Cirkelbaan C om cirkelmiddelpunt CC
Het cirkelmiddelpunt CC moet worden vastgelegd voordat de
cirkelbaan geprogrammeerd wordt. De laatst geprogrammeerde
gereedschapspositie voor de cirkelbaan is het startpunt van de
cirkelbaan.
U
Gereedschap naar het startpunt van de cirkelbaan verplaatsen
U
Coördinaten van het cirkelmiddelpunt invoeren
U
Coördinaten van het eindpunt van de cirkelboog
invoeren, indien nodig:
U
Rotatierichting DR
U
Aanzet F
U
Additionele M-functie
De TNC voert cirkelbewegingen gewoonlijk in het actieve
bewerkingsvlak uit. Wanneer u cirkels programmeert die
niet in het actieve bewerkingsvlak liggen, bijv. C Z...
X... DR+ bij gereedschapsas Z, en gelijktijdig deze
beweging roteert, dan maakt de TNC een ruimtelijke
cirkel, dus een cirkel in 3 assen.
NC-voorbeeldregels
5 CC X+25 Y+25
6 L X+45 Y+25 RR F200 M3
7 C X+45 Y+25 DR+
Volledige cirkel
Programmeer voor het eindpunt dezelfde coördinaten als voor het
startpunt.
Start- en eindpunt van de cirkelbeweging moeten op de
cirkelbaan liggen.
Invoertolerantie: tot 0,016 mm (via machineparameter
circleDeviation te selecteren).
Kleinst mogelijke cirkel die de TNC kan maken:
0,0016 µm.
190
Programmeren: contouren programmeren