8.7 Q-parameters controleren en
veranderen
Werkwijze
U kunt Q-parameters in alle werkstanden (ook bij het maken, testen
en afwerken van programma's) controleren en ook wijzigen.
U
Eventueel Programma-afloop afbreken (bijv. externe STOP-toets en
softkey INTERNE STOP indrukken) resp. Programmatest stoppen
U
Q-parameterfuncties oproepen: softkey Q INFO of
toets Q indrukken
U
De TNC maakt een lijst van alle parameters en de
bijbehorende actuele waarden. Selecteer met de
pijltoetsen of toets GOTO de gewenste parameter.
U
Wanneer u de waarde wilt wijzigen, druk dan op de
softkey ACTUEEL VELD BEWERKEN, voer dan de
nieuwe waarde in en bevestig deze met de ENT-toets
U
Wanneer u de waarde niet wilt wijzigen, druk dan op
de softkey ACTUELE WAARDE of sluit de dialoog af
met de END-toets
Door de TNC in cycli of intern toegepaste parameters zijn
van commentaar voorzien.
Als u lokale, globale of stringparameters wilt controleren
of wijzigen, moet u de softkey PARAMETERS TONEN Q
QL QR QS indrukken. De TNC toont dan het
desbetreffende parametertype. De hiervoor beschreven
functies gelden eveneens.
In de werkstanden Handbediening, Handwiel, programma-afloop
Regel voor regel, Automatische programma-afloop en Programmatest
kunt u Q-parameters ook in de extra statusweergave laten
weergeven.
U
Eventueel Programma-afloop afbreken (bijv. externe STOP-toets en
softkey INTERNE STOP indrukken) resp. Programmatest stoppen
U
Softkeybalk voor de beeldschermindeling oproepen
U
Beeldschermweergave met additionele
statusweergave selecteren: De TNC geeft in de
rechter beeldschermhelft het statusscherm
Overzicht weer
U
Selecteer de softkey STATUS Q-PARAM
U
Selecteer de softkey Q-PARAMETERLIJST
U
De TNC opent een apart venster waarin u het
gewenste bereik voor weergave van de Q-
parameters resp. stringparameters kunt invoeren.
Met komma's (bijv. Q 1,2,3,4) kunt u meerdere Q-
parameters invoeren. Weergavebereiken definieert u
met een streepje (bijv. Q 10-14)
HEIDENHAIN TNC 620
251