De voor de apparatuur specifieke netwerkinstellingen
U
Druk op de softkey NETWERKVERBIND. DEFINIËR. voor het invoeren
van de voor de apparatuur specifieke netwerkinstellingen. Er
kunnen willekeurig veel netwerkinstellingen worden vastgelegd,
maar er kunnen slechts maximaal 7 netwerkinstellingen
tegelijkertijd beheerd worden
Instelling
Betekenis
Netwerkstation
Lijst met alle gekoppelde netwerkstations. In
de kolommen toont de TNC de desbetreffende
status van de netwerkverbindingen:
Mount:
netwerkstation gekoppeld/niet gekoppeld
Auto:
netwerkstation moet
automatisch/handmatig worden gekoppeld
Type:
type netwerkverbinding. Mogelijk zijn cifs en
nfs
Station:
aanduiding van het station op de TNC
ID:
interne ID waarmee wordt aangegeven dat u
meerdere verbindingen via een mount-point
hebt gedefinieerd
Server:
naam van de server
Sharenaam:
naam van de directory op de server waartoe
de TNC toegang moet hebben
Gebruiker:
naam van de gebruiker op het netwerk
Wachtwoord:
netwerkstation wel of niet met wachtwoord
beveiligd
Wachtwoord vragen?:
bij het verbinden wel/niet om wachtwoord
vragen
Opties:
weergave van extra verbindingsopties
Via de knop beheert u de netwerkstations.
Om netwerkstations te kunnen toevoegen,
gebruikt u de knop Toevoegen: de TNC start dan
de verbindingswizard waarin u alle benodigde
gegevens via dialogen kunt invoeren
Status log
Weergave van statusinformatie en
foutmeldingen.
Via de knop Leegmaken kunt u de inhoud van
het statusvenster wissen.
HEIDENHAIN TNC 620
495