De gereedschapsoriëntatie kan op twee manieren worden bepaald:
In de LN-regel door opgave van de componenten TX, TY en TZ
In een L-regel door opgave van de coördinaten van de rotatie-assen
Voorbeeld: regelformaat met gereedschapsoriëntatie
1 LN X+31,737 Y+21,954 Z+33,165 TX+0,0078922 TY–0,8764339
TZ+0,2590319 RR F1000 M128
Rechte met 3D-correctie
LN:
X, Y, Z:
Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte
TX, TY, TZ: Componenten van de gestandaardiseerde vector voor
de gereedschapsoriëntatie
RR:
Gereedschapsradiuscorrectie
F:
Aanzet
M:
Additionele functie
Voorbeeld: regelformaat met rotatie-assen
1 L X+31,737 Y+21,954 Z+33,165 B+12,357 C+5,896 RL F1000
M128
L:
Rechte
Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte
X, Y, Z:
Rechte
L:
B, C:
Coördinaten van de rotatie-assen voor de
gereedschapsoriëntatie
RL:
Radiuscorrectie
F:
Aanzet
M:
Additionele functie
HEIDENHAIN TNC 620
397