Een onbewerkt werkstuk definiëren
Nadat u een nieuw programma hebt geopend, start de TNC direct de
dialoog voor invoer van de definitie van het onbewerkte werkstuk. Als
onbewerkt werkstuk definieert u altijd een rechthoekig blok door
opgave van het MIN- en MAX-punt, telkens gerelateerd aan het
geselecteerde referentiepunt.
Nadat u een nieuw programma hebt geopend, start de TNC
automatisch de definitie van het onbewerkte werkstuk en vraagt naar
de daarvoor benodigde gegevens:
U
Bewerkingsvlak in grafische weergave: XY?: actieve spilas
invoeren. Z licht als vooraf ingestelde waarde op, met ENT-toets
overnemen
U
Definitie van onbewerkt werkstuk: Minimum X: kleinste
X-coördinaat van het onbewerkte werkstuk gerelateerd aan het
referentiepunt invoeren, bijv. 0, met ENT-toets bevestigen
U
Definitie van onbewerkt werkstuk: Minimum Y: kleinste
Y-coördinaat van het onbewerkte werkstuk gerelateerd aan het
referentiepunt invoeren, bijv. 0, met ENT-toets bevestigen
U
Definitie van onbewerkt werkstuk: Minimum Z: kleinste
Z-coördinaat van het onbewerkte werkstuk gerelateerd aan het
referentiepunt invoeren, bijv. -40, met ENT-toets bevestigen
U
Definitie van onbewerkt werkstuk: Maximum X: grootste
X-coördinaat van het onbewerkte werkstuk gerelateerd aan het
referentiepunt invoeren, bijv. 100, met ENT-toets bevestigen
U
Definitie van onbewerkt werkstuk: Maximum Y: grootste
Y-coördinaat van het onbewerkte werkstuk gerelateerd aan het
referentiepunt invoeren, bijv. 100, met ENT-toets bevestigen
U
Definitie van onbewerkt werkstuk: Maximum Z: grootste
Z-coördinaat van het onbewerkte werkstuk gerelateerd aan het
referentiepunt invoeren, bijv. 0, met ENT-toets bevestigen De TNC
beëindigt de dialoog
NC-voorbeeldregels
0 BEGIN PGM NIEUW MM
1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-40
2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0
3 END PGM NIEUW MM
Uitgebreide informatie over dit onderwerp
Onbewerkt werkstuk definiëren: (zie bladzijde 84)
38
Eerste stappen met de TNC 620