Gereedschapsgegevens oproepen
Een gereedschapsoproep TOOL CALL in het bewerkingsprogramma
wordt door middel van onderstaande gegevens geprogrammeerd:
U
Gereedschapsoproep met toets TOOL CALL selecteren
U
Gereedschapsnummer: nummer of naam van het
gereedschap invoeren. Het gereedschap hebt u
vooraf in een TOOL DEF-regel of in de
gereedschapstabel vastgelegd. Met de softkey
GEREEDSCHAPSNAAM omschakelen naar
naaminvoer. Een gereedschapsnaam wordt door de
TNC automatisch tussen aanhalingstekens gezet. De
naam heeft betrekking op een item in de actieve
gereedschapstabel TOOL.T. Om een gereedschap
met andere correctiewaarden op te roepen, voert u
de in de gereedschapstabel vastgelegde index na een
decimale punt ook in. Met de softkey SELECTEREN
kunt u een venster oproepen waarin u een in
gereedschapstabel TOOL.T gedefinieerd
gereedschap direct kunt selecteren zonder het
nummer of de naam in te voeren:
U
Spilas parallel X/Y/Z: gereedschapsas invoeren
U
Spiltoerental S: spiltoerental in aantal
omwentelingen per minuut invoeren. Als alternatief
kan er een snijsnelheid Vc [m/min] worden
gedefinieerd. Druk daarvoor op de softkey VC
U
Aanzet F: de aanzet [mm/min resp. 0,1 inch/min]
werkt net zolang totdat in een positioneerregel of in
een TOOL CALL-regel een nieuwe aanzet wordt
geprogrammeerd
U
Overmaat gereedschapslengte DL: deltawaarde voor
de gereedschapslengte
U
Overmaat gereedschapsradius DR: deltawaarde voor
de gereedschapsradius
U
Overmaat gereedschapsradius DR2: deltawaarde voor
gereedschapsradius 2
160
Programmeren: gereedschappen