recht Gebruikersbeheerder, Apparaatbeheerder, Netwerkbeheerder of
Bestandsbeheerder toe aan [Beheerder 1] t/m [Beheerder 4].
• Standaard worden alle standaardrechten voor beheerders toegewezen aan de
ingelogde ingebouwde beheerder (Beheerder 1).
9. Druk op [OK].
Als de instellingen voltooid zijn, wordt u automatisch door het apparaat uitgelogd.
Noteer de gebruikersnamen en wachtwoorden voor inloggen die voor andere
beheerders zijn opgegeven en geef ze door aan de beheerders.
• Een beheerder met een van de standaardrechten voor beheerders kan ingebouwde
beheerders toevoegen of de toegewezen rechten wijzigen door in te loggen op het
9
apparaat. De rechten die de beheerder kan toewijzen aan andere ingebouwde
beheerders, zijn alleen de rechten waarover de beheerder zelf beschikt.
• Een beheerder met aangepaste rechten met het recht Verificatie/Kosten kan
ingebouwde beheerders toevoegen door in te loggen op het apparaat. Een dergelijke
beheerder kan echter geen rechten wijzigen.
• U kunt ook met Web Image Monitor ingebouwde beheerders toevoegen of hun
rechten wijzigen. Raadpleeg de Help van Web Image Monitor voor meer informatie.
Groepen met externe beheerders registreren en de standaardrechten voor
beheerders toewijzen
Als Windows-verificatie of LDAP-verificatie is ingeschakeld als de methode voor
gebruikersverificatie, kunt u accounts van een externe verificatieserver registreren als
externe beheerders. Registreer groepen met externe beheerders en wijs dezelfde vier
soorten standaardrechten voor beheerders toe als de rechten die zijn toegewezen aan de
ingebouwde beheerders.
272
Advertenties
