11.6 Driedimensionale
gereedschapscorrectie
(software-optie 2)
Inleiding
De TNC kan een driedimensionale gereedschapscorrectie (3D-
correctie) voor rechte-regels uitvoeren. Behalve de coördinaten X, Y
en Z van het eindpunt van de rechte moeten deze regels ook de
componenten NX, NY en NZ van de vlaknormaalvector (zie "Definitie
van een gestandaardiseerde vector" op bladzijde 392) bevatten.
Wanneer u een gereedschapsoriëntatie wilt uitvoeren, moeten deze
regels ook nog een gestandaardiseerde vector met de componenten
TX, TY en TZ bevatten, waarmee de gereedschapsoriëntatie wordt
vastgelegd (zie "Definitie van een gestandaardiseerde vector" op
bladzijde 392).
Het eindpunt van de rechte, de componenten van de vlakormaalvector
voor vlakken en de componenten voor de gereedschapsoriëntatie
moeten door een CAM-systeem worden berekend.
Toepassingsmogelijkheden
Toepassing van gereedschap met afmetingen die niet
overeenkomen met de door het CAM-systeem berekende
afmetingen (3D-correctie zonder definitie van de
gereedschapsoriëntatie)
Face Milling: correctie van de freesgeometrie in de richting van de
vlaknormaalvector (3D-correctie zonder en met definitie van de
gereedschapsoriëntatie). De verspaning wordt primair met de
kopzijde van het gereedschap uitgevoerd
Peripheral Milling: correctie van de freesradius loodrecht op de
bewegingsrichting en loodrecht op de gereedschapsrichting
(driedimensionale radiuscorrectie met definitie van de
gereedschapsoriëntatie). De verspaning wordt primair met het
mantelvlak van het gereedschap uitgevoerd
HEIDENHAIN TNC 620
391